Handboek Overwinning in de geestelijke strijd IV.6

Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat

IV. Het geestelijk slagveld 

6. De geestelijke strijd achter de schermen              

 Lezen: Openb.12 

Openbaring 12 t/m 14 laat ons iets zien van het eeuwenlange conflict tussen God en de satan. Het wereldgebeuren wordt in deze hoofdstukken als het ware ‘geprojecteerd op het hemeldoek’. Johannes heeft dit hemels visioen mogen doorgeven, als een cruciaal intermezzo (midden in het boek), als ‘de openbaring van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten’(Openb.1:1). In het boek Openbaring wordt ons als het ware een blik achter de schermen getoond. God laat ons het enorm grote belang van het geweldige gebeuren zien.

De rode draad die door de wereldgeschiedenis loopt, is de strijd tussen het slangenzaad en het vrouwenzaad. Het ging de satan om het ombrengen van het levende Kind (Openb.12:4). Hij wil nog steeds het geestelijk zaad van Gods kerk verwoesten. Het zaad van het Evangelie is echter niet te vernietigen. Het Evangelie is namelijk een kracht van Gods tot Zaligheid (tot behoud). 

Eigenlijk draait alles om deze ontzettende werkelijkheid. Ons leven en onze eeuwige toekomst staat hierbij op het spel.

Als we de geopenbaarde waarheid eerlijk onder ogen zien, zullen we kunnen door genade en geloof kunnen ontsnappen aan de occulte leugens van de satan. De boze tegenstander wil de werkelijkheid occult (= verborgen) houden, zodat hij ongemerkt kan infiltreren en verleiden.

We dienen daarom ook de identiteit en de activiteiten van satan en zijn demonen te ontdekken, zodat we staande kunnen blijven in de geestelijke strijd. 

We leven op een geestelijk slagveld 

We volgen Openb.12, om zodoende meer te weten te komen over de machtsstrijd

achter de schermen. Wij leven in de eindtijd – dit is ook de tijd van de eindstrijd… We leven dus op een geestelijk slagveld. De strijd wordt niet alleen boven ons hoofd uitgevochten, maar ook in ons leven en in ons hart. We worden geestelijk omringd door engelen en demonen. 

In het tweede deel van Openb.12:12 lezen we: ‘Wee hun, die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is tot u afgekomen, en heeft grote toorn, wetende, dat hij een kleine tijd heeft.’ In de Willibrord vertaling lezen we: ‘Wee u, aarde en zee: de duivel is ziedend van woede naar u afgedaald, want hij weet dat zijn dagen geteld zijn.’ Dit is een zeer ernstige zaak voor de mensen van nu, die in de eindtijd op het slagveld leven.

Waarom wordt er in het boek Openbaring door God zoveel nadruk op gelegd, terwijl wij er over het algemeen zo weinig rekening mee houden? Houden we zoveel van onze rust en welvaart, dat we niet opgeschrikt willen worden door de werkelijkheid?

We lezen in Luk. 11:21: ‘Als een sterke gewapende zijn hof bewaart, zo is al wat hij heeft in vrede.’ Met deze ‘sterke gewapende’ wordt satan bedoeld. In een rustig, geordend kerkelijk leven kan er dus ook een gevaarlijke rust zijn. Het is een ongunstig teken als je geen geestelijke strijd kent.

 

In Openb.12:1 wordt een vrouw genoemd, met de kroon van twaalf sterren. Zij was eerst is de belichaming van Israël, Gods volk, waaruit de Messias is geboren. In vers 5 zie je dat het ook Maria, de moeder van Jezus is (Die naar de hemel is gevaren). Vanaf vers 6 zie je dat de vrouw op de aarde blijft, terwijl ze door satan wordt vervolgd in de ‘1260 dagen’. Nu betreft het de nieuwtestamentische gemeente van God. Deze 1260 dagen (of 42 maanden en ‘een tijd, en tijden en een halve tijd’), totaal zo’n drieënhalf jaar; ziet op de tijd waarin Elia door de HEERE werd onderhouden tijdens zijn vlucht voor Achab. (Let hierbij ook op Dan. 7:25; 12:7.) Het kan duiden op de eindtijd na de hemelvaart, of op een situatie in deze eindtijd. Het is een actueel blijvende situatie, waar wij dus ook nu mee te maken hebben.

 

6.1 De identiteit van satan

We moeten de identiteit en de activiteiten van satan en zijn demonen ontdekken, om de boze geesten te kunnen beproeven en bestrijden. In Openb.12 wordt ons een blik achter de schermen gegeven betreffende de geschiedenis en de toekomst van het wereldgebeuren en de rol van satan hierin. In het conflict tussen God en satan zien we, vooral ook in de volgende hoofdstukken, het overwinnend handelen van God in Jezus Christus. Gods Zoon heeft hem al eenmaal overwonnen en zijn kop vermorzeld, toen Hij zei: ‘Het is volbracht!’ Niettemin heeft hij met behulp van zijn demonen op aarde nog genoeg mogelijkheden om de mensen te verleiden en vooral de gelovigen te bestrijden. De geestelijke strijd wordt boven ons en in ons uitgestreden.

Ontdek de identiteit en activiteiten

 van satan en zijn demonen

 

In Openb.12:3 gaat het over een grote rode draak. Een ‘hoorn’ is het symbool van kracht; tien hoornen laat zien dat satan een buitengewoon sterk en agressief wezen is, die niemand en niets ontziet. De zeven hoofden met Koninklijke hoeden (diademen) duiden hem aan als een machthebber met een groot gezag op aarde. Satan eist de macht voor zich op aarde. De wereldse mensen hebben hem moedwillig gekozen als hun heer. Helaas zijn wij van nature de satan toegevallen en hij zal zijn prooi niet zomaar loslaten. De sterk gewapende Held Jezus Christus moet hem de vaten en de vangst ontnemen. In het Evangelie en het bloed van Jezus is genoeg kracht om zondaren te overwinnen en te reinigen!

Satan wordt onder meer ‘de overste der wereld’ genoemd (in het Engels: the ruler of this World). Het Griekse ‘archon’ wijst erop dat het een politieke leider is. Hij wordt in de Bijbel ook genoemd ‘de overste van de macht der lucht’.

De derde titel van satan is ‘de god van deze eeuw’ (zie 2 Kor. 4:4). Het Griekse woord ‘aion’ betekent vaak: de gedachte, die in een bepaald tijdperk op de voorgrond treedt.

We lezen in 2 Kor. 4:3-4: ‘Doch indien ook ons Evangelie bedekt is, zo is het bedekt in hen, die verloren gaan. In wie de god van deze eeuw de zinnen verblind heeft, namelijk van de ongelovigen, opdat hen niet zou bestralen de verlichting van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, Die het Beeld van God is.’

Satan is erop uit om de gedachten van de ongelovigen te verblinden. Er is genoeg kracht in het Evangelie om een zondaar te redden, maar hij is het meeste doof en blind die niet wil horen en zien. Ongeloof en ongehoorzaamheid sluiten de ogen voor Christus en openen het hart voor satan. En als iemand demonische invloeden toelaat in zijn hart, heeft de duivel vrij spel…

Satan wordt ook ‘duivel’ genoemd. Het wezen van de duivel is leugen en zonde (Joh.8:44). Het doel van de duivel is mensen te vervreemden van God en te vernietigen.  Het Hebreeuwse sātān betekent ‘tegenstander, aanklager’. In het Grieks wordt deze naam ook vertaald met diabolos. Deze heeft als gewoonte om mensen in diskrediet te brengen of verdacht te maken; hij is kwaadsprekend. Dit zie je ook in de geschiedenis van Job. Hij suggereerde dat Job vanuit verkeerde motieven en uit eigenbelang God diende.

Diabolos is ook de persoon die uiteenwerpt. Overal waar dus onenigheid, verdeeldheid en scheiding ontstaat, is deze diabolos actief aan het werk; daar is de duisternis aanwezig.

 

In Openb.12:4 lezen we van de draak: ‘En zijn staart trok het derde deel van de sterren van de hemel, en wierp die op de aarde’. Het gaat hier waarschijnlijkheid over een bedekte beschrijving van de oorspronkelijk (eerste) val van de engelen. Als we dit verder uitwerken, kunnen we stellen dat van de oorspronkelijke engelen een derde deel onderdaan van (de oorspronkelijke hoofdengel) satan is geworden. Dat zijn dus de demonen.

De aartsengel Lucifer of de ‘zoon van de dageraad’ (Morgenster) is met zijn engelen (de morgensterren) uit de hemel geworpen. Dit zijn satan en zijn demonen, die ons bestrijden, trachten te verleiden en voor eeuwig ten onder willen brengen.  

Het onheil van lucifer gaat als een lopend vuur over de aarde. Hij maakt dat de vlam overal in de pan slaat… zet alles in vuur en vlam. Hij laat een oorlog ontbranden. Hij laat iemand in woede ontsteken. Hij geeft brandende begeerten om te zondigen. Hij maakt alles kapot was mooi is. Hij spuwt als de vlammende draak dood en verderf uit op aarde.

 

In Jes.14:12 lees ik in mijn Engelse Bijbel: ‘How are you fallen from heaven, o Lucifer, son of the morning (of: Daystar)…’ In Jes.14:12-15 wordt satans afval en nog diepere val beschreven. In Job 38:7 lezen we hoe goed Lucifer en zijn engelen het hadden in de hemel: ‘Toen de morgensterren te samen vrolijk zongen, en al de kinderen van God juichten.’ Met de kinderen van God (‘the sons of God’) worden de engelen bedoeld, zoals je dit ziet in Job.1:6 en 2:1.

 

6.2 Lucifer, de muzikale misleider

Er wordt verondersteld dat aartsengel Lucifer (= de glanzende, de lichtdrager) de leider van de aanbidding van God door muziek is geweest. Dit is te herleiden uit Jes.14:11-15 en Ezech.28:11-19. De bijbelse profetie openbaart toekomstige zaken, maar ook verborgen zaken uit het verleden.

Satan en zijn demonen hebben dus eens tot eer van God gezongen. In Jes.14:11 wordt al aangegeven over de koning van Babel: ‘Uw hovaardij is in de hel neergestort, met het geklank van uw luiten…’ In vers 12 zie je al duidelijk dat het in de allegorische zin ook gaat over de val van Lucifer. Hetzelfde is het geval met het klaaglied over de koning van Tyrus in Ezech.28:11-19. Het gaat erover dat satan de onzichtbare inspirator was achter de goddeloze koningen van Babel en Tyrus, in hun arrogantie en zelfvergoddelijking.

Jes.14:12 geeft ons te kennen: ‘Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, o morgenster, gij zoon van de dageraad! Hoe zijt gij ter aarde nedergehouwen, gij, die de heidenen krenkte!’ (In het Engels: ‘You who weakened the nations!’ – hierin zien we trouwens ook al een activiteit van satan: hij, die de volken verzwakt!)

Van deze gevallen aartsengel Lucifer wordt in de Engelse Bijbel gezegd in Ezech.28:12: ‘You were the seal of perfection, full of wisdom and perfect in beauty.’    Verderop in vers 13 lezen we: ‘The workmanship of your timbrels and pipes was prepared for you on the day you were created.’ Deze muziekinstrumenten waren dus bereid voor Lucifer. In vers14 gaat het verder in het Engels: ‘You were the anointed cherub who covers…’ In het Nederlands lezen we in de verzen 14 en 15: ‘U was een gezalfde, overdekkende cherub; en Ik had u alzo gezet; u was op Gods heilige berg; u wandelde in het midden van de vurige stenen. U was volkomen in uw wegen, van de dag af, dat u geschapen bent, totdat er ongerechtigheid in u gevonden is.’

