Bevrijding van wettisch denken

Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.

Het Evangelie bevrijdt uit wettische slavernij

Jezus nodigt in Matth.11:28-30: ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart, en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’ In de Studiebijbel wordt verklaard: ‘Het volk was vermoeid en belast (vgl. 9:36), omdat ze leden onder de strenge godsdienstige en andere voorschriften, die hun door de religieuze leiders opgelegd werden (23:4).’

In Matth.23:4 zegt Jezus over de schriftgeleerden en farizeeën: ‘Want zij binden lasten samen, die zwaar zijn en moeilijk om te dragen, en zij leggen ze op de schouders van de mensen; maar zij willen die zelf met geen vinger aanraken.’ De godsdienstige leiders worden hier door Jezus voorgesteld als ezeldrijvers, die op een zeer onbarmhartige wijze hun dieren belasten. Zij legden hun bundels wetten op de schouders van de mensen die zij geestelijk aan zich hadden onderworpen.

Satan en zijn demonen zijn wettisch ingesteld. Hij wordt ‘de aanklager van de broederen’ genoemd. Hij is een beschuldiger, die met leugens werkt, de waarheid van het bevrijdende Evangelie tegenstaat en zoveel mogelijk tracht te verduisteren. De Joodse leiders stonden daarom ook in dienst van de slavendrijver en tegenstander van Jezus.

Sta dan vast in de vrijheid!

Als de godsdienst tot gebondenheid leidt is er dus iets grondig mis. Je komt dan onder het godsdienstige juk van dienstbaarheid of slavernij. Door het Nieuwe Testament heen wordt steeds opnieuw gewaarschuwd tegen het wettisch denken en het judaïsme, wat het Evangelie bijzonder tegenstaat. Daardoor was ook de grote Reformatie nodig. Luther heeft dit onder meer vanuit de Galatenbrief aangetoond. We worden opgeroepen in Gal.5:1: ‘Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een slavenjuk belasten.’ Hierin leren we dat het doel van het Evangelie van Jezus Christus ‘geestelijke vrijheid in Hem’ is. Hij heeft ons vrijgemaakt betekent letterlijk: Hij heeft ons ‘tot vrijheid bevrijdt’.

Alles wat te maken heeft met ‘gebrek en te kort’ komt veelal voort uit verkeerd denken en wettisch of juridisch denken. Dat behoort dus tot ‘het grijze, negatieve denkveld’ en maakt ons geestelijk ongelukkig. Alles wat ons geestelijk ‘tot vrijheid bevrijdt’, heelt en helpt, behoort tot ‘het gele’, medische denkveld, en maakt ons gelukkig.

Het negatieve denkveld in ons noem ik ‘het grijze denkveld’. Het positieve denkveld in ons denken noem ik ‘het gele denkveld’. Bij andere artikelen op deze website wordt dit uitgebreid behandeld, zoals bij de ‘Geestelijke voedingskaart’. Het wordt aan het einde van dit artikel uitgelegd.

Samengevat zien we het volgende: 

  • Het gele denkveld wordt gevoed vanuit het bevrijdende Evangelie
  • Het grijze denkveld wordt gevoed vanuit het wettisch denken
  • Het gele denkveld wordt beheerst door positief denken
  • Het grijze denkveld wordt beheerst door negatief denken
  • Het gele denkveld van de gelovige wordt geïnspireerd door de Heilige Geest
  • Het grijze denkveld wordt onder meer geïnfiltreerd door boze machten
  • Het grijze denkveld maakt ons ongelukkig
  • Het gele denkveld maakt ons gelukkig

We keren terug naar Matth.11:28-30. In vers 29 worden we door Jezus opgeroepen om Zijn juk op ons te nemen. Hij nodigt in de verzen 29-30: ‘Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’

