Geestelijke opvoeding

Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat

Hoe krijgen ze een goede geestelijke opvoeding?

Het gezinsklimaat moet goed en veilig zijn. Gelukkig zijn er nog veel gezinnen waarin de liefde mag zegevieren. Waar liefde woont, gebied de Heere Zijn zegen (zie Ps.133). De zegen van het gezin wordt beschreven in de Psalmen 127 en 128. In 127:3 lezen we: ‘Zie, kinderen zijn het eigendom van de HEERE, de vrucht van de schoot is Zijn beloning.’ Zul je dan niet goed omgaan met het eigendom en het kostbare geschenk van God? Wij mogen de kleine eigendommen van de HEERE beschermen en opvoeden. Zijn rijke zegen is eraan verbonden. Dat is onze volle aandacht waard!

Kinderen zijn veel waard

In Ps.8:5 leren we dat God de mens heeft gekroond met eer en heerlijkheid (glory and honor). In Ps.8:4 lezen we in de Engelse Bijbel: ‘What is man that You are mindful of him, and the son of man that You visit him?’ Visit betekent: ‘give attention to or care of’. Vanuit de Hebreeuwse grondtekst staat er: ‘dat U aandacht aan hem besteed en dat U hem gedenkt’.

Zoals God aandacht voor de individuele mens heeft, zo moeten wij de nodige aandacht besteden aan de kleine parels die Hij ons heeft toevertrouwd. Je moet kinderen benaderen als waardevolle schepselen van God. De mens is het kroonjuweel van de schepping. Je kunt dus ook zeggen, dat ze van nature parels zijn die door zonde en eigen schuld zijn weggeglipt uit Gods handen. God wil ze echter weer oprapen uit het vuil en schoonmaken door het bloed van Jezus Christus. Dat is de boodschap van het Evangelie. Dit is een goed voorbeeld voor onze intenties bij een gezonde opvoeding.

Je kunt veel foto’s op deze website tweemaal aanklikken, dan worden ze vergroot. Met het pijtje terug (linksboven) kom je dan weer op de tekst.

Laten we het samen doen

In dit artikel gaat het om de nodige samenwerking tussen ouders en kinderen, opvoeders en jongeren. We moeten samenwerken en niet tegenwerken. De samenwerking tussen ouders en kinderen moet al op zeer jonge leeftijd beginnen. Bepaal samen de positie en mogelijkheden van het individuele kind. Laat ze maar zelfstandig op verkenning uitgaan, maar begeleid ze stap voor stap. Laat ze het maar zelf proberen, maar blijf in de buurt. Uiteindelijk hebben ze toch onze aandacht en hulp nodig. Op deze wijze voedt je ze op tot zelfstandigheid en niet tot hulpeloosheid. Je stimuleert dan een gezonde karaktervorming en een sterke wilskracht, zodat ze zich niet gaan overgeven aan vluchtgedrag. Al deze zaken komen in dit artikel uitgebreid aan de orde. Hieronder zie je een voorbeeld van een goede samenwerking tussen kinderen en hun moeder.

   

Zijn we er nog voor onze kinderen?

Een student vroeg bij een onderzoek aan ouders, of ze wel wisten waar hun kinderen om negen uur ’s avonds waren. De eerste vijf telefoontjes werden opgenomen door kinderen die niet wisten waar hun ouders op dat tijdstip waren. Een onderzoeker schreef over het probleem van de ‘afwezige’ aanwezige ouder.

                     

Zijn we er nog voor onze jongeren? Zijn we nog bereikbaar, ook op de momenten dat het ons niet uitkomt? Hoe vaak leven we, ook in het gezin, langs elkaar heen. Uit een onderzoek is zelfs eens gebleken dat de geïnterviewde echtparen gemiddeld nog slechts negen minuten per dag met elkaar spraken.

Een ‘niet plaatsgevonden gesprek’ kan zeer ernstige gevolgen hebben, vooral voor kinderen die zich al onbegrepen en afgewezen voelen.

Verder gebeurt het ook meer dan eens dat ouderlijke conflicten worden uitgevochten over de hoofdjes van hun kinderen. 

Er zijn wanhopige berichten bekend van jongeren die een zelfmoordpoging hebben gedaan: Ineke (18): ‘Ik voelde me altijd anders dan de anderen, ik had weinig contact met mijn ouders, ze begrepen me niet.’ Anja (die op 15-jarige leeftijd een poging deed): ‘Bij ons leefde iedereen zijn eigen leven. Van een echt gezin kon je niet spreken.’ Loes (16), na haar derde poging: ‘Ik heb het gevoel dat ik thuis niet geaccepteerd word.’ Jaap (18), na een zoveelste poging: ‘Mijn moeder vroeg niet eens: Hoe gaat het nou? Of: Hoe voel je je nou?’

Er mag geen emotionele verwaarlozing plaatsvinden 

In onze opgejaagde consumptie- en prestatiemaatschappij zijn er veel onbetaalde rekeningen: de kinderen zijn vaak ‘het kind van de rekening’ geworden.

Prof. Dr. R. Diekstra geeft ons te kennen dat de emotionele verwaarlozing kan plaatsvinden, ‘bijvoorbeeld omdat de ouder het kind als ongewenst beschouwt, het ‘liever kwijt dan rijk is’ en dat meer of minder bedekt in zijn gedrag laat merken.’ Hij verklaart verder: ‘Emotionele verwaarlozing vindt in feite ook plaats wanneer de ouder één kind ten opzichte van de andere kinderen duidelijk achterstelt, bijvoorbeeld omdat het er minder leuk uitziet, minder intelligent is, of bepaalde gedragsproblemen oplevert.’

De zegen van een gelukkig gezin

Het gezin is de cel van de samenleving. Het lichaam wordt ziek als de cellen niet in orde zijn. Het is uiterst belangrijk dat kinderen in een warme en liefdevolle omgeving worden opgevoed.

Verwacht de hulp van God bij de goede geestelijke opvoeding van de kinderen! Van de man die de HEERE vreest wordt gesproken in Ps.128:3: ‘Uw vrouw zal zijn als een vruchtbare wijnstok binnen in uw huis, uw kinderen zullen zijn als jonge olijfbomen rondom uw tafel. Zie, zo zal zeker de man gezegend worden die de HEERE vreest.’

Crisis in de opvoeding

Ouders en kinderen kunnen soms ‘ijskoud’ langs elkaar heen leven binnen een gezin. Er is al gesproken over ‘de verkilling van het gezinsklimaat’.

Dr. Steven Derksen had het indertijd al over ‘de huidige crisis in de opvoeding’. Deze crisis heeft zich de laatste decennia voortgezet. Derksen stelt: ‘Kinderen die zonder voorbeeld of regels opgroeien, hebben niet geleerd te kiezen.’ Hij geeft verder aan: ‘Doordat een duidelijk levensperspectief en samenhangend normensysteem ontbreken, weten bijvoorbeeld vele ouders niet hoe ze hun kinderen moeten voorbereiden op een onzekere toekomst. Ook voelt men zich vaak niet meer opgewassen tegen de concurrentie van anderen (televisie etc.). Men gaat de verantwoordelijkheid uit de weg uit angst om voor ouderwets of conservatief te worden versleten. Men zegt ja en bedoelt eigenlijk neen. Daardoor is de opvoeding van veel kinderen te vrijblijvend geworden.’

De opvoeding van kinderen mag niet vrijblijvend worden 

De beïnvloeding via de moderne media en internet is het laatste decennium veel sterker geworden.

Liefdesbanden of angstbanden

In het magazine ‘De Hoop nieuws’ van september 2010 wordt het belang van goede vriendschappen benadrukt. In deze uitgave van st. De Hoop in Dordrecht komen heldere, helpende gedachten aan de orde. Het belangrijke verschil tussen het hebben van ‘liefdesbanden’ of ‘angstbanden’ wordt aangetoond. Ze halen hierbij de Amerikaanse christenpsycholoog Jim Wilder aan. Deze benadrukt het belang van geestelijke vreugde en het hebben van gezonde liefdesbanden voor het geestelijk volwassen worden.

                                   

Geestelijke vreugde ontvangen wij, als wij ons geliefd weten door de mensen die dicht bij ons leven. Daardoor worden wij gestimuleerd om onszelf ook in liefde aan anderen te geven. Hierin zien we, dat Liefde door liefde moet leven.