 

In de genoemde bijbelgedeelten worden de positieve eigenschappen van Lucifer beschreven. Door zijn (af)val zijn deze negatief geworden. Hij gebruikt zijn sterke kanten nu dus negatief. De goedheid en wijsheid van Lucifer zijn in slechtheid en sluwheid veranderd.

Hij zal dus zijn leidende functie van vroeger gebruiken om te misleiden. De oorspronkelijk voor hem toebereide muziekinstrumenten zal hij negatief inzetten om God te onteren en te bestrijden. Je ziet duidelijk dat dit wereldwijd gebeurt!

In de popwereld is er de ‘worship’, de aanbiddingmuziek voor satan, die achter de schermen de aanbiddingleider is en zichzelf promoot.

Hoe dit zichtbaar is geworden in onze samenleving, wordt nu eerst aangetoond.

 

6.3 Satanisme in de popmuziekwereld

Het pure heidendom is in de Westerse wereld weer teruggekeerd in de heksenkringen en de satanaanbidders. Het occultisme heeft nogal wat connecties met de popwereld.

Sommige popgroepen houden zwarte missen en doen aan satanverheerlijking in hun gebeden en liederen. Er zijn nog heel wat cd’s die de 5-puntige satansster dragen. De platen van de popgroep Led Zeppelin hoorden indertijd bij de meest verkochte ter wereld. De leadgitarist  Jimmy Page was toen een devoot discipel van satanist Aleister Crowley. Page is ook hogepriesters van de satanskerk in Engeland geweest.

Aleister Crowley (1875-1947) wordt gezien als de grondlegger van het moderne satanisme. Hij werd in de pers in zijn tijd ‘de slechtste mens ter wereld’ genoemd. Hij beweerde dat satan hem in 1904 het boek ‘The Book of the Law’ heeft gedicteerd. ‘Het ‘boek van de wet’ stelt dat er juist geen wet is boven de bewering ‘doe wat je wilt’ (dit zou volgens hem het geheel en de vervulling van de wet zijn). In de popwereld heeft men zijn motto overgenomen, terwijl er later van werd gemaakt: ‘doe je eigen dingen’. In dit boek stelde Crowley de menselijke wil tegenover de Goddelijke wil. Hij wilde hiermee ‘een eind maken aan het christendom en een nieuwe hemel en aarde creëren. Dit ziet al op de New Age-beweging, die later in de 20e eeuw gestalte heeft gekregen in het Westen. In zijn ‘Book of the Law’ heeft Crowley het plan van satan voor de moderne mensheid uitgestippeld; dit betreft de vestiging van de ‘Nieuwe Orde’ op aarde. Satan heeft deze Nieuwe Orde inderdaad kunnen vestigen in de moderne samenleving. Dit is gebeurd door verschillende revoluties. Vooral na de dood van Crowley is zijn satanische gedachtegoed door de popwereld tot stand gebracht.

 

Pas op voor de geest van deze eeuw!

 

Ik heb al eerder aangegeven dat de satan ook ‘de god van deze eeuw’ is (zie 2 Kor. 4:4). Het Griekse woord voor eeuw is ‘aion’ en  betekent vaak: de gedachte, die in een bepaald tijdperk op de voorgrond treedt. De god van deze eeuw verblind de zinnen van de ongelovigen (2 Kor.4:3-4). Het gaat hierbij dus ook om ‘de geest van deze eeuw’. De wereldse geest van de vorige eeuw was dus ‘doe wat je wilt, doe waar je zin in hebt, doe je eigen ding’ – als jij denkt dat het goed voor jou is, is het gewoon goed. In dat geval is jouw wil ‘wet’ geworden.

Inmiddels is aan het begin van de 21e eeuw de geest van deze eeuw (= gedachte) meer geworden: ‘Als het voor jou goed voelt en klinkt, is het gewoon goed. Jouw gevoel wordt dan ‘wet’.

Laat je niet inspireren in de leugen van satan, die een leugenaar is vanaf het begin. Jongeren die zich laten beïnvloeden door de geest van deze eeuw, gedragen zich dan als de kinderen van de vader van de leugens.

 

In de jaren zestig zagen de popzangers en hun aanhangers kans om een seksuele revolutie op gang te brengen. Hierbij kwam ook de drugsrevolutie, waardoor vooral jonge mensen werden opengesteld voor de occulte geestenwereld. Drugs zijn immers geestverruimende of psychedelische middelen. Crowley leefde overigens zijn standpunten zelf voor in een zedeloos leven. Hij verklaarde zelfs geïnteresseerd te zijn in het gangbaar maken van homoseksuele afwijkingen en kindermisbruik. Hij heeft dus duidelijk grote invloed gehad op het satanisme, de popmuziek, drugs en de (homo)seksualiteit. Hij verkondigde dat de jeugd zou kunnen worden ingepalmd door de drugs, de vrije seks en het gebruik van de ‘tamtam’ (beat) in de muziek. In ‘Het domein van de slang’ van dr. Ouweneel wordt in 1978 aangegeven: ‘De seksuele ervaringen, de drughallucinaties en de tranceachtige belevenissen die de rock, de beat, de pop en de punk teweegbrengen, zijn duivels subtiele en geniale voorbereidingen om de jeugd thans mee te slepen in de oosterse mystiek en het occultisme.’

 

Op de site van de stichting Naar House wordt verklaard: ‘Muziek wordt gebruikt om de satanische boodschap ‘doe wat je wilt’ te verspreiden, karakters te misvormen en de menselijke geest te vullen en voor te bereiden op de komst van de antichrist.’

Schrijver Albert Goldman stelt dat de populaire muziek van de jaren zestig ‘de belangrijkste culturele gebeurtenis in de geschiedenis van Amerika was’. Hij vervolgt: ‘Het was net een aardbeving, het zorgde voor opschudding in het hele land en brokkelde muren af van de samenleving zoals we die kenden.’

Het heeft allemaal wereldwijde gevolgen gehad, die zich als in een stroomversnelling zijn blijven voortzetten. De heidense, satanische modernisering van de wereldwijde samenleving kan duiden op het herstel van het heidense antichristelijke rijk.

In Openb.13:3 lezen we over het wereldse beest: ‘En ik zag één van zijn hoofden als tot de dood gewond, en zijn dodelijke wond werd genezen; en de gehele aarde verwonderde zich achter het beest.’ In het vervolg van hoofdstuk 13 lees je welk een wereldwijde macht dit lasterende beest in de eindtijd zal krijgen.

De afvallige Crowley is duidelijk een middel in de klauwen van satan geweest om ‘de grote afval’ in gang te zetten.

 

Er zijn opmerkelijk veel rocksterren die getuigen van de invloed van het gedachtegoed Crowley op hun denken en leven. In hun muziek komt dit ook duidelijk naar voren. Bekende popsterren en –groepen zijn Ozzy Osbourne, , The Doors, Led Zeppelin, The Beatles, The Rolling Sones, Sting, David Bowie, Iron Maiden en Marilyn Manson. Ozzy Osbourne heeft zelfs het lied ‘Mr. Crowley’ geschreven. Crowley is te zien op de hoes van een LP van The Beatles en The Doors. In de satanische filosofie van veel popgroepen staat centraal: ‘Do what thou wilt’ van Crowley.

De voorgestelde drie methoden van Crowley om de Westerse jeugd onder occulte invloed te krijgen, namelijk de ‘tamtam’ (beat van de drum), seks en drugs, zijn belangrijke middelen van satan geworden om veel mensen in zijn greep te krijgen. Hierdoor zijn veel jongeren in de macht van het demonische gekomen. Discotheken, popfestivals en houseparty’s zijn bij uitstek gelegenheden om occult belast te raken.

Keiharde rock- of housemuziek in combinaties met drugs geven psychedelische effecten, waardoor men open gaat staan voor demonische invloeden. 

 

Crowley (van christelijke afkomst) werd in zijn tijd ‘het beest’ (666) genoemd en deed aan zwarte magie. Hij heeft verschillende magische orden opgericht.

De beide ouders van Aleister waren ‘Exclusive Brethren’, een meer conservatieve richting van ‘the Plymouth Brethren’ (de Vergadering der gelovigen). Aleister mocht als kleine jongen alleen spelen met kinderen van gezinnen van hetzelfde geloof. Zijn vader was een ijverig rondtrekkend prediker door Engeland, terwijl hij ook pamfletten maakte. Dagelijkse bijbelstudie en een strenge godsdienstige opvoeding waren praktijk in hun huisgezin.

Na de dood van zijn vader in 1887 kwam er een negatief keerpunt in zijn leven. Hij was erg gehecht aan zijn vader. Hij verzette zich daarna tegen de christelijke opvoeding door zijn moeder. Hij vertoonde zo’n volhardend opstandig gedrag als kind dat zijn moeder hem zelfs ‘het beest’ (uit het boek Openbaring) noemde.  Later nam de goddeloze Aleister deze naam over.

 

In zijn boek ‘Magie’ propageert Crowley occulte praktijken: onder meer hoe je achterstevoren kunt praten, schrijven en muziekplaten draaien. Een aantal popsterren heeft dit in praktijk gebracht met de ‘omkeermuziek’.

Mick Jagger van de Rolling Stones heeft eens gezegd: ‘Er zijn zwarte magiërs die er van overtuigd zijn dat wij handelen als geheime agenten van Lucifer.’ Hij zei ook dat Anton La Vey hen geholpen heeft hun muziek te inspireren, zoals hij dat deed met het lied ‘satanic majesties request’ (‘verzoek van de satanische majesteiten’), de onofficiële lofzang voor alle satanskerken. De Rolling Stones werkten mee aan de film ‘Envocation of my demon brother’, waarin reclame werd gemaakt voor Crowley’s satanisme. En wat te denken van hun beruchte hit ‘Sympathy for the devil’. Omdat de Rolling Stones heel wat hits hebben gescoord, stonden ze hoog op de hitlijsten en op de top 40, zodat deze songs veel werden gedraaid op de Radio. Heel wat reformatorische jongeren luisterden daarom ook wekelijks naar dit soort satanische liederen.

 

Het blijkt duidelijk dat satan als de ‘verborgen inspireerder’ zit achter het toetsenbord van bepaalde harde vormen van popmuziek. De popster David Bowie zei in een interview: ‘Rock & roll is altijd al de muziek van de duivel geweest. Het is heel goed in staat om heel boosaardige emoties in het Westen op te roepen…’ De vroegere rockster Little Richard, die daarna ook het Evangelie heeft gepredikt, verklaarde, dat sommige rock & roll groepen neerknielen en bidden tot de duivel. Hij zei verder: ‘Rock & roll hypnotiseert ons en beheerst onze zintuigen.’ De modernere vormen van popmuziek, zoals hardcore, rapmuziek, heavy metal en death metal zijn vervuld met agressie, geweld en occultisme.

 

6.4 De koophandel van satan

We zien in de genoemde Bijbelteksten dat satan een manipulerende handelsgeest is, die op een negatieve wijze een koophandel maakt met mensenzielen. Door zijn zondige handelswijze, ‘door de veelheid van zijn koophandel’, heeft hij gezondigd en geweld, onrecht en ontheiliging aangebracht (Ezech.28:16 en18). Je ziet dat ‘de koophandel’ van satan duidelijk aanwezig is in de popwereld. Vanaf de zestiger jaren konden jongeren steeds meer geld besteden aan muziek en welvaartsartikelen. Voor de verleidelijke boze koophandel is er een goede markt ontstaan bij de jeugd. Jongeren hebben nog te weinig onderscheidingsvermogen om de listige bedoelingen van satan te onderkennen. Zij zijn gemakkelijker in te palmen dan de oudere generaties. Daarbij sluit het vrijheidsdenken en het revolutionaire denken aan bij de denk- en belevingswereld van de jongeren. Er is een neiging om tegen de voor hen ‘ouderwetse’ waarden en normen aan te schoppen. De revolutiegedachte van vrijheid, blijheid en het ongebonden bij elkaar zijn, spreekt de meeste jongeren wel aan. De motto’s ‘doe wat je wilt’ en ‘doe lekker waar je zin in hebt’ vinden zeker aansluiting bij hun gevoelens en wensen.