De Studiebijbel legt ons uit: ‘Een juk dient om de last lichter te maken. In het Jodendom was het een bekend beeld van de Thora en ‘het juk opnemen’ betekende dan: bij de rabbijn in de leer gaan. ‘Neemt mijn juk op u’ betekent dus hetzelfde als ‘leert van Mij’. (…) Wie de woorden van Jezus ter harte neemt, zal de rust en de vrede van het Koninkrijk van God vinden.’ Het Griekse grondwoord ‘zacht’ is chrēstos, dat ‘mild, vriendelijk, hulpvaardig’ betekent. Jezus laat ons ook hier weer in Zijn hart kijken. Dit moet ons aanmoedigen om tot Jezus te gaan, om Hem steeds meer te leren kennen en vanuit deze ‘ervaringskennis’ door hem te worden vernieuwd en geleerd.

De voortgaande vernieuwing van ons denken (Rom.12:2) komt dus voort uit het steeds meer kennen van Jezus en door hem geestelijk geleerd en gevoed te worden. Dit komt ook duidelijk naar voren in het ‘blijvend gevoed te worden’ vanuit de Wijnstok, zoals we dit lezen in Joh.15. Dan worden we steeds weer door Zijn Woord gereinigd (Joh.15:3) en kunnen we ‘in Hem blijvend’ veel vrucht dragen (ver 5). Zodoende wordt de Vader verheerlijkt (vers 8) en is er liefde en geestelijke blijdschap (de verzen 9-11). Jezus noemt Zijn discipelen geen slaven, maar vrienden (vers 15). Door Hem word je bevrijd van het juk van wettisch denken en slavernij en mag je staan in de vrijheid van een geliefd kind van God.

Bijbelstudie over de aangehaalde teksten en uitleg 

1. Onderzoek nu in een (gezamenlijke) Bijbelstudie, met behulp van  de aangehaalde Bijbelteksten, hoe Jezus Zichzelf presenteert.

  • Hoe toont Hij aan, Wie Hij wil zijn voor zondige en behoeftige mensen?
  • Zet het voor jezelf eens op een rij: Wie is Jezus nu werkelijk?
  • Je kunt het in een aantal gevonden woorden uit de genoemde Bijbelteksten onder elkaar zetten.
  • De andere deelnemers kunnen dat ook voor zichzelf doen.
  • Vergelijk het nu met elkaar en praat er samen over. 

2. Wat denk je van Jezus Christus? 

3. Wat kan Jezus voor jou betekenen?

  • Je kunt dit ook eerst voor jezelf doen,
  • het daarna met elkaar vergelijken
  • en er samen over spreken en getuigen 

4. Noem de speciale geestelijke behoeften die je hebt, waarin Hij je kan  helpen en die Hij  met Zichzelf en Zijn heerlijke gaven kan vervullen.

  • Ook deze opdracht kun je eerst voor jezelf doen,
  • het daarna met elkaar vergelijken
  • en er samen over spreken 

5. Hoe kun je dit ontvangen? Wat moet je er voor doen en laten? 

6. Hoe kun je (weer) verstrikt raken in wettisch denken? 

7. Wat zal het wettisch denken bij je kunnen doen? 

8. Op welke wijze kun je er uit worden bevrijdt? Noem goede hulpmiddelen. 

9. Wat betekent het dat Christus ‘tot vrijheid bevrijdt’? (Zie Gal.5:1). 

10. Hoe kun je blijven staan in de vrijheid waarmee Christus vrijmaakt? 

11. Hoe kun je steeds meer groeien en vrucht dragen in de Wijnstok?

      (zie Joh.15). 

12. Langs welke weg kun je door het vernieuwen van je denken

      steeds meer op Jezus gaan lijken?

      (Denk aan de bede: ‘O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk’.) 

13. Wanneer gedragen wij ons als een geliefd kind van God

      en niet als een wettische slaaf?

 

Zwerfkind of adoptiekind?

Heidi Baker is de schrijfster van het boek ‘Door liefde gedreven’. Het is in 2009 in onze taal uitgegeven. Vanaf 1995 heeft ze samen met haar man Rolland Baker al vele honderden (straat)kinderen en wezen mogen opvangen. Ze hebben gezien dat God op een wonderlijke manier heeft voorzien in de hulp aan meer dan 7500 kinderen.