Liefde moet door liefde leven 

Het belang van liefdesbanden komt nog meer aan het licht tegen de achtergrond van duistere angstbanden. Vanaf de vroege kinderjaren kunnen angstbanden worden gevoed door gevoelens van afhankelijkheid en afwijzing aan te kweken. Dit kan gebeuren als een kind wordt gekleineerd en achtergesteld, en zich steeds maar niet waar kan maken. Het kind kan dan zijn uiterste best gaan doen om er maar bij te horen. Hij probeert het de anderen dan naar de zin te maken vanuit een slaafse angst. Let er ook op, als ze moeilijk in de omgang worden en negatieve aandacht gaan vragen.

Je kunt een negatief aankweken als je slechts blijft benadrukken dat de mens ‘geneigd is tot alle kwaad en onbekwaam is tot enig goed’. Hoewel het een theologische uitdrukking is (die je goed moet plaatsen), is het opvoedkundig beter om kinderen aan te moedigen, dat ze waardevol zijn en dat ze hun hoop op God moeten stellen. Je moet ze goed waarderen en niet afkraken en geestelijk afbreken.

Gezonde liefdesbanden ontstaan en groeien

 in een gezonde opvoeding

Jongerenproblemen worden vaak door ouderen veroorzaakt. Door een verkeerde opvoeding ontstaan angstbanden.

In het artikel van De Hoop nieuws wordt gesteld: ‘Bij een angstband proberen mensen negatieve gevoelens als pijn, vernedering, schaamte, schuld en/of angst te vermijden.’ Je wilt dan een ander behagen en plezieren. Je wilt een ander niet boos maken. Het is een slaafse vrees. Op den duur laat je jezelf bij (nieuwe) relaties gemakkelijk door angst drijven. Je kunt dan bang zijn om iemand te kwetsen door je eigen mening te geven. Door angstbanden komt liegen en bedriegen veel voor bij kinderen en jongeren. Na de leeftijd van 10 jaar worden het meer bewuste leugens, daarvoor liegen kinderen veel uit angst (voor de straf).

Jongerenproblemen worden vaak door ouderen veroorzaakt 

In het artikel van De Hoop wordt ons geleerd: ‘Angstbanden kunnen veranderd worden in gezonde liefdesbanden, maar vraagt wel veel inzet. Essentieel is dat de echte gevoelens geuit gaan worden. Veel mensen vinden het eng om hun verdriet, hun boosheid, hun gekwetstheid te laten zien. Ook durven ze niet te zeggen wat ze wel en vooral ook wat ze niet willen, terwijl grenzen stellen juist erg belangrijk is. Ze zijn bang om belachelijk gemaakt te worden of om (opnieuw) gekwetst te worden.’

Liefde overwint

Lees 1 Kor.13 maar eens voor jezelf. Daarin zie je hoe belangrijk de genadegave van de liefde is. De genadegaven geloof, hoop en liefde overwinnen de haat, boosheid en angst. De liefde zal zelfs verder reiken dan geloof en hoop. We lezen namelijk in 1 Kor.13:13: ‘En nu blijven geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.’

De ware liefde is van God en door God. God is liefde (1 Joh.4:8). Dit is op aarde zichtbaar geworden in Zijn Zoon Jezus Christus. ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet zal verderven, maar het eeuwige leven zal hebben’ (Joh.3:16).

God heeft Zich door Zijn verbond aan zondige mensen verbonden. Dat is pas de echte liefdesband.

Gods verbond is Zijn liefdesband met mensen 

Uit deze geweldige liefdesband komen alle liefdesbanden voort, die de gelovigen weer aan elkaar verbinden. Zolang ze in liefde aan God verbonden blijven, blijven deze draden van liefde naar anderen uitgaan. Deze draden van liefde gaan zelfs reddend en helend uit naar de ongelovigen. De geestelijke familieband moet zich steeds verder uitbreiden!

Liefde is gericht op anderen. Liefde wil delen en zich vermenigvuldigen. Liefde is mededeelzaam.

Liefde wil delen 

Gelovigen zijn gered om anderen te redden. Zij mogen de ontvangen liefde niet voor zichzelf houden. De wereld zal ons moeten herkennen aan de onderlinge eenheid en de liefde die we uitstralen.

Liefde is helpend en helend 

Liefde is medisch: helpend en helend. Liefde overwint de angst. We lezen als belangrijk kerngegeven in 1 Joh.4:18: ‘Er is in de liefde geen angst, maar de volkomen liefde werpt de vrees uit.’ Het Griekse woord ‘phobos’ heeft in dit vers niet de betekenis van ontzag, maar ‘angst’. In de Statenvertaling lezen we in het hele vers: ‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees buiten; want de vrees heeft pijn, en die vreest, is niet volmaakt in de liefde.’ 

Liefde overwint de angst 

Geestelijke vorming vanaf de kinderjaren

Het historisch record in ons denken bestaat voor het grootste deel uit positieve of negatieve gevoelens. Dit innerlijk bestand wordt opgebouwd vanaf de vroegste kinderjaren. Onze vroege ervaringen hebben meestal veel impact op de rest van ons leven. Als we al jong zijn geconfronteerd met afwijzing, angst en boosheid, zal dit veel invloed blijven uitoefenen op ons verdere denken, voelen en willen. Dit zal blijven doorwerken in onze reacties, handelingen en beslissingen.

Karaktervorming en wilskracht

De bouwstenen van je karakter worden vanaf je vroege jeugd geplaatst, opgebouwd en versterkt. Het geloof behoort bij de genadegaven, die ook bouwstenen zijn voor het karakter. Door de zonde en de kwade machten horen tegenslagen en problemen bij het leven. Dit zal het karakter vormen. Je kunt deze werkelijkheid onder ogen zien óf willen ontlopen door vluchtgedrag (escapisme).

Vechtmentaliteit of vluchtmentaliteit?

Door problemen en zorgen kunnen in de levens van mensen twee zaken ontstaan: een ‘vechtmentaliteit’ of een ‘vluchtmentaliteit’. Jongeren met een vluchtmentaliteit duiken bij moeite en tegenstand al snel weg achter een computerscherm in de digitale leefwereld.

                                 

Wegduikende jongeren willen de problemen niet meer te lijf gaan, maar zoeken het in de vriendengroep, de uitgaanswereld en de alcohol. Ze worden steeds meer gericht op ontspanning en het wegduwen van de harde werkelijkheid. Ze gooien het touw in het bootje en laten zich willoos afdrijven in een wereld van genot en seksualiteit. Ze raken daardoor verslavingsgevoelig. De wilskracht verzwakt.

Bij een vechtmentaliteit hoort een sterke wilskracht, om te kunnen volharden. De tegenstand kan dan worden overwonnen. De ijver en prestratiedrang neemt toe. Ze zetten zich schrap tegen de stormen in hun jonge leven en gaan zich stevig wortelen. Zodoende kunnen ze staande blijven en ontwikkelen ze een sterk karakter. De belangrijkste meerwaarde voor een sterk karakter is het geloof in God en het zien op de Overwinnaar, Jezus Christus. Met de jonge Timotheüs moeten we de goede strijd van het geloof strijden (1 Tim.6:12). Daartoe moeten we steeds weer opnieuw de geestelijke wapenrusting van God aandoen. Paulus roept ons op in Ef.6:10-11: ‘Verder, mijn broeders, word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel.’ 

Een sterke wilskracht behoort al jong te worden aangekweekt. Heb je een vechtmentaliteit of een vluchtmentaliteit? Wat heeft het in je leven uitgewerkt?

Een sterke wilskracht moet al jong worden aangekweekt 

We hebben tegenwoordig te maken met verwende generaties (spoiled generations) in het Westen. Na een ‘spoiled generation’ volgt vaak een ‘drop-out generation’.

Een verwende jongere met een zwakke wil is een gemakkelijke prooi voor verleidingen en infiltraties door kwade geestelijke machten. In de vroege kindertijd kan iemand al emotioneel en geestelijk zijn beschadigd, waardoor de wilskracht ernstig is verzwakt. Door een slechte opvoeding, waarin een kind meer is ontmoedigd dan bemoedigd en aangemoedigd, kan er een afhankelijke wil zijn ontstaan. Met heeft het bij een bepaalde verkeerde opvoeding zelfs over ‘aangeleerde hulpeloosheid’.

In een veilige, vertrouwde en liefdevolle omgeving kan het karakter zich vanaf de vroegste kinderjaren gezond ontwikkelen. Een positieve godsdienstige opvoeding is uiterst belangrijk voor de opbouw van een goed karakter en het versterken van de wilskracht.

Leer ze om hun hoop op God te stellen

Wat moeten de gelovigen hun kinderen voorhouden en bekendmaken? Het antwoord lezen we in Ps.78, waarin Gods vaderlijke liefde wordt voorgesteld. Volgens vers 5 moet het de kinderen worden verteld: ‘Dat zij hun hoop op God zouden stellen, en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren.’

