Herstel voor koning David. Hoe kom je van zelfbescherming en zonden naar schuilen bij God?

Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.

Wat kunnen we leren van het leven van David?

In deze Bijbelstudie over geestelijk herstel gaat het over de door God geliefde psalmdichter en strijdbare geloofsheld David. Door de genade van God en het geloof overwon hij de reus Goliath, maar hij viel uit zwakheid in de zonde met Bathseba. Hij handelde verstandig in de strijd tegen de Filistijnen en was goed in zelfbescherming toen Saul hem wilde doden.

Toen David moesten vluchten voor zijn leven, hield hij zich onder meer schuil in de grot van Adullam, waar hij de leider werd van ongeveer 400 mannen, die een schuldeiser hadden en verbitterd van gemoed waren. Hij moest zichzelf daar met deze mannen beschermen.

David had door al de levensbedreigende momenten een aantal trauma’s kunnen oplopen. Hoe is hij geestelijk staande kunnen blijven? Hoe kon hij de haat van zijn vijanden van zich afschudden?

David wist zich ook geliefd

Ik denk dat dit komt omdat hij zich ook geliefd wist door God en de Israëlieten die achter hem stonden en met hem streden. Hij was de man naar Gods hart en de liefelijke in de Psalmen. Hij vreesde God en wilde Hem gehoorzamen. Hij heeft zich geestelijk en psychisch kunnen uiten in zijn Psalmen. In de grootste noden vond hij steeds weer een schuilplaats bij zijn God. Bij Hem kon hij zijn kracht vernieuwen, zoals we lezen in Jes. 40:31: ‘Maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen.’ Toen hij zichzelf niet meer kon handhaven bij zijn verbrande Ziklag, wordt er over hem vermeld in 1 Samuël 30:6:

‘David echter sterkte zich in de HEERE, zijn God.’

Het boek ‘Als David je vader is…’ betrek in bij deze les over geestelijk herstel. Het is geschreven door Teun Stortenbeker, de toenmalige directeur van Stichting De Hoop in Dordrecht. Dit artikel bevat tegelijk een recensie en aanbeveling van dit aansprekende boekwerk, dat uitgegeven is bij Groen in samenwerking met De Hoop. Teun schrijft vanuit de praktijk van de verslavingszorg.

Op het kaft lezen we onder meer: ‘Teun weet op boeiende wijze Davids wereld te vertalen naar onze tijd. Veel uit de hand gelopen situaties zijn terug te voeren op het simpele feit dat binnen het gezin geen open relaties bestaan. Dat was bij David zo, en dat is vandaag een van de belangrijkste oorzaken van verstoorde verhoudingen, scheidingen en andere misstanden. In dit boek pleit Teun Stortenbeker voor de weg terug, ondanks alles fouten uit het verleden.’

David begon goed in de dienst van God en zijn volk, maar kwam helaas door fouten en zonden op het pad van schade en schande.

Hoe wijs en dom kan een gelovige zijn?

Na de zonde met Bathseba en tegen Uria, ging er veel mis in het huisgezin en bij zijn kinderen. Hij bracht zijn zondige geheimen te laat aan het licht en bouwde een slechte reputatie op. David ging verkeerd om met zijn eigen zonden en met die van zijn kinderen. Vier van zijn kinderen stierven al tijdens zijn leven.

Ondanks al het verkeerde in zijn leven was David toch nog ‘een man naar Gods hart’, die ten diepste van God hield. In de Psalmen 51 en 32 laat hij ons zijn berouw, vernedering en terugkeer tot God zien. De genade van God, Zijn barmhartigheid en vergevingsgezindheid blinken hierin uit. David bleef vertrouwen op God en schuilen bij Hem. Hij zingt in Psalm 32:7 over Zijn God: ‘U bent mijn schuilplaats, U beschermd mij voor benauwdheid, U omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding.’ Herken je dat ook in je eigen leven?

Psalm 32 van The Psalm Project is gemaakt door Egbert van der Stouw en Eelco Vos. Je kunt er hieronder op aanklikken:

YouTube-video The Psalm Project – Psalm 32

Hoe kun je met David vergeving ontvangen en tot nieuwe bekering komen? Hoe kom je met hem tot een schone start, tot een nieuw en gereinigd begin? Het wordt mooi vertolkt in Psalm 51 van ‘Psalmen voor nu’, dat wordt gezongen door Suzanne van der Velde tijdens een Nederland Zingt samenkomst. Je er hieronder op aanklikken:

Een schone start

Wilt U mij nog wel zien? Ik kom bij U.