De zwerfkinderen werden in haar opvangcentra geadopteerde kinderen. Zij kregen hierbij ook de voorrechten van adoptiekinderen.

De kinderen konden dit zelf, vooral in het begin, soms moeilijk beseffen en innerlijk aanvaarden. In hun hart konden ze nog langere tijd ‘weeskind’ of ‘zwerfkind’ blijven, waardoor ze niet vrijmoedig gebruikmaakten van hun voorrechten. Heidi schrijft erover: ‘Als we kinderen van de straat pas in huis hebben genomen, zijn het doorgaans kleine straatrovers met een lijf vol luizen en schurft en over het algemeen is het akelig tuig.’

In het opvanghuis ontvangen ze veel liefde en een goede verzorging. Heidi verhaalt ons verder: ‘Eert zijn de nieuwe kinderen zo schuchter, dat ze niet eens iets uit de koelkast willen eten. Ze hebben het gevoel dat ze ervoor moeten werken als ze iets willen – of het moeten stelen. De kinderen die weten wie ze bij ons zijn, doen de koelkast open en pakken alles zelf!’

Deze kinderen hebben nog de geest van een weeskind of een zwerfkind. Heidi verklaart: ‘Zij zijn nog bang en vaak stelen ze of denken ze dat ze alles eerst moeten verdienen en hun best moeten doen om geaccepteerd te worden. Ze moeten eerst nog leren wat adoptie in Gods familie inhoudt en daarna leren geloven dat ze echt gewenst zijn. Heidi kan ons gelukkig ook doorgeven: ‘Het is heerlijk om te zien als ze een echte ervaring van geadopteerd te zijn krijgen. Dan veranderen ze echt en vinden ze blijdschap! Dat kan alleen maar gebeuren als het een geschenk van de Heilige Geest is.’ Ze geeft verder aan: ‘Naarmate de Vader de geest van deze in de steek gelaten kinderen en wezen geneest, gaan ze beseffen dat het Koninkrijk ook voor hen is. De kinderen die eens van ons stalen, zijn nu totaal veranderd en zijn de leiders van de nieuwe kinderdorpen. Zij hoeven zich niet meer te verbergen in de schaduw of rond te sluipen; hun hart is door God rein gemaakt en nu hebben ze Zijn goedheid gezien.’

Gedraag je als een geaccepteerd kind

In wat Heidi ons verhaalt en leert, zitten belangrijke geestelijke lessen. Wettische, twijfelende en angstige gelovigen kunnen zich ook ervaren en gedragen als een weeskind en zwerfkind, terwijl ze in werkelijkheid een adoptiekind zijn. Ze zijn aangenomen tot Gods kinderen en behoren zich daarom ook als een waardig en dankbaar kind te gedragen.

De jongste verloren zoon in de gelijkenis ontving van zijn vader het kleed en de ring, waaruit duidelijk bleek dat hij was geaccepteerd als een volwaardige zoon. Hij mocht daarna niet meer twijfelen aan de liefde van zijn vader en de acceptatie door zijn vader. Hij moest dit blijven geloven en niet luisteren naar vleselijke (schuld)gevoelens en minderwaardige gedachten. Hij moest zijn identiteit als geliefde zoon van zijn vader dankbaar blijven beseffen. Daarmee eerde hij zijn vader. Zijn vader zei zelfs tegen de oudste verloren zoon: ‘Mijn jongen, jij bent altijd bij mij en alles wat van mij is, is van jou’ (Luk.15:31).

De Geest van adoptie

We lezen in Rom.8:15-16: ‘Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.’ De Heilige Geest wordt hier de ‘Geest van adoptie’ genoemd. Het Griekse grondwoord ‘huiothesia’ betekent ‘aanneming tot zoon, adoptie’.

