Deel 1
Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.
Dagboek op de weg naar geestelijk herstel
Inleiding
Je kunt gebukt gaan onder twijfel, onzekerheid, afwijzing, angst, negatieve gedachten en boosheid over geleden onrecht. Misschien staat je geloof op een laag peil, of ben je nog op zoek naar God. We gaan in dit dagboek samen met je op zoek naar meer eigenwaarde, houvast, zekerheid, geloof, hoop en liefde en een identiteit in Jezus Christus.
We zoeken samen naar geestelijk herstel
Voor herstel van pijnlijke herinneringen, beschadigde emoties en gevoelens van afwijzing hebben we Jezus nodig. We kunnen dit gaan beseffen door een ervaring van de liefde van God, en door het geloof. Je leest het ook in de bemoedigende getuigenissen die zijn opgenomen in dit dagboek. Zij hebben het ervaren, wat we lezen in Jesaja 53:5: ‘Door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.’
Er is herstel door de wonden van Jezus
In de tekst houden we ons bezig met de oorzaken, gevolgen en het geestelijk herstel van hen, die zoeken naar oplossingen van hun innerlijke problemen. Het Woord van God richt zich op heel wat plaatsen juist tot hen. Wij willen het met elkaar delen in onze zoektocht naar innerlijke vrede en rust.
De Hoop helpt op de weg naar geestelijk herstel
We hebben hulp en hoop nodig. Hoop doet leven en geeft ons toekomstperspectief. Een gelovige is opnieuw geboren tot een levende hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de doden (1 Petr. 1:3). De echte hoop heeft dus te maken met opstandingskracht tot een nieuwe manier van leven. Daardoor kun je verlost worden van de zaken die hieronder worden genoemd.
Je kunt namelijk gekweld worden door gevoelens van afwijzing, gemis, leegte, onzekerheid, onveiligheid en eenzaamheid. Dit kan te maken hebben met een pijnlijk verleden, door afwijzing en/of traumatische ervaringen, misschien al vanaf de kinderjaren. Je kunt nog steeds gebukt gaan onder woorden van afwijzing en veroordeling, die over je zijn uitgesproken. Negatieve woorden en leugens kunnen ons blijvend beschadigen.
Je hebt behoefte aan waarheid, liefde en geloof.
Je kunt geloof, hoop en liefde ontvangen door bemoedigende gesprekken vanuit de Bijbel, persoonlijke aandacht en gebed. Daardoor leer je het verleden los te laten. Het geloof richt zich op een hoopvolle toekomst, waardoor je niet meer wordt beheerst door een negatief verleden.
Bij emotionele beschadigingen, trauma’s en depressies
Als je innerlijk beschadigd bent en nog steeds lijdt onder gevoelens van afwijzing en geleden onrecht, dan heb je het bevrijdend Evangelie van Jezus Christus nodig, zodat je geestelijk kunt herstellen.
Je kunt jarenlang zijn afgewezen en gepest. Het is dan ook begrijpelijk dat je verkeerde keuzes maakt om toch nog maar erkenning, waardering, liefde en troost te ontvangen. Helaas zoeken velen dat bij de verkeerde personen. Er wordt nogal eens misbruik gemaakt van geestelijke vluchtelingen. Ze zijn een gemakkelijke prooi voor mensen met kwade bedoelingen. Sommigen kunnen en willen je slechts een schrale, tijdelijke troost bieden.
Slachtoffers zoeken ook wel contact met lotgenoten. Als ze elkaar willen helpen, kunnen ze beiden in de goot terechtkomen. Als je troost zoekt bij iemand die emotioneel beschadigd is, kun je ook nog worden opgezadeld met de psychische problemen van deze persoon.
Hoe kun je worden geholpen?
Je kunt pas echt worden geholpen op de weg naar geestelijk herstel door bekwame mensen die willen en kunnen helpen. Dat zijn in het bijzonder hulpverleners die je hulp en hoop kunnen bieden.
Wie willen je hoop geven en kunnen je helpen?
Ik denk hierbij aan christelijke organisaties die goede professionele hulp kunnen verlenen. Daarbij kunnen ervaringsdeskundigen en liefdevolle gelovige vrijwilligers een belangrijk aandeel leveren.
Bij negatieve gevolgen en verslavingen
Het kan dus zijn dat je geestelijk in de put zit door wat je is aangedaan. Meestal ontstaan emotionele beschadigingen, trauma’s en depressies al vanaf de kinderjaren. De gevolgen zijn vaak angst, boosheid, vluchtgedrag en verslavingen.
We kunnen nog vastzitten aan een verslaving, aan emotionele beschadigingen, pijnlijke herinneringen, gevoelens van afwijzing, boosheid en angst. Gelukkig kan er een omkeer komen vanuit de problemen die ons innerlijk gevangen houden.
Wat houd je nog gevangen?
De christelijke verslavingszorg werkt in de hulpverlening en nazorg met ‘De Twaalf Stappen van Stay Clean’. Deze kun je in bepaalde opzichten ook toepassen bij herstel van trauma’s en depressies, maar ook gebruiken op de weg van geloof en bekering.
In stap 1 van De Twaalf Stappen wordt aangegeven:
‘Wij erkenden dat wij machteloos stonden tegenover onze verslaving, dat ons leven stuurloos was geworden.’
Deze eerste stap tot herstel is ook belangrijk voor hen die machteloos staan tegenover hun depressie, moedeloosheid, angstgevoelens en negatieve gedachten. Je zit dan daarin gevangen en kunt jezelf er niet uit bevrijden.
Stap 1 geeft je eigenlijk ook het volgende dringende advies: Erken je de machteloosheid om jezelf uit de persoonlijke problemen te helpen. Je hebt dan hulp nodig om je uit deze neergaande spiraal omhoog te komen. Je hebt dan ook geloof, hoop en liefde nodig.
Na het neergaande pad van depressie en verslaving kan kan er een weg omhoog komen, met de hulp van God en mensen. Dan kunnen we als ervaringsdeskundigen ook hulp gaan bieden aan hen die dit nodig hebben. Onze negatieve ervaringen kunnen positief worden omgezet door geloof en bekering. Dat kan door het reddend en helend Evangelie van Jezus Christus, dat ons levend vernieuwd en nuttig maakt. Dit dagboek neemt ons hierin mee.
Aandacht voor ons zelfbeeld, onze zelfwaarde en identiteit
In dit dagboek gaat het ook over geestelijk herstel, identiteit en geloofsgroei. Je identiteit gaat over je zelfbeeld en eigenwaarde. Hoe zien en waarderen we onszelf?
Je identiteit gaat over je zelfbeeld en eigenwaarde. Hoe zien en waarderen we onszelf? Het beeld dat je van jezelf hebt, heeft ook te maken met hen die invloed op je hebben gehad, en die vanaf de kinderjaren gezag over je hebben uitgeoefend. Als dit verkeerd is gegaan, is er geestelijk herstel nodig. Kinderen kunnen worden opgevoed tot hulpeloosheid en machteloosheid in plaats van zelfstandigheid.
Door vernederingen, afwijzing en onderwaardering kunnen je eigenwaarde en zelfvertrouwen zijn gekelderd. Je kunt dan negatief over jezelf gaan denken, angstig of boos worden, depressief of agressief. Door het geloof kunnen we onze eigenwaarde in Jezus Christus ontdekken.
In het Woord van God wordt aangegeven dat we waardevol zijn, omdat God ons gewild heeft en ons het leven heeft geschonken. Daarbij komt Hij ook met het Evangelie van Jezus Christus tot ons, opdat wij zouden geloven en niet verloren gaan (Joh. 3:16).
Hoe zal God over je denken?
Dat kun je lezen in Zijn Woord. Denk je dat je het niet waard bent dat Hij naar je omkijkt? Weet je wel dat Jezus juist als de Redder van zondaren op aarde gekomen is? Door wat Jezus voor ons op aarde heeft gedaan, kan God van ons houden!
We zijn zoveel waard voor God, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft (zie Johannes 3:16). Dat is Zijn weergaloze liefde voor de van Hem vervreemde mensenwereld. Hij zoekt ons behoud.
Trek je daarom niet terug in jezelf, maar kom tot Jezus. Hij is het kostbare geschenk van God. In Hem zijn we voor God pas echt waardevol. Als we in Hem onze identiteit vinden, kunnen we dankbaar en vreugdevol verdergaan.
Wat denk je hoeveel je waard bent voor God? Als we door het geloof bij Jezus horen, worden we volgens Efeze 3:6 ‘begenadigd en aanvaard in de Geliefde’. (Engelse vertaling: ‘Accepted in the Beloved’). Dan word je pas echt geaccepteerd!
Dit dagboek gaat over verder ook over voortgaande bekering, geestelijke reiniging, geloofsgroei en geestelijke vervulling.
Jezus geeft ons geestelijke vervulling, waartoe Hij ons ook uitnodigt in Joh. 7:37, met de woorden: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken.’
Door de Heilige Geest wil Hij ons ook voortdurend reinigen en vervullen, zoals Hij ons ons leert in Joh. 7:38: ‘Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.’ Dat gaat dus over het werk van de Heilige Geest in ons, dat ons innerlijk kan reinigen als een rivier die schoon spoelt. Het vuil, de blokkades en de pijn in ons leven kan dan boven water worden gebracht en wegspoelen.
Er zijn persoonlijke opdrachten opgenomen in dit
DAGBOEK VAN DE HOOP
God wil je een hoopvolle toekomst geven
God geeft je liefde, geloof en hoop. Daardoor kun je geestelijk opleven. Hoop heft je hoofd omhoog, geeft je toekomstperspectief. Hulp is het reddende koord dat naar beneden wordt gelaten in de put waarin je zit. Hulp en hoop zijn de twee handen die je uit de put van machteloosheid kunnen halen.
Let maar eens op het geweldige perspectief van hoop en hulp. Het wordt je aangereikt in het Woord van God. Er wordt vrijheid beloofd voor hen die in ballingschap zijn verdreven en geestelijke in gevangenschap zijn. We zien in Jeremia 29:11-14 ook wat hoop uitwerkt. We lezen daar de hoopvolle woorden van God:
‘Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven. Dan zult u Mij aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren. U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart. Ik zal door u gevonden worden, spreekt de HEERE, Ik zal een omkeer brengen in uw gevangenschap…’
Op het Woord van God kun je veilig varen en heb je zicht op een behouden aankomst.
Jezus Christus is gekomen om ons te bevrijden
Redding en geestelijk herstel worden je aangereikt door God in het Evangelie van Jezus Christus. Hij is uit liefde tot ons afgedaald in onze ellendige toestand, in de duistere put waarin we zijn gevallen.
Het Evangelie wijst je de weg naar geestelijk herstel. Je wordt daarin uitgenodigd om gelovig te komen tot Jezus als de Heiland, Die je kan bevrijden en helen. Deze waarheid maakt je vrij van leugens en slavernij aan zonden. Jezus zegt tegen gelovigen, in Joh. 8:31-32: ‘Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen, en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken. Hij geeft aan in vers 34: ‘Ik zeg u: Ieder die de zonde doet, is een slaaf van de zonde.’