In de popwereld bedrijft men door middel van manipulatie en leugens koophandel met de gevoelens van de jeugd. Jongeren zijn ‘handelswaar’ voor satan. Als je jezelf begeeft op het handelsterrein van satan, heb je kans dat je wordt verhandeld.

 

 

6.5 Jezus en de demonen

Onderzoeker dr. Neil T. Anderson heeft ontdekt dat de verschillende demonen een eigen persoonlijkheid hebben. Hij baseert dit onder meer op Luk. 11:15-26. De demonen weten terdege wie Jezus Christus is, dat blijkt wel uit hun uitspraken bij een uitdrijving, zoals in Mark. 1:23-27 en Matth. 8:28-32. Ze geven hierbij ook blijk van hun onrust, angst en stress.

We lezen in Mark. 1:23-26: ‘En er was in hun synagoge een mens, met een onreine geest, en hij riep uit, zeggende: ‘Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus Nazarener, zijt Gij gekomen om ons te verderven? Ik ken U, wie Gij zijt, namelijk de Heilige Gods.’ En Jezus bestrafte hem, zeggende: ‘Zwijg stil, en ga uit van hem.’En de onreine geest, hem scheurende, en roepende met een grote stem, ging uit van hem.’

De man was dus bezet met een demon, die bij de confrontatie met Jezus de ongelukkige man deed schreeuwen. In vers 24 volgt er een uitroep van pijnlijke verbazing: ‘Laat af’ – in het Grieks: ‘ea’ = beter vertaald: ah of hé). De demon sprak daarna, ook namens de andere demonen: ‘Wat hebben wij met U te doen…’, wat je vrij zou kunnen vertalen met: ‘bemoei U toch niet met ons, laat ons met rust!’ Daarna volgt: ‘Gij Jezus van Nazareth, zijt Gij gekomen om ons om te brengen?’

In de Studiebijbel wordt hierbij aangetekend: ‘De demon vraagt zich nu verschrikt af of dat moment nu al is gekomen (vgl. Matth. 8:29; 25:41; Openb. 20:1-3, 10). In Matth. 8:29 zie je het ook gebeuren. Daar zie je dat de boze geesten ten overstaan van de Zoon van God machteloos staan.

 

Demonen staan machteloos tegenover de Zoon van God

 

Zelfs een groot aantal demonen (die volgens Mark. 5:13) in tweeduizend zwijnen voeren) moesten wijken voor de kracht van God. Ze probeerden hierbij nog te redden wat er te redden viel, hoewel ze van hun nederlaag overtuigd waren. Ze trachtten Jezus af te weren, door te zeggen: ‘Wat hebt Gij met ons te maken, Zoon van God?’ Daarbij probeerden ze nog macht over Hem uit te oefenen in het noemen van Zijn Naam.

 

6.6 De machtspositie van Jezus

De Heere Jezus openbaart ons in een voorbeeld de positie van satan ten opzichte van Zijn machtspositie. We lezen dat in Luk. 11:21-22. Het is ‘de gelijkenis van de sterke en de sterkere man’. Zolang satan, in dit voorbeeld, als een burchtheer zijn machtspositie behoudt, kan hij zijn bezittingen veilig (letterlijk: in vrede) bewaren. Met Jezus’, als de sterkere, is het gedaan met satans machtspositie. De wapenrusting wordt hem dan door Jezus ontnomen en zijn buit verdeeld. Het Griekse woord ‘skula’ wijst op ‘buitgemaakte (dingen)’. Het gaat in dit verband om de bevrijdingen van boze geesten. In het Engels lezen we over de overwinning: ‘…and overpowers him.’

 

En zo heeft Jezus Christus de overwinning behaald over satan en de demonische machten en Hij zal voor eeuwig Overwinnaar zijn en blijven! Gelovige, als je in Christus bent, mag je met Hem Overwinnen. Onze positie in Hem is veilig. Christus is de Overwinnaar over satan, dood en hel. Als je bent gered en bevrijd door het Lam van God en de Leeuw van de stam van Juda, sta dan in de vrijheid, met welke Christus je vrijgemaakt heeft! (Zie Gal. 5:1). Schuil in de veilige burcht van de eeuwige Overwinnaar! Kom niet in de beruchte demonische achterbuurten van het ‘world wide web’ van satan… Laat je niet meeslepen door zijn meeslepende muziek. Blijf uit de buurt van zijn verleidelijke etalages. Ga niet in op zijn occulte aanbiedingen.

Laat de vorst der duisternis je niet overvallen, maar wandel in het licht met Jezus!

 

6.7 Een leger demonen

In Mark. 5:1-20 gaat het over de genezing van de bezetene in het land van de Gadarenen. Namens een demon zei de man dat hij ‘Legioen’ heette. In het Romeinse leger was dat de grootste eenheid in die tijd, namelijk van zo’n 6000 soldaten. Dat duidt erop dat er een groot leger boze geesten in deze man huisde. Legio bezat in zijn bezeten toestand een enorme kracht (vers 4), door zelfs voetboeien en ketenen te verbrijzelen (volgens de Griekse tekst). In Matth. 8:28 lees je ook nog van een compagnon in deze ellende. De demonen oefenden een vernietigende invloed op hem uit. Zelfpijniging en zelfmoord zijn een bekend verschijnsel bij mensen die onder invloed zijn van demonen.

Het is opmerkelijk dat de Heere Jezus de bezeten Legio bevrijdde van vele demonen, terwijl Hij de demonen toestemming gaf om in een kudde zwijnen te varen. Zo’n 2000 zwijnen stortten zich vervolgens van de afgrond en verdronken in het meer van Galilea. Dit betekent dat Legio bezet was met minstens 2000 boze geesten of demonen. Wie weet hoeveel miljoenen boze geesten er dan wel niet wereldwijd zullen zijn?

 

Een demon is slechts één gevallen engel. De Engel des HEEREN voer op een nacht uit en doodde van het leger van de Assyriërs 185.000 man. Nu betreft dit wel ‘de Engel’ met een hoofdletter. Is het de hoofdengel Michaël geweest? Of de Zoon van God? We lezen in Judas 9 dat Michaël, de archangel, twistte met de duivel over het lichaam van Mozes. In Jozua 5:13-15 ziet Jozua een Man met een uitgetogen zwaard. Het was de Vorst van het heir des HEEREN, Die was gekomen om voor Jozua en Israël te strijden.

Als nu een ‘De Engel’ of een engel zoveel macht heeft, zal dan een gevallen engel niet sterk genoeg zijn om een zondig mens te verleiden en te bezetten? Zodra we ons met een occulte of demonische macht inlaten, worden we erdoor verleid. Als we ons op het terrein van satan begeven, verklaren wij hiermee dat hij er recht op heeft om ons te verleiden en te besmetten. Occult gebied is besmet gebied!

 

Je ziet in Mark. 9:22 dat ‘een maanzieke knaap’, (een bezeten jongen) uiteindelijk door Jezus werd genezen. Van jongs af aan leed deze jongen aan demonische aanvallen. Toen de boze geest Jezus zag, verzette hij zich uit alle macht tegen de confrontatie met de Zoon van God. We lezen in vers 20, dat hij hem terstond scheurde. De jongen viel op de aarde, en wentelde zich al schuimend. Zodoende had hij deze jongen vaak in het vuur en in het water geworpen, om hem te doden.

 

De satan en zijn onderdanen weten dat zij vechten voor een verloren zaak. Zolang ze nog macht kunnen uitoefenen, vertonen zij zich listig, verleidend en agressief, maar als ze door de kracht van God worden verslagen en door Jezus’ autoriteit worden bestraft, worden ze angstig en depressief. In Matth. 8:31 smeekten deze vele demonen Jezus om in de kudde onreine varkens te mogen varen.

Demonen zijn steeds weer op zoek naar een behuizing, om daar hun pijnigend en verdervend werk te kunnen uitvoeren. Het zijn naar hun aard ware kwelgeesten.

In Spr. 4:16 wordt over de boze, bezeten goddelozen gezegd: ‘Want zij slapen niet, zo zijn geen kwaad gedaan hebben; en hun slaap wordt weggenomen, zo zij niet iemand hebben doen struikelen.’ Dit karakteriseert dus in mindere mate een demon. Zorg daarom ook dat je op veilige afstand blijft van demonische invloeden! Vroeger of later ga je kapot aan demonische contacten.

 

We leren er ook van, dat demonen zich agressief of depressief uiten. Zolang een demon nog macht kan uitoefenen, zal er listige overrompeling, bruut geweld, agressiviteit en bangmakerij aan te pas komen. We komen ook angstige, gestreste, depressieve en smekende demonen tegen, die zelfs noodsprongen kunnen doen, waardoor ze met varkens en al van een helling in het water storten. In Matth. 8 zien we dat de varkens zijn verdronken… en wie weet waar de demonen zijn gebleven? Ga nooit binnen in het adviesbureau van een demon! Op het uithangbord staat daar vermeld: ‘Slachtoffers gezocht.’

 

6.8 Een leeg huis voor acht demonen

Een leerzame gelijkenis van Jezus vinden we in Luk. 11:24-26. Het gaat daarin over de terugkeer van een boze geest in een mens. Dit werpt licht op de persoonlijkheid, de identiteit en de individualiteit van demonen. De gelijkenis geeft ons ook belangrijke waarschuwingen. Leer ervan dat je oprecht en radicaal moet zijn in de geestelijke zaken. Het is niet genoeg dat er een boze geest uit een mens verdwijnt; de Heilige Geest moet ook intrek genomen hebben in je hart! Laat je levenshuis niet onbewoonbaar zijn; maak er geen kraakpand van… Leegstand is achterstand. Het is niet genoeg dat een boom (oppervlakkig gezien) geen slechte vruchten draagt, er moeten ook goede vruchten aan hangen. Het is niet genoeg dat je een trouw en meelevend kerkganger bent, je moet ook een ware gelovige zijn, waar de Heilige Geest in woont. Veel christenen zijn als een leeg testament in een mooie, grote envelop, met de naam van de notaris erop. Christenen zonder inhoud… let op je zaak!

Een zekere Bernardus leert en vermaant: ‘Er zijn vele christenen die niets van Christus in zich hebben. Christenen zonder Christus, och, tracht er naar dat gij één met Christus moogt zijn, om Christus niet alleen in uw Bijbel, maar in het bijzonder ook in uw hart te hebben.’

We lezen in Luk. 11:24-26: ‘Wanneer de onreine geest van de mens uitgevaren is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust; en die niet vindende, zegt hij: Ik zal weerkeren in mijn huis, waar ik uitgevaren ben. En komende, vindt hij het met bezemen gekeerd en versierd. Dan gaat hij heen, en neemt met zich zeven andere geesten, bozer dan hij zelf is, en ingegaan zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste.’

 

 

6.9 De identiteit en het werk van demonen

Dr. Anderson gebruik in zijn boek ‘de Bevrijder’ dit tekstgedeelte om de identiteit en werkzaamheden van demonen aan het licht te brengen. Hij komt daarbij tot acht kenmerken:

 

  1. Demonen leven zoals mensen in de wereld. Zij vinden een bepaalde mate van rust in organische wezens. Zijn hechten aan geografische locaties, waar ze aanspraak op maken. Deze worden vervolgens voor satanische doeleinden gebruikt.