De geadopteerde kinderen in het opvangtehuis van Heidi Baker hadden een vrije toegang in het hele huis en de voorraad in de koelkast. Heidi vertelt ons over het weeskind Ramadan, dat hij zo vol schaamte en verdriet was, dat hij niemand aan durfde te kijken. In het begin beet en schopte hij en zag hij er diep ongelukkig uit. Heidi zei hem, dat hij cola in de koelkast mocht pakken, wanneer hij maar wilde. Daarna zei ze: ‘Ramadan, ik ga je in bed stoppen en een liedje voor je zingen. Ik ga je in je ogen kijken en van je houden.’ En vanaf toen begon God zijn hartje te veranderen.

Heidi leert ons hierbij: ‘Zo gaat we allemaal een beetje met God om. We denken dingen als: ‘Mag ik dat echt? Mag ik echt die deur opendoen en van Hem drinken? Houdt Hij wel echt van me?’ Maar in de loop van de tijd geneest God onze in de steek gelaten en verweesde geest.’ Ze bemoedigt ons als gelovigen: ‘Wij mogen deel hebben aan Zijn vrede, Zijn vreugde, Zijn geduld, Zijn lankmoedigheid, Zijn genezing en Zijn voorzienigheid. Het staat ons vrij vertrouwelijk met Hem om te gaan en als zoon of dochter bij Hem in het verborgene binnen te komen.’

Door de liefde van God ontvangen wij vrijmoedigheid. We lezen in 1 Joh.4:18: ‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit.’ Gods liefde geeft ons dankbare wederliefde. We beseffen dan wat we lezen in 1 Joh.4:19: ‘Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefhad.’ Het geloof werkt door de liefde en neemt aan wat wij mogen hebben in Jezus Christus.

Zie je jezelf nog als een zwerfkind of accepteer je gelovig dat je de rechten van een adoptiekind hebt.

Hoe zie je God en hoe zie en ervaar je jezelf? Het gaat erom hoe God over je denkt. Dat moet je te weten komen. De Heilige Geest is ons gegeven, opdat wij zouden weten de dingen die ons door God genadig geschonken zijn (zie 1 Kor.2:12).

Geloof in de waarheid en in vaststaande feiten en niet in leugengeesten die via het gevoel bij je willen binnendringen!

 

Het negatieve en positieve denkveld in ons 

Hoe worden gedachten en woorden geaccepteerd en verwerkt door ons denken? Het positieve en negatieve denken is een bekend gegeven in de psychologie en psychische hulpverlening. Het is ook te gebruiken bij de christelijke geestelijke hulpverlening. Wij hebben hierbij de geweldige toegevoegde waarde van de inspiratie van de Heilige Geest in het hart van de gelovigen.

Doordat Jezus en Zijn werk worden toegevoegd in het leven van een kind van God, zijn er nieuwe mogelijkheden van bevrijding en heling. Jezus is de Heiland: de Redder, Bevrijder en Heler. In het Oude Testament is Jozef ook al een type van Jezus. De naam Jozef betekent: ‘Hij die toegevoegd wordt’. Toen Jozef weer toegevoegd werd aan het leven van de depressieve vader Jakob, kon hij herstellen, terwijl hij verder werd onderhouden door Jozef in het vruchtbare gebied Gosen. Zo kunnen wij ook geestelijk worden gevoed vanuit het werk van Jezus. Hieronder worden de geestelijke voeding en de denkvelden uitgelegd. 

De algemene geestelijke voedingskaart

Het wordt uitgebeeld in de volgende afbeelding. Het grijze veld is het gebied van de duisternis en de leugen, waarin de kwade invloeden en de geestelijke boosheden in de lucht kunnen infiltreren. Het gele denkveld is het gebied van het licht en de waarheid, waarin de goede invloeden en de Heilige Geest kunnen inspireren.

