Evangelisatietraining module 4 vrucht dragen

Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat

Evangelisatietraining

Trainingsmodule 4

De ware Wijnstok en de ranken

Lees Joh.15:1-17 

In Joh.15 lezen we hoe we in de Wijnstok blijven en veel vrucht dragen. We willen dan alles van Hem ontvangen, en Hem blijven gehoorzamen. Wanneer we als rank aan Jezus zijn, blijven we ook in Zijn liefde. We verlangen dan Zijn wil te doen. Wat we dan in Zijn Naam van de Vader zullen begeren, zal ons gebeuren (Joh.15:7,16). Zodoende zullen dus onze gebeden en goede verlangens, naar Zijn wil, worden verhoord. Dan zal de blijdschap van Christus in ons blijven. Dit is de weg om te komen tot geestelijke vervulling en volwassenheid.

Het moet onze eerste zorg zijn om in Jezus te blijven, vrucht uit Hem te dragen en Zijn Vader te eren. Jezus leert ons in Joh.15:8: ‘Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt; en u zult Mijn discipelen zijn.’  

Je bent dus een leerling en volgeling van Jezus als je blijvend veel vrucht wilt dragen. Wil je veel vrucht voortbrengen uit Hem?

Veel blijvende vrucht

behoort normaal te zijn in het geestelijk leven

Het gaat vanzelf als we door geloof als een gezonde tak aan de Wijnstok verbonden  blijven. Volgens de Heidelberger Catechismus (in antw.64) is het ‘onmo­gelijk, dat, zo wie Christus door een waarachtig geloof inge­plant is, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid.’ Een voortdurende doorstroming is nodig, anders gaat het mis.

Er kunnen ook beschadigingen van buitenaf worden aangebracht. Kwade machten proberen te infiltreren in de gelovigen, zodat het de gezonde groei van de vruchten belemmert.  Er moet een blijvend contact zijn met Jezus Christus, de ware Wijnstok.

Dit is dus ook nodig bij de training in discipelschap en evangelisatie. Eerst moet je leren om een goede discipel van Jezus te zijn en God te eren.

Als we leven uit de Levensbron dit de nodige uitwerking hebben naar anderen toe. De liefde van Jezus kan dan door ons zichtbaar worden voor de mensen om ons heen. Zij zullen worden aangetrokken door de heerlijke geloofsvruchten die we ze gratis aanbieden. Het zijn de bemoedigende vruchten van geloof, hoop en liefde.

Opofferende liefde

Jezus heeft Zichzelf opgeofferd en aangeboden aan zondaren. Hij stierf als als de tarwekorrel, en verloor Zijn leven voor anderen (Joh.12:24). Wij moeten ook ons eigen (onze eigen wil en zin) verliezen voor het nieuwe leven (vers 25). Jezus leert ons verder in vers 26: ‘Als iemand Mij dient, laat hij Mij volgen, en waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn. En als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren’ Liefdevolle toewijding en diendende opoffering moet onze redelijke godsdienst zijn (Rom.12:1).

Word je al door liefde van Christus gemotiveerd om jezelf in dienende liefde op te offeren aan het geluk van je naaste? Paulus werd ook gedrongen door de liefde van Christus (2 Kor.5:14). Ben je bereid om een tweede mijl met een ongelovige te gaan? (Matth.5:41). Een Romeinen van hoge rang had een wettelijk recht om een Jood te dwingen 1478,5 meter hun materieel te dragen. Jezus vraagt van Zijn discipelen om vrijwillig meer te geven dan geëist wordt. Godsdienst zonder offeren kun je zien als het gaan van een mijl. Dan investeer je vrijwel niets van jezelf in een ander. Je lijdt er niet onder en hebt er weinig nadeel van. Geen tarwekorrel van jou gaat dan de grond in als offer voor een ander. Deze korrel brengt dan ook geen vrucht voort, maar blijft alleen in een opslagruimte. Omdat veel christenen slechts investeren in zichzelf en in hun godsdienst, zien ze weinig of geen vrucht. Pas als ze een tweede mijl gaan met een ander kunnen ze vrucht dragen, en deze naaste voor Christus winnen. Dat ziet dus op vriendschapsevangelisatie. Daar is vernieuwd inzicht voor nodig, samen met vernieuwde motivatie.