Vertel dat ze hun hoop op God moeten stellen 

Welke daden van God kunnen we ons nageslacht doorvertellen? Wat kunnen ze opmerken van ons vertrouwen in Hem? Het vertrouwen in God en de liefde van en tot Jezus zal ook de jongeren sterk en moedig maken.

Ratten zonder en met hoop

We kunnen veel leren van de natuur en de natuurlijke reacties van dieren. Dieren leren zelfs te overleven in moeilijke situaties. Ze zijn gericht op zelfbehoud en soortbehoud.

Men heeft eens een experiment gedaan met ratten in twee bakken met water. In de ene bak zwommen de ratten rond zonder dat er een houvast of mogelijkheid was te zien waardoor ze zouden kunnen ontsnappen. In de andere bak waren wel voorwerpen aangebracht aan de binnenkant van de bak. Deze voorwerpen om aan vast te grijpen waren echter te hoog geplaatst voor de ratten. Dit gaf deze ratten wel hoop. Ze deden tevergeefs pogingen om deze voorwerpen te bereiken.

Uit het onderzoek bleek dat de ratten die hoop koesterden, het daardoor langer volhielden in het water. Zo zie dat hoop (langer) doet leven. De hoop gaf ze moed en volharding.

Bied de jonge schatten moed en perspectief,

behandel ze nooit als de ratten zonder hoop

Hoop geeft ons moed en volharding

Gelukkig ontvangen onze jongeren wel middelen voor hun redding. We weten dat God een volhardende zoeker niet hulpeloos zal laten varen.

We zingen zelfs in Psalm 69:13:

‘Gij, die God zoekt in al uw zielsverdriet,

Houdt aan, grijp moed, uw hart zal vrolijk leven.’

Aangeleerde hulpeloosheid

De bekende counselor Dr. Neil Anderson geeft ons door: ‘De meeste aangeleerde hulpeloosheid is het resultaat van ervaringen uit onze kindertijd. Door het gemis van Gods aanwezigheid in ons leven en de kennis van Zijn weg, leerden we hoe we moesten overleven, onszelf verdedigen en beschermen. Velen voelen zich verslagen vanaf het begin, omdat de boodschappen die ze van de wereld ontvingen vaak negatief waren: ‘Dat kan jij niet, laat mij dat maar doen. Je bent te klein of te dom. Jij zult nooit wat voorstellen. Het is een ellendige wereld daarbuiten, dus wees voorzichtig en zorg voor rugdekking.’ Met deze boodschappen is het niet gek dat we denken dat we niets kunnen.’

Het is dus belangrijk dat je vanaf je vroegste jeugd al een boodschap van hoop meekrijgt. Daardoor kan je wilskracht sterk worden je karakter zich gezond ontwikkelen.

Helaas is dit in opvoedingssituaties vaak niet het geval. Wat gebeurt er met kinderen die in echtscheidingssituaties terechtkomen? Hoe zal een kind zich ontwikkelen in vernederende omstandigheden, als het wordt gepest en achtergesteld?

Een ongezonde onderwerping

Wat gebeurt er bij een kind dat onderworpen wordt door een autoritaire, wettische opvoeding, waar met machtsmiddelen wordt gewerkt? Dit zal bij het kind een ongezonde passiviteit van de wil in de hand werken. Als dit vanaf de vroegste jaren consequent wordt gedaan, zal de wil van dit kind worden onderworpen, zodat het afhankelijk wordt van de autoriteit boven hem. Dit zal een grote impact hebben op het verdere geestelijke leven van deze persoon.

Word geen olifant aan een paaltje

Ik geef het volgende voorbeeld door, om aan te tonen wat een ongezonde onderwerping in de jeugd kan uitwerken tot in de volwassenheid. In een rondtrekkend circus komt het voor dat men een jonge olifant vastzet met een touw aan een paaltje. Het jonge dier zal in het begin hebben geprobeerd om zich los te rukken. De kleine olifant was daarvoor toen nog niet sterk genoeg. Een kind zou nog kunnen bedenken in vergelijkbare hulpeloze situatie: ‘Wacht maar als ik groter ben!’

Het vastgebonden dier zal zich na de nodige pogingen neerleggen bij de gebonden positie. Op den duur doet de olifant geen moeite meer om los te komen. In het circus wordt er nog meer dressuur op het onderworpen beest toegepast.

Na verloop van tijd is het volwassen dier echter groot en sterk genoeg om het paaltje uit de grond te trekken. Toch zal de olifant dit niet doen. Zodra het touw strak wordt getrokken aan het paaltje, onderwerpt het grote dier zich aan de aangeleerde onderworpenheid van de jonge jaren. Vanbinnen is de grote olifant nog steeds het kleine olifantje gebleven.

Op deze wijze kunnen kinderen worden opgevoed tot hulpeloosheid. Bij deze vorm van autoritaire opvoeding worden ze helaas niet opgevoed tot volwassenheid.

Tot welke persoonlijkheid zal het ongezond onderworpen kind zich ontwikkelen? Bij de één kan het een zwakke plek blijven en de ander kan het autoritaire gedrag gaan kopiëren. Als zo iemand zich vernederd en afgewezen voelt, zal er een neiging zijn zich te bewijzen. Als een onderworpene later ergens aan de leiding komt, kan hij dus ook autoritair gedrag gaan vertonen. Daardoor zal hij passiviteit en onderworpenheid bij zijn onderdanen kunnen gaan stimuleren, om zodoende macht uit te oefenen en aan de macht te blijven.

De apen en de banaan

Er is nog een leerzaam voorbeeld bekend uit de dierenwereld. Het gaat over de impact van het autoritair uitoefenen van macht in het leven van de onderworpenen. Je ziet dat bij de apen, waar het gaat over de macht van de sterkste en grootste.

De sterke leiders onder de apen bewerken door hun machtsvertoon bij de anderen een ongezonde slaafse onderwerping. Je komt dit ook tegen bij de mensen bij bepaalde gezagsdragers, binnen en buiten de kerk.  

De sterke leiders onder de apen bewerken door hun machtsvertoon bij de anderen een ongezonde slaafse onderwerping. Je komt dit ook tegen bij de mensen bij bepaalde gezagsdragers, binnen en buiten de kerk.

Bedenk goed wat het ongezond uitoefenen met macht kan uitwerken bij geestelijk geknechte onderdanen. Let op wat je ziet gebeuren in het kerkelijk leven als men meer werkt met machtsmiddelen dan met genademiddelen. Men kweekt dan in gezin en kerk onderworpen zielen. Onderworpen zielen zijn zonder geloof nog geen geredde zielen! Aan de andere kant moeten ‘onderworpen zielen’ zich niet laten leiden door angst. 

Boven alles moeten we ons laten leiden door het Woord van God. Daarbij is het bevrijdend als we ons laten leiden door de liefde tot God en tot elkaar. We lezen erover in 1 Joh.4:18: ‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit. De vrees houdt immers straf in, en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.’

We moeten elkaar aansporen tot geloof, bekering en liefde, en niet slechts tot onderwerping aan het gezag van Schrift, belijdenis, ambten en kerk.

Het leerzame voorbeeld gaat over een groep van 10 apen met als leider een grote gorilla. Zij bevinden zich samen in een grote kooi in een dierentuin. Regelmatig kunnen ze ook buiten de kooi voor het publiek verschijnen.

Bedenk goed wat het ongezond uitoefenen met macht kan uitwerken bij geestelijk geknechte onderdanen. Let op wat je ziet gebeuren in het kerkelijk leven als men meer werkt met machtsmiddelen dan met genademiddelen. Men kweekt dan in gezin en kerk onderworpen zielen. Onderworpen zielen zijn zonder geloof nog geen geredde zielen! We moeten aansporen tot geloof en bekering, en niet slechts tot onderwerping aan het gezag van Schrift, belijdenis, ambten en kerk.

Het leerzame voorbeeld gaat over een groep van 10 apen met als leider een grote gorilla. Zij bevinden zich samen in een grote kooi in een dierentuin. Regelmatig kunnen ze ook buiten de kooi voor het publiek verschijnen.

De gorilla heeft zich een vaste plaats verworven op de hoogste plank van de kooi. Hij heeft daar een goed overzicht en laat duidelijk merken dat hij de baas is. Op zekere dag heeft een oppasser een banaan gelegd op het hoge boord van de gorilla.

Een andere aap probeert de banaan te pakken, maar krijgt er goed van langs van de gorilla. De aap vlucht angstig krijsend weg. De andere apen zijn ook in paniek geraakt. De gorilla hoeft maar grommend de tanden te laten zien en zijn gezag dringt diep door bij de angstige onderdanen. Vanaf dat moment zal geen aap proberen om nog een banaan te pakken van het boord van de absolute leider.