Zonde betekent: ‘je doel missen’. Je mist je doel als je verslaafd bent, als je boos blijft door geleden onrecht, als je wrok blijft koesteren en niet kunt vergeven. Je mist ook je doel als je voortgedreven wordt door angst, moedeloos wegzinkt in een depressie en als je jezelf overgeeft aan zelfbeklag. Geef dan maar toe dat je jezelf niet kunt bevrijden en herstellen, en dat je de hulp van God en mensen nodig hebt.
Wanneer mis je het doel van je leven?
Welk doelen had je vroeger voor ogen? Zijn je dromen in rook opgegaan? Komt het door anderen, of heb je zelf ook gefaald? Waren het gemiste kansen?
Het is zonde als je niet tot je doel of goede bestemming komt. Hoe wil je jouw levensdoel nu nog bereiken?
Het is zonde als je niet tot je doel of goede bestemming komt
Jezus verzekert ons in Joh. 8:36: ‘Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.’ Kom tot het licht en volg Jezus, die aangeeft in Joh. 8:12: ‘Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’
Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven
(Joh. 14:6)
Het pad van de hoop omhoog
Het pad van ons leven kent ‘ups and downs’, met hoogtepunten en dalen. De Bijbel wijst ons de weg omhoog met voorbeelden uit de geschiedenis van Israëlieten, wijze woorden en levenslessen. Het pad van de hoop in de Bijbel brengt ons naar het hemelse Kanaän. Laat je daarom leiden door het Woord van God.
We lezen in Psalm 119:105: ‘Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.’ De dichter geeft aan in Ps. 119:114: ‘Op Uw Woord heb ik gehoopt.’
Het dal Achor lag ten zuidwesten van Jericho. De Israëlieten kwamen in deze vruchtbare vlakte na de veertig jaar in de woestijn te hebben rondgezworven. Het Achordal was de poort naar het beloofde land, terwijl de sterke stad Jericho de poortwachter was. God had de overwinning beloofd. Hij zou Israël het land geven. Daarom was de weg omhoog naar Jericho hoopvol.
Door de wonderlijke verovering van Jericho bereikte de hoop een hoogtepunt. De hoop van de Israëlieten kelderde diep door de nederlaag te Ai. Toen ze werden verslagen bij een helling (een afgang) en 36 mannen sneuvelden, sloeg ook de angst toe, zoals we lezen in Joz. 7:5: ‘Toen smolt het hart van het volk van angst en het werd tot water.’
Na een hoopvolle ‘Jericho-ervaring’ kan de wanhoop toeslaan bij Ai. Door de zonde van Achan kwam er een blokkade. Je kunt ook terugvallen in het Achordal: een ongeluksdal van teleurstelling. Is je hoop ook veranderd in een puinhoop?
De Israëlieten mochten niets van de buit van Jericho voor zichzelf meenemen. De kostbare metalen, zoals zilver en goud, waren voor de dienst van God (Joz. 6:18-19).
Diefstal was trouwbreuk en eerroof naar God toe, waardoor ze zichzelf in het ongeluk zouden storten en de strijd verder zouden verliezen. Achan nam echter toch buit voor zichzelf mee: een kostbare Babylonische mantel, ca. 2400 gram zilver en 600 gram goud, dat hij verborg in de grond onder zijn tent.
Wij kunnen ook nog zondige geheimen verbergen. Je kunt jezelf dan afvragen, wat je daardoor niet kunt bereiken. Achan zou dan het kleed verborgen moeten houden, om maar niet ontdekt te worden. Het verborgen geheim blijft je dan steeds maar achtervolgen. Wat een hopeloze toestand!
Bij Ai verloor Israël de hoop van Jericho. De zonde kan ons hopeloos maken. Jozua zocht de eer van God in nederig gebed. God bracht de zonde aan het licht en beval de ban uit Israël weg te doen.
Als we het kwaad aan het licht brengen (belijden) is er een weg van vergeving en reiniging door de voorspraak en het bloed van Jezus Christus (zie 1 Joh. 1:5- 1 Joh. 2:2).
God belooft in Hos. 2:14 dat Hij het dal van Achor zal maken tot een deur van hoop. Dat is gebeurd toen de ban in het leger werd opgeruimd (zie Joz. 7+8).
Welke blokkades kun je nog opruimen op weg naar het beloofde land? God kan ons Achordal tot een deur van hoop en een rustplaats maken (Jes. 65:10) door Silo: de Rustaanbrenger Jezus.
God is veel groter dan ons grootste falen. Als we onze problemen niet kunnen overzien, kan God in de oplossing voorzien. Kom met je zondig geheim tevoorschijn, zodat je er geen puinhoop van maakt zoals Achan.
We lezen de belofte van God in Hosea 2:13-14: ‘Daarom, zie, Ikzelf ga haar lokken, haar de woestijn in leiden, en naar haar hart spreken. Ik zal haar daarvandaan haar wijngaarden geven, en het dal van Achor tot een deur van hoop.’
Zonder God kunnen we onze zonden en problemen niet overwinnen. We blijven dan verslagen in het dal zitten. God is de Enige Die onze vallei van moeilijkheden kan maken tot een deur van Hoop. God spreekt in Jesaja 65:10: ‘Saron zal tot een schaapskooi worden en het Dal van Achor tot een rustplaats voor rundvee, voor Mijn volk, dat Mij gezocht heeft.’
Laat God jouw Achordal tot een rustplaats maken!
Vind het bij Silo: de Rustaanbrenger Jezus.
Laat je bemoedigen door de God van de hoop
De Bijbel is het meest bemoedigende boek van hoop, geloof en liefde. Daarin komt de God van de hoop je tegemoet met onbegrijpelijke liefde. Zijn betrouwbaar Woord biedt ons het beste toekomstperspectief wat maar denkbaar is. In dit Dagboek van de hoop wordt dit aan je doorgegeven, zodat je moed zult scheppen en rust zult vinden voor je ziel.
Als je in een duistere put zit, kan God het deksel weghalen en Zijn licht en liefde over je laten schijnen. Als je gevangen zit in jezelf, kan Hij de deur van hoop voor je openen. Jezus is de deur voor angstige en opgejaagde schapen. Hij is de goede Herder. Ervaar je jezelf als een afgedwaald, eenzaam, angstig en verloren schaap, terwijl je opgesloten zit in jezelf? Kom dan tot de goede Herder, Die je door Zijn nodigend woord opzoekt.
God kan de deur van hoop voor je openen
als je gevangen zit in jezelf
God zoekt wat is afgewezen en weggedreven. Hij wil in Zijn genade onze schuld vergeven als wij ons aan Jezus gelovig overgeven. Hij is de Heiland: de Redder, Verlosser en Heler.
God komt in Zijn Evangelie door Jezus Christus tot ons, niet om ons te veroordelen, maar te behouden. Hij wil dat wij Zijn aanbod van genade gelovig aanvaarden. (Zie Joh. 3:16-18). Jezus geeft aan in Joh. 3:16:
‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’
Ds. Richard Wurmbrand (1909-2001) heeft 14 jaar in gevangenschap gezeten vanwege zijn geloof in Jezus Christus en het uitdragen van het Evangelie. Toen hij in communistisch Roemenië werd opgepakt, overviel de angst hem. Hij vertelde later dat hij zich toen ineens herinnerde:
‘In de Bijbel heb ik 366 verzen gevonden die ons aanmoedigen om niet bang te zijn. Eén voor iedere dag van het jaar én eentje extra voor het schrikkeljaar. Toen ik geblinddoekt in de auto zat, dacht ik aan de dagtekst van die dag: Psalm 56:4. Een tekst met een oproep om niet bang te zijn.’ Het was die dag juist 29 februari: de schrikkeldag.
Laten de woorden in deze tekst je ook aanmoedigen:
‘Op de dag dat ik vrees, vertrouw ik op U’
Stel je hoop op God en op Zijn Woord. Spreek je ziel aan, zoals we lezen in Ps. 42:12: ‘Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God.’
Rom. 15:13 geeft ons aan:
‘De God nu van de hoop
moge u vervullen met alle blijdschap en vrede in het geloven,
opdat u overvloedig bent in de hoop,
door de kracht van de Heilige Geest.’
***
Dag 1. Wil je vrij zijn?
Jezus nodigt ons uit en leert ons in Matth.11:28-30: ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht’
Vrijgekocht uit de kooi van de boze kweller
Ken je de gelijkenis van de papegaai die door een wreedaard in een kooi was gelokt? De sadist begon vervolgens de mooie veren uit de arme vogel te plukken. Hij bleef maar doorgaan om het ongelukkige dier te kwellen. Op den duur verkeerde de vogel in een uiterst erbarmelijke toestand.
Vervolgens kwam er een dierenvriend op bezoek bij de wreedaard. Hij zag het gekwelde dier in de kooi liggen en vroeg de eigenaar of hij de vogel kon kopen. Omdat er niets meer was te plukken van de kale papegaai, en hij er toch nog wel een slaatje uit wilde slaan, gaf hij uiteindelijk toe om de vogel duur te verkopen.
De dierenvriend betaalde de hoge prijs en nam de vogel mee naar zijn eigen huis. Daar heeft hij de papegaai zo goed mogelijk verzorgd. Het dier is uiteindelijk helemaal hersteld. Zijn veren groeiden weer uit en de vogel kon weer vliegen. De papagaai hoefde echter niet in een kooi, maar mocht vrijuit rondvliegen, zowel binnen als buiten het huis. De dankbare vogel bleef uit liefde tot de redder zoveel mogelijk in de buurt van de goede man en leefde nog lang en gelukkig.
1. Waarom lijkt het verhaal op de boodschap van de Bijbel en het Evangelie?
2. Hoeveel heeft Jezus heeft er voor over gehad om mensen te redden?
Elly & Rikkert zingen naar aanleiding van Matt. 11:28-30:
Is de last van je leven te zwaar, je gedachten vermoeid en verward,
kom dan bij Mij en kniel. Ik geef rust voor je ziel.
Kom en leer van Mij: ‘k Ben nederig van hart.
Kom bij Mij, kom bij Mij, zegt Jezus, als je moe bent en uitgeblust.
Kom bij Mij met je last. ‘k Heb een juk dat je past.
***
Dag 2. Waartoe is Jezus op aarde gekomen?
In het begin van Zijn prediking las Jezus in de synagoge in Nazareth Jesaja 61:1-2a, zoals we lezen in Lukas 4:18-19: ‘De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid, om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken.’
Daarna gaf Hij aan dat deze Schrift in Hem in vervulling is gegaan (vers 21). De hoorders in Nazareth wilden Jezus niet als Heiland accepteerden. Ze verwierpen ongelovig en met ergernis Zijn reddend Evangelie.
Het woord ‘evangelie’ betekent letterlijk ‘blijde boodschap’. Het gebeurde dat een nieuwe Romeinse keizer aan het begin van zijn regering een amnestie afriep voor bepaalde (krijgs)gevangenen. (Een amnestie is een algemene kwijtschelding van straf, een generaal pardon.) In het Grieks werd dit ook ‘euaggeliou’ genoemd. Zo’n keizer riep dus het evangelie uit tijdens of na zijn troonsbestijging.
Jezus is als Heiland tot ons op aarde gekomen. (Heiland betekent: Redder, Bevrijder en Heler.) Het Evangelie van Jezus Christus biedt ons redding, vergeving, bevrijding en genezing. Wat een heerlijke blijde boodschap!