Wat ben ik vies, als U mij niet wast.

Ik denk de hele dag aan wat ik deed.

Ik weet, dat U mijn misstappen zag.

En U staat in Uw recht. Ik schaam me diep.

U hebt heel mijn ellende gezien.

***

Het ging al mis met mij in moeders buik,

maar U hebt Uw geheimen gedeeld.

En U bent trouw geweest en houdt mij vast.

Als U mij wast, dan word ik weer wit.

Wees goed voor mij, nu ik gebroken ben,

en veeg dan al mijn misdaden weg.

***

Geef mij een schone start, mijn God, een ander hart.

U weet, dat ik niet zonder U kan.

***

Kom alstublieft terug en maak mij blij.

Geef iedereen die spijt heeft die kans.

Mijn God, dat bloed, mijn schuld, wast U het weg?

Als U dat doet, dan zing ik voor U.

Geeft U mij nieuwe lucht en red mijn stem,

dan zult U zien hoe dankbaar ik ben.

***

Ik geef graag iets terug, maar U bent God,

en alles wat bestaat, is van U.

Hier is mijn diepe spijt van wat ik deed:

ik weet, dat U die aannemen wilt.

Als U de oude stad herschapen heeft,

dan komen wij en dan is het feest.

***

Tekst: Menno van der Beek. Muziek: Niels Dolieslager.

Verderop in het artikel kun je op nog meer toepasselijke liederen aanklikken. Je vindt aan het einde ook de opdrachten, die je voor jezelf te beantwoorden en/of in een Bijbelstudiegroep behandelen.

Geef God de eer en volg Zijn weg!

Teun geeft aan in zijn boek: ‘David was niet oppervlakkig, hij wilde echt afrekenen met het verleden. Het duurde alleen zo onbegrijpelijk lang voordat de geestelijke veranderingen doorwerkten in de alledaagse werkelijkheid van zijn gezin.’ Hij gaat verder: ‘De mens is gemaakt om God te dienen, om Hem eer te geven en om te spelen in Zijn tuin. Maar door de zonde in onszelf te koesteren en de ene zonde op de andere te stapelen, vernietigen we onszelf en doorkruisen we het plan dat God met ons leven heeft.’

We weten dat Jezus de Weg, de Waarheid en het Leven is (Joh. 14:6). Hij moedigt ons Zelf aan in Joh. 8:12: ‘Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’

Wat David niet aan het licht bracht, heeft hem een tijd in de duisternis laten doorbrengen. Belijden van zonden is: aan het licht brengen van zonden.

Als je Jezus als de Weg  en de Waarheid in het licht volgt, heb je een gelukkig geestelijk leven

David vraagt zelf aan God in Psalm 25:4-5: ‘HEERE, maak mij Uw wegen bekend. leer mij Uw paden. Leid mij in Uw waarheid, en leer mij. Want U bent de God van mijn heil; U verwacht ik de hele dag.’ Was hij maar gebleven bij deze psalm, waarin hij ook dicht in vers 21: ‘Laat oprechtheid en vroomheid mij beschermen, want ik verwacht U.

David en Saul

Koning Saul was eigenzinnig en ongehoorzaam aan het woord van de HEERE. Samuël houdt hem voor in 1 Sam. 15:23: ‘Omdat u het woord van de HEERE verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat u geen koning meer zult zijn.’

Aanvankelijk had Saul David zeer lief en werd hij zijn wapendrager (1 Sam. 16:21). Na het verslaan van Goliath door het werk en de kracht van God, zien we dat David een strijdbaar held wordt in de dienst van Saul.

In 1 Sam. 18:7 lezen we dat de huppelende vrouwen bij beurtzang zingen dat Saul zijn duizenden heeft verslagen, maar David zijn tienduizenden. Daardoor ontstak de jaloerse Saul in woede. Saul laat zich kennen als een man die door emoties werd voortgedreven. Hij was een prooi voor demonische infiltraties, die ingangen vinden bij angst, boosheid en afgunst.

Spijt of berouw?

Saul heeft wel een aantal keren spijt over zijn fouten en zonden, maar dat had ook met zijn eigen eergevoel en schande te maken. Spijt heeft te maken met iets wat je door eigen schuld hebt gemist en je heeft benadeeld. Je baalt ervan. We zien dat als hij zegt tegen Samuël in 1 Sam. 15:30: ‘Ik heb gezondigd; eer mij nu toch voor de oudsten van mijn volk en voor Israël.’ Later zocht hij ook de eer van zijn zoon Jonathan, als zijn troonopvolger, waarin hij David zag als rivaal en vijand, die hij wilde doden.