         

Vanaf die dag legt de oppasser regelmatig een banaan op het boord van de gorilla. Hij doet dat als het gevaarlijke dier buiten de kooi is. Na verloop van tijd wordt de gorilla naar een andere verblijfplaats gebracht. De ongebruikte banaan ligt voor het zicht van de tien apen op het lege boord. Geen enkele aap doet een poging om de banaan te pakken. De angst zit er nog steeds in.

Daarna haalt de bewaker vijf apen weg, en laat hij vijf nieuw apen in het vertrek los. Het opmerkelijke is, dat nog steeds geen enkele aap de banaan durft te pakken. Het angstige gedrag van de apen die de gorilla hebben gekend, wordt automatisch gekopieerd naar de nieuwe apen. Niet lang daarna haalt de oppasser alle apen weg die de gorilla hebben gekend. Weer worden er vijf nieuwe apen losgelaten in de kooi. Wat schetst onze verbazing: geen enkele aap van de tien nieuwe apen durft de banaan te pakken!

Ik denk dat het voorbeeld van de apen duidelijk is. 

   

Hoe wil je dat je kind zich later verder ontwikkelt?

Het is belangrijk dat er een liefdevolle, open relatie is in de opvoeding. Vanuit een vertrouwde en veilige omgeving voed je een kind op tot zelfstandigheid en volwassenheid. Een volwassenen kan verantwoordelijkheid dragen en nemen. Een onderworpen en angstig persoon durft dit niet zomaar. Hij zal bescherming en bevestiging zoeken bij sterkere persoonlijkheden en mensen die boven hem staan. Hij zal zich als ‘een onderworpen aap’ in de groep gaan gedragen. Dat is onmenselijk gedrag voor een volwassen persoon.

De geestelijke invloed van een ongezonde autoritaire opvoeding kan zich zelfs uitstrekken tot in latere generaties.

Een generatievloek kan worden verbroken

Op allerlei gebieden kan het wangedrag van vorige generaties zich voortzetten tot in het nageslacht. Er wordt dan ook wel gesproken over ‘een generatievloek’. Dit is een duidelijk Bijbels gegeven. In Ex.20:5 spreekt God: ‘Want Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten.’

Gelukkig kan een generatievloek ook verbroken worden. Geloof, bekering, gebed, liefde en gehoorzaamheid zijn dan nodig. We lezen dat God in Ex.20:6 spreekt van Zichzelf: ‘Maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden in acht nemen.’

Ik geef om te overdenken de indrukwekkende woorden van Mozes in Deut.30:19-20 door: ‘Ik roep heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u: het leven en de dood heb ik u voorgehouden, de zegen en de vloek! Kies dan het leven, opdat u leeft, u en uw nageslacht, door de HEERE, uw God, lief te hebben, Zijn stem te gehoorzamen en u aan Hem vast te houden.’

Opvoeden tot hulpeloosheid

Uiterst zorgzame moeders kunnen hun kinderen ook opvoeden tot hulpeloosheid. Dit gebeurt als ze steeds maar weer betuttelend en overdreven beschermend hun ‘lieve en kwetsbare kind’ tegemoet treden. Ik heb meegemaakt dat een 12-jarige grote mentorleerling af en toe nog op schoot zat bij zijn moeder. Hij werd toen nog teveel bemoederd en verwend. Dit was aan zijn gedrag in de klas te merken. Zulke jongens moeten leren om zelfstandig de stormen van de jeugd te trotseren. Daardoor kunnen ze stevig wortelen. Je voedt ze op tot hulpeloosheid door ze steeds maar weer als een kasplantje uit de wind te houden. Het is niet goed om een puber teveel aan het lijntje te houden. Ze hebben de ruimte nodig om zich zelfstandig te kunnen ontplooien

Een jongere zal de grenzen gaan opzoeken. Daarbij zal de puber onze begrenzingen gaan uittesten. Dat levert de nodige strijd op. We moeten in ieder geval in gesprek blijven. Bewaar het contact! Veroordeel de verkeerde daden, maar zet je kinderen niet negatief weg. Probeer het (vlucht)gedrag te begrijpen. Wees in hun indentiteitscrisis een identificatiefiguur. Blijf elkaar herkennen, maar geef ze wel ruimte om te verkennen.

     

Verlies ze niet uit het oog op de zoektocht naar aandacht, liefde en geluk. Bid voor ze, en waak over ze. Voor je gevoel kun je ze uit het oog verliezen, maar het wakend oog van God reikt verder. Zijn liefde zal het contact bewaren.  Door de liefdesband is het niet ‘uit het oog, uit het hart’.De verloren zoon was niet uit het hart van de vader verdwenen. Staan we biddend op de uitkijk?

Het kan ook zijn dat we in onze kinderjaren en jeugd steeds weer werden aangespoord en gepusht door onze opvoeders om er steeds weer een schepje boven op te doen, om meer waardering bij hen te oogsten. Ouders en opvoeders kunnen kinderen ook een betrekkelijke goedkeuring geven, zo van: ‘mooi, dat heb je goed gedaan… en nu nog een stapje verder’. Het ‘nu nog een stapje verder’ kan in het verdere leven blijven bestaan in het denken en voelen. Er kan dan een complex ontstaan om je steeds weer meer te moeten bewijzen. Je denkt dan dat je steeds maar weer waardering en liefde van anderen moet verdienen. Het is nooit genoeg. Dit kan een ongezonde stuwkracht worden in je leven. Het kan juist een gezond geestelijk leven tegenstaan. Ook voor God wil je dan jezelf in werkheiligheid aangenaam maken. Je denkt dan: ‘ik ben nog niet tevreden over mezelf en wat ik heb gedaan… nu nog een stapje verder, wat God is er ook nog niet tevreden mee.’

We zijn niet perfect

Zowel bij reformatorische als evangelische gelovigen is dit drijven naar volmaaktheid een groot gevaar.

Pas op voor perfectionisme

 en minderwaardigheidsgevoelens

Naast het gevaarlijke ‘onberispelijkheidcomplex’ (perfectionisme) is er ook nog het minderwaardigheidscomplex. Dat complex zorgt er regelmatig voor dat we ons onbekwaam voelen voor bepaalde taken en het gevoel hebben dat we verplichtingen niet aankunnen. Zoals we onszelf niet moeten overwaarderen, mogen we ons ook niet onderwaarderen. Velen hebben door de genoemde complexen ontevreden gevoelens over zichzelf, weinig zelfrespect en een gering gevoel van eigenwaarde. De boze geesten zullen deze negatieve gevoelens uitbuiten, door ons min of meer krachteloos te maken in de dienst van God. Je wordt dan op jezelf teruggeworpen. Door de inblazingen van boze geesten blijf je dan ronddraaien in negatieve, moedbenemende gedachten.  Luister niet naar de leugenstemmen in je die je influisteren: ‘Je bent nooit in staat om aan bepaalde eisen te voldoen.’ Het kunnen ook stemmen zijn die je opzwepen om onbereikbare doelen na te streven.

Zie op Gods mogelijkheden

Een gelovige dient zich door het geloof aanvaard te voelen, met alles wat hij oprecht mag doen.

Een oprechte gelovige

 dient zich door het geloof aanvaard te voelen 

Geloven betekent letterlijk; ‘je doen dragen’ en niet jezelf dragen en opwerken naar een hoger niveau van heiligheid. Onze rechtvaardigheid en heiligmaking hebben we door en in Jezus Christus. Alles wat niet uit het geloof is, dat is zonde (Rom.14:23). In de Studiebijbel wordt hierbij verklaard: ‘Alle gedrag, waarover men in zijn geweten geen rust heeft of God het wel goedkeurt, moet worden beschouwd als zonde.’ Dit kan ook wel worden gezegd het geestelijk perfectionisme wat ons onrustig en ontevreden houdt. Leef en werk daarom dankbaar vanuit de mogelijkheden die het geloof in Jezus Christus je geeft. Als we vanuit het geloof in Jezus leven en werken is God tevreden met ons.

Zie op Gods mogelijkheden

 en niet op eigen onmogelijkheden

Stel je vertrouwen op Gods mogelijkheden en zie af van je eigen onmogelijkheden!

Wees daarom standvastig, onwankelbaar en altijd overvloedig in het werk van de Heere, daar je weet dat je inspanning niet tevergeefs in de Heere (1 Kor.15:58).

 Zorg ervoor dat je niet onnodig een ‘loser’ wordt door negatieve gedachten. Bedenk vol vertrouwen voor jezelf, wat we lezen in 1 Kor.15:57: ‘Maar dank aan God, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus.’ 