In Lukas 4:18-19 gaat het vooral om geestelijk arme, gebroken, gebonden en gevangen mensen. Zo kun je jezelf dus ook voelen als je geestelijk herstel nodig hebt. Als Jezus in je leven komt, word je bevrijdt en kun je herstellen van de genoemde zaken. Je ervaart dan geestelijk iets van wat er gebeurde tijdens het jubeljaar in Israël.
1. Wat heeft het evangelie van Jezus Christus je te bieden?
Wat heb je van Hem nodig?
2. Hoe kun je deze bevrijding en het geestelijk herstel ontvangen?
***
Dag 3. Hoeveel ben je werkelijk waard voor God?
Je lezen in de Bijbel hoeveel je waard bent voor God. In het Evangelie van Jezus Christus komt Hij je tegemoet. We zijn zóveel waard voor God, dat Hij Zijn geliefde Zoon heeft opgeofferd voor zondaren. Jezus geeft aan in Joh. 3:16: ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’ Dat is Zijn weergaloze liefde voor de van Hem vervreemde mensenwereld. Hij zoekt ons behoud.
Trek je daarom niet terug in jezelf, maar kom tot Jezus. Hij is het kostbare geschenk van God. In Hem zijn we voor God pas echt waardevol. Als we in Hem onze identiteit vinden, kunnen we dankbaar en vreugdevol verdergaan.
Voor God ben je veel waard
Eigenlijk is een ongelovige een verloren waardepapier, die zijn leven heeft uitgegeven in een wereld van zonde en verderf. Hij is moedwillig uit de hand van zijn Maker weggeglipt en in het slijk gevallen. Misschien ben je wel weggegooid en is er al veel op je getrapt.
Nu roept God je door Zijn Woord. Hij is de Heiland, Die naar je zoekt, om je weer op te rapen en te reinigen, zoals bij de verloren penning (Luk. 15:8-10). Dat is toch een heerlijke gedachte!
Hoe je ook over jezelf denkt, voor God ben je veel waard! Hij vindt je de moeite waard om je het Evangelie te brengen. Hij heeft daar Zijn geliefde Zoon voor willen opofferen aan het kruis. Als Hij tot je komt in Zijn Woord wil iets moois van je maken.
Hoeveel is een verkreukeld mens nog waard?
Stel je voor dat jouw briefje van 1000 euro per ongeluk in een vuilniszak terecht is gekomen. Je hoort daarna van iemand dat deze verkreukeld en vervuild op een vuilnisbelt ligt. Ga je het briefje dan niet opzoeken, oprapen en zoveel mogelijk herstellen? Voor jou is het briefje nog steeds 1000 euro waard. En zo zijn vervuilde weggelopen kinderen nog steeds veel waard voor de hemelse Vader.
1. Wat vind je van de kernboodschap van de Bijbel in Johannes 3:16?
2. Hoeveel ben je waard voor God als je verkreukeld bent?
***
Dag 4. Een verloren zoon is welkom thuis
Lezen: Lukas 15:11-24
Uit de gelijkenissen van Jezus van het verloren schaap, de verloren penning en de verloren zoon blijkt duidelijk dat we veel waard zijn voor God. Je kunt het lezen in Lukas 15.
Ken je het verhaal van de zoon die zijn ouderlijk huis verliet, om zich uit te kunnen leven in een wereld van genot en overdaad? De jonge man vond de toekomst met zijn ouders op de boerderij niks voor hem. Hij liet zijn liefhebbende ouders zomaar in de steek. Het meegenomen geld was bestemd om de boerderij op gang te houden.
Uiteindelijk had hij alles opgemaakt. Zijn zogenaamde vrienden hadden hem verlaten. Zonder geld en plezier was hij niets waard voor hen. Ze wilden met hem lachen, niet met hem huilen.
Berooid, ontredderd en depressief schreef hij zijn ouders een noodbrief. Hij schreef: ‘Lieve papa en mama. Ik heb gezondigd tegen jullie. En ik heb gezondigd tegen God. Ik ben het niet meer waard om jullie zoon genoemd te worden. Ik heb er alles doorgejaagd in een losbandig en zondig leven. Mijn geld voor de toekomst op de boerderij is opgemaakt. Ik zie er uit als een zwerver.
Met het laatste geld dat ik heb, wil ik naar jullie toekomen. De trein rijdt langs onze boerderij. Misschien durf ik niet uit te stappen, want ik schaam me om jullie onder ogen te komen. Heb ik het voorgoed verknoeid? Wat heb ik jullie nog te bieden? Mag ik nog wel thuis komen? Ik ben bang. Ik ga op weg, en hoop over vijf dagen langs te komen.
Willen jullie een wit laken aan de waslijn hangen als ik toch nog welkom ben? Dan kan ik het vanuit de trein zien, als ik de laatste bocht vóór het perron passeer. Als er geen laken hangt, weet ik dat ik niet meer welkom ben.’
Nadat hij de brief gepost had, ging hij op weg. Hoe dichter de trein de boerderij naderde, hoe zenuwachtiger en banger hij werd. Hij vroeg aan een man die tegenover hem zat, of hij voor hem wilde kijken uit het raam. Hij omschreef de boerderij, en vroeg hem uit te kijken naar de waslijn in de tuin, of daar een wit laken aan hing.
Toen kwam de laatste bocht. De overbuurman keek uit het raam van de coupé. De spanning steeg.
Ineens riep de man: ‘Kijk, kijk, de hele waslijn hangt vol witte lakens! Maar niet alleen aan de waslijn, maar ook in de boom voor het huis hangen lakens.’ Het was duidelijk genoeg: de verloren zoon was welkom thuis!
Keer terug naar een liefdevolle Vader!
Volledige acceptatie van de verloren zoon
In vers 20 zie je het liefdevolle hart, het verlangen en de bewogenheid van de vader, in de woorden: ‘En toen hij nog ver van hem verwijderd was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem.’
De vader rende hem tegemoet en kuste hem hartelijk. Hij verzoende zich letterlijk met zijn zoon, en herstelde de verbroken relatie met hem.
Hij werd in eer en waardigheid hersteld, met het feestgewaad en een zegelring (als blijk van vertrouwen). De sandalen wijzen erop dat hij voortaan vrij man zou zijn, en niet een slaaf (die barrevoets ging).
Door het feestmaal met het gemeste kalf wilde de vader zijn huisgenoten in zijn grote vreugde laten delen.
In de gelijkenis van de verloren zoon zien we de kern van het Evangelie van de liefde en genade van God tot verloren zondaren. Deze gelijkenis van Jezus is door de eeuwen heen een reddende en bemoedigende boodschap geweest voor velen.
1. Welke teksten in Lukas 15:11-32 spreken je aan? Waarom?
2. In hoeverre herken jij jezelf in deze gelijkenis?
3. Weet je waarom de vader in de gelijkenis op de uitkijk stond
en daarna zijn vieze zoon zo liefdevol omhelsde?
4. Waarom zijn we zoveel waard voor God?
5. Hoe laat Hij ons dat zien in Zijn Woord?
***
Dag 5. Hoe zie jij jezelf?
Hoe is jouw identiteit ontwikkeld? Weet je wel wie je bent, en wat je nog kunt bereiken? Hoeveel ben je waard voor God? Weet je al dat je waardevol bent. Je kunt jezelf waardeloos voelen. Vooral pubers in de identiteitscrisis kunnen erg onzeker zijn over zichzelf. Ouderen kunnen in deze crisis blijven hangen. Herken je dit? Ben je wel eens vernederd door negatieve woorden die anderen over je hebben uitgesproken? Als ze zeggen dat je niets waard bent, kun je dit ook van jezelf gaan denken.
Hoe ga je om met je gevoelens?
Een laag zelfbeeld en gevoelens van afwijzing kunnen de groei naar een gezond geestelijk leven belemmeren. Daarna kan de angst je blijven achtervolgen. Je leven wordt eenzaam en verdrietig als je maar blijft denken: ‘Wie wil er nog naar mij omzien?’
‘Zien op Jezus’ geeft je pas echt meerwaarde
Het is belangrijk dat je vanaf je vroegste jeugd al een boodschap van hoop meekrijgt. Leer van jezelf af te zien en op Jezus te zien. In Zijn licht ga je jezelf ook anders zien. Al ben je voor bepaalde mensen niet de moeite waard, zo is dat niet bij God. Voor wie heeft Jezus Zich opgeofferd?
We lezen in Johannes 9 dat Jezus de man die blindgeboren was, heeft genezen. We zien daarbij ook het geestelijk herstel van deze afgewezen man. De genezen man sprak vrijmoedig over Jezus. De kwade Joden zeiden: ‘U bent geheel in zonden geboren, en onderwijst u ons?’ En ze wierpen hem de synagoge uit (Joh. 9:34).
Daarna zocht Jezus hem op en zei: ‘Gelooft u in de Zoon van God?’ Hij reageerde: ‘Wie is Hij, Heere, zodat ik in Hem kan geloven?’ Jezus zei tegen hem: ‘Die u gezien hebt én Die met u spreekt, Die is het.’ (Joh. 9:35-37). Hij reageerde: ‘Ik geloof, Heere! En hij aanbad Hem’ (vers 38).
Lees Johannes 9
1. Waaruit blijkt de afwijzing van de blindgeborene?
Zelfs de discipelen zagen het verkeerd. Wat vind je ervan?
2. Wat lees je over de opzoekende liefde van Jezus voor hem tegenover
de veroordeling van de Joden? Wat spreekt je hierin aan?
***
Dag 6. Open je ogen voor het licht
Lezen Joh. 9:1-7 en Joh. 3:16-21
Jezus is als het waarachtige Licht in de wereld gekomen om ons te verlichten (Joh. 1:9). Het is een confronterend licht waar je niet omheen kunt. Het schijnt in je hart en brengt je innerlijk leven in het licht. Daarbij komen je angsten, emotionele pijnen, boosheid, twijfels en motieven aan het licht.
De meeste mensen verschuilen zich voor dit licht en willen in de duisternis blijven. In Joh. 3:20 wordt erover opgemerkt: ‘Want ieder die kwaad doet, haat het licht en komt niet tot het licht, opdat zijn werken niet ontmaskerd worden. In Joh. 3:21 wordt aangegeven: ‘Wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat zij in God gedaan zijn.’ Jezus opende daartoe de ogen van de blindgeboren man (Joh. 9:3).
Hoe reageer je op het licht van het Evangelie
dat ook nu weer tot je komt?
God ziet naar ons om als wij het nog niet zien. Zo was het ook bij Jezus en de blindgeboren man. Daarna moest de blinde zelf ook iets doen, namelijk ‘zich wassen en geloven’. De door Jezus aangeraakte blinde man gehoorzaamde in geloof.
1. Ben je wel eens door de liefde van God geraakt en door Hem verlicht?
2. Welke nieuwe activiteiten zijn er toen in je leven gekomen?
3. Wat herken je van het geloof van de blindgeboren man bij jezelf?
4. De genezen man zei tegen de kwade Joden: ‘Eén ding weet ik,
dat ik blind was en nu zie.’ Kun je dat ook zeggen door het geloof?
5. We lezen in Johannes 9:38, dat de man belijdt en laat zien:
‘Ik geloof, Heere! En hij aanbad Hem.’
Heb jij ook het licht gezien? en volg je nu het Licht der wereld?
Kom tot het licht en volg Jezus, Die aangeeft in Joh. 8:12:
‘Ik ben het Licht der wereld;
wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen,
maar zal het licht van het leven hebben.’