Delen en vermenigvuldigen

Laten we in deze evangelisatietraining oefenen in het bevragen van elkaar: hoe het geestelijk gaat. Probeer eens extra te investeren in het leven van een ander binnen het evangelisatieteam. Je zult dan gaan ervaren dat delen en uitdelen je rijker gaat maken. Door te delen zal er vermenigvuldiging plaats kunnen vinden. Haal daarom zoveel mogelijk graankorrels van je graanzolder, en investeer ze in het veld van een ander. Motiveer elkaar om dit bewust te gaan doen. Deel daarna de resultaten. Als God je daarin gebruikt voor het heil van een ander, komt er een heerlijke doorstroming bij jezelf opgang. De stroom van levend water gaat dan door je heen naar een ander. Er komt dan een nieuwe fase van vruchtdragen in je leven.

Laat het maar door je heen gaan!

In China is er een gelijkenis bekend over een grote bamboe die werd afgekapt. De reusachtige bamboe wordt nog meer teleurgesteld als hij ziet dat men hem begint uit te hollen. Het hart wordt uit de lange stengels gehaald. Met groot verdriet ziet hij hoe zijn innerlijk er is uitgesloopt. Toen werd hij gebruikt voor een beter doel: de holle stengels werden aan elkaar bevestigd. Uiteindelijk werd de bamboe een soort pijpleiding, om het water van een hoger gelegen plaats te vervoeren naar een lager dal. Zodoende werden veel de noodlijdende dorpelingen blijvend aan water geholpen. De bamboe mocht toen delen in de blijdschap. Hij voelde het zegenrijke water dagelijks door zich heen stromen.

                 

Ben je bereid om te zijn als deze bamboe. 

Je mag dan heerlijk uitdelen,

terwijl het levende water vanuit de Levensbron

door je heen stroomt. 

Jezus begon ook eerst Zijn discipelen apart te leren en te motiveren. Hij gaf Zijn leven voor Zijn volgelingen… en zij gaven hun hart aan Hem. De heilzame woorden van Jezus gaven hun geestelijke vrijheid. Jezus werd voor hen de Weg, de Waarheid en het Leven. Johannes verkondigde daarna wat hij samen met de andere volgelingen had gezien, gehoord en getast van het Woord des levens. Ze waren samen een overvloeiende bron geworden van vrede, liefde en geestelijke blijdschap (lees dit maar in 1 Joh.1).

Een levensverbinding met Jezus

Jezus leert ons in Joh.15:1-3: ‘Ik ben de ware Wijnstok en Mijn Vader is de Wijngaardenier. Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt. U bent  nu rein vanwege het woord dat Ik tot u gesproken heb.’

In deze gelijkenis van Jezus zitten belangrijke bijbelse principes en diepe gedachten. Hierin vinden wij het bewijs dat zonder de aansluiting met Jezus er geen geloofsleven mogelijk is. Er wordt gesproken over ranken die vrucht dragen en ranken die geen vrucht dragen in de Wijnstok. Door het Woord en de Heilige Geest komt er een levensverbinding met Jezus.

Er moet vrucht zijn!

Rondom het Woord zijn in een gemeente ook christenen verzameld die geen geestelijke vrucht dragen. Zij ontvangen geen levenssappen uit de Wijnstok door het geloof, hoewel ze voor het zicht wel aan de Wijnstok zijn verbonden. Omdat deze ongelovige christenen en kerkgangers geen vrucht uit Jezus dragen, worden ze door God de vader weggenomen. In vers 6 zie je dat ze uiteindelijk worden buiten geworpen in het vuur. Dat is een uiterst trieste zaak! Zorg er daarom voor dat je geen ongelovige kerkganger of uiterlijk christen blijft. Vlucht door het geloof tot Jezus om niet eeuwig om te moeten komen!

Alleen door Jezus

In vers 3 lezen we dat Jezus tegen Zijn discipelen zegt: ‘U bent al rein vanwege het woord dat Ik tot u gesproken heb.’ Door het woord van Jezus worden we dus geleerd, gevoed en gereinigd. Gods Woord is de waarheid, en de waarheid maakt ons vrij. Jezus zei tegen de Joden die in Hem geloofden: ‘Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen, en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken’ (Joh.8:32). Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven (Joh.14:6).

Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven

Door de waarheid word je hersteld van de leugen. Geestelijk herstel vindt plaats als je de leugens over jezelf en anderen niet meer gaat geloven, en je ervan wordt bevrijd door de Waarheid. Jezus leert ons in Joh.8:36: ‘Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.’