Deze velden zijn er, tot op zekere hoogte, ook bij de ongelovige mensen. Zij kunnen ook een bepaalde liefde en hoop in hun leven hebben. Zij kunnen ook geloof in zichzelf, anderen en de toekomst hebben. Het werkelijke geloof in God, de liefde tot Jezus en de werking van de Heilige Geest hebben zij echter niet ontvangen.

Hoe is dit bij gelovigen?

De gelovigen hebben in hun geestelijk leven een heerlijke toegevoegde waarde. Bij hen is het leven en werk van Jezus toegevoegd. Jozef is een type van Jezus Christus. Zijn naam betekent (hij die toegevoegd wordt). Bij de gelovigen is ‘het grijze veld’ de oude, vleselijke mens en ‘het gele veld’ de nieuwe, geestelijke mens. Het wordt op de volgende afbeelding zichtbaar gemaakt.

Het geestelijk leven van de gelovige bestaat uit een oude en nieuwe mens. De oude mens moet door ondervoeding afsterven en de nieuwe mens moet door gezonde voeding groeien en sterker worden. Alleen de nieuwe mens wordt gevoed en geïnspireerd door de Heilige Geest, Die het uit Jezus Christus neemt (zie Joh.16:13-15). Boze machten kunnen slechts infiltreren via de zaken van het grijze veld.

Hieronder zie je een afbeelding van het geestelijk leven bij een gelovige. Het komt overeen met de voedingskaart.

Een kernprincipe van de geestelijke hulpverlening op deze website is dat je het kwade moet overwinnen door het goede. Rom.12:21 leert ons: ‘Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.’ Dit heeft ook te maken met de vernieuwing van het denken en de gezindheid (zie Rom.12:2). Het positieve gele denkveld moet geestelijk worden gevoed en versterkt, terwijl er zo weinig mogelijk voeding moet worden gegeven aan het negatieve grijze denkveld. (Zie verder de voedingskaart en de uitleg in dit artikel.)

Op het volgende PDF-document kun je aanklikken voor het maken van een eigen kopie van de geestelijke voedingskaart. Deze kun je dan op papier (A4-formaat voor- en achterkant) bewaren en regelmatig raadplegen.

De geestelijke voedingskaart

Kom tot het Licht!

Wat moet je doen als je nog in de schaduw staat? Kom dan tot het Licht van de wereld! Blijf niet achter de afrastering van de aartsleugenaar satan staan. De antichrist zal alles doen om je van Christus vandaan te houden. Lees Joh.1:1-18 en ontdek hoe het Licht in de wereld is gekomen. Je moet dit waarachtige Licht aannemen om een kind van God te worden. In Joh.1:12 wordt duidelijk verklaard: ‘Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.’

Waarom zou je de duisternis liever hebben dan het licht? Als je de waarheid gelooft en doet, kom je tot het licht. Dat betekent dan ook dat dit goede werk in God gedaan is. Lees hierbij wat Jezus ons leert in Joh.3:16-21. Het Licht is sterker dan de duisternis en verdrijft daarom ook de duisternis in jouw leven. Het Licht dringt als de heldere waarheid door de afrastering van de leugen heen. De overwinnaar van de duisternis, Jezus Christus, komt nodigend tot je in Openb.3:20 en roept ons indringend toe: ‘Zie, ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maalijd met hem gebruiken, en hij met Mij.’

Let er op wat Jezus Christus ons leert in de volgende verzen:

Joh.8:12: ‘Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’

Joh.8:31: ‘Als u in Mijn Woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen; en zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken.’

Joh.8: 36: ‘Als dan de Zoon u vrijgemaakt zal hebben, zult u echt vrij zijn.’

Joh.14:6: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.’

Rom.12:21: ‘Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.’

 Paulus leert en vermaant ons:

Rom.12:2: ‘Word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid’ (word vernieuwd in uw denken).

Gal.5:16: ‘Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen.’

Rom.8:14-15: ‘Zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God. Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!’

Gal.5:1: ‘Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een slavenjuk belasten.’ Word niet opnieuw door het juk van de dienstbaarheid bevangen, want je bent ‘tot vrijheid bevrijdt’.