***
Dag 7. Ben je ontmoedigd?
Heb je een laag zelfbeeld gekregen door aangeleerde hulpeloosheid? Wat is dat? Waardoor ben je ontmoedigd? Is je wilskracht erdoor gebroken?
De bekende counselor dr. Neil Anderson geeft ons door: ‘De meeste aangeleerde hulpeloosheid is het resultaat van ervaringen uit onze kindertijd. Door het gemis van Gods aanwezigheid in ons leven en de kennis van Zijn weg, leerden we hoe we moesten overleven, onszelf verdedigen en beschermen.’ Hij gaat verder: ‘Velen voelen zich verslagen vanaf het begin, omdat de boodschappen die ze van de wereld ontvingen vaak negatief waren: ‘Dat kan jij niet, laat mij dat maar doen. Je bent te klein of te dom. Jij zult nooit wat voorstellen. Het is een ellendige wereld daarbuiten, dus wees voorzichtig en zorg voor rugdekking.’ Met deze boodschappen is het niet gek dat we denken dat we niets kunnen.’
Word geen olifant aan een paaltje
Ik toon met het volgende voorbeeld aan wat een ongezonde onderwerping uitwerken: In een rondtrekkend circus komt het voor dat men een jonge olifant vastzet met een touw aan een paaltje. Het jonge dier zal in het begin hebben geprobeerd om zich los te rukken. De kleine olifant was daarvoor toen nog niet sterk genoeg. Een kind zou nog kunnen bedenken in vergelijkbare hulpeloze situatie: ‘Wacht maar als ik groter ben!’
Op den duur doet de olifant geen moeite meer om los te komen. In het circus wordt er nog meer dressuur op het onderworpen beest toegepast.
Na verloop van tijd is het volwassen dier echter groot en sterk genoeg om het paaltje uit de grond te trekken. Toch zal de olifant dit niet doen. Zodra het touw strak wordt getrokken aan het paaltje, onderwerpt het grote dier zich aan de aangeleerde onderworpenheid van de jonge jaren. Vanbinnen is de grote olifant nog steeds het kleine olifantje gebleven.
Zo kunnen kinderen worden opgevoed tot hulpeloosheid, en niet tot volwassenheid. Hoe zal een ‘onderworpen kind’ zich ontwikkelen?
1. Wat vind je van de tekst van Anderson over ‘aangeleerde hulpeloosheid’?
2. Is het voorbeeld van de olifant aan het paaltje herkenbaar?
3. God maakt van gebonden slaven geliefde kinderen, die vrij zijn in Jezus.
Lees hierover Gal. 4:1-7 en 5:1+13. Hoe kom je tot deze vrijheid?
***
Dag 8. Ben je veilig en geliefd?
Veiligheid is één van de belangrijkste levensbehoeften van een mens. Veel geestelijke vluchtelingen gaan gebukt onder een gevoel van onveiligheid. Dat kan al zijn ontstaan in de vroegste kinderjaren. Voelde je jezelf wel veilig in het gezin? Als klein kind ben je erg kwetsbaar. Je moet jezelf veilig en geborgen weten. Kleine kinderen klampen zich vast aan een vader of moeder. Ze schrikken van harde en dreigende woorden. Als er een sfeer van ruzie en angst heerst, kunnen kinderen innerlijk beschadigen.
De liefde van God verdrijft de angst
In 1 Joh. 4:8 wordt aangegeven: ‘God is liefde’. We lezen in 1 Joh. 4:18: ‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit. De vrees houdt immers straf in, en wie vrees is niet volmaakt in de liefde.’ In het Grieks staat er dat de volkomen liefde de vrees uitwerpt. Er wordt vertaald: ‘Liefde laat geen ruimte voor vrees’, ‘liefde sluit angst uit’ en ‘liefde laat geen ruimte voor vrees’. Het Griekse grondwoord ‘phobos’ betekent vrees of angst. Dit staat lijnrecht tegenover liefde en vrijmoedigheid.
Paulus geeft ons door in 2 Timotheüs 1:7: ‘Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid.’ Het gaat hierbij om een geest van lafhartigheid, een angst die je vatbaar maar voor intimidatie. Je wordt geïntimideerd door bedreiging en bangmakerij. Je gedrag wordt erdoor beïnvloed.
Kwade geesten en slechte opvoeders kunnen je ontmoedigen en angst aanjagen, maar door het geloof weet je jezelf veilig en beschermd bij God.
De Heilige Geest werkt in het karakter van gelovigen een geest van kracht, liefde en zelfbeheersing. Het gebruikte Griekse woord ‘sophronismos’ moet je zien als een gave van de Heilige Geest, waardoor de gelovige in staat wordt gesteld om zijn emoties en gevoelens ondergeschikt te maken aan de leiding van God. Hij weet zich daardoor veilig en beschermd.
1. Waardoor kun je nog vatbaar zijn voor angst, negatieve overheersing
en intimidatie? Wat kan dat met je doen?
2. Hoe word je bevrijd van angst? Zie de bovenstaande Bijbelteksten.
***
Dag 9. Van een slaaf van angst naar een kind van God
Komt het regelmatig bij je terug: ‘Waarom word ik nog beheerst door angst en bezorgdheid? Kan ik mijn angst wel te boven komen? Wie haalt mij uit deze neergaande spiraal in mijn negatieve denken? Wie begrijpt me? Wil God mij wel accepteren? Ben ik wel geliefd? Wie helpt in uit mijn eenzaamheid, angst en bezorgdheid? Hoe kan ik geloven?’
Verlang je naar acceptatie? Wil je weten dat dat God je in liefde aanvaard heeft? Wil je kunnen zeggen als kind van God: Abba, Vader? Hoe kun je geloven?
Geloof is de weg naar acceptatie
Als we door het geloof bij Jezus horen, worden we volgens Efeze 3:6 ‘begenadigd en aanvaard in de Geliefde’. (In de Engelse King James vertaling: ‘Accepted in the Beloved’). Dan je dus door God geaccepteerd!
Geestelijke slavernij of de Geest van ‘Abba, Vader!’
Van de gelovige kinderen van God lezen we in Romeinen 8:15: ‘Want u hebt niet de geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba Vader!’
In de Studiebijbel wordt onder meer verklaard: ‘De gelovigen hebben de Heilige Geest ontvangen, die hier de ‘Geest van adoptie’ wordt genoemd. Paulus gebruikt het woord ‘huiothesia’ (aanneming tot zoon, adoptie).’
In Galaten 4:6 en 7 lezen we: ‘Nu, omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader! Dus nu bent u niet langer slaaf, maar kind; en als u kind bent, dan bent u ook erfgenaam van God door Christus.’
Hopelijk kun je instemmen met de woorden uit Opwekking 794:
I’m no longer a slave to fear.
I am a child of God.
1. Wanneer ben je nog een slaaf van angst?
2. Wat betekent het dat je ‘geaccepteerd bent in de Geliefde’?
3. Welk antwoord behoor je te geven op het aanbod van God
inzake de geestelijke adoptie?
4. Wat betekent ‘Abba, Vader’ voor jou?
***
Dag 10. Kom uit de kelder van angst en bezorgdheid
Verkeer je regelmatig in de kelderverdieping van de angst? Daarin worden we bij tijden gekweld door angstige gedachten naar onszelf, anderen en God toe. Hoe vaak trek ik me nog terug in de kelderruimte van de angst? In deze duistere toestand zijn de geesten van de duisternis actief. Zij zullen daar gaan infiltreren via je gedachten en gevoelens. Ze willen je steeds weer laten kelderen.
Hoe kun je angst en bezorgdheid op een veilige afstand houden? Hoe kom je deze ontmoedigende kwellingen te boven komen?
Verlaat deze kelder en kom hogerop. Blijf niet angstig in het donker ronddwalen. Ga naar een plaats waar het licht schijnt.
Sta op, word verlicht! (Jes. 60:1). Je wordt in het Evangelie geroepen vanuit de duisternis tot het Licht.
Jezus wil je als het Licht der wereld leiden in het licht
(Joh. 8:12)
In de bovenkamer van de hoop nodigen het licht en de warmte van de liefde van God je uit om het raam voor Jezus open te zetten. Het geloof opent het raam voor de onweerstaanbare liefde van God. Het Licht der wereld geeft ons gelegenheid om ons hart voor Hem te openen. Jezus klopt op de deur van ons hart (zie Openb. 3:20). Open je hart voor de vergevende liefde van God en de helende kracht van de Heiland.
1. Wat herken je bij jezelf in Psalm 25:16-18 van de aangegeven
eenzaamheid, ellende, angst, moeite en schuld door zonden?
2. Denk na over Psalm 27:1, waar David aangeeft:
‘De HEERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen?
De HEERE is mijn levenskracht, voor wie zou ik angst hebben?’
Wat betekent deze tekst voor jou?
3. Hoe kun je Jezus binnenlaten in je hart als je let op de volgende uitleg:
‘De liefde van God schijnt door het venster van de hoop in het hart.
Het geloof opent het raam.’
Betrek bij je antwoord Openb. 3:20, waar Jezus nodigt:
‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij.’
***
Dag 11. Hoe overwin ik mijn angst?
We leven in ‘de eeuw der bezorgdheid’ (dat is al in het begin van deze twintigste eeuw opgemerkt). Angst is wel het meest voorkomende psychische probleem.
In het boek ‘Hoe overwin ik mijn angst’, van dr. Niel T. Anderson en Rich Miller, wordt gesteld: ‘Angst is een dief. Angst holt het geloof uit, berooft ons van onze hoop, beneemt ons onze vrijheid en neemt onze vreugde van een overvloedig leven in Christus weg.’
De schrijvers geven verder aan: ‘Niemand kan ons verleden ongedaan maken, maar dankzij Gods genade kunnen we er wel vrij van zijn. Alleen in Christus zijn we er zeker van dat onze angsten overwonnen worden. Hij is de Enige op wie we onze angst en bezorgdheid kunnen werpen en die ons de vrede van God kan geven, die alle verstand te boven gaat.’
In het Engels wordt weergegeven:
‘Let your faith overcome your fear
and God will turn your worry into worship.’
Blijf niet te lang in je geïsoleerde positie een met deze negatieve gevoelens worstelen. Geef je angstige geheim prijs aan betrouwbare gelovigen. Laat voor je bidden.
In het genoemde boek wordt het getuigenis van een vrouw doorgegeven die jarenlang heeft geworsteld met angst en een sociale fobie. Ze had niemand om naartoe te gaan. Ze probeerde tot God te bidden in haar tienerjaren, en Hem om hulp te vragen, maar had het gevoel dat Hij heel ver weg was.
Haar gelovige zus had twaalf jaar lang trouw voor haar gebeden. Uiteindelijk belde ze haar midden in de nacht op omdat ze het niet langer kon verdragen om in deze ellendige gevangenis te leven.
Ze schrijft in haar getuigenis: ‘Er was een wereld buiten me die ik nooit echt kon aanraken of voelen, en ik ging eraan onderdoor.’ Ze gaat verder: ‘Ik wilde zó graag leven. En ik wilde vrij zijn, en dus belde ik haar in tranen op en vroeg haar hoe ik die Jezus moest vinden over Wie ze het altijd maar had.’