Er is geen leven en reiniging mogelijk zonder Jezus 

Wij moeten eerst aan Jezus verbonden zijn 

Vanaf het eerste begin komen de innerlijke veranderingen uit de Wijnstok voort. Na de overplaatsing en inenting van de rank ontvangt deze nieuwe voeding uit de Wijnstok Jezus. De levensvernieuwende en voedingrijke levenssappen zorgen ervoor dat er goede vrucht komt. Een gelovige die werkelijk in de Wijnstok is, heeft een open levensverbinding met Jezus.  Hij ligt geestelijk aan het infuus, waardoor alle geestelijke voeding en herstellende mineralen tot hem komen.

In het geloof lig je geestelijk aan het infuus

Het snoeien door de wet voorafgaand aan het Evangelie is levensbedreigend voor de rank. Een patiënt in het ziekenhuis moet voor de operatie eerst aan het infuus. Als hij bij de operatie veel bloed en energie verliest, heeft hij voortdurende toevoer van nieuw bloed nodig. Wij hebben het verzoenende bloed van Jezus nodig. Door dit bloed ontvangen wij vergeving, herstel en reiniging. Pas als wij aan Jezus verbonden zijn, gaan wij geestelijk vrucht dragen. En als wij vrucht dragen worden wij gesnoeid, om meer vrucht te kunnen dragen (zie Joh.15:2).

Door het geloof

De levenssappen komen tot ons door geloofswerkzaamheden. Geloofswerkzaamheden worden in de Bijbel verwoord door bepaalde werkwoorden, zoals: komen, aannemen, volgen, zien, vertrouwen op, blijven in. ‘In Jezus blijven’ doe je dus door het geloof.

Het komt er voor ons dus op aan dat we door het ontvangende geloof zoveel mogelijk levensmineralen halen uit de Wijnstok. Er is genoeg levenwekkende stuwkracht in de Wijnstok. Bij Jezus Zijn er geen belemmeringen. De problemen kunnen slechts ontstaan bij de ranken. We moeten ons dus hoofdzakelijk bezighouden met de vraag: ‘Hoe zal Ik Hem ontvangen?’

Hoe ontvang ik blijvend de levenssappen? 

De ranken groeien en worden krachtig door blijvend levenssappen van de Wijnstok te ontvangen. Gelovigen behoren aanhoudend aan het geestelijk infuus te liggen. Zwakke en beschadigde ranken ontvangen de juiste behandeling door het snoeien, zuiveren en het ontvangen van het nieuwe leven. Jezus wordt de tweede Adam genoemd. In de Engelse Bijbel wordt in 1 Kor.15:45 verklaard: ‘The First man Adam became a living being. The last Adam became a life-giving spirit.’ (in de Nederlandse vertaling: ‘Tot een levend-makende Geest’. Jezus is voor de gelovigen een onuitputtelijke Bron van levend water geworden. Door Hem kunnen wij voortdurend worden gevoed en gereinigd.

Laat mij in U blijven

Ik wil je het mooie lied van J.J.L. ten Kate doorgeven. Het staat ook in de gele bundel van de gezinskampen (nr. 112). Het is een geloofslied om biddend te zingen:

Laat m’ in U blijven, groeien, bloeien,

o Heiland, Die de Wijnstok zijt.

Uw kracht moet in mij overvloeien,

of ‘k ben een wis verderf gewijd.

Doorstroom, beziel en zegen mij,

opdat ik waarlijk vruchtbaar zij.

 

Ik kan mijzelf geen wasdom geven:

niets kan ik zonder U, o Heer.

In Uw gemeenschap kiemt er leven

en levensvolheid meer en meer.

Uw Geest moet in mij uitgestort;

de rank, die U ontvalt, verdort.

 

Neen, Heer, ik wil van U niet scheiden,

‘k blijf d’ Uw’ altijd, blijf Gij de mijn’.

Uw liefde moet alom mij leiden,

Uw leven moet mijn leven zijn,

Uw kruis moet schijnen in mijn huis

bij kruis naar kracht en kracht naar kruis.

 

Dan blijft mijn ziel voor U gewonnen,

dan wint mijn ziel door U in kracht.

Het werk in need’righeid begonnen,

wordt dan in heerlijkheid volbracht.

Wat in de winds’len sliep, ontbot

en komt in ‘t licht en rijpt voor God.