Hulpeloze kurken op het water

Als hun levensschip losraakt van de veilige kade, raken ze op drift en worden ze meegezogen door de golven van wereldse verleidingen. Ze kunnen dan de koers kwijtraken, de mist in gaan, en drijven dan op den duur als een hulpeloze kurk op het water.

We herkennen de onzekere, onhandige en hulpeloze jongeren al spoedig aan hun stress en besluiteloosheid. Het blijkt dus dat veel postmoderne jongeren een verzwakte wil hebben.

Vluchtgedrag en besluiteloosheid

Jongeren met een verzwakte wil zijn passief en hulpeloos als er gehandeld moet worden. Op den duur kunnen ze in de zaken van het dagelijks leven moeilijk keuzes meer maken of initiatieven ondernemen. Dit is het gevolg van het steeds weer ontlopen van verantwoordelijkheden en het wegvluchten in hun digitale wereld.

                                   

Onzekerheid, sociale angst en onhandigheid houden hen in een passieve toestand. Anderen moeten dan voor hen kiezen, handelen, leiden en besluiten.

Ze willen de controle over zichzelf en hun handelen nog wel bewaren, maar lijken het spoor bijster te raken in het normale leven van plichten en verantwoordelijkheden.

Door het misleide verstand en de afgezwakte wilskracht kunnen jongeren komen tot onoplettendheid, gebrek aan concentratie en beoordelingsvermogen, aarzeling en besluiteloosheid. Besluiteloosheid is één van de belangrijkste oorzaken van stress.

Besluiteloosheid

is één van de belangrijkste oorzaken van stress 

De onzekerheid, onkunde en onhandigheid leidt tot angst als ze moeten handelen en besluiten. Ze zijn dan bang om de controle te verliezen (die ze eigenlijk al uit handen hebben gegeven aan verleidende machten).

Daarbij komt nog het probleem van koppigheid en stelligheid, omdat ze denken het allemaal toch wel goed door te hebben en te weten. Dit is vaak en denkbeeldig machtsgevoel, wat in de praktijk geen handen en voeten heeft.

Ze willen niet dat een ouderwetse opvoeder hun gaat vertellen hoe ze het moeten doen. Dan gaan ze liever naar de jonge raadgevers (zoals koning Rehabeam deed), die dus ook met dubieuze adviezen komen. Volgens hen moet je ervoor zorgen, dat je zelf ‘de macht in handen houdt’. ‘Zorg ervoor dat je zelf de controle bewaart.’

Iemand die angstig is, heeft het vaak niet door dat de controle eigenlijk al van hem overgenomen is. Als je aan het afglijden bent in de geestelijke duisternis, grijp je jezelf vast aan alles wat zich maar aandient als ‘houvast’. De kwade geesten zijn er snel bij om een afglijdende puber ‘de zwarte hand’ te bieden.

Boze geesten zijn er snel bij om een afglijdende puber

 ‘de zwarte hand’ te bieden 

Als je het zelf niet kunt, en toch niet wilt afgaan, kun je naar middelen gaan grijpen, die je zullen gaan uitputten en verwoesten.

De gevolgen van alcoholgebruik

Hoeveel jongeren gebruiken al op jonge leeftijd (beneden de 18 jaar) teveel alcohol, om zich maar zekerder te voelen en weer te durven? Het is echter geen wijsheid, die uit het bierflesje komt. De wilskracht wordt juist verzwakt door het gebruik van verdovende of stimulerende middelen. In de puberteit ben je nog in de periode van de karaktervorming. Het karakter wordt door het gebruik van alcohol en drugs misvormd.

De jonge alcoholist

Door het risicogedrag komt een gebruiker sneller in de problemen. Hij verzwakt zijn conditie en veerkracht, en raakt uitgeput. Hij kan dan de druk van het leven niet meer aan en gooit het touw in het bootje. En zo laat hij zich op zijn gevoelens drijven als een kurk op het water. Hij geeft zich over aan negatieve gevoelens van angst en boosheid. Zodoende wordt hij een gemakkelijke prooi van kwade geestelijke invloeden en demonische infiltratie.

Daarna worden verschillende zaken in zijn leven dwangmatig en heeft hij op deze gebieden de controle verloren. Dit is een voorbeeld van een jongere die door vlucht- en risicogedrag in een negatieve spiraal is terechtgekomen. Probeer dit risicogedrag te voorkomen!

Inspelen op gevoelens

Veel mensen in het Westen zijn kinderen van hun tijd en geïnfiltreerd door ‘de geest van deze eeuw’. Hun eigen zondige wil is daardoor ‘wet’ geworden. Ze zijn individualistisch en postmodern in hun denken. Wat zich aandient is voor hen goed ‘als het maar goed voelt’. Eigenlijk speelt dan ‘het goede gevoel’ de overheersende rol in hun leven. De wil koppelt zich aan dit gevoel en het denken laat zich hierin meeslepen. Het gevoel is onze zwakste ingang, waardoor we het gemakkelijkste zijn te verleiden

Het gevoel is onze zwakste ingang,

 waardoor we het gemakkelijkste zijn te verleiden 

Het gevoel is oppervlakkig en neemt de zondige vrucht, omdat zij begeerlijk is.  Hierdoor is de mens ook gevallen in het paradijs. We lezen ervan in Gen.3:6: ‘En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom, die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan.’

Het was een zeer misleidend gevoel, ingegeven door de grote misleider. En het eten heeft de mens juist onverstandig gemaakt. Waarom niet beter nagedacht! Bezin je daarom, voordat je aan de zonde begint. Na het eten van de verboden vrucht volgt er een zeer wrange nasmaak. Waak ervoor, dat je niet dezelfde fatale fout maakt!

Het eten van een verboden vrucht

geeft een wrange nasmaak 

Verzwakking van de wilskracht

Satan en zijn demonen zijn er op uit om de wilskracht bij jongeren af te zwakken. Hiervoor gebruiken zij puberteitsproblemen, wereldse verleidingen, drank- en druggebruik. Door emotionele beschadigingen en innerlijke problemen kan de wilskracht worden afgezwakt. Men wordt dan vatbaar voor infiltratie door ‘de geestelijke boosheden in de lucht’ (Ef.6:12).

In het zoeken naar ontspanning, het bovenmatig kijken naar films en het spelen van games verzwakken de wilskracht en het verantwoordelijkheidsgevoel. Jongeren die in de watten worden gelegd en niet hoeven te vechten voor studie en toekomst, verliezen hierdoor hun gezonde wilskracht. Het niet (meer) werken aan een bereikbaar doel maakt jongeren zwak. Er is dan een gebrek aan toekomstperspectief. Dit is een groot probleem in onze westerse samenleving.

Het gevoel is de gemakkelijkste ingang voor negatieve beïnvloeding. Dit kan dus leiden tot zonde, zwakte en angst. Kwade geesten zoeken naar zwakke ingangen, om te kunnen infiltreren. Ze zijn de aanstokers van zonde, ziekte en verderf. Als we ons door het gevoel laten drijven, kunnen we gemakkelijk worden misleid. Het gevoel werkt niet met de ogen van het verstand, maar tast als het ware in het duister. We moeten onze keuzes niet laten bepalen door of het ‘goed of slecht aanvoelt’. Onze wil moet zich niet laten voortstuwen door zondige verleidingen, angstig, boosheid of opstandigheid. Dat is allemaal verkeerde brandstof voor de wilskracht. Laat je niet teveel leiden door het blinde gevoel, maar gebruik je heldere verstand!

Door emotionele beschadigingen en innerlijke problemen kan de wilskracht worden afgezwakt. Hierdoor wordt men vatbaar voor infiltratie door ‘de geestelijke boosheden in de lucht’ (Ef.6:12). Zelfs verzwakte, beschadigde en misleide gelovigen worden ingepakt door occulte machten. Jessie Penn-Lewis (1861-1927) schrijft hierover in haar boek ‘oorlog tegen de heiligen: ‘De man met de ‘sterke wil’ wordt plotseling passief meegaand. Hij denkt dat God in zijn omstandigheden voor hem wilsbeslissingen neemt en dat door andere mensen doet. En zo wordt hij passief en hulpeloos als er gehandeld moet worden. Na een poosje kan hij in dingen van het dagelijks leven geen keuzes meer maken en ontbreekt elk besluit of initiatief in zaken waarin activiteiten ontplooid moeten worden. Hij wordt bang een wens uit te spreken, laat staan een beslissing te nemen. Anderen moeten kiezen, handelen, leiden, besluiten. Ondertussen drijft hij als een kurk op het water.’

Als het denken is misleid en niet meer steunt op de waarheid van Gods Woord, is er weinig kracht en inzicht om zelf uit deze verzwakte toestand te geraken.