Ze vertelt over haar bevrijding: ‘Ze bad met me over de telefoon, en de rest van de nacht las ik de Bijbelverzen die ze me had gegeven. Ze gingen allemaal op de een of andere manier over vrijheid. Vrijheid! Ik had opeens heel veel hoop. Dat was het begin van mijn reis van vernieuwing. Ik had al die jaren in de greep van een verlammende angst geleefd; angst om bang te zijn. Het onbekende maakte me zo ontzettend bang.’
Ze begreep ook de lichamelijke gevolgen van de jarenlange opgekropte angst, waar ze mee te maken had. Het bracht haar op de weg naar rust en vrede. Daarna kon ze de opkomende oude negatieve gedachten bedwingen met de waarheid.
Ze geeft aan: ‘En die waarheid is dat Jezus altijd bij me is, en dat ik nergens bang voor hoef te zijn.’
Als je in een ellendige gevangeniskelder van angst leeft, kan ik je zeggen: ‘Er is een wereld boven je, waar de liefde van Jezus je kan aanraken. Hoe kun je worden verlost van een slavenjuk van angst, waarmee je jezelf (weer) hebt laten belasten. In Galaten 5:1 worden we opgeroepen:
‘Sta dan vast in de vrijheid
waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft,
en laat u niet weer met een slavenjuk belasten.’
Weggestopte angsten
Er kan vaak een onbestemde angst in ons leven zijn. Het zit dan wel ergens in de bewuste of onderbewuste kelderverdieping van ons bestaan. Als je jezelf vaker de vraag stelt: ‘ik ben bang dat …’ dan is dat een signaal van aanwezigheid van een bepaalde angst.
1. Waar ben je bang voor?
Probeer eens 3 soorten angst in je leven te benoemen.
Begin met ‘Ik ben bang dat …’
Een prediker stelde: ‘Ik ben me bewust van die angst,
maar wil me er niet door laten leiden.’
2. Hoe kan deze stelling voor jou ook realiteit worden?
3. Wat spreekt je aan in het getuigenis van de vrouw met de sociale angst?
4. God spreekt in Jesaja 41:10: ‘Wees niet bevreesd, want Ik ben met u,
wees niet verschrikt, want Ik ben uw God.’ Kun je dat te geloven?
5. Wat vind je van de volgende woorden uit Psalm 23:4?
We lezen daar: ‘Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis,
ik vrees geen kwaad, want U bent met mij.’
***
Dag 12. Hoop voor de tobber en het slachtoffer
Wie komen we tegen in de kelder van angst en bezorgdheid?
Het meest vatbaar voor angst en bezorgdheid is daarbij de tobber. Deze persoonlijkheid vergroot de angst boven wat er aan de hand is, en werkt bezorgdheid in de hand door zelfs wel van het ergst denkbare uit te gaan. Er wordt gesteld in het boek van Niel Anderson: ‘Tobbers vinden het moeilijk om rust te vinden in de liefhebbende en beschermende armen van hun hemelse Vader.’
De tobber denkt:
‘Het zal wel nog erger met me worden’
Een ander genoemd type is het slachtoffer. Deze kan worden overweldigd door een gevoel van hulpeloosheid en hopeloosheid. Hij houdt zijn falen bij en denkt dat hem nog meer pech staat te wachten. Hij voelt zich misdeeld en waardeloos, schiet te kort, en blijft maar klagen en treuren. Als je de rol van slachtoffer speelt, kan dat een excuus worden om er nooit bovenop te raken.
Het slachtoffer denkt:
‘Altijd pech voor mij’
Jeremia geeft aan in Klaagliederen 3:1, na de verwoesting van Jeruzalem: ‘Ik ben de man die ellende gezien heeft.’ Naar God toe verwoord hij in de verzen 2-3: ‘Mij heeft Hij geleid en doen gaan in duisternis, en niet in licht. Ja, Hij heeft telkens weer Zijn hand tegen mij gekeerd, de hele dag.’ Hij betrekt zichzelf bij de schuld en straf van het volk Israël. In zijn klaaglied klinken ook de gevoelens van de tobber en het slachtoffer door. In Klaagl. 3:7 geeft hij aan: ‘Hij heeft een muur om mij heen opgeworpen, zodat ik er niet uit kan gaan.’
1. Zit je ook opgesloten in een kelder van verdriet, angst en bezorgdheid?
Betrek hierbij de woorden van Jeremia in Klaagl. 3:1-9 en 17-18.
Is het terecht om zo over de leiding van God in je leven te klagen?
2. Denk nu na over de volgende woorden van Jeremia in Klaagl. 3:22-26:
‘Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn,
dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is!
Nieuw zijn ze, elke morgen; groot is Uw trouw! Mijn deel is de HEERE,
zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem open.
Goed is de HEERE voor wie Hem verwacht, voor de ziel die Hem zoekt.
Goed is het te hopen en stil te wachten op het heil van de HEERE.’
3. Hoe kom je als tobber en slachtoffer uit de kelder van zelfbeklag?
***
Dag 13. Hoop voor de criticus
Een derde type dat we tegenkomen in de kelder van angst en bezorgdheid is de criticus. Deze kan een overgevoelig geweten hebben, terwijl hij zichzelf en anderen hekelt. Eigenlijk kan deze persoon ook getypeerd worden als ‘een innerlijke criticus’. Je kunt dan steeds weer aangevallen worden door gedachten als; ‘Ik kan niets goeds doen, wat ben ik toch dom’ Als criticus kun je jezelf vaak ontmoedigd en verslagen voelen.
De criticus denkt:
‘Nooit goed genoeg’
Misschien is er vroeger al een negatief etiket op je geplakt. Als Criticus blijf je het dan bij jezelf en anderen ook doen. In het boek van Anderson wordt aangegeven dat dit de criticus onmogelijk maakt om te genieten van de blijdschap en de vrijheid van ‘een kind van God te zijn’. Men stelt verder dat daardoor het geloof uit je kan worden weggezogen, omdat je niet in staat bent je angst te overwinnen.
Je kunt door onrust worden voortgedreven. Vraag jezelf hierbij af: ‘Wat hebben hierin anderen je aangedaan?’ Bedenk hierbij ook: ‘Wat doe je jezelf hierbij nog steeds aan?’ Goddelozen zijn namelijk ook als een opgezweepte zee, die niet tot rust kan komen en ze hebben geen vrede (Jes. 57:20-21). Een dubbelhartig man die twijfelt is ook als een golf van de zee, die door de wind wordt voortgestuwd. Die ontvangt daarom ook geen rust in de ziel (zie Jak. 1:5-8).
1. Wat kun je jezelf aandoen waardoor de onrust en ontevredenheid in je ziel
blijft voortduren? Herken je de criticus bij jezelf?
2. Hoe ziet je Jakobus 1:2-12 voor jezelf?
3. Hoe kun je jezelf en anderen onterecht beoordelen?
Betrek hierbij Matth. 7:1-5 en Jak. 4:11-12.
4. In de Psalmen 42 en 43 gaat het over een onrustige en voortvluchtige ziel.
Hoe kun je jezelf in rustige vaarwater brengen en je ziel toespreken?
Denk hierbij na over Psalm 43.
5. In de verzen 1-2 gaat het nog over onrecht en onderdrukking.
Daarna zoekt de dichter naar de leiding van God.
Wanneer komt de rust en de blijdschap terug in de ziel?
Wat herken je bij jezelf in deze psalm?
***
Dag 14. Rust en vrede voor de perfectionist
Nauw verwant aan de Criticus is de perfectionist. Dit kan ook een melancholische of zwaarmoedige Perfectionist zijn. Hij denkt steeds dat het nog beter kan en moet.
De perfectionist denkt:
‘Ik moet het nog beter doen’
In het eerder genoemde boek van Anderson wordt verklaard: ‘Perfectionisten ervaren nooit gemoedsrust omdat ze nooit perfectie kunnen bereiken. Hun overweldigende behoefte om het steeds beter te doen, maakt hen opgejaagd, gespannen en geprikkeld. Ze werken een angststoornis zelf in de hand, omdat ze het niet kunnen verdragen om te falen, en al helemaal niet in het openbaar.’
Met een melancholisch, zwaarmoedig temperament ben je bijzonder vatbaar voor depressies. In je overgevoeligheid kun je teveel op jezelf zijn gericht. Waak voor negatieve, kritische gedachten over jezelf en anderen. Je kunt ook kritisch gaan staan tegenover de weg die God met je gaat. Het wordt nog erger als je boos bent op God. Bij God is er geen onrecht. Misschien sta je jezelf in de weg om de weg van God te gaan.
1. In hoeverre sta je jezelf in de weg op de weg van God?
2. Hoe nadelig is het kritische perfectionisme? Wat herken je ervan?
3. Waarover ben je ongerust en bezorgd?
We lezen over de weg naar de vrede van God in Filippenzen 4:6-7. Paulus schrijft daar: ‘Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.’
Jezus heeft Zijn vrede nagelaten aan Zijn volgelingen, zoals we lezen in Joh. 14:27, als Hij bemoedigd: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet ontroerd en niet bevreesd worden.’ In een andere vertaling staat:
‘Maak je niet ongerust en wees niet bang.’
4. Hoe kom je op de weg van innerlijke rust en vrede volgens de teksten?
5. Wat werkt de vrede van God door Jezus uit in je hart en gedachten?
***
Dag 15. Laat de angst maar los
Een lerares van 36 deelt ons over haar leven in het boek van Anderson en Miller. Ze vertelt: ‘Al zolang ik me kan herinneren, word ik geteisterd door angst en bezorgdheid. Ik ben opgegroeid in een gezin waar geweld en misbruik aan de orde van de dag waren.’ De angst die mij gebonden hield, maakte dat ik besloot mijn mond nooit open te zullen doen. Ik kon nooit genieten van de eenvoudige dingen die bij de kindertijd horen.’
Ze werd een perfectionist. Met betrekking tot het geloof merkt ze op: ‘Twee keer probeerde ik Jezus in mijn leven aan te nemen, maar ik was bang dat ik niet goed genoeg was.’
Ze verklaart verder: ‘Ik was bang voor afwijzing en de hoon van anderen, en daarom probeerde ik iedereen tevreden te houden. Zelf wanneer ik sliep had ik geen rust.’
Aan de buitenkant leek ze het nog wel goed te doen, maar vanbinnen heeft ze veel geleden door dit bange geheim. Ze geeft toe: ‘Ik weet dat deze angst me belemmert om zo te leven als ik graag zou willen, maar ik weet niet wat ik eraan moet doen.’ Deze vrouw geeft verder aan: ‘Als mensen mijn ziel konden zien, zouden ze alleen maar pijn, bezorgdheid en angst zien. Is er iemand die me kan helpen?’
1. In hoeverre is het verhaal herkenbaar?
2. Wat vind je bemoedigend in de volgende zinnen uit Opwekking 717?
‘Stil mijn ziel wees stil, en wees niet bang voor de onzekerheid van morgen.
God omgeeft je steeds, Hij is er bij, in je beproevingen en zorgen.
God, U bent mijn God, en ik vertrouw op U, en zal niet wankelen.
Vredevorst vernieuw een vaste geest binnen in mij. die rust in U alleen.’
3. Wil je de angst loslaten en bij God brengen met het volgende gebed?
‘Ik kies ervoor U te geloven op Uw Woord, zelfs wanneer mijn gevoelens en omstandigheden zeggen dat ik bang moet zijn. U hebt gezegd dat ik niet bang moet zijn, omdat U mijn God bent. Want ik lees in Jesaja 41:10:
‘Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt,
want Ik ben uw God.’