We worden getoetst op de vrucht

We worden getoetst op de vrucht die we vanuit Jezus ontvangen. We kennen deze vrucht van de Geest uit Gal.5:22, namelijk: ‘Liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.’ We lezen verder in vers 23: ‘Daartegen richt zich de wet niet.’ Wij moeten van Jezus leren dat hij zachtmoedig is en nederig van hart (Matth.11:28). De ware gelovigen worden aan deze kenmerken herkend. Zij hebben dit van Jezus ontvangen en geleerd. Zij leven daarmee onder de genade en leven vanuit het Evangelie.

We hebben blijvende reiniging nodig 

Als er geen of te weinig door­stroming van voedingssappen is bij een vruchtboom, draagt deze weinig of geen vrucht. Op den duur verdort de boom en gaat hij dood.

Christus leert ons in Joh.15:1-2: ‘Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Wijngaardenier. Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, rei­nigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt’

Reiniging en vrucht dragen horen bij elkaar 

Het proces van reiniging

De Wijngaardenier zuivert en krent de vruchtdragende ranken. Zo zuivert de hemelse Vader bij de ranken alles uit wat het dragen van meer vrucht belemmert. Hij doet dit dus door het woord van Jezus (Joh.15:3). Je wordt door het Evangelie gezuiverd en gereinigd. Dit is dus niet het afsnijdende werk van de wet, maar van het Evangelie.

Bij de eerste bekering vindt er een reiniging plaats: zonden worden ontdekt, bestreden en verwijderd. Toch is dit veelal een ruwe reiniging van duidelijk zichtbare en aanwezige, actieve zonden. Het kan zelfs zijn dat iemand eerst voorname­lijk ontdekt wordt aan één grote zonde. Van andere, soms diepingewortelde verkeerde zaken, zoals zondige gewoonten, karakterzonden, emotionele beschadigingen en pijnlijke herinneringen kan een jonge gelovige in het begin nog niet veel last hebben. Toch moet hij ook hiervan gereinigd worden. De Heere is heilig en wil ook dat Zijn kinderen heilig zijn (zie 1 Petr.1:15-16). God wil onze heiligmaking (1 Thess.4:3).

We moeten een gereinigd vat zijn, om daarin Gods gaven te ontvangen. Een vervuilde bron, die gedeeltelijk of bijna geheel is dichtgeslibd, is ongeschikt geworden voor het ontvangen van helder levend water. We hebben steeds weer opnieuw reiniging nodig, om geschikt te kunnen blijven voor gebruik (zie 2 Tim.2:20-21).

Na een ruwe reiniging

moet er een intensievere reiniging plaatsvinden 

Na een ruwe reiniging moet er een fijnere en intensievere zuivering plaatsvinden. Reiniging is bovenal het werk van de Heilige Geest, al moeten wij ons ook zelf reinigen. We lezen over de kinderen van God in 1 Joh.3:3: ‘En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is.’ We moeten volgens de catechismus de Heilige Geest in ons laten werken. Als we geen afstand willen doen van bepaalde karakter- en boezemzonden, staan we de werking van de Heilige Geest hierin tegen.

                          

Als we onze zonden belijden, brengen we ze aan het licht voor de Heere. We openen ons vervuilde hart dan voor Hem, om door Hem gereinigd en behandeld te mogen worden. Dan zijn er ook beloften van vergeving en reiniging! (1 Joh.1:8-9). ‘Jezus reinigt Zichzelf een eigen volk, ijverig in goede werken’ – daartoe is ook de zaligmakende van God verschenen (zie Tit.2:11-14).

Om meer vrucht te kunnen dragen

Waartoe reinigt God de Vader (de hemelse Landman) Zijn kinderen op aarde? Dat lezen we dus in Joh.15:2, namelijk ‘opdat zij meer vrucht dragen’. Je weet misschien wel hoe een wijnstok (een druif) jaarlijks wordt gesnoeid. Soms blijft er maar weinig over van de ranken. Een jonge plant kan zelfs worden afgesnoeid tot niet ver boven de grond. En zo moet al het onze, wat vanuit onszelf iedere keer weer uitgroeit, steeds weer worden wegge­snoeid. Deze reiniging zet dus het mes in de zaken die we zelf hebben ontwikkeld, ook op godsdienstig gebied. In de ontvangen kennis moeten onze hoogmoed en eigen inzichten worden wegge­snoeid. In onze geestelijke verlangens moeten onze eigenliefde en zelfzucht worden aangepakt. En zo hebben ook goede bedoe­lingen en geestelijke verrichtingen een snoeiproces nodig. Want iedere keer opnieuw komt onze zondige oude mens er weer tussen, om al het mooie met zonde te besmetten, te vervuilen en te verontreinigen.