  2. Ze kunnen zich naar willekeur verplaatsen. Anderson merkt op: ‘De muren van uw kerk sluiten demonische invloeden niet buiten. Alleen het gebed en je geestelijke autoriteit stoten demonen af.’ Het gaat hierbij natuurlijk om de autoriteit die je uit genade mag bezitten, door jouw positie in Christus.

  3. Ze kunnen met elkaar communiceren. Ze spraken tot Jezus. Ze spreken tot mensen met een hoorbare stem, door de stem van een bezetene of met een andere stem (soms ook met meerdere stemmen. Ze beïnvloeden en misleiden mensen. Mensen kunnen ook gehoor geven aan misleidende geesten.

  4. Elke demon heeft zijn eigen identiteit. Anderson schrijft hier zelf over: ‘Let u eens op het gebruik van persoonlijke voornaamwoorden in Lukas 11: ‘Ik zal terugkeren naar mijn huis, waar ik ben uitgevaren’(vers 24). We hebben te maken met personen die in staat zijn te denken, in tegenstelling tot onpersoonlijke krachten.’

  5. Demonen zijn in staat te onthouden en plannen te maken. Ze verlaten een bepaalde plek en komen desgewenst daar ook weer terug. Ze maken samen plannen.

  6. Ze zijn in staat situaties te beoordelen en beslissingen te nemen. Ze dringen het leven van hun slachtoffers binnen op de plekken waar zij het meest kwetsbaar zijn.

  7. Ze zijn in staat krachten te bundelen. Anderson geeft ons te kennen: ‘Ik heb vele mensen begeleid die een aantal verschillende stemmen in hun hoofd hoorden. Volgens deze mensen vormden die stemmen samen een commissie.’

  8. De ene demon is bozer of slechter dan de ander (Luk. 11:26). Er is ook een hiërarchie onder demonen, zoals we kunnen ontdekken in Efeze 6:12. Anderson geeft hierbij aan: ‘Uit eigen ervaring weet ik dat de ene persoon makkelijker te bevrijden is van demonische beïnvloeding dan de andere.’   

 

Dr. Neil Anderson bemoedigt en vermaant ons verder: ‘Zolang u vasthoudt aan Gods waarheid, hoeft u niet bang te zijn voor satan en zijn demonen. Zijn enige wapen is bedrog. Irenaeus schreef: ‘Net als in  het begin kan de duivel alleen bedriegen en de geest van de mens verwarren. Verder kan hij niet gaan. Hij probeert mensen zo ver te krijgen dat ze Gods geboden ongehoorzaam zijn. Hij is erop uit hun hart langzaam te verduisteren. Als u in het licht blijft wandelen, hoeft u niet bang te zijn voor de duisternis.’

 

 

6.10 Waar kunnen demonen zich achter verschuilen?

De onderdanen van satan worden duivelen of demonen genoemd. Het Griekse woord ‘daimon’ betekent oorspronkelijk god, godheid, en dan betreft het vooral een lagere godheid, een tussenwezen, een boze geest. De Septuaginta vertaalt in Ps.96:5: ‘Al de goden van de volken zijn demonen.’

In 1 Kor.10:20 zien we dat achter de afgoden demonen schuil gaan. Achter voorwerpen en beelden die worden vereerd en aanbeden zit dus een reële, demonische werkelijkheid.

 

Demonen verschuilen zich achter afgoden

 

In Jes.44:17 lezen we over een mens die van een stuk een gesneden beeld maakt. De andere helft van het hout heeft hij gebruikt voor een vuurtje, om er vlees op te braden en zich erbij te warmen. Het hout op zichzelf heeft geen occulte macht in zich. In vers 17 staat er van het hout: ‘Het overige nu daarvan maakt hij tot een god, tot zijn gesneden beeld; hij knielt er voor neer, en buigt zich, en bidt het aan, en zegt:

Red mij, want gij zijt mijn god!’ Hij heeft zijn eigen afgod gecreëerd en stelt er zijn vertrouwen op.

Op deze wijze zijn veel heidenen door de eeuwen heen religieus bezig geweest. Men geeft hiermee een opening voor een demonische macht. Als een men vertrouwen stelt op beelden of voorwerpen, kunnen boze geesten zich daarachter verschuilen. Zij zullen dan een demonische invloed kunnen gaan uitoefenen op de aanbidder.

 

6.11 Magie in het heidendom

Magie komt volop voor in heidense gebieden, zoals je die nog vindt in Afrika, Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika. Bij allerlei inheemse stammen zijn nog tovenaars, magiërs, medicijnmannen en –vrouwen, voodoopriesters en mediums aanwezig.

In heidense stammen hebben de medicijnmannen en mediums grote macht. De stamleden geloven in hun occulte macht en denken dat ze contact hebben met de geesten van de voorouders. In de bossen zien ze allerlei lichtjes zweven. Dit zijn vuurvliegjes en glimmende beestjes die het licht van de maan en de sterren weerkaatsen. Er zijn in heidense stammen veel animisten. Zij vereren de geesten van hun voorouders en de dorpsgeesten, die zorgen voor het geluk en de veiligheid van de dorpsbewoners. Naast elk huis staat dan een ‘geestenhuis’, waarin de geesten van de voorouders wonen.

Ik had eens een Surinaamse jongen in de klas: Jerry. Hij woonde inmiddels in Nederland, maar zei nog zo’n geloof te hebben. Het geestenhuis was echter nog in Suriname. Zijn eerste handeling tijdens mijn eerste godsdienstles was het tekenen van een duivel op zijn godsdienstschrift. Hij liet het me zien en vroeg of hij het goed had getekend. Ik antwoordde hem, dat de duivel gebonden is. Hij tekende toen ‘ketenen’ aan de duivel op zijn schrift. Dat was beter. Op den duur ging hij goed opletten tijdens de godsdienstlessen. Later liep hij met een Bijbel op zak. Hij bad zelfs samen met twee andere leerlingen. Een evangeliserende bekende van me sprak hem aan in Middelburg. Bij hem heeft hij enkele keren een christelijke samenkomst bezocht. Een andere keer was hij weer van zijn geloof af en had hij drugs in zijn tas. Ik geloof dat hij daarna weer een Bijbel bij zich had. Wat zal er van hem zijn geworden?

 

In het animisme denkt men zelfs dat levenloze dingen bezield kunnen zijn met geesten van overledenen. In veel heidense natuurgodsdiensten gelooft men dat de geesten van de voorouders hen in de gaten blijven houden: of ze zich wel houden aan de overgeleverde wetten, waarden, normen en gebruiken. Als ze daar tegen zondigen kunnen ze zwaar worden gestraft. De pasgeboren baby’s worden al door de medicijnman ‘occult ingezegend’. Men moet daar iets voor geven. Vanaf dat moment is de baby voor de rest van zijn of haar leven occult belast en onderworpen aan de macht van de demonen. Een tovenaar, voodoopriester of medicijnman is daarbij de tussenpersoon, het medium, tussen de normale wereld en de paranormale (bovennatuurlijke) wereld.

In deze sfeer werd in Laos eens een jaarfeest gehouden voor de geesten. Er moest daarbij een offer worden gebracht. De medicijnman raakte in trance en sprak met de geesten. Volgens hem waren de dorpsgeesten woedend omdat ze niet genoeg offers hadden gekregen. Als groot offers wilden ze een kind. Na een lang gebed wees het medium een jongen aan. Het medium greep het huilende kind en sprak hardop tot de geesten: ‘Hier is het kind; wij offeren het aan u, doe ermee wat u wilt.’

Het slachtoffer schreeuwde… maar plotseling ging het geschreeuw over in nietszeggende klanken. Het angstig sidderende kind was vanaf dat moment doofstom. Dat was het offer.

In een aantal van zulke gevallen is door de kracht van de evangeliebediening van een zendeling zo iemand tot geloof gekomen, waarbij de vloek werd verbroken… de geredde persoon kreeg daarbij de spraak weer terug. Je ziet dit ook bij de bediening van de Heere Jezus, toen Hij op aarde de bezetenen genas. We lezen hierover in Luk. 11:14: ‘En Hij wierp een duivel uit, en die was stom. En het geschiedde, als de duivel uitgevaren was, dat de stomme sprak; en de schare verwonderde zich.’ In Matth. 12:22 lezen we zelfs: ‘Toen werd tot Hem gebracht een van de duivel bezeten, die blind en stom was; en Hij genas hem, alzo dat de blinde en stomme beide sprak en zag.’   

 

 

6.12 Occulte belasting bij de Zoeloes

 

Leerzame geschiedenis 6

 

Zoals ik al eerder heb aangegeven waren de Zoeloes in Zuid-Afika voor 1966 in de ban van demonen, occultisme, spiritisme en magie. Erlo Stegen ging daar zending bedrijven in een heidense (animistische) samenleving. Het wemelde toen van de toverdokters, tovenaressen en bezetenen (met allerlei kwalen). Er waren ook heksenscholen. Twaalf jaar had Erlo Stegen weinig vrucht op zijn prediking. De demonische machten waren zeer sterk.

De blanke boeren en christenen in de omgeving van de Zoeloes hadden deze negers niet jaloers kunnen maken op hun godsdienst. Sommigen wilden misschien nog wel voor de vorm zaken van het christendom overnemen, maar ze wilden de eigen tradities daarbij vast blijven houden. Ze verklaarden: ‘Wij willen doorgaan met het vereren van onze voorouders. Ook als wij christen zijn, moeten wij met ons zieke kind naar de toverdokter gaan om erachter te komen waarom het kind ziek is en wie het ziek heeft gemaakt. Als iemand gestorven is, moeten wij een feest voor de overledene houden, om zijn geest terug te halen en tot hem te bidden, want we geloven dat de geest van de overledene in een slang woont.’ Ze luisterden nog wel naar de preken van Erlo Stegen, maar gaven geen gehoor aan de eisen van Gods Woord.

 

Een oude vrouw vroeg eens na een preek van Stegen, of het waar was, wat hij tegen hen zei over het werk en de macht van Jezus. Erlo beaamde dit. Ze vroeg vervolgens aan hem: ‘Ik heb een volwassen dochter die waanzinnig is. Zou u aan uw God kunnen vragen of Hij haar geneest?’

Erlo stemde hiermee in. Hij is met de weduwe meegegaan naar de bezeten dochter. Het meisje zat in het midden van een hut, aan handen en armen vastgeboden met ijzerdraad, dat diepe, bloedige wonden in haar huid had gesneden. Zij bleef met kracht aan de boeien trekken. Ze sprak in vreemde en bekende talen. De wanhopige moeder gaf te kennen: ‘De laatste drie weken heeft zij niet opgehouden met praten. Dat gaat dag en nacht door. Ze eet niet en slaapt niet. Wij brengen haar het eten, maar ze pakt het bord en gooit het tegen de muur.’ Ze moest wel zo vastgebonden blijven, want ze scheurde de sterkste touwen stuk. Zodra je ze losliet, ging ze alles in de omgeving vernielen en verwoesten, tot haar eigen kleren toe.

Er woonde een man in de buurt met een groot litteken, omdat ze hem had gebeten. Als ze iemand beet, liet ze niet los, zodat men met geweld het slachtoffer moest bevrijden. Al de dieren die de weduwe bezat, had ze al aan de geesten geofferd. De koeien had ze verkocht, om de medicijnman te betalen.

Erlo Stegen en zijn medewerkers hebben het meisje meegenomen, om op een andere plaats voor haar te bidden. Nauwelijks hadden ze het meisje naar een gezellig ingerichte kamer gebracht, of ze begon het meubilair daarin te vernielen. Uiteindelijk lieten ze alleen het bed staan. Daarna begon het waanzinnige meisje de springveren uit het matras te trekken. Vervolgens ging ze de ruiten en raamkozijnen vernielen. Drie weken lang hebben ze voor haar gebeden, maar het meisje werd niet beter. Ze ging onophoudelijk door met het zingen van satanische en godslasterlijke liederen, zoals alleen de satan kan ingeven.