Ik dank U voor Psalm 23:4, waarin ik voor mezelf lees: ‘Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want U bent met mij.’
Wilt U me helpen mijn angst en bezorgdheid te overwinnen?
Dank U voor Uw liefde, die mijn angst uitdrijft (zie 1 Joh. 4:18).’
***
Dag 16. Een geest van angst of van kracht
Paulus geeft ons door in 2 Timotheüs 1:7: ‘Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid (lafheid of lafhartigheid), maar van kracht en liefde en bezonnenheid.’ Het gaat hierbij om een geest van lafhartigheid, een angst die je vatbaar maar voor intimidatie. Je wordt geïntimideerd door bedreiging en bangmakerij. Je gedrag wordt erdoor beïnvloed.
Kwade geesten kunnen je angst aanjagen en ontmoedigen, maar door het geloof weet je jezelf veilig en beschermd bij God.
De Heilige Geest werkt in het karakter van gelovigen
een geest van kracht, liefde en zelfbeheersing.
Het Griekse woord grondwoord ‘sophronismos’ bij ‘bezonnenheid’ kan het beste worden weergegeven met ‘zelfbeheersing’. Volgens de Studiebijbel is dit een gave van de Geest, dat ‘bewerkt, dat een gelovige zijn emoties en gevoelens ondergeschikt kan maken aan Gods leiding’.
Fobieën en bolwerken van angst en zorg
Anderson en Miller geven aan in hun boek: ‘Fobieën zijn te vergelijken met kronkelende slangen – hoe meer we er aan toegeven, des te krachtiger hun omstrengeling wordt. Moe van het vechten geven we toe aan de verleiding en geven we ons over aan onze angst. Maar wat een eenvoudige uitweg leek, blijkt in werkelijkheid een gevangenis van ongeloof te worden – een bolwerk van angst dat ons gevangen houdt.’
Er wordt ook door hen opgemerkt dat de meeste christenen worstelen met bezorgdheid, die hun persoonlijke groei belemmert. Ze verklaren: ‘Wanneer je voortdurend bezorgd en angstig bent, gaat het grootste deel van je leven langs je heen, omdat je fysiek, emotioneel en mentaal niet in staat bent met iets anders bezig te zijn dan met de angst waardoor je wordt opgeslokt.’
Ik las een verhaaltje van een kleine jongen die iemand in het donker alleen in een treinwagon zag zitten. Hij vroeg hem of hij niet bang was om zo alleen te reizen. Het jongetje reageerde: ‘Nee hoor, want mijn vader is de machinist.’
1. Hoe kun je jouw emoties ondergeschikt maken aan de leiding van God?
2. Wat denk je van de bolwerken van angst en zorg? Herken je het?
3. Wat zegt 2 Tim. 1:7 je?
4. Begrijp je de rust van het jongetje? Hoe kun je zo vertrouwen in God?
***
Dag 17. De liefde van God verdrijft de angst
Na de zondeval was angst de eerste emoties waarover de Bijbel melding doet. God riep Adam en zei tegen hem (in Gen. 3:9): ‘Waar bent u?’ Adam reageert in vers 10: ‘Ik hoorde Uw stem in de hof en werd bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.’ Dat ziet op angst en schaamte tegenover God.
Ben je ook bang en beschaamd, waardoor je jezelf verbergt? God kijkt zie ons echter in de bosjes en door de vijgenbladen waar achter wij ons proberen te verschuilen. Je kunt door trauma’s, afwijzing, emotionele pijn, vluchtgedrag en leugens een ‘verstopping’ krijgen in je gedachten, zodat je vast blijft zitten in angst, schaamte, bezorgdheid en ongeloof. Wat kunnen we doen met deze ‘verstoppingen in onze gedachten’?
Hoe kunnen we deze geestelijke bolwerken
in ons denken overwinnen?
Bolwerken zijn gedachtepatronen die in ons denken kunnen zijn ontstaan door traumatische ervaringen. Daar kun je dus door Jezus van worden bevrijd. Dat gebeurt door een gelovige overgave aan Hem. Angststoornissen zijn verdedigingsbolwerken of afweersystemen die in je denken kunnen zijn opgeworpen om te overleven, om het te kunnen redden en succes te kunnen hebben in je leven.
We lezen in 1 Johannes 4:18: ‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit. De vrees houdt immers straf in, en wie vrees is niet volmaakt in de liefde.’ In het Grieks staat er dat de volkomen liefde de vrees uitwerpt. Er wordt vertaald: ‘Liefde laat geen ruimte voor vrees’, ‘liefde sluit angst uit’ en ‘liefde laat geen ruimte voor vrees’.
Liefde laat geen ruimte voor vrees
Het Griekse grondwoord ‘phobos’ betekent vrees of angst. Dit staat lijnrecht tegenover liefde en vrijmoedigheid. Johannes geeft aan dat volgroeide of volwassen liefde geen ruimte laat voor vrees, omdat dit verband houdt met ‘straf’. ‘Vrees’ is ook de uiting van een onrustig geweten, dat niet zeker is van de vrijspraak bij het oordeel van God.
1. Ben je bang voor God? Waarom is dat dan?
2. Wanneer wil je jezelf voor God verstoppen, zoals Adam deed?
3. Wat denk je van 1 Joh. 4:18? Hoe kan dat werkelijkheid voor je worden?
***
Dag 16. Je hoeft niet bang te zijn!
Ken je het verhaaltje van een vader die met zijn zoontje in de auto op een drukke weg rijdt? Hij moet zijn handen goed aan het stuur houden. Door het open raam is er echter een grote bij binnengevlogen. De kleine jongen is allergisch voor een bijensteek… zijn gezondheid staat daarbij op het spel. De jongen gilt het uit van angst!
Op een geschikt moment vangt zijn vader de bij in zijn hand. Hij houdt zijn hand vervolgens stevig gesloten. Maar op een gegeven moment heeft hij zijn hand weer nodig aan het stuur… en de bij ontsnapt weer in de auto! De arme jongen gilt het weer uit van angst, vooral ook omdat de bij nu wel agressiever zal zijn. De brommende bij komt gevaarlijk dichtbij… Wat een paniek!
Dan zegt zijn vader: ‘Mijn zoon, je hoeft niet bang te zijn… kijk maar eens in mijn hand. In de hand van zijn vader ziet de jongen de angel van de bij vastzitten! De bij is van zijn gevaarlijke angel beroofd. Hij kan nu geen kwaad meer doen.
Ik denk dat het voorbeeld duidelijk is. Als je bang bent voor ‘de brommende duivel’ om je heen, kijk dan maar gelovig in de handen van Jezus.
Als variant op het bekende kinderliedje kun je zingen:
Je hoeft niet bang te zijn, al dreigt de duivel weer,
leg maar gewoon je hand in die van onze Heer.
God beschermd Zijn kinderen en belooft in Ps. 91:5: ‘U zult niet vrezen voor het beangstigende van de nacht.’ In vers wordt verder aangegeven: ‘Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven dat zij u bewaren op al uw wegen.’
Een gelovige hoeft onder de beschermende hand van God
niet bang te zijn!
In Ps. 91:14-15 lezen we de bemoedigende woorden van God van Zijn kind: ‘Omdat hij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God, zal Ik hem bevrijden; Ik zal hem in een veilige vesting zetten, want hij kent Mijn Naam. Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren, in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn, Ik zal hem eruit helpen en hem verheerlijken.’
1. Laat je jezelf ook wel eens bang maken? Waardoor?
2. Welke geestelijke les zit er in het verhaaltje van de jongen en de bij?
3. Wat spreekt je aan in Psalm 91? Wat leer je van deze ‘bevrijdingspsalm’.
***
Dag 17. Van een bangerik naar een geloofsheld
Wang MingDao (1900-1991) is samen met Watchman Nee een belangrijk leider geweest van de Chinese kerk. In 1955 werd hij gearresteerd, wegens zijn verzet tegen de door de communisten gestuurde Drie-Zelf beweging. Na veertien dagen gevangenis ondertekende hij een bekentenis, dat zijn verzet niet goed was geweest. Na zijn vrijlating besefte hij dat hij ‘gehersenspoeld’ was… en herriep hij zijn bekentenis!
De korte tijd van verloochening heeft hij ervaren als een verschrikkelijke, onhoudbare toestand, veel zwaarder dan de volgende 22 jaar en 8 maanden gevangenschap. In januari 1980 werd hij pas vrijgelaten (twee jaar na de vrijlating van zijn vrouw).
David ontmoette geen lichamelijk gebroken oude man, maar een frisse, vurige gelovige, die de Heere nog steeds innig liefhad. Wang MingDao zei tegen hem: ‘Ik denk aan de woorden die Jezus in Openbaring 2:10 tot Zijn volgelingen spreekt: ‘Wees niet bevreesd voor hetgeen gij lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt, en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens.’
De 23-jarige loutering had hem rijker gemaakt. Hij vervolgde:
‘Vijfentwintig jaar geleden had ik er geen besef van dat satan er op zat te wachten om me op mijn zwakste plek aan te vallen. Ik was een bangerik.
Dat wist ik maar al te goed. En hij bracht mij in aanraking met een terreur, die ik niet voor mogelijk had gehouden. En net als Petrus was ik zwak.’
De Heere heeft hem niets verweten, maar getroost met de woorden: ‘Het geknakte riet zal Hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal Hij niet uitdoven.’ De oude geloofsgetuige verklaarde uiteindelijk:
‘Nu is er nog maar Eén Die ik vrees: God.
Zolang ik niet tegen God zondig en Hem trouw blijf,
heb ik niets te vrezen.
Iedere dag die wij op aarde doorbrengen,
moeten wij waakzaam zijn.’
1. Wat vind je van dit verhaal uit het leven van Wang MingDao?
2. Wat betekenen de moedgevende beloften uit de Bijbel jou?
Kun je er noemen die jou bijzonder hebben bemoedigd?
3. Hoe kun je waakzaam zijn bij je zwakke plekken?
***
Dag 18. Het aangeschoten huis na de oorlog
Dit voorbeeld gaat over een in de oorlog beschoten huis in de polder, waarin iemand in de benedenverdieping is gaan wonen. Hij durft niet meer op de bovenverdieping te komen, omdat hij nog bang is voor beschietingen – en dat terwijl de oorlog allang voorbij is!
Daarmee mist hij het uitzicht naar buiten toe, waardoor hij over de dijk kan kijken naar de monding van de rivier en de zee. Dan zal hij zien dat de kust veilig is. Dan zal het licht weer in zijn bovenkamer gaan schijnen en zijn omgeving weer helder worden. Dan zal ook zijn bovenkamer worden verlicht, zodat hij helder en nuchter kan gaan nadenken. Dan komt hij weer tot de bewustheid van de werkelijkheid. Dan weet hij: ik hoef niet meer bang te zijn, want het gevaar is geweken, de oorlog is voorbij, het is veilig binnen en buiten.
Er zijn verschillende Japanse soldaten geweest die zich tientallen jaren hebben verscholen in de oerwouden van Indonesië en de Filipijnen. Zij beseften niet dat de Tweede Wereldoorlog al voorbij was. Hiroo Onoda kwam pas in 1974 uit de jungle van een Filipijns eiland, terwijl hij door zijn oude commandant daartoe moest worden overgehaald. Hij kon het daarvoor niet geloven. Hoe kun je toch gevangen zitten in angst en ongeloof.