Staan we er voor open om onszelf te (laten) reinigen, om meer vrucht te kunnen dragen? Is het ons hierin werkelijk te doen om Gods eer!

Christus leert ons in Joh.15:8: ‘Hierin is Mijn Vader verheer­lijkt, dat u veel vrucht draagt; en u zult Mijn discipelen zijn.’

Veel vrucht tot eer van God

De gelovigen moeten zoveel mogelijk God verheerlijken en uit dankbaarheid goede werken (vruchten) voortbrengen voor Hem. Daartoe zijn ze ook uitverkoren (Joh.15:16). Wij dienen te streven naar ‘veel vrucht en naar blijvende vrucht tot verheerlijking van de Vader’ (Joh.15:8, 16). Veel blijvende vrucht behoort dus normaal te zijn in het geestelijk leven. De volle bron van genade in een gezonde, volwassen gelovige stro­omt in deze vervulde gelovige vanzelf over.

De volle bron van een vervulde gelovige stroomt vanzelf over

Volgens de Heidelberger Catechismus (in antw.64) is het ‘onmo­gelijk, dat, zo wie Christus door een waarachtig geloof inge­plant is, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid.’

In Joh.15:12 houdt de Heere Jezus ons het duidelijk voor: ‘Dit is Mijn gebod: dat u elkaar lief hebt, zoals Ik u liefgehad heb.’ In vriendschap naar anderen toe moet vanzelfsprekend voortvloeien uit de liefde van Jezus tot ons.

Jezus biedt ons Zijn vriendschap

In Joh.15:14 zegt hij tot Zijn gelovige leerlingen: ‘U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied.’ Geestelijke slaven leven nog onder de wet, maar gelovige kinderen ontvangen vriendschap van Jezus. Hij weet als echte Vriend wat wij nodig hebben. Hij leidt ons in de weg naar geestelijk herstel, blijdschap en vervulling. Zijn woorden uit Joh.15 zijn van ook voor ons van blijvend belang. Jezus geeft zelf aan in  vers 11: ‘Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u zal blijven en uw blijdschap volkomen zal worden.’

 

Samen vrucht dragen in de Wijnstok

Onderlinge bijbelstudie in groepjes

Lezen Joh.15:1-17

Door Jezus Christus is de liefde en genade van God tot ons gekomen en in ons gevloeid.  Jezus is de Wijnstok en wij zijn de ranken, die de levenssappen van Hem ontvangen (Joh.15). Hij is dus ook de Levensbron. Uit Zijn volheid ontvangen wij genade op genade (Joh.1:16). Wij moeten in Hem blijven om zichtbare vrucht te kunnen dragen, want zonder Hem kunnen wij niets doen (Joh.15:4-5). Zijn woorden moeten in ons blijven om te kunnen ontvangen wat wij van Hem verlangen (Joh.15:7). In Joh.15:8 leert Jezus ons: ‘Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent.’ 

1. Waarin komt de Levensbron overeen met de Wijnstok?

2. Hoe kunnen wij in Jezus geloven en vrucht dragen?

3. Wat spreekt je aan in Joh.15:1-17? Waarom?

4. Wat vind je mooi en bemoedigend in dit gedeelte?

      Bemoedig elkaar hierin.

5. Wat vind je moeilijk? Welke vragen heb je erbij? Help elkaar hierbij.

6. Welke belemmeringen ervaar je in het blijven in Jezus?

7. Noem belangrijke voorwaarden om vrucht te kunnen dragen?

8. Wat vind je moeilijk bij het getuigen in woord en daad?

      Praat er samen over, en deel bemoedigende ervaringen.

9. Welke vruchten zijn aantrekkelijk voor de mensen om ons heen?

10. Hoe kunnen we inspelen op de behoeften van ongelovigen. 

11. Ga samen met elkaar en voor elkaar in gebed.

Spreek af hoe je dit in een kring wilt doen. Zorg dat er stille momenten zijn. Stil voor jezelf bidden mag ook, maar probeer vrijmoedigheid te krijgen. Het is goed, en het kan bevrijdend zijn, als je Jezus hardop zult belijden voor de mensen.

Bied mogelijkheden voor persoonlijke nazorg.