 

Op den duur was Erlo aan het eind van zijn krachten en een zenuwinzinking nabij. De mensen in de buurt wisten dat Erlo en zijn medechristenen voor het meisje baden en dat hij in één van zijn preken had gezegd: ‘Ga niet naar de medicijnman, offer geen ossen en geiten aan de geesten. Jezus is het antwoord op elk probleem. Kom tot Hem!’

Erlo schrijft ons verder: ‘Met al onze krachten hadden wij gebeden: ‘O God, niet onze naam staat op het spel. De mensen zullen niet zeggen dat wij gefaald hebben, maar ze zullen zeggen: het is Jezus die gefaald heeft.’Toch bleef de hemel als van koper. Geen antwoord op onze gebeden. Tenslotte gaven wij allemaal de moed op en moesten het meisje terugbrengen.’

De opwekking onder de Zoeloes heb ik al in een vorig hoofdstuk beschreven. Tijdens deze wonderlijke opwekking is ook het bezeten meisje genezen. Zes jaar daarvoor hadden ze drie weken tevergeefs voor haar gebeden.

 

 

6.13 Nicky Cruz, zijn ouders en de occulte machten

 

Leerzame geschiedenis 7

 

De ouders van evangelist Nicky Cruz, de beruchte ex-gangsterleider in New York, waren spiritist. Zij verdienden op het eiland Portorico hun brood met het uitwerpen van duivelen. Nicky vertelt ons in het boek ‘Ik zal nooit meer huilen’: ‘Papa was één van de meest gevreesde mensen van het eiland. De inlanders spraken over hem als ‘De Grote’, vanwege zijn geweldige lengte. Na de oorlog werd hij geestenbezweerder. Ons gezin bestond uit zeventien jongens en één meisje. Mama werkte als medium met papa samen. Ons huis was het hoofdkwartier voor allerlei soorten van voodoo, seances en toverij. Honderden mensen van het hele eiland kwamen om aan de seances en de zwarte kunst deel te hebben.’ Hun huis werd ‘het huis van de heks’ genoemd. In het begin heeft vader Cruz ook wel zwarte magie (een negatieve macht) bedreven, maar hij ging al spoedig over tot het bedrijven van witte magie (om mensen te genezing met behulp van een occulte en demonische macht). Hij zei meer te kunnen dan gelovigen van Pinkstergemeenten, waarin mensen werden genezen op het gebed.

 

Uit zijn jonge jaren herinnerde Nicky zich dat er op een vroege morgen een bezeten vrouw naar hun huis werd gebracht. Nicky en zijn broer Gene gluurden door de deur en zagen dat de bezeten vrouw door mannen werd vastgehouden op de tafel. Haar lichaam schudde onder zenuwtrekkingen. Zijn vader bracht een kleine zwarte urn met brandende wierook. Hij zette een grote groene kikker op de trillende buik van de vrouw. Nadat hij poeder over de vrouw had gestrooid, gebood hij de boze geesten de vrouw te verlaten. De vrouw gaf een doordringende gil. De kikker sprong van de vrouw. Na geschop en geworstel viel de vrouw als een blok op de grond. Ze kwijlde en beet haar lippen en tong kapot. Er kwam bloed en schuim uit haar mond. Uiteindelijk werd ze rustig.  Nicky vervolgt: ‘Papa verklaarde haar genezen en de mannen gaven hem geld. Ze pakten het roerloze lichaam op, gingen de deur uit en dankten papa telkens opnieuw en noemden hem ‘De grote wonderdoener’.

 

We leren ook uit de geschiedenis van Legio dat één mens met meerdere demonen kan zijn bezet. Iemand kan dus bezeten zijn van meerdere boze geesten.

In het voorjaar van 1957 bezocht papa Cruz zijn misdadige zoon Nicky in New York. Hij was daar inmiddels leider geworden van de beruchte gangstergroep de Mau Mau. Na wat inleidende boze woorden constateerde mr. Cruz: ‘Hij is bezeten. Hij heeft een duivel. Ik moet hem bevrijden.’ Nicky reageerde stoer, maar werd vervolgens met geweld op de knieën gebracht. Zijn vader torende hoog boven hem uit en zijn grote handen hielden hem vast in een ijzeren greep. Zijn vader gaf te kennen: ‘Ik onderscheid vijf boze geesten in hem, vijf demonen! Daarom is hij een misdadiger! Maar nu zullen we hem genezen.’ Al duwend, wringend en beukend ging vader Cruz met geweld te keer op het lichaam van zijn zoon. Hij wilde de vijf demonen er met geweld uitwerken. Zijn broer Frank, die erbij was, zei daarna tegen Nicky: ‘Hij heeft iets heel goeds voor je gedaan, Nicky, je bent ontzettend slecht geweest, maar hij heeft je nu verlost en gereinigd.’ Woest stormde Nicky daarna de kamer uit. In het park rolde hij de beurs van een dronken zeeman, die daar zijn roes lag uit te slapen. Nicky bedacht bij zichzelf: ‘Als papa de duivels had uitgeworpen, was hij er zeker één vergeten, of ze zijn weer teruggekomen. Ik was nog altijd het kind van Lucifer.’  

 

Mr. Cruz was ook een helderziende (een spiritist). In een ander boek vertelt Nicky dat er een keer een man om hulp bij zijn vader kwam. De man voelde zich steeds beroerder en zieker worden sinds hij in een ander huis was gaan wonen. Cruz wist niet waar deze man woonde. Hij zag echter in een seance een huis, wat hij beschreef voor de man. De man herkende dit huis als zijn eigen huis. Vervolgens zag Cruz dat er een grafkist buiten in de grond lag bij een hoek van dat huis. Daar lag dus waarschijnlijk een vorige occult belaste bewoner begraven. Aan deze grafkist zag de spiritist Cruz zeven kuikenbotjes met een ijzerdraadje bevestigd. Dat is een occult symbool. Hij zei tegen de zieke man dat hij daar moest gaan graven en het ijzerdraad met de kuikenbotjes verbranden, zodat het ijzer zou smelten. De man heeft het zo gevonden en de opdracht uitgevoerd. Daarna is de man genezen.

 

Na de opzienbarende, wereldwijd bekende bekering van Nicky Cruz zijn er veel wonderlijke dingen gebeurd, ook in de familie en bij zijn ouders. Nicky heeft kans gezien een christelijke samenkomst te houden in zijn ouderlijk huis in Portorico, in het ‘huis van de heks’. Zijn vader ging er eerst heftig tegenin. Hij zag dat hij als spiritist dan geruïneerd zou zijn en sprak: ‘Ik verbied het.’ Zijn vrouw reageerde: ‘Zie je dan niet hoe God onze zoon veranderd heeft? Er moet iets in zitten. De laatste keer dat we hem zagen, leek hij wel een beest. En nu is hij een prediker, een christelijk prediker. Wij moeten die dienst houden en jij moet er bij zijn.’ Daar heeft Nicky toen een indrukwekkend getuigenis gegeven: hoe de duivel macht over hem had gekregen, hoe hij zijn slaaf was, hoe hij leefde als gangster. Hij vertelde ook hoe hij van satan verlost was door de macht van Christus.

 

Nicky is eigenlijk hoofdzakelijk door toedoen van zijn moeder ‘een kind van satan’ geworden. Ze had hem op achtjarige leeftijd toegeroepen, in de aanwezigheid van andere mediums: ‘Nicky is niet mijn zoon. Nee, nee. Hij is nooit van mij geweest. Hij is kind van de grootste van alle heksen. Hij is de zoon van Lucifer. Nee, nee, niet van mij… niet, niet van mij… zoon van satan, kind van de duivel.’

In trance schreeuwde ze volgens Nicky verder met gierende stem: ‘Ga uit, duivel. Weg van mij. Ga uit van mij, duivel. Weg! Weg! Weg!’ Toen besefte de kleine Nicky dat niemand hem lief had en dat hij een kind van satan was. Daarna wist hij dat hij voor altijd zou haten en niemand ooit meer zou liefhebben. Hij besloot nooit meer te huilen… nooit meer. Vrees, vuil en haat waren goed voor hem, de zoon van satan.

 

Tijdens de christelijke samenkomst heeft Nicky voor de aanwezigen gebeden. Hij vroeg hen, die Christus als hun persoonlijke Verlosser wilden aannemen, naar voren te komen. Hij sloot zijn ogen voor stil gebed. Er kwamen mensen naar voren. Ze schreiden, toen ze knielden. Nicky verhaalt ons verder: ‘Op de grond voor me begon een vrouw te bidden. Ik herkende de stem en opende mijn ogen. Voor mij geknield lagen mijn moeder en mijn twee jongste broers. Ze had haar gezicht verborgen in haar rok. Ik viel voor haar neer en sloeg mijn armen om haar schokkende lichaam. ‘O, Nicky, mijn zoon, ik geloof ook in Jezus. Ik wil Hem aannemen als Heer van mijn leven. Ik ben de demonen en de boze geesten zo moe. Ik wil, net als jij, vrij zijn, ik wil ook Jezus aannemen als mijn Verlosser.’ Ik luisterde naar dezelfde stem, die eens hysterisch had geschreeuwd: ‘Je bent een kind van satan, ik haat je…’ Nu hoorde ik die stem tot God om redding roepen. ‘O God, vergeef me alstublieft, dat ik tegenover mijn zoon heb gefaald. Vergeef me, dat ik hem van huis heb weggestuurd. Vergeef mijn zonden. Vergeef mij dat ik niet in U geloofd heb. Ik geloof. Nu geloof ik. Red me, o God, red me.’ Ik deed mijn armen wijd open om mijn twee jongere broers van vijftien en zestien jaar, ook te omarmen en zo hurkten we samen op de vloer en we baden en loofden God.’

 

Achteraf zag hij zijn vader eenzaam tegen de muur staan. Nicky gaat verder: ‘Onze ogen ontmoetten elkaar in een lange blik. Zijn lippen trilden zichtbaar. Zijn ogen vulden zich met tranen. Plots draaide hij zich om en verliet de kamer. Papa heeft nooit een openlijke belijdenis van geloof gedaan. Maar vanaf die avond is hij veel zachter geworden. Ook is er thuis nooit meer een spiritistische bijeenkomst gehouden.’

Zijn moeder en twee broers zijn kort daarop gedoopt. Nicky schrijf echter later in een ander boek dat zijn vader op het eind van zijn leven toch nog van zijn geloof wilde getuigen. Hij was echter zó bang van de macht en de wraak van satan, dat hij na het openlijk getuigen van zijn geloof in Christus zo spoedig mogelijk wilde sterven. Hij was al ouder dan 80 jaar. Volgens Nicky is zijn vader niet veel uren nadat hij van zijn geloof getuigde, gestorven.

 

 

 

6.14 Vlucht buiten het gezicht van de slang

Vraag en antwoord 95 van de Heidelbergse Catechismus is nog steeds actueel. De vraag luidt: ‘Wat is afgoderij?’ Het antwoord leert ons: ‘Afgoderij is, in de plaats van de enige ware God, Die Zich in Zijn Woord geopenbaard heeft, of naast Hem, iets anders verzinnen of hebben, waarop de mens zijn vertrouwen zet.’

Daar komt dus ook nog bij dat je dan plaats kunt bieden aan demonische infiltratie. Je begeeft je dan op een onveilig gebied, het machtsgebied van satan.

 

In de Romeinse oudheid was de apologeet Tertullianus (ca. 160-222 na Chr.) was een ijverig verdediger van de christelijke leer en het christelijke leven. Zijn boek ‘De openbare spelen’ (De Spectaculis) is weer een bijzonder actueel boek geworden. De meer oppervlakkige, wereldse christenen in zijn dagen zagen niet zoveel kwaad in het bezoeken van de spelen. Zij verdedigden zich door te zeggen: ‘In de Bijbel staat nergens: gij zult niet naar het circus gaan, noch naar het theater; gij zult geen toeschouwer zijn bij een atletenwedstrijd, noch bij een gladiatorenspel.’