Een kind van God mag het huis van de angst verlaten
en gaan wonen in het huis van de liefde
Je durft jezelf dan over te geven aan de liefde van God. Je geeft je hart aan Jezus, de Heiland, die je bevrijdt van angst en heelt van de innerlijk pijn.
Ga naar de bovenkamer van het geloof, en ontdekt daar de waarheid, zoals we lezen in Psalm 27:1: ‘De HEERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De HEERE is mijn levenskracht, voor wie zou ik verschrikt zijn?
Lees in deze verlichte kamer Psalm 4:7-9. Kom tot rust met het laatste vers:
‘In vrede zal ik gaan liggen en inslapen,
want U alleen, HEERE, doet mij veilig wonen.’
1. Wat herken je bij jezelf of anderen in de genoemde voorbeelden?
Hoe kan iemand komen tot dat ‘oorlogsdenken’.
2. Waardoor kun je gevangen zitten in angst en ongeloof?
3. Wat is het geheim van een krachtig geloof? (Betrek hierbij Ps. 27:1.)
4. Denk na over Ps. 4:7-9. Waardoor kon David vredig slapen? En jij?
***
Dag 19. Hoe komt de vrede van God in ons?
De duivel zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een angstige prooi en slachtoffers (zie 1 Petr. 5:8). Leeuwen proberen hierdoor hun slachtoffers te verlammen van angst. Het is bekend dat een mannetjesleeuw door zijn vervaarlijk gebrul de dieren laat vluchten naar de richting waar de vrouwtjes op de loer liggen. De duivelen werken met list, bedrog, leugens en angst. Geloof er niet in!
Demonische machten willen ons, net als de discipelen, ziften als de tarwe. De in de lucht geworpen tarwe waait alle kanten uit. Door negatieve gevoelens, verkeerde overleggingen en infiltratie kunnen onze gedachten in verwarring alle kanten worden uitgeworpen. We kunnen zelfs de controle verliezen en dwangmatige gedachten krijgen.
Door misleiding kunnen we het juiste zicht verliezen op de werkelijkheid en de waarheid
Misleidende gedachten zijn als raven die over je hoofd vliegen.
Je moet ze geen kans geven om zich in je haar te nestelen.
Ze zullen je geestelijk leven verontrusten en beangstigen. Geloof in de werkelijkheid van een veilige schuilplaats bij God. Het geloof is toevlucht nemend van aard. Door het geloof ontsnap je aan het gevaar van leugens en list.
We lezen de waarheid over de weg naar de vrede van God in Filip. 4:6-7. Paulus schrijft daar: ‘Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.’
Jezus heeft Zijn vrede nagelaten aan Zijn volgelingen, zoals we lezen in Joh. 14:27, als Hij bemoedigd: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet ontroerd en niet bevreesd worden.’ In een andere vertaling staat:
‘Maak je niet ongerust en wees niet bang.’
1. Wat spreekt je aan in de tekst en Bijbelteksten hierboven
over de vrede van God en onze angst en bezorgdheid?
2. Hoe kunnen je hart en je gedachten worden bewaakt (of bewaard)
in Christus Jezus?
***
Dag 20. Veilig in de schuilplaats van de Allerhoogste
Als je angstig bent, mag je schuilen bij God. In Psalm 91:1 wordt gesteld: ‘Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal vernachten in de schaduw van de Almachtige.’
Deze schuilplaats ziet op een beschermende overdekking. Het Hebreeuwse grondwoord betekent zowel schuilplaats als geheim of verborgenheid. Je bent dan veilig verborgen bij God. Je mag er (in)wonen, zitten en veilig (ver)blijven. De grondbetekenis is ‘overnachten, logeren’.
In vers 2 volgt het gelovige antwoord van de dichter van de Psalm: ‘Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op wie ik vertrouw!’ Hij ziet God als zijn (rots)vesting en schuilplaats.
Het geloof neemt de toevlucht tot Jezus
en leert te schuilen bij God
Als er gevaar dreigt en het onveilig is, neem je de toevlucht tot een veilig toevluchtsoord, dat de volgende betekenissen kan hebben: een asiel, onderdak, onderkomen, vluchtoord, vrijplaats, schuilplaats, toevlucht of wijkplaats. Het is een plaats waar men veiligheid zoekt, of waar men hulp en bescherming zoekt. Je toevlucht nemen tot betekend ook: ‘het als laatste middel beproeven’. Het zijn zaken en activiteiten die overeenkomen met ‘geloven’.
God zal voor ons zorgen
In dit lied van Sela worden we bemoedigd in de tekst van Matthijn Buwalda:
Voor de bange is Hij een schuilplaats,
voor de vreemdeling een deur die zich niet sluit.
Wie wankel staat, vindt in hem vaste grond.
Wie vermoeid raakt onderweg, richt Hij weer op.
Hij zal over ons waken ieder uur van de nacht.
Onze God gaat niet slapen. Hij houdt de wacht.
1. Denk na over Psalm 91.
Welke betekenissen kan deze schuilplaats van God voor ons hebben?
2. Hoe neem je de toevlucht tot God?
3. Wat vind je mooi in de tekst van Matthijn in het lied van Sela. Waarom?
***
Dag 21. Strijd tegen de geestelijke machten
We lezen in Psalm 91:5: ‘U zult niet vrezen voor het beangstigende van de nacht, voor de pijl die overdag aan komt vliegen.’ Meermalen is aangenomen door uitleggers dat vers 5 een zinspeling is op demonische invloeden of machten. De Vulgata heeft het over de ‘demon van de middag’. De Targum heeft het in vers 5 over ‘boze geesten die rondgaan in de nacht’ en in vers 6 over een ‘schare van demonen’.
Het is een ernstige zaak als je nog niet gelooft. Je bent dan nog in een onveilige positie, en een gemakkelijke prooi van infiltrerende kwade geesten. We hebben het ook niet best als we twijfelen, bang en onzeker zijn. Dan hebben we zeker ‘een toevlucht nemend geloof’ nodig!
In Efeze 6:12 wordt aangegeven dat we de strijd hebben ‘tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten’. Dat zijn de demonen die infiltreren in onze gedachten. Die ons willen misleiden, verleiden en beangstigen. Zij zijn niet alwetend, en kunnen onze gedachten ten diepste niet lezen. Zij letten wel op onze reacties, uitingen, woorden en daden.
Als wij angstig of boos reageren, geven wij ze openingen en ingangen. Daarom moeten wij ons geloof in de Overwinnaar Jezus Christus hardop belijden, en onze veilige posities in de schuilplaats van de Allerhoogste duidelijk maken.
Zorg dat er geen goede voedingsbodem voor infiltratie door kwade geesten in je hart is. Het zal je ongelukkig maken. Geef de boze machten geen voet op jouw grondgebied. Vlucht biddend en gelovend tot Jezus! Als je weet dat je Zijn eigendom bent, kun je getroost leven en sterven.
In Efeze 6:10-18 zien we dat het om een geestelijke strijd gaat, waartegen je dus geestelijk bewapend moet zijn, in de kracht van God. In de verzen 10-11 wordt dit verklaard in de aanmoedigende woorden:
‘Verder, mijn broeders, wordt gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel.’
1. Herken je de strijd tegen geestelijke machten? Hoe heb je dit ervaren?
2. Wanneer geef je een opening voor negatieve invloeden in je hart?
3. Lees Efeze 6:1-18. Hoe kun je stand houden en met welke wapens?
***
Dag 22. Waak over je gedachten
Hannah Whitehall Smith verklaart ons: ‘Er bestaan stemmen van boze en misleidende geesten; ze liggen op de loer om elke reiziger in de val te lokken, die de hogere regionen van het geestelijk leven binnenkomt.’ Ze legt uit: ‘Deze geestelijke vijanden, wie of wat ze ook mogen zijn, communiceren noodgedwongen met ons via onze geestelijke vermogens.’
Wat laten we toe in ons hart?
Kwade geesten kunnen infiltreren via onze gedachten bij ingangen van ons hart. Als je gehoor geeft aan kwade influisteringen en negatieve gedachten, geef je er ruimte voor. Op den duur gaat het steeds meer je denken bezetten. Je wil stemt ermee in… en de zonde is bewust in je leven gekomen.
Denk eens na over volgende adviezen:
– Geef geen gehoor aan de boze influisteringen van demonen.
– Besef dat ze werken met leugens en manipulatie.
– Weet dat je de boze gedachten niet hoeft te accepteren
en kunt verwerpen.
– Weet ook dat je niet zondigt als je de ingevingen niet overneemt.
– Waak over je gevoelsleven.
– Let op je gevoelens van boosheid, schuld, afgunst, afwijzing,
angst en twijfel.
– Zorg ervoor dat deze negatieve gevoelens niet gaan overheersen
in je leven.
– Richt je gedachten op positieve en bemoedigende zaken
vanuit Gods Woord.
– ‘Word niet overwonnen door het kwade,
maar overwin het kwade door het goede’ (Rom.12:21).
In de geestelijke strijd moet je leren strijden met krachtige geestelijke wapens van God, zoals we lezen in 2 Kor.10:3-5. Dat is tot afbraak van bolwerken in ons denken. In vers 5 wordt aangegeven: ‘Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen om die te brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus.’
1. Hoe kun je kwade influisteringen herkennen en verwerpen?
2. Denk na over de adviezen hierboven en Rom. 12:21. Wat spreek je aan?
3. Wat vind je van 2 Kor. 10:3-5? Hoe kun je dat in praktijk brengen?
***
Dag 23. Het vogeltje dat de toevlucht nam
De Engelse prediker en dichter Charles Wesley (1707-1788) keek eens uit het open raam in de tuin. Ik zal het vertellen in verhaaltrant:
Hij zag daar een klein vogeltje, dat angstig weg fladderde onder een struik. Waarom was het diertje ineens zo bang? O, hij zag het al: Boven de tuin zweefde een roofvogel, die het blijkbaar op het vogeltje had gemunt. Het dier maakte een duikvlucht, maar het kleine vogeltje was de roofvogel te snel af! Zo herhaalde zich dat nog enkele keren. Het angstige vogeltje raakte steeds meer uitgeput. Zou het deze oneerlijke strijd nog lang vol kunnen houden? Charles wilde wel dat hij kon helpen, maar hij was een slechts toeschouwer vanuit een open raam.
De roofvogel maakte zich weer gereed voor een duikvlucht. Deze maal zag het ernaar uit dat hij het arme vogeltje zou grijpen. Door doodsangst aangegrepen spande het kleine dier zich in tot het uiterste… zag nog een laatste schuilplaats… en vloog door het open raam naar binnen, in de wijde jas van de prediker! Charles voelde het hevig bevende diertje bij zijn borst. Het hartje klopte heftig. Hij hield het daar vast onder zijn hand – aan zijn hart gedrukt. Het had een veilige schuilplaats gevonden. Daar kwam het angstige vogeltje langzamerhand tot rust. Het hartje klopte niet zo snel meer…
Daar zit een mooie geestelijke les in: Als we door het geloof de toevlucht nemen tot Jezus, komt ons angstige hart tot rust. Kerkvader Augustinus geeft ons door:
‘Onrustig is ons hart, totdat het rust vind in U, o God.’