Het denken moet blijven steunen op Gods Woord 

Hieronder wordt afgebeeld hoe ‘locomotief Wil’ wordt belemmerd en verzwakt door negatieve gevoelens. Het gevoel heeft zich laten beïnvloeden door zonde, zwakte en angst.

            

Als we ons door het gevoel laten drijven, kunnen we gemakkelijk worden misleid. Het gevoel werkt niet met de ogen van het verstand, maar tast als het ware in het duister. We moeten onze keuzes niet laten bepalen door of het ‘goed of slecht aanvoelt’. Onze wil moet zich niet laten voortstuwen door zondige verleidingen, door angstige gevoelens of door moedeloos makende zwakte. Dat is allemaal verkeerde brandstof voor de wilskracht. We zien op de afbeelding hoe deze negatieve zaken via het gevoel in de wil worden gepompt. Het is een moedbenemende toestand. Hierdoor is ‘locomotief Wil’ niet vooruit te branden. Ik denk dat het voorbeeld voor velen herkenbaar is. De les is duidelijk: Laat je niet teveel leiden door het blinde gevoel, maar gebruik je heldere verstand!

Karakter en het opgebouwde historische record aan ervaringen en gevoelens spelen een belangrijke rol bij het gevoel. Door een laag zelfbeeld en ervaringen van afwijzing kun je vanuit je gevoel geen objectieve en nuchtere beslissingen nemen.

Zelfs de wil kan zich door negatieve gevoelens laten meeslepen in een zielig hoekje en zeggen: ‘Laat me maar met rust… ik wil niet meer, het hoeft voor mij niet meer.’

De verslapte wil heeft dus ook het verstand en het Schriftuurlijk denken nodig om de rug te rechten en stevig op de benen te gaan staan. Vanuit Hebr.12:12 kan een sukkelende gelovige met te weinig geestelijke wilskracht worden aangespoord met de woorden: ‘Daarom richt weer op de trage handen, en de slappe knieën…’

Versterking van de wilskracht

Het denken heeft een leidende functie ten opzichte van het gevoel en de wil. Het verlichte denken moet het gevoel en de wil ‘de baas blijven’. Het denken zal zich bezinnen op alles wat je te binnenschiet. In het boek Spreuken zie je hoe belangrijk de wijsheid is. Neem wijze besluiten. Gebruik altijd je verstand!

Gebruik altijd je verstand 

Hieronder wordt geïllustreerd hoe het verstand en het heldere denken ‘locomotief Wil’ weer positief op de rails kunnen zetten.

Door nuchter na te denken en weer ijverig en serieus onze taken op te pakken, krijgen we weer nieuwe energie. Door alles weer op een rijtje te zetten, inzicht en doorzicht te krijgen, kunnen we weer met nieuwe moed vooruit.

Bij het positieve denken hoort discipline, oefening en training. Luiheid, ledigheid en slapheid zijn voertuigen van de kwade geesten, die hiermee onze wilskracht proberen af te zwakken. Boze geesten kunnen onze zwakke plekken en ingangen van vroeger moeiteloos terugvinden.

Boze geesten kunnen onze zwakke plekken

en ingangen van vroeger moeiteloos terugvinden 

In de wedergeboorte, als iemand tot geloof komt, wordt het denken vernieuwd. Daarna moeten we steeds meer worden vernieuwd en hervormd in ons denken (Rom.12:2). De vernieuwde wil en het heldere verstand zijn nodig om met de hulp van de Heilige Geest de verleiders de wacht aan te zeggen en te verdrijven.

Hieronder zie je afgebeeld hoe het vernieuwde denken de wilskracht bevorderd. De stuwende krachten van geloof, hoop en liefde geven ‘locomotief Wil’ een heerlijke stimulans om tot Gods eer op het goede spoor krachtig en blijmoedig voort te gaan.

Jessie Penn-Lewis stelt, dat de Heilige Geest de menselijke geest verlost tot vrijheid en opgewektheid.

Laat je niet leiden door je blinde gevoel

Je kunt iets wel willen, maar is het ook verstandig? Bezin je, voordat je aan iets begint. Door schade en schande kun je wijs worden, niet door je gevoel, maar door je verstand te gebruiken. Met je gevoel kun je niet goed relativeren in nieuwe situaties.

Als je jong en nog vrij bent, kunnen je wil en je gevoel verliefd worden op een ongelovig, niet-christelijk meisje. Zonder geestelijke wapenrusting is het moeilijk seksuele verleidingen te weerstaan.

We moeten toegeven dat veel christenen vooral op dit gebied hun zwakheden kennen en voelen. Dagelijks is het voor ons nodig om te bidden: ‘Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.’ In antwoord 127 van de Heidelbergse Catechismus wordt onze zwakheid vertolkt, maar ons ook de hulp en kracht aangewezen, waardoor wij staande kunnen blijven! (Lees dit maar in het antwoord.)

Als christen zul je dan je verstand moeten gebruiken. Je moet dan goed nadenken over de gevolgen.

Denk na over de gevolgen

 van het toegeven aan gevoelens

Gevoelens van afwijzing

Werken van de bekende bijbelleraar Derek Prince (1915-2003) zijn in meer dan 100 talen uitgegeven. In het boekje ‘Gods antwoord voor afwijzing’ streeft hij naar genezing voor de wonden van verwerping en schaamte. Ik dacht aanvankelijk zelf dat ‘veiligheid’ de eerste levensbehoefte van de mens is, maar ik denk sinds kort dat het ‘acceptatie’ is. Het afgewezen en niet geaccepteerd te zijn is vooral voor een jongere een diepingrijpende uiterst negatieve ervaring. Derek Prince heeft in zijn pastorale praktijk gemerkt dat verslavingen en persoonlijke problemen in de meeste gevallen ontstaan uit afwijzing.

Door afwijzing

ontstaan persoonlijke problemen en verslavingen 

Ieder kind dat ter wereld komt, hunkert naar (ouderlijke) liefde, acceptatie en veiligheid. Zoals gelovigen zich veilig willen weten in Jezus’ armen, zo willen kleine kinderen zich veilig, geliefd en geaccepteerd weten in de armen van vader en/of moeder. Omdat in bepaalde westerse gebieden meer dan de helft van de huwelijken al eindigt in een echtscheiding, zijn er al wonden van afwijzing bij ouders zelf. Veel van deze ouders brengen gevoelens van afwijzing over op hun (jonge) kinderen. Derek denkt daarom ook ‘dat tenminste de helft van de mensen in de westerse wereld lijdt aan de één of andere vorm van afwijzing’.

Je kunt je op school afgewezen voelen, omdat je niet wordt geaccepteerd of gekozen wordt, of dat je zelfs gepest wordt. Het is nog erger als je voor je gevoel nooit liefde van je vader hebt ervaren of dat je moeder je eigenlijk niet wilde – dat je een ongewenst kind bent. Er zijn kinderen die van hun moeder uitdrukkingen hoorden zoals: ‘Was je maar nooit geboren’, of: ‘Wat doe je hier eigenlijk… ik kan je niet gebruiken… je zit bij me in de weg… jammer dat je er bent… hoepel toch op’.

Afwijzing is ‘het gevoel niet gewenst te zijn’. Je denkt dan dat mensen niet van je houden, dat ze je niet aardig vinden. Je voelt je buitengesloten, buiten de groep, of zelfs buiten je gezin. Je voelt je niet geaccepteerd en niet welkom.

Geschonden vertrouwen

Het gevoel afgewezen te zijn kan te maken hebben met een geschonden vertrouwen, dat je door iemand die je vertrouwde bedrogen bent. Vooral als je van jongs af aan al bent afgewezen, kunnen ook schuldgevoelens en gevoelens van schaamte bij je aanwezig zijn. Het is allemaal diep gegrift in je geest en in je psyche. Het maalt steeds maar weer in je gedachten. Het is daarom ook een goede voedingsbodem voor demonen om je geest nog verder te belasten en te kwellen.

Derek Prince schrijft: ‘Onze huidige maatschappij lijdt aan een steeds verder voortwoekerende ontwrichting van relaties. We leven in een tijd van gebroken beloftes. Misschien heb je zelf ook al eens in de vuurlinie gelegen, met als resultaat een litteken van afwijzing in je leven. Ik wil je aanraden uit te zien naar een zilveren randje om die donkere wolk.’