 

Tertullianus verklaarde, dat ‘de begeerlijkheden van de wereld’ in de Bijbel veroordeeld worden. Als één van de sterkste argumenten tegen het gaan naar de spelen, voerde hij aan ‘het gevaar van besmetting’. De beïnvloeding door de spelen was bijzonder groot. En zo is het ook bij de beïnvloeding door de media in onze dagen!

Tertullianus leerde: ‘De gehele wereld is van satan en zijn engelen vervuld. Wij zijn niet afvallig van God door het feit, dat wij in de wereld leven, maar slechts dan wanneer wij ons in enigerlei opzicht ophouden met de zonden van de wereld.’

De schouwburg beschouwde hij in letterlijke zin de privaatwoning van de duivel. Hij verhaalt ons, dat een boze geest op een keer in een christen was gevaren, toen deze per ongeluk (?) de spelen bijwoonde. Toen de duivelbanner (exorcist) aan de boze geest vroeg, welk recht hij had om zich te permitteren in het lichaam van een dienaar van God te kruipen, antwoordde de geest: ‘Ik heb hem in mijn eigen huis ontmoet!’

 

De apologeet en redenaar Tertullianus was van mening dat elk heidens kind vanaf de geboorte al een demon had. Dit is wellicht overdreven, maar we mogen wel aannemen dat kinderen van afgodendienaars al spoedig een demonische belasting met zich meedragen. De verdediger van het christendom zag magie, astrologie en spiritisme duidelijk als demonenwerk.

 

Door iets of iemand te verafgoden geef je een demonische macht een belangrijke, overheersende plaats in je leven. Demonen maken zoveel mogelijk gebruik van de gelegenheden die je ze geeft. Ze zijn als het vuile water dat iedere opening zal benutten om binnen te stromen.

 

Vermijd zoveel mogelijk het machtsgebied van satan

 

In Openb.12:9 wordt van de duivel gezegd, dat hij de gehele wereld verleidt. Vanuit het Grieks kunnen we vertalen: ‘misleidende de hele bewoonde wereld’. In vers 12 lezen we vervolgens: ‘Wee hun, die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is tot u afgekomen, en heeft grote toorn, wetende, dat hij een kleine tijd heeft.’ Hij zoekt daar koortsachtig wraak te nemen, voordat hij definitief zal worden uitgeschakeld. Niemand hoeft bij hem op medelijden te rekenen. Als je in zijn machtsgebied of gezichtsveld bent, verkeer je dus in groot gevaar! De boze geesten staan dan dreigend en verleidend om je heen, zoekend naar een kans om toe te slaan.

 

 

Met de vrouw in Openb.12 wordt Gods kerk bedoeld. De gelovigen zijn vooral het

mikpunt van de satanische wraak. Je kunt dit duidelijk lezen in Openb.12:13-17.

De middelen die boze geesten gebruiken om zondaren in zijn machtsgebied te sleuren zijn ‘vervolging en verleiding’. Bij ons in het vrije Westen werken de demonen succesvol met de moderne verleidingen. In openb.12:15 wordt aangegeven, dat de slang water als een rivier uit haar mond wierp, ‘opdat hij haar door de rivier zou doen wegvoeren’. Hij wil de mensen dus meesleuren in zijn maalstroom. Dit gebeurt dus ook met verleiding. Je hoeft maar even met de wereldse massa mee te lopen en de verleidende invloed is al merkbaar.

 

Ik zal nu een voorbeeld gebruiken, om de zuigkracht van de wereld duidelijk te maken: Stel je voor dat iemand in een rubberboot een eindje van het strand is geroeid, om er vervolgens heerlijk in te gaan liggen, lekker in de zon… Hij ziet dat de golven de richting van het strand opgaan. Zelfs de wind gaat die richting uit. Hij is daarom in de veronderstelling dat de rubberboot na verloop van tijd toch wel weer op het strand zal belanden, en besluit daarom om maar een heerlijk dutje te gaan doen.

Na twee uur wordt badgast wakker. Denk je dat hij nu met zijn boot op het strand ligt? Vergeet het maar! Hij is zelfs veel verder van het strand afgedreven. Hoe is dit nu mogelijk? Het heeft te maken met de zwaardere onderstroming. Al het water dat op het strand spoelt, stroomt ook weer onderlangs op zuigende wijze terug, terwijl er ook wel zand mee kan gaan. Zo werkt ook de verleidende satanische zuigkracht in onze samenleving. Als je niet tegen de stroom in roeit, word je gewoon met de massa meegezogen.

 

Heb je al geleerd om tegen de wereldse stroom in te zwemmen en te roeien?

Dode vissen drijven met de stroom mee. Ik heb in Schotland gezien hoe grote vissen tegen de stroom van een bruisende rivier in zwommen. Ze worstelden zich zelfs tegen een waterval in. Af en toe zwaaiden ze daarbij uit het water, terug in de diepte. Dan probeerden ze het weer opnieuw, net zolang totdat ze er overheen kwamen en verder konden… zo hoog mogelijk. En bovenin konden ze daarna kuit schieten. De gedragen vrucht kwam daar tevoorschijn.

Zo dienen de gelovigen tegen de stroom in te strijden om hogerop te komen, om daar veel vrucht te mogen dragen. Jezus leert ons in Joh. 15:8: ‘Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt; en gij zult Mijn discipelen zijn.’  Als je de intentie niet hebt om veel vrucht voor Hem te dragen, ben je dan wel een echte discipel (leerling en volgeling) van de Heere Jezus? Denk hier goed over na. Strijd daarom ook tegen de machtige (occulte) verleidingen! Zonder strijd zal er geen overwinning zijn.

 

In Openbaring 12 en 13 worden ook de occulte invloeden en tactieken van satan aan het licht gebracht. In het wereldgebeuren zit de vorst der duisternis achter het toetsenbord van de massamedia. Hij komt tot ons in ‘de geest van deze eeuw’.

Occult betekent ‘verborgen’. Satan verbergt dingen, maakt zaken duister en mystiek, wekt de nieuwsgierigheid van de mens op door zich te verbergen in een listige slang of draak. Wij moeten ervoor zorgen dat we bekend zijn met de listige activiteiten van de vorst der duisternis en zijn misleidende demonen.

 

Pas op voor de verborgen misleiders

 

Het sluwste en meest succesvolle wapen van satan is ‘verleiding’. Hij werkt ook wel door vervolging, maar daar zijn veel gelovigen sterk en standvastig van geworden (door de ondersteunde kracht van God). Occulte verleidingen zijn gevaarlijker. Door de liefde tot ‘de tegenwoordige wereld’ zijn al veel christenen gevallen. De duivel beheerst deze moderne wereld (2 Kor.4:4). We weten niet of Demas door zijn liefde tot de tegenwoordige wereld (2 Kor.4:10) zijn geloof kwijt is geraakt. Paulus verloor daardoor wel zijn medewerker.

Volgens Openb.12:9 is de grote rode draak ‘de oude slang, de duivel en de satan, de misleider van heel de wereld’. In dit vers wordt de activiteit van satan ontmaskerd: ‘die de gehele wereld verleidt’. Dit hoort bij zijn identiteit. Hij heeft verleid, hij verleidt en hij zal zolang mogelijk blijven verleiden.

 

 

6.1 Het World Wide Web van satan

Ik denk dat de demonische communicatie vergelijkbaar is met het World Wide Web, zoals het bij internet werkt. Satan heeft eeuwenlange ervaring met het opzetten en uitbouwen van een communicatief netwerk, met miljoenen en miljoenen verbindingen. Zijn engelen of demonen voeren zijn kwaadaardige opdrachten wel uit. Hij infiltreert, indoctrineert en manipuleert en maakt gebruik van allerlei occulte tactieken. Hij maakt ook gebruik van de goddeloze mensen, die hun hart hebben opengesteld voor zijn ingevingen en invloeden. Hij maakt bij voorkeur gebruik van wereldheersers en als het hem lukt ook van kerkleiders. Hij laat wereldsystemen en filosofieën uitdenken, zoals het communisme, maar werkt ook in misleidende wereldgodsdiensten, zoals de islam.

Achter de schermen van het wereldgebeuren is er een satanische organisatie actief, die werkt volgens hiërarchische principes (zie dit in Ef.6:12). In de Bijbel neemt de geestelijke strijd (achter de schermen) een zeer belangrijke plaats in. Als de Heere God er (volgens Zijn openbaring) een uitermate groot belang in stelt, dienen wij dit ook te doen!

Satan zit dus als een overkoepelde spin boven een wereldwijd netwerk.

 

 

 

 

 

 

 

Een occult wereldwijd netwerk

 

          

 

De illustratie laat zien hoe satan als de overkoepelende spin de heerser en bestuurder van het boze wereldwijde netwerk is. De demonische spinnen worden door hem geïnspireerd en aangestuurd. De mensen houden het wereldgebeuren in de gaten. Zij worden voorgelicht, geïndoctrineerd en gemanipuleerd door de hooggeplaatste medewerkers van satan. In het vervolg zullen we zien dat dit de overheden, de machten en de geweldhebbers van deze eeuw zijn (volgens Efeze 6:10). Daar hebben wij tegen te strijden. Met de twee grote spinnen naast de spin satan worden het eerste wereldse beest 666 en het tweede antichristelijke beest (de valse profeet) bedoeld (uit Openb.13). De tien kleinere spinnen zien op de tien antichristelijke koningen (Openb.17:17). Samen vormen zij in de eindtijd een antichristelijk complot. Het is een vast en aaneengesloten machtsblok op politiek, economisch en religieus gebied. Zij zullen tot een ongekende macht komen in de nieuwe digitaal gestuurde wereldstad Babylon.

De kleine spinnen aan de onderkant van de wereldbol zijn de demonen: de geestelijke boosheden in de lucht (Efeze 6:10). Zij vervullen op een occulte wijze de wereld. Ze zijn dus ook aanwezig onder, om en in de mensen. Al de spinnen zijn aan elkaar verbonden door het World Wide Web van satan. Zij hebben occulte digitaal contact met elkaar. De mensen worden door hen beïnvloed, belast en soms ook bezet.

We moeten de identiteit en de activiteiten van satan en zijn handlangers leren ontdekken, zodat we in de wapenrusting Gods stand kunnen houden in onze positie in Christus. Door Jezus Christus kunnen wij in Zijn overwinning blijven staan. 

 

6.16 Demonen en hun activiteiten

Satan en zijn demonen dienen te worden ontmaskerd op macro- en microkosmisch gebied. Van de grote wereldwijde ontwikkelingen kunnen we afleiden wat er veelal verborgen (occult) gebeurt door demonen op kleiner en lager gebied (in de levens van individuen). Wat satan wereldwijd werkt en aanstuurt, werken de demonen op occulte wijze uit in de mensen die zich hiervoor openstellen. Door het wereldwijde gebeuren te plaatsen naast de occulte praktijken van de demonen, komt er meer inzicht in de boze opzet van de occulte machten.

 

Let er wel op dat satan niet alomtegenwoordig is. Hij is na de overwinning van Jezus Christus aan het kruis zelfs gebonden aan door God bepaalde plaatsen. Hij heeft dus de geestelijke boosheden in de lucht nodig om de individuen te bereiken en te beïnvloeden. De geestelijke boosheden in de lucht zijn de demonen. We lezen over deze gevallen engelen in Judas 1:6: ‘En de engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel van de grote dag met eeuwige banden onder de duisternis bewaard.’ De verblijfplaats is in het donker. De Willibrord Vertaling geeft aan dat God de gevallen engelen met onverbrekelijke boeien gevangen houdt in het duister van de onderwereld, in afwachting van de grote oordeelsdag.