Charles Wesley werd zó door dit voorval geïnspireerd, dat hij het bekende gezang ‘Jezus, Die mijn ziel bemint’ heeft gedicht. (Het staat in de liedbundel van Johannes De Heer.)
Opwekking 176 is een toepasselijk lied, dat je zingend mag proclameren:
U bent mijn schuilplaats Heer,
U vult mijn hart steeds weer met een verlossingslied.
Telkens als ik angstig ben, steun ik op U. Ik vertrouw op U.
Als ik zwak ben, ben ik sterk in de kracht van mijn Heer.
***
1. Wat spreekt je aan in het verhaal van het vogeltje dat de toevlucht nam?
Hoe kun je zodoende met een angstig hart rust vinden bij God?
2. Hoe herkenbaar en mooi is de tekst van Opwekking 176 voor je?
***
Dag 24. Van angst bevrijd door liefde
Ik kwam haar in de winter van 2017 tegen in het inloophuis van Sta Op Zorg, waar ze op een wonderlijke wijze kwam. Ze was toen al jarenlang in psychiatrische behandeling vanwege depressiviteit en angst en gebruikte veel medicijnen. De vrouw leefde jarenlang vrijwel geïsoleerd en verstopt in haar woning in Vlissingen. Ze wilde niemand achter zich hebben en schermde zich zoveel mogelijk af van de mensen.
Haar angst had een zeer ernstige oorzaak. Ze heeft de pistoolschoten van haar ex-man wonderlijk overleefd. Hij beschoot haar in 2012 van achteren. Van de twaalf kogels die hij op haar heeft afgevuurd, troffen er vijf doel in haar lichaam. De 9.9 millimeter kogels troffen haar linkerbeen, hand en hoofd. Een kogel raakte haar twee millimeter van haar rugwervel.
Voordat ze wegviel bad ze:
‘Heere God, laat me nog één keer mijn kinderen zien.’
Ze heeft het overleefd. Er volgde voor haar een lange weg om te komen tot herstel van de verschillende zware verwondingen op lichamelijk en geestelijk gebied. Operaties en medicijnen konden niet alles herstellen.
De angst bleef er diep inzitten.
Jarenlang in psychiatrische behandeling
Ze is wel 8 jaar in psychiatrische behandeling geweest en werd in 2016 in het buitenland gered na een zelfmoordpoging. In een GGZ instelling was ze toen (in begin 2017) al vanaf 2012 in behandeling. Er zijn door de jaren heen wel 34 verschillende medicijnen voorgeschreven.
Eind 2016 gebruikte ze nog 22 medicijnen per dag.
Het was de bedoeling dat ze naar een HAP woning bij de GGZ zou gaan wonen. Voordat ze bij ons in het inloophuis kwam, was haar huis zoveel mogelijk afgesloten. Ze kwam vrijwel niet meer op straat. Zelfs de luxaflex waren dicht. De angst zat haar op de hielen.
Via ingevingen (een stem die herhaald binnen twee dagen in haar sprak) kwam het bij haar: ‘Sta op!’ Ze nam op de tweede dag van deze ingevingen het besluit: ‘Ik ga naar de winkel.’ In de stad kwam ze vervolgens een gast van het inloophuis van Sta Op Zorg tegen, een vrouw die haar uitnodigde: ‘Kom mee naar Sta Op Zorg.’
Ze had nooit eerder van deze christelijke organisatie gehoord. Ze werd daar liefdevol ontvangen in het inloophuis. Onze gasten krijgen daar gratis maaltijden en worden liefdevol opgevangen door de gelovige vrijwilligers. We willen de liefde van Jezus uitstralen naar hulpbehoevende gasten met beschadigde emoties. Indien nodig kunnen we ze verwijzen we ze naar ons behandelkantoor, de poli van De Hoop.
Het inloophuis was voor deze jarenlang in angst levende vrouw vanaf het eerste begin als ‘een warme deken’, als een thuiskomen. We hebben daar met haar gesproken. Ze gaf te kennen over het loophuis: ‘Dit is mijn thuis.’
Ze ging ook mee naar een evangelische gemeente, waar ze toen de aanwezigheid van God ervoer. Voorheen kon er vanwege haar angst niemand achter haar zitten. De eerste keer in de dienst zat ze al voorin, met veel aanwezigen achter haar. Er werd gezongen en er was blijdschap.
Haar angst was weg!
De vrede bleef tweeënhalf uur in haar. Er was overgave aan God.
Een zware vracht viel van haar af. Ze heeft vanaf haar jongste jaren afwijzing moeten meemaken van haar moeder en man. Maar in 2017 kwam haar zelfwaarde terug.
Ze kwam al gelijk naar de Sta op cursus Geestelijk herstel. Na de derde cursusavond in het inloophuis had ze een bezoek bij de psychiater, en vertelde ze over haar wonderlijke herstel door de ontvangen liefde van God en mensen. Hierdoor had ze de medicijnen tegen angst en depressie niet meer nodig.
Volgens de psychiater was dit psychisch herstel niet mogelijk na vijf jaar psychiatrische behandeling zonder het gewenste resultaat. Het was voor de geestelijke hulpverleners aldaar onverklaarbaar. Ze hoefde echter niet meer naar een HAP woning op het terrein van de psychiatrische inrichting.
We lezen in de Bijbel, in 1 Johannes 4:18:
‘Er is in de liefde geen vrees,
maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit.’
Door het liefdevol ingrijpen van God en het geloof in Jezus Christus is ze verlost van haar jarenlange angst en negatieve gevoelens.
1. Wat spreekt je het meest aan in het levensverhaal van deze vrouw?
2. Hoe zie je hierin de leiding en de liefde van God?
3. Wat denk je van 1 Joh. 4:18? Herken je het?
***
Dag 25. Meer dan overwinnaars door Zijn liefde
In Rom. 8:31-39 zien we dat de liefde van God in Christus Jezus de angst uitdrijft en zelfs de aangevochten gelovigen naar de overwinning leidt. We lezen in deze verzen:
‘Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? 32. Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken? 33. Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God? God is het Die rechtvaardigt. 34. Wie is het die verdoemt? Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is Die ook opgewekt is, Die ook aan de rechterhand van God is, Die ook voor ons pleit. 35. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? 36. Zoals geschreven staat: Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen. 37. Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad. 38. Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, 39. noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere.
Het vaste fundament in je leven wordt door Peter van Essen verwoord in Opwekking 575, waarin wordt gezongen in het geloof:
Jezus alleen, ik bouw op Hem,
Hij is mijn hoop, mijn lied, mijn kracht.
Door stormen heen hoor ik zijn stem,
dwars door het duister van de nacht.
Zijn woord van liefde dat mij sust
verdrijft mijn angst; nu vind ik rust!
Mijn vaste grond, mijn fundament;
dankzij zijn liefde leef ik nu.
1. Wat betekent het om op Jezus alleen te bouwen?
2. Waarom is Romeinen 8:31-39 zo bemoedigend en hoopvol?
3. Welke uitwerking heeft de liefde van God op jou gehad?
***
Dag 26. Jezus en de bloedvloeiende vrouw
Bij het onderwerp van de laatste dagen past de geschiedenis over de genezing vrouw die twaalf jaar bloed vloeide en bij geen arts genezing vond. Door het geloof raakte zij uiteindelijk de zoom van het kleed van Jezus aan, waardoor zij terstond genas. Zij overwon haar angst en schaamte, drong door de menigte Joden heen, en vond herstel bij Jezus.
Voor de geldende wet was zij toen door deze ziekte onrein verklaard en mocht zij niet zo onder de mensen komen. Zij liep gevaar om gestraft te worden voor haar ‘gewaagd geloof’, maar ze overwon haar angst door het geloof in Jezus.
1. Lees Markus 5:25-34 over Jezus en de bloedvloeiende vrouw.
(Zie ook Matth. 9:20-22 en Luk. 8:43-48.) Wat spreekt je aan in deze geschiedenis?
In luk. 8:43 wordt over haar vermeld: ‘En een vrouw die al twaalf jaar bloedvloeiingen had en die al haar bezit aan dokters uitgegeven had, maar door niemand genezen had kunnen worden.’
Mark. 5: 25 geeft aan: dat ze ‘veel geleden had door toedoen van veel dokters, en alles wat zij had, daaraan uitgegeven had en geen baat gevonden had, maar met wie het veeleer erger geworden was.’
In de kernteksten Mark. 27-28 lezen we: ‘Deze (vrouw) had van Jezus gehoord en kwam in de menigte van achteren en raakte Zijn bovenkleed aan, want zij zei: Als ik maar Zijn kleren mag aanraken, zal ik gezond worden.’
In Matth. 9:22 lezen we, nadat zij de zoom van Zijn bovenkleed aangeraakt had: ‘Jezus keerde Zich om, zag haar en zei: Heb goede moed, dochter, uw geloof heeft u behouden. En de vrouw was vanaf dat moment gezond.’
De vrouw vertelde daarna waarom ze Hem had aangeraakt en onmiddellijk genezen was. Jezus zei tegen haar (in Luk. 8:47-48): ‘Heb goede moed, dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede!’
2. Waarom is het eigenlijk een ‘gewaagd geloof’ van deze vrouw?
Wat kun je daarvan leren?
3. Hoe werd ze beloond en geprezen?
4. Is je geloof ook wel eens uitgetest, waarbij je moest volharden?
***
Dag 27. Kom door het geloof in aanraking met Jezus!
Jezus laat ons zien dat Hij gekomen is om te redden, te bevrijden en te helen. We zien dat al gebeuren bij de wonderlijke genezingen van Jezus in Israël.
Na de geschiedenis van Jezus en de bloedvloeiende vrouw lezen we aan het einde van Markus 6 dat de Joden massaal tot Jezus kwamen, om door Hem te worden genezen. We lezen in vers 56: ‘En waar Hij ook kwam, in dorpen of steden of in gehuchten, daar legden ze de zieken op de markten en smeekten Hem of zij al was het maar de zoom van Zijn bovenkleed mochten aanraken; en allen die Hem aanraakten, werden gezond.’
Allen die Jezus aanraakten,
werden gezond
1. Waarom kwamen er toen zoveel mensen tot Jezus?
Nog steeds komt de Heiland je in het Evangelie liefdevol tegemoet! Door Zijn Woord en Geest trekt Hij nog de wereld door tot aan de deur van jouw hart. Wil jij het wel geloven? Begeef je onder Zijn zegenende handen. accepteer Zijn liefde en helende kracht. Ervaar Zijn kracht, geloof en verwonder je!
2. Wat herken je bij jezelf in de volgende zinnen uit Opwekking 218?
‘Is hier een hart door vrees benard’,
vermoeid door ’s levens strijd?
Twijfel drukt u neer, gij struikelt telkens weer.
O, vat weer moed, want God is goed en steeds tot hulp bereid:
Zo gij slechts kunt geloven, ziet gij zijn heerlijkheid.
***
Gaat gij gebukt, door zorg gedrukt?
Leg dan uw lasten neer!
Tob niet lager voort, vertrouw op ’s Heeren Woord.
Hij hoort uw bede en schenkt u vrede in liefde eindeloos teer.
Zo gij slechts kunt geloven, niets is onmogelijk meer!
***
Daar zijn geen grenzen aan Jezus’ macht
voor elk die wonderen van Hem verwacht.
Ja, wie Hem aanraakt, ervaart Zijn kracht.’
***