Derek verklaart ons: ‘Een kind dat weinig lichamelijke warmte of aanraking ervaart, zal gemakkelijk ten prooi vallen aan afwijzing.’ Hij geeft ons verder door: Als je vandaag de dag praat met kinderen die verbitterd en opstandig zijn naar hun ouders toe, dan hoor je vaak het verhaal: ‘Mijn ouders hebben me alles gegeven: kleren, een opleiding, een rijbewijs en een auto, maar ze hebben me nooit tijd gegeven. Ze gaven nooit zichzelf. Dit is volgens mij de bittere reacties van jongeren tegenover oudere mensen, die we sinds de jaren ’60 (de Flowerpower tijd) regelmatig hebben zien terugkeren. De Flowerpower beweging was een reactie op het liefdeloze materialisme. Veel van de jonge mensen, die zo verbitterd en opstandig waren, kwamen uit bevoorrechte, welgestelde gezinnen. Ze hadden alles gekregen, behalve liefde, en dat was nu juist waar ze het meest naar verlangden en wat ze nodig hadden.’

In deze beweging was er een geest van wrok, haat, bitterheid en opstandigheid tegen een verleden van afwijzing. Jongeren uit deze vluchtwereld kwamen ook terecht in de occulte sferen. Ze keerden zich tot valse goden, tot de paranormale wereld van demonen, om op deze wijze macht en controle te kunnen krijgen.

Maar de wereld waar je op deze wijze controle over wilt krijgen, pakt je in… en krijgt spoedig de controle over jou. Zo zie je dat velen vanuit het machteloze gevoel van afwijzing de toevlucht hebben gezocht in de wereld van duistere, occulte machten. De toegangsdeur wordt vaak verschaft via de popmuziekwereld. In de revolutionaire popmuziek worden de gevoelens van afwijzing benoemd en de weg gewezen naar een occulte acceptatie.

In het handboek ‘Geboren om vrij te zijn’ van Wilkin van de Kamp komt ‘afwijzing’ naar voren als één van de invalspoorten voor demonische infiltratie. Als gevolgen van afwijzing worden in een neergaande spiraal genoemd: eenzaamheid, zelfmedelijden, ellendigheid, depressiviteit, wanhoop en (zelf)moord. Er wordt gesteld: ‘Afwijzing of verwerping kan omschreven worden als ‘het gevoel niet gewenst te zijn’. Het probleem gaat vaak terug tot een trauma in de kinderjaren. Twee wonden, die in nauw verband staan met afwijzing, zijn geschonden vertrouwen (door bedrog) en schaamte.’ Deze gewonde mensen voelen zich niet geaccepteerd.

In Spr.15:13 lezen we: ‘Een blij hart maakt het aangezicht vrolijk, maar door het hartenleed wordt de geest verslagen.’

Wilkin leert ons verder: ‘Een gebroken geest heeft een verlammende werking op alle terreinen van het leven en opent in de geest de deur voor negatieve, verwoestende krachten, die iemands leven binnen komen om geleidelijk de touwtjes in handen te nemen en het leven te vernietigen.’

Door afwijzing kunnen jongeren anderen ook gaan afwijzen. Dit kan zover gaan dat het normale maatschappelijke leven wordt afgewezen en dat ze ook zichzelf afwijzen. Door zelfverwerping brengen ze op den duur zelf hun eigen leven in gevaar. De hopeloze bewijzen nemen helaas hand over hand toe in onze ‘eeuw van bezorgdheid’ en bij de ‘drop-outgeneratie’.

Waarom letten veel jongeren niet genoeg op hun geestelijke, psychische en lichamelijke veiligheid, door veel alcohol en drugs te gebruiken? Kijk eens terug naar wat ze hebben ervaren in hun gezin. Ik heb begrepen dat er bij meer dan 90% van hen die zijn opgenomen (geweest) bij St. De Hoop (om weer clean te worden) problemen thuis waren. Door allerlei botsingen, ruzies en afwijzingen proberen ze hun geluk en acceptatie te zoeken in de jongerenwereld van popmuziek en uitgaansleven. Ze zoeken naar een escape (een vlucht uit de werkelijkheid) achter een beeldscherm, in een computergame, bij hun digitale vriendengroep op Hyves, MSN of de vriendensite Facebook .

Afwijzing kan een blijvende innerlijke houding worden 

Derek Prince verklaart verder: ‘Afwijzing is niet alleen kwaadaardig op zichzelf, maar het opent ook de deur voor verschillende andere negatieve, verwoestende krachten, om iemands leven binnen te komen en geleidelijk aan zijn of haar leven over te nemen.’ Er is nogal eens bevrijding nodig van de geestelijke gevolgen van afwijzing. Derek leert ons verder: ‘Afwijzing kan een verborgen, innerlijke houding zijn, die we met ons meedragen. Het probleem ligt op het gebied van de geest. De ervaring heeft me geleerd, dat iedere negatieve emotie, reactie of houding, die blijft aanhouden, gepaard gaat met een daarmee overeenkomstige geest. Achter angst zit een geest van angst; achter jaloezie zit een geest van jaloezie en achter haat schuilt een geest van haat.’

Het komt erop neer dat iemand, die er niet in slaagt zich te ontrekken aan de blijvende gevoelens van afwijzing en boosheid hierover, hiermee een deur opent voor een geest van afwijzing en een geest van boosheid. In zo’n situatie kan er ook gemakkelijk een demon van jaloezie intrek hebben genomen in een afgewezen persoon. Als het dwangmatig wordt, terwijl er geen psychische of lichamelijke oorzaken zijn, is het vaak een zaak van demonische belasting of gebondenheid. Er is dan bevrijdend gebed nodig in de Naam van de Heere Jezus Christus. Als je van de haat en jaloezie vanwege afwijzing niet wordt bevrijd, blijft het voortwoekeren in je leven. Het kan dan zijn dat zij die je hebben afgewezen al overleden zijn, maar dat je deze haat en jaloezie gaat richten tegen anderen, zelfs van je nageslacht. Het kan dan een erfelijke belasting en vloek worden tot in het verdere nageslacht. We weten dat God de misdaden van het voorgeslacht bezoekt aan het nageslacht. Zoals eerder aangegeven, geldt het bij geloof en bekering, ‘dat Hij barmhartigheid doet aan duizenden van hen, die Hem liefhebben en Zijn geboden onderhouden’ (zie Ex.20:5-6).

Hadden veel ouders maar niet zoveel aan hun eigen (zakelijke) belangen gedacht, en hadden ze maar tijdig ingezien dat ze bezig waren om hun ‘opstandige kind’ van zich af te stoten en los te laten in ruige wereld van manipulatie en duisternis. Ik denk dat veel christelijke ouders op het gebied van de opvoeding zelf ook de hand in eigen boezem moeten steken. Ik in ieder geval wel! Je wordt door schade en schande wijs, maar het kan wel pijn blijven doen, vooral als de gevolgen zichtbaar blijven. In de opvoeding wordt veel eigenwijsheid en hoogmoed afgeleerd.’

Toon tastbare en zichtbare liefde! 

Het kan ook zijn dat ouders niet in staat zijn om tastbare en zichtbare liefde te tonen, omdat hun ouders dit ook niet konden naar hen toe. Derek sprak iemand, die hem vertelde: ‘Ik denk wel dat mijn vader van me hield, maar hij wist gewoon niet hoe hij dat moest laten zien. In zijn hele leven heeft hij me nooit op de knie genomen; hij heeft nooit iets gedaan om me te laten voelen, dat hij van me hield.’

In zulke gevallen kan het gebeuren dat het kind denkt: ik ben ongewenst. Bij meerdere negatieve gebeurtenissen in zijn leven kan het voor hem dan een neergaande spiraal van depressie of agressie worden, die in sommige gevallen zelfs eindigt in zelfmoord. Wanneer ouders bepaalde kinderen voortrekken of meer complimenten geven, kan er ook gemakkelijk een diepgaand gevoel van afwijzing ontstaan bij een achtergesteld kind. Derek vertelt ons verder dat een moeder eens haar lievelingdochter hoorde huilen in een kamer. Ze riep: ‘Ben jij het schatje?’ Uit een andere kamer klonk de teleurgestelde stem van de andere dochter: ‘Nee, ik ben het maar.’ Gelukkig kwam de moeder daardoor tot inkeer en ging ze eraan werken om de schade te herstellen.

Geen afwijzing… maar acceptatie!

Let op de gevoelens van afwijzing! Zorg dat ze zich geaccepteerd voelen, dat ze erbij horen. Ik denk dat ‘zich geaccepteerd voelen’ de eerste levensbehoefte is. Daarna komen veiligheid, drinken en eten, enz.

Jongeren voelen zich vaak afgewezen door ouderen, omdat ze maar niet kunnen voldoen aan de prestaties, regels, normen en waarden, die van hen worden geëist. Liefdevolle aandacht voor jongeren is absoluut nodig! Zijn er wel genoeg warme christelijke gezinnen en gemeenschappen, waar jongeren zich heerlijk thuis voelen, waar ze zich veilig en geaccepteerd weten? Vroeger was er een sticker op auto’s in de VS, waarop stond: ‘Wanneer heeft u uw kinderen voor het laatst geknuffeld?’ Volgens Derek Prince mochten ze deze autosticker wel opnieuw uitgeven.