In Matth.12:43-45 zien we iets van de identiteit en de activiteiten van de demonen. Jezus leert ons daar: ‘En wanneer de onreine geest van de mens uitgegaan is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust, en vindt ze niet. Dan zegt hij: ‘Ik zal wederkeren in mijn huis, vanwaar ik uitgegaan ben; en komende, vindt hij het leegstaand, geveegd en op orde. Dan gaat hij heen en neemt met zich zeven andere geesten, bozer dan hijzelf, en ingegaan zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste. Alzo zal het ook met dit boos geslacht zijn.’

De Studiebijbel verklaart ons bij vers 43: ‘Demonen hebben de dood lief (vgl.8:28) en wonen daarom in gebieden van chaos en droogte, waar de dood heerst en waar geen mens kan leven (Jes.13:21; 34:12-14; Openb.18:2). Maar omdat daar geen mensen zijn, in wie de onreine geest kan wonen en onheil kan aanrichten, vindt hij er geen rust.’ De onreine geest kan met zeven bozere en slechtere geesten terugkeren naar de mens waarin hij gewoond heeft, omdat de Geest van God er geen intrek in heeft genomen. Zonder geloof en bekering is er nog steeds het gevaar van demonische infiltratie. Let hier op!

We zien hierin ook dat er verschil in boosheid is onder de demonen. Er is een hiërarchie, variatie in eigenschappen en specialisatie onder de boze geesten. Hierdoor weten ze op allerlei zwakke punten hun slachtoffers te infiltreren en te treffen.

Je ziet in Matth.8:28-32 hoe ze zich angstig hebben verzet tegen de macht van Jezus. We lezen in vers 29 dat zij riepen: ‘Jezus, Zoon van God!, wat hebben wij met U te maken? Bent U hier gekomen om ons te pijnigen vóór de tijd?’ Ze hebben het over ‘de juiste tijd van het oordeel’. Ze zijn hier angstig en manipulerend bezig. Boosheid, angst en manipuleren horen bij demonen. Dit proberen ze op een occulte en duistere wijze door infiltratie ook over te brengen op de mensen.

 

6.17 Hoe kunnen we ons afschermen?  

Boze geesten of demonen zijn actief zoals virussen in computersystemen. Zij willen onze denksystemen infiltreren en ons besmetten met negatieve denkbeelden, angsten en boosheden. Open deze besmette mails niet! Welke negatieve gedachte, angst of boosheid dan ook naar jou wordt gekopieerd, zorg dat je het niet accepteert of plakt. Houd je geestelijke software zoveel mogelijk vrij van boze infiltratie. Geef de duivel geen opening en geen plaats in je leven!

 

Principe 19:

Accepteer geen boze infiltratie in je geestelijke software

 

Als jij een opening geeft, zal een demon van de gelegenheid gebruik maken. De vijand zal in zijn aanvallen kijken naar onbeschermde plaatsen; daarom moet een christen op zijn post blijven staan en steeds weer zijn wapenrusting aandoen en gebruiken.

 

In de digitale wereld wordt zichtbaar hoe het waarschijnlijk gaat in de geestelijke wereld. In de computerwereld kan de software worden verplaatst en verzonden. Als iemand besmette mail naar een adres verzendt, kan deze persoon nog niet zien welke software dit bestand bevat. Hij wacht op een reactie. Demonische infiltratie moet het ook hebben van een antwoord.  

Satan en zijn demonen kunnen niet de gedachten van mensen lezen, als ze deze niet uiten. Zij letten op de menselijke uitingen, reacties en houdingen. Het is daarom belangrijk dat je jouw gedachten en geloof helder naar buiten brengt en belijdt, zodat het voor mensen en (gevallen) engelen duidelijk wordt. Ze moeten weten aan welke kant je staat, welke positie je inneemt en hoe je over de geestelijke zaken denkt. Als wij ons geloof in Jezus Christus duidelijk uitspreken, kan het ons beschermen tegen verdere demonische infiltratie. Jezus verklaart ons in Matth.10:32: ‘Een ieder dan, die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is’. Om veilig en getroost te zijn moeten Jezus openbaar erkennen als onze Heiland, Heere, Meester en Beschermer. Dit wordt ook zo verwoord in zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus. In antwoord 1 wordt ook beleden we door Jezus Christus uit alle heerschappij van de duivel verlost zijn en door Hem worden bewaard. Voortdurende openbare belijdenis van het geloof is belangrijk. Gelovige, laat zien aan welke kant je staat en Wie je toebehoort!

 

Principe 20:

Belijd openlijk het geloof in Jezus Christus

 

 

6.18 Geloof, bid en waak!  

Laat je niet verrassen en meeslepen door demonische en magische invloeden! Doe de wapenrusting Gods steeds weer opnieuw aan! Neem ter harte wat we lezen over de geestelijke wapenrusting in Efeze 6:10-13: ‘Voorts mijn broeders, wordt krachtig in de Heere, en in de sterkte van Zijn macht. Doet aan de gehele wapenrusting van God, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen van de duivel. Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers van deze wereld, van de duisternis van deze eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Daarom neemt aan de gehele wapenrusting van God, opdat gij kunt weerstaan in de boze dag, en alles verricht hebbende, staande blijven.’

 

Als het gaat over occulte machten zijn er twee belangrijke zaken waar we over moeten waken: Volgens de bekende schrijver C.S. Lewis kunnen wij aangaand de duivelen twee ernstige vergissingen maken: door niet aan ze te geloven of door wel aan ze te geloven, maar een buitensporige en ongezonde belangstelling voor ze te koesteren.

Er is, volgens mij, het gevaar de onkunde, dat we  te weinig van occulte machten weten (zodat we te gemakkelijk kunnen worden verleid) en aan de andere kant kunnen we er ook te veel van willen weten, zodat we er door worden gepakt en geboeid.

Als je de strijd moet aanbinden tegen de occulte machten, moet je ook weten waar je zoal tegen dient te strijden. Vergeet in ieder geval niet de geestelijke wapenrusting aan te doen.

En zonder hulp van de krachtige Held, de Heer der heerscharen, kan het zeker niet! Leer in de geestelijke wapenrusting biddend te geloven!

 

In Openb.12:14 zien we dat deze vrouw ‘twee vleugels van een grote arend zijn gegeven, opdat zij zou vliegen in de woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd, en tijden, en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang’. Dit ziet op de onderhouding en bescherming door God in de eindtijd (zoals dit dus ook het geval was bij Elia, in de drieënhalf jaar droogte in de tijd van de goddeloze Achab).

Ik denk dat deze twee vleugels ‘het geloof en het gebed’ kunnen zijn. We weten dat een christen gelovig en biddend kan vluchten tot de schuilplaats van de Allerhoogste (Ps. 91).

Principe 17:

Gebruik de vleugels van geloof en gebed

 

Door de vleugels van geloof en gebed te gebruiken kunnen we buiten het gezicht van de slang komen en blijven.

 

 

6.19 De kracht van het gelovig gebed

Wij weten dat God de grote Verhoorder van de gebeden is. Veel aangevochten gelovigen weten van geloofsbeproevingen en gebedsworstelingen. Zij hebben de vleugels van geloof en gebed gebruikt.

Waar zijn de bewogen, biddende gelovigen gebleven, die blijven bidden voor hen die niet meer bidden? Draag de afgedwaalde jongeren op de vleugelen van het gebed!  Red hen die ter doding wankelen, want zij wankelen ter doding, als jij je onthoudt (volgens Spr. 24:11). De verlamde man werd door het dak heen aan de voeten van Jezus gelegd. En Jezus zag het geloof van de dragers.

Gebruik maar veel de vleugels van geloof en gebed!

 

 

6.20 Een persoonlijke test voor Jim Cymbala

 

Leerzame geschiedenis

 

Jim Cymbala heeft als voorganger van de Brooklyn Tabernakel in New York het boek ‘Frisse Wind, Nieuw Vuur’ geschreven. Zijn gemeente groeide in vijfentwintig jaar van nog geen 20 mensen tot meer dan 6000 leden. Hij heeft heel wat geloofsbeproevingen moeten doorstaan. Daar tegenover heeft God hem ook opmerkelijke gebedsverhoringen gegeven en wonderlijke uitreddingen.

Onder het kopje ‘Een persoonlijke test’ verhaalt hij de beproevingen rondom zijn dochter Chrissy. Hij heeft samen met zijn vrouw Carol tweeënhalf jaar lang ‘een onvoorstelbaar donkere periode’ moeten doormaken.

Hij schrijft erover: ‘Onze oudste dochter Chrissy was altijd en voorbeeldig kind geweest. Toen ze ongeveer zestien jaar was, begon ze echter af te dwalen.’ Jim had het eigenlijk te laat in de gaten. Hij werd te veel in beslag genomen door het kerkelijk werk.

 

Chrissy verwijderde zich steeds verder van het gezin, de kerk en God. Ze ging op den duur het huis uit. Jim en Carol wisten vaak niet waar ze ’s nachts was.

Alles wat ze deden om haar terug te winnen, mislukte… Ze werd steeds harder.

Jim: ‘Ze kreeg een vriend die alles was wat wij niet wilden voor ons kind.’

Het gebeurde in die tijd vaak dat Jim de autorit van 25 minuten naar de Tabernakel huilde. Hij bad daarbij: ‘God, hoe moet ik drie diensten doorkomen vandaag? Ik wil niet in het middelpunt van de belangstelling staan. De mensen hebben zelf ook moeilijkheden – ze komen om hulp en bemoediging te ontvangen. Maar ikzelf dan? Ik kan het bijna niet meer aan. O, God, alstublieft… mijn oudste dochter, mijn Chrissy.’

 

Voor Carol was het ook een uiterst moeilijke periode. Toen ze bericht kreeg dat ze geopereerd moest worden, viel de duivel haar aan met zijn boze ingevingen: ‘Jij hebt een groot koor, je maakt albums, geeft concerten in de Radio City Music Hall en nog veel meer. Blijf jij maar lekker samen met je man de mensen winnen voor Christus – maar je kinderen zijn voor mij. De eerste heb ik al. De volgende twee kom ik ook halen.’

Op een dag zei ze wanhopig tegen Jim: ‘Luister, we moeten weg uit New York. Ik meen het. We zijn onze dochter al kwijtgeraakt in deze atmosfeer. We kunnen hier geen kinderen grootbrengen. Als jij wilt blijven, oké – maar ik haal onze andere kinderen hier weg.’ Ze was er depressief van geworden.

Op een dag ging ze toen achter de piano zitten en kreeg ze van God een lied. In het lied gaat het over de blijvende trouw van God. Het eindigt: ‘Hij is trouw, altijd trouw geweest…’

 

Al de pogingen van Jim om Chrissy weer terug te krijgen mislukten. Op 18-jarige leeftijd zette ze gewoon haar zin door en ging het steeds slechter met haar. Jim kon niet accepteren dat ze zonder God leefde, maar de Heere liet hem duidelijk zien dat hij moest ophouden met huilen en schreeuwen en dat hij niet meer met anderen over haar mocht praten. Hij moest zich alleen op God richten.

 

Principe:

Wij moeten leren ons alleen op God te richten

 

Toen wist hij dat hij geen contact meer zou hebben met Chrissy, totdat God zou ingrijpen.  Voor hem bleef over: ‘Roep Mij aan ten dage der benauwdheid; Ik zal u redden.’ Ondanks de slechte berichten bleef hij tot God bidden en Hem grootmaken om wat Hij zou gaan doen.

 

Tijdens een bidstond over handelingen 4, kreeg Jim via een zaalwachter een briefje van een jonge gelovige vrouw. Ze had erop geschreven: ‘Dominee Cymbala, ik denk dat we de bijeenkomst moeten onderbreken om voor uw dochter te bidden.’ Nadat het bekend was gemaakt, begon zijn collega dominee Boekstaaf met de mensen voor Chrissy te bidden. De kerk veranderde in een geestelijke verloskamer. Jim verhaalt: ‘De mensen begonnen te kreunen in een wanhopige vastberadenheid, alsof ze wilden zeggen: ‘Satan, je krijgt dit meisje niet. Laat haar los – ze komt terug!’ (…) Ik ging bijna letterlijk onderuit door de kracht van die grote menigte die tot God riep.’

 

Toen hij weer bij Carol thuis was, zei hij tot haar: ‘Het is voorbij met Chrissy. Je zou bij de bidstond geweest moeten zijn vanavond. Ik zeg je, als er een God in de hemel is, is deze hele nachtmerrie eindelijk voorbij.’

 

Twee dagen later zat Chrissy op haar knieën op de vloer in de keuken. Ze schokte van het huilen. Jim zei voorzichtig: ‘Chrissy?’

Ze beleed: ‘Papa, papa, ik heb gezondigd tegen God. Ik heb gezondigd tegen mezelf. Ik heb gezondigd tegen u en mama. Vergeef me alstublieft.’

Jim vervolgt: ‘Mijn blik was net zo vertroebeld door tranen als die van haar. Ik trok haar van de vloer omhoog en drukte haar tegen me aan, terwijl we samen huilden.

Plotseling rukte ze zich los. ‘Papa,’ vroeg ze dringend, ‘wie heeft er voor me gebeden? Wie heeft er voor me gebeden?’ (…) ‘Wat bedoel je, Chrissy?’

‘Wie heeft er dinsdagavond voor me gebeden?’

 

Ik zei niets, dus ging ze verder: ‘Midden in de nacht maakte God me wakker en liet me zien dat ik de ondergang tegemoet ging. Het was een bodemloze put – ik was doodsbang. Ik was echt verschrikkelijk bang. Ik besefte hoe hard ik geweest ben, hoe verkeerd, hoe opstandig.

Maar tegelijk was het alsof God Zijn armen om me heen sloeg en me tegen Zich aan drukte. Hij zorgde ervoor dat ik niet verder naar beneden kon glijden en zei: ‘Ik houd nog steeds van je.’

Papa, u moet het me vertellen – wie heeft er dinsdagavond voor me gebeden?’

Ik keek in haar met bloed doorlopen ogen en herkende weer de dochter die we hadden grootgebracht.’

Jim gaat verder: ‘Uit alles bleek dat Chrissy zich weer tot God gekeerd had.’

Ze ging daarna naar een bijbelschool. Ze ging leiding geven aan verschillende muziekgroepen en een groot koor. Later is ze getrouwd met een voorganger en kregen ze drie schattige kinderen.

 

Voorganger Jim Cymbala sluit af met de doorleefde woorden: ‘Door dit alles heen hebben Carol en ik als nooit tevoren geleerd dat we elke weerstand van de duivel kunnen breken als we aanhoudend tot God bidden, want voor Hem is niets onmogelijk. Christenen hebben in deze moeilijke tijd gewoon geen andere keus.’

 

 

We lezen in Zondag 52 van de Heidelbergse Catechismus, als uitleg bij de bede ‘Leidt ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze’: Dat is: dewijl wij van onszelf alzo zwak zijn, dat wij niet een ogenblik zouden kunnen bestaan, en daartoe onze doodvijanden, de duivel, de wereld, en ons eigen vlees, niet ophouden ons aan te vechten, zo wil ons toch staande houden en sterken door de kracht van Uw Heilige Geest, opdat wij in deze geestelijke strijd niet onderliggen, maar altijd sterke tegenstand doen, totdat wij eindelijk ten enenmale de overhand behouden.’

 

Iemand vertelde tijdens een samenkomst een voorbeeld over een rat in een zendingsvliegtuigje. Tijdens de vlucht kwam de rat tussen de bagage vandaan en begon aan bedrading te knagen. De piloot zag geen kans de rat weg te jagen bij de bedrading. Hij zou dan de stuurknuppel los moeten laten, waardoor het vliegtuig omlaag zou storten. Als de rat een kabel zou doorknagen was de kans ook groot dat het vliegtuigje zou neerstorten. Wat kon de piloot nu nog doen?

Opeens kreeg hij een helder idee. Hij zette zijn luchtmasker op en ging zo hoog mogelijk vliegen! Uiteindelijk ging de rat dood door zuurstofgebrek.

Het voorbeeld is duidelijk. Wij moeten ook zorgen zo hoog mogelijk te vliegen, zodat de satan zijn schadelijke activiteiten zal moeten staken. Hij kan en mag niet zo dicht in de nabijheid van God komen, waar de gelovigen door de vleugels van geloof en gebed wel mogen en kunnen komen.

Gelukkig hebben de gelovigen de twee vleugels gekregen (Openb.12:14), waardoor ze buiten het gezicht van de slang kunnen komen. Eén van de vleugels kan ook op ‘de hoop’ zien. Bovendien duidt Openb.12:16 op een Goddelijk ingrijpen ter bescherming, waar we zien dat ‘de aarde de rivier verzwolg’.

 

 

6.21 Strijd en overwinning

In Openb.12:7-9 zien we een korte samenvatting van de strijd in de hemelse gewesten: de draak en zijn engelen moesten en moeten het onderspit delven. Michaël en zijn strijdengelen hebben de draak en zijn onderdanen al uit de hemel mogen werpen. Denk hierbij vooral ook aan de overwinning van Jezus Christus aan het kruis.

Satan heeft zijn activiteit als aanklager in het hemelse gerechtshof moeten opgeven. Je weet misschien wel dat hij in het Oude Testament Job (in Job 1) en Jozua de hogepriester (in Zacharia 3) nog bij God kon aanklagen. Het is opmerkelijk dat de satan te midden van de samengekomen zonen van God kon verschijnen. We lezen in Job 1:6: ‘Er was nu een dag, toen de kinderen Gods kwamen, om zich voor de HEERE te stellen, dat de satan ook in het midden van hen kwam.’ De zonen van God zijn in deze geschiedenis hemelse wezens. Er wordt in Ps. 82:1 gesproken over ‘de vergadering der goden’. Er is blijkbaar in de hemelse gewesten een hemelse raad of hemels overleg, wat je ook kunt zien in 1 Kon.22:19-22. Een leugengeest stelde zich daar beschikbaar om in de valse profeten te komen, die dan Achab moesten overreden om te strijden en te vallen.

In de geschiedenis in Job komt het naar voren dat satan uit is op de val van de gelovigen, maar niets kan doen buiten de toelating van God. De satan is in de letterlijke betekenis ‘de tegenstander’. De satan zwierf toen al rond op de aarde, om die te doorwandelen (Job 1:7). Hij is er ook nu nog met zijn vele demonen op uit om te verleiden, te kwellen, te beschadigen en zoveel mogelijk mensen te gronde te richten.

 

Steeds zijn ze weer op zoek naar een nieuwe prooi. Zodra er maar een opening of een zwakte is bij een mens, zullen de demonen dit aangrijpen. Zodra er maar een kuil of een dieptepunt in onze levensweg is ontstaan, zal het vuile water van boze erin stromen. De demonische kwellers zoeken hun prooi in de gekwetsten en gewonden… ze zijn als roofdieren en parasieten.

  

Satan kan na de overwinning van Jezus Christus aan het kruis niet meer in de hemel  komen. Hij is volgens Openb.12:9 op de aarde geworpen, waar hij zijn satanische activiteiten op een zeer agressieve en listige wijze voortzet.

De Vader en de Zoon en de kracht van de Heilige Geest waarborgen de veiligheid van de gelovigen. En zo mogen wij een veilige basis hebben, om vandaar uit te gaan in de wereld met het Evangelie als een kracht van God tot zaligheid!

 

 

6.22 De eindstrijd

Voor de eindstrijd zal het satan nog wel gelukken om een enorm groot leger te verzamelen, om tegen God en Jezus Christus te strijden. We lezen hierover in Openb.16:13-16: ‘En ik zag uit de mond van de draak, en uit de mond van het beest, en uit de mond van de valse profeet, drie onreine geesten gaan, de vorsen gelijk; want het zijn geesten der duivelen, en zij doen tekenen, welke uitgaan tot de koningen der aarde en der gehele wereld, om die te vergaderen tot de krijg van die grote dag van de almachtige God.  Zie, Ik kom als een dief. Zalig is hij, die waakt en zijn klederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele, en men zijn schaamte niet zie. En zij hebben zich vergaderd in de plaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Armagéddon’. (In de NBG: ‘Harmagedon’).

De meest aannemelijke verklaring van dit woord is dat het duidt op ‘berg of gebergte van Meggido’. Zij was gelegen aan de noordelijke rand van het Karmelgebergte en zag uit op de vlakte van Jizreël. Daar, en daar in de buurt, zijn in het verleden veel belangrijke veldslagen geweest.

 

‘Zalig is hij, die waakt…’

 

In Openb.20:7-9 wordt ons verder geopenbaard: ‘En wanneer de duizend jaren zullen geëindigd zijn, zal de satanas uit zijn gevangenis ontbonden worden. En hij zal uitgaan om de volken te verleiden, die in de vier hoeken der aarde zijn, de Gog en de Magog, om hen te vergaderen tot de krijg; welker getal is als het zand aan de zee. En zij zijn opgekomen op de breedte der aarde, en omringende de legerplaats der heiligen, en de geliefde stad; en er kwam vuur neer van God uit de hemel, en heeft hen verslonden.’ Met de geliefde stad wordt Jeruzalem bedoeld.

Uiteindelijk zie je in vers 10 wat er zal gaan gebeuren: ‘En de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en sulfer, alwaar het beest en de valse profeet zijn; en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid.’

 

Hieronder zie je de uiteindelijke overwinning van het Lam van God over het beest en zijn satanische handlangers symbolisch afgebeeld (Openb.17:14).

                

            

     

6.23 Jezus Christus is de grote Overwinnaar!

Bij de opening van de eerste zes zegels zag Johannes Hem al zitten op een wit paard. We lezen in Openb.6:2: ‘En ik zag, en ziet, een wit paard, en Die daarop zat, had een boog; en Hem is een kroon gegeven, en Hij ging uit overwinnende, en opdat Hij zal overwinnen!’ Volgens Openb.5:5 is Hij is de Leeuw, Die uit de stam van Juda is, de Wortel Davids. Hij heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken.

 

In Openb.17 zien we dat het beest een bondgenootschap vormt met tien koningen of koninkrijken, vlak vóór de laatste eindstrijd. Het is een vast aaneengesloten, eensgezind machtsblok. We lezen van deze vazalvorsten in vers 13: ‘Dezen hebben enerlei mening, en zullen hun kracht en macht aan het beest overgeven.’ Het zal hier gaan over de strijd bij Harmagedon. Koning Jezus zal het beest en zijn handlangers overwinnen.

In vers 14 wordt ons zo heerlijk geopenbaard: ‘Deze zullen tegen het Lam krijgen, en het Lam zal hen overwinnen (want Het is een Heer der heren, en een Koning der koningen), en die met Hem zijn, de geroepenen, en uitverkorenen en gelovigen.’ De geroepen uitverkorenen, de vervolgden en martelaren, allen die standvastig in het geloof gebleven zijn, mogen dan voor eeuwig in Zijn overwinning delen!

 

Door Jezus Christus zijn wij meer dan overwinnaars

 

Ik wil in dit verband herhalen, wat Paulus schrijft in het zegelied (in Rom. 8:37-39): ‘Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft. Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, welke is in Christus Jezus, onze Heere.’