Hoeveel aandacht geven we onszelf en hoeveel aandacht onze jongeren? We moeten op dit punt allen wel de hand in eigen boezem steken. Bekering is nodig!

Zijn onze eigen emotionele beschadigingen van vroegere afwijzing er soms niet de oorzaak van dat we het nu zo vaak ook verkeerd doen. Is er een gefrustreerde houding naar onze kinderen, omdat we willen dat zij het beter gaan doen dan wij in het verleden? Opvoeden is de strijd tegen jezelf voortzetten in je kinderen, maar dat is geen vechten met de botte bijl.

De liefde van Jezus

maakt jongeren innerlijk zacht en vatbaar 

Hard wettiscisme zal ze harder maken, maar de liefde van Jezus zal ze innerlijk zacht en vatbaar maken.

We moeten gemotiveerd worden door de liefde van Christus, om zo bewogen te zijn over onze jongeren. Er dient bij ons een open deur voor onze jongeren te zijn, zodat ze met al hun (geestelijke) vragen en problemen bij ons terecht kunnen. Zij ze soms te onbelangrijk voor ons? Hebben we ‘belangrijker zaken’ aan ons hoofd, die meer te maken hebben met onze baan, carrière, hobby’s, kerkelijke functie en ontspanning? We zullen dan meer gaan verliezen dan ons lief is!

Samen zoeken naar goede keuzes

De jeugd heeft tegenwoordig veel mogelijkheden om eigen keuzes te maken (buiten het gezichtsveld van de opvoeders). Voorlichting en voorkompastoraat naar opvoeders en jongeren toe is dus echt wel nodig geworden!

De cursus ‘No Apologies’ van St. De Hoop (van Focus on the Family) biedt jongeren een helpende hand, opdat ze vroegtijdig zullen kiezen voor een gezonde levensstijl. Denk vooraf na, zodat je jezelf later geen excuses zult moeten aanbieden, omdat je verkeerde keuzes hebt gemaakt in je puberteit.

De boekenkast van de puber

Je kunt de opvoeding pubers vergelijken met het vullen van hun geestelijke boekenkast. Ze hebben al heel wat bagage meegekregen vanaf de vroege kinderjaren. De meeste jonge kinderen accepteren nog veel van hun ouders. Daardoor is hun boekenkast gevuld met de levenslessen, normen en waarden van de ouders. De ouders hebben de boeken die zij het belangrijkste vinden voor hun kind op het bovenste boord geplaatst. De minder belangrijke zaken kun je op een lager boord vinden.

Hieronder zie je een voorbeeld van een boekenkast met de wensen van ouders voor hun puber. Je kunt hierbij allerlei andere wensen bedenken. Het zal duidelijk zijn dat een opgroeiende jongere deze wensen en voorkeuren niet op deze wijze zal overnemen. Pubers willen in toenemende mate zelf uitmaken wat ze belangrijk en goed vinden voor hun eigen leven. Ze zijn in de ‘ik vind’ periode gekomen. Ze willen de grenzen verleggen en kijken hoever ze kunnen gaan. Ze willen zoveel mogelijk vrij zijn in hun doen en laten. Ze denken en zeggen: ‘Dat bepaal ik zelf wel.’

Tijdens de puberteit gaan de tieners kijken wat zij belangrijk vinden. De geplaatste boeken worden bekeken, beoordeeld en verplaatst. Je hebt zelfs kans dat daarna niets meer op de oude plaats staat. Er zijn jongeren die alle oude boeken uit de kast gooien. Zij willen zelf bepalen wat ze leuk vinden en bij hen past.

Hieronder zie je een voorbeeld van een boekenkast van een jongere, zoals hij die voor zichzelf invult. Zijn voorkeuren staan hierbij bovenaan. Dit is dus duidelijk niet naar de wensen van de ouders.

                        

Daarna zie nogal eens het volgende gebeuren: Ouders gaan ijverig te werk om de verplaatste en weggeworpen boeken weer op de oude plaats in de boekenkast van hun kind te zetten. Vervolgens gooit de gefrustreerde puber de zaak er weer uit.

Dit proces wordt een bron voor de komende ruzies. Op deze wijze gaat het duidelijk verkeerd in de opvoeding. Er komt steeds meer verwijdering. Je ziet dit veel gebeuren.

Wat is nu een verstandige wijze van handelen? Denk eens na over het volgende: Je gaat gewoon naast de puber op de grond tussen zijn boeken zitten. Je zit niet bij de pakken neer, maar pakt samen de problemen aan. Ga niet autoritair of met moederlijke zorgzaamheid voor hem of haar beslissen, maar leer de puber zelf te kiezen. Blijf altijd in gesprek! Overleg op een rustige wijze.

Je kunt vragen: 

– Hoe wil je zelf je eigen zaken op een rijtje krijgen?

– Wat vind je belangrijk voor jouw toekomst?

– Welke boeken (zaken) in je leven wil je bewaren in je kast?

– Waarom heb je dat muziekboek bovenaan geplaatst?

– Kun je dit leerboek, dat je uit de kast hebt gegooid, wel missen?

– Heb je de belangrijke toekomstboeken later niet nodig?

– Heb je niet teveel boeken van ontspanning bovenaan gezet?

– Is er nog wel tijd over met zoveel internetgames bovenaan?

– Waarom neemt sport zo’n belangrijke plaats in bij je?

– Krijg je er geen spijt van als je dit boek over vriendschap wegdoet?

– Waarom heb je de Bijbel op een lager boord geplaatst?

– Ben je gaan twijfelen?’ 

Door deze soort gesprekken kun je weer dichter bij elkaar komen. Vaak hebben ouders en pubers hun eigen verhaal. Hierdoor komen ze weer in gesprek.

Laat het de puber zelf ontdekken, wat goed voor hem of haar is. Benadruk dat je er over praat, maar dat het zijn of haar eigen keuze is.

Leer ze om zelf goede keuzes te maken

 Laat over het algemeen de gevolgen zien van de keuzes die jongeren maken. Daar gaat het voorkompastoraat over. Ze doen dat bij de cursus No Apologies en bij Stichting Voorkom. Laat jezelf voorlichten. Probeer kennis van zaken te hebben, zodat je goed overkomt. Zorg dat je zó overkomt, dat je er samen goed uitkomt.

Ontdek de gevaren

We dienen samen met onze jongeren te ontdekken welke gevaren ons bedreigen en hoe we de verleidingen kunnen weerstaan. De wereldse verleidingen en demonische infiltraties verzieken het geestelijk leven en maken jongeren al snel ongelukkig. De gevolgen zijn duidelijk zichtbaar in de jongerenwereld.

Jongeren hebben een geestelijk houvast en een vaste koers nodig, waardoor ze gezond kunnen ontwikkelen. Een heftige puberteit moet in een rustig vaarwater de juiste richting vinden. Jongeren moeten weten wat de consequenties zijn van de keuzes die ze maken. Ze moeten leren niet alles te accepteren wat ze wordt opgedrongen door de moderne samenleving. Ze dienen al vroeg de geesten te leren onderscheiden, zodat ze het verschil tussen goed en kwaad kennen.

 Ga hen voor op de goede weg

We kunnen voor de geestelijke opvoeding veel leren van een aantal spreuken van Salomo. Spr.22:6 houdt ons voor:

‘Oefen de jongeman overeenkomstig zijn levensweg,

ook als hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken.’

In de Spreuken wijst Salomo steeds op de gevolgen van de zonde. Hij kon uit eigen ondervinding spreken. Hij vermaant in liefde, en heeft het behoud en het welzijn van zijn zoon op het oog. Hij blijft in gesprek, en wil dat zijn zoon goed terechtkomt. Hij leert ook ons in Spr.3:5 

‘Vertrouw op de HEERE met heel je hart,

en steun op je eigen inzicht niet.

Ken Hem in al je wegen,

dan zal Hij je paden rechtmaken.’

We weten dat de vreze des HEEREN het beginsel van de kennis is (Spr.1:7) en ons bewaart van het kwade. We moeten onze jongeren de liefde tot God, het heerlijk van Zijn dienst en het geloof in Jezus voorhouden vanuit ons hart en leven. Dan kunnen wij met vrijmoedigheid de woorden uit Ps.34:12 aan hen doorgeven:

‘Kom, kinderen, luister naar mij,

ik zal jullie de vreze des HEEREN leren.’