Later zien we dat David berouw heeft over zijn fouten en zonden. Dat is veel meer dan spijt. In het ‘berouw’ zit het woordje ‘rouw’, en dat heb je vanwege het verdriet dat je een ander hebt aangedaan. Spijt kan eindigen in wroeging. Hoe is Saul geëindigd? Berouw kan uitlopen op bekering. Bij David zie je bij zijn berouw ook bekering, vertrouwen op God en schuilen bij hem.

De Geest van de HEERE en de kwade geest

Toen David in de plaats van Saul door Samuël tot koning werd gezalfd, lezen we in 1 Sam. 16:13: ‘De Geest van de HEERE werd vaardig over hem vanaf die dag en voortaan.’ Saul wist dit toen nog niet, maar we lezen al gelijk in vers 14: ‘De Geest van de HEERE was van Saul geweken, en een boze geest bij de HEERE vandaan joeg hem angst aan.’ Deze kwade geest kwam bij tijden op hem, waardoor hij ook in een vlaag van boosheid zijn speer heeft geworpen: verschillende malen naar David en zelfs een keer naar Jonathan. (Zie 1 Sam. 18:10, 19:9-10 en 1 Sam. 20:33.)

Het harpspel van David kon hem weliswaar verlichting geven, maar Saul was een gevaarlijk en onberekenbaar persoon geworden. Je ziet in hem demonische bezetenheid, blinde woede en waanzinnige afgunst.

Door demonische invloeden kan angst tot depressie leiden, boosheid tot agressie en afgunst tot obsessie. Uiteindelijk kan men de controle verliezen en psychisch in een wanhopige toestand terechtkomen. Je ziet het bij Saul.

Saul is zelfs zover gegaan in zijn jacht op David, dat hij de priesters van de HEERE liet doden door Doëg de Edomiet. Deze doodde 85 priesters, en de inwoners en dieren te Nob.

Gelukkig kon de priesterzoon Abjathar naar David vluchtten, waarbij hij de efod (het schouderkleed) van de hogepriester meenam.

De vlucht van David voor Saul

David is voor Saul weggevlucht naar het woestijngebied van Juda en omgeving. We lezen in 1 Samuël 22:1-2 dat zich onder meer in de grot van Adullam ophield en dat hij de leider werd van ongeveer 400 mannen, die een schuldeiser hadden en verbitterd van gemoed waren.

Hij moest zichzelf daar dus beschermen. Hoe heeft hij dat gedaan? Hij heeft zich langere tijd met 400 tot 600 man schuilgehouden in de woestijn van Juda en Engedi. Daar waren ook grotten. Saul achtervolgde hem ook tot bij de Steenbokrotsen van Engedi, zelfs met 3000 van zijn beste strijders.

David gaat met list en bedrog te werk in zijn vlucht voor Saul, terwijl hij Saul wel spaart omdat hij ‘de gezalfde van de HEERE was’.

Hij zoekt zelfs bescherming bij de Filistijnse koning Achis, terwijl er oorlog was tussen de Filistijnen en Israël. Dan denk je: ‘Wie kan wie vertrouwen?’

Bleef David veilig door zijn eigen kracht en slimheid, met zijn sterke leger van dappere en ook verbitterde mannen? Hij verbleef daarbij een tijd met zijn mannen in het land van koning Achis van de Filistijnen te Ziklag. Was het slim om zichzelf te beschermen op vijandelijk gebied om zich daar door list en bedrog te handhaven. Je leest het in 1 Sam. 27. Hij heeft daar een jaar en vier maanden gewoond (vers 7).

David in de strijd

Let er eens op hoeveel David heeft te maken gehad met levensbedreigende momenten, plotselinge agressie, afwijzing, haat en vervolging. Normaal gesproken zou je daar een aantal trauma’s van kunnen oplopen. Je karakter zou er negatief door kunnen worden gevormd.

David wist zich echter ook geliefd door God en de Israëlieten die achter hem stonden en met hem streden. Hij was de man naar Gods hart en de liefelijke in de Psalmen. Hij vreesde God en wilde Hem gehoorzamen. Hij heeft zich kunnen uiten in zijn Psalmen.

Hij handelde verstandig in de strijd (1 Sam. 18:5), bovenal met het vertrouwen op God. Als hij zich daardoor liet leiden, ging het goed. Wanneer hij zich door emoties liet leiden, ging het ook wel verkeerd.

Als hij met list en bedrog te werk ging zoals bij het misleiden van Achis, liep hij risico’s. Toen hij zich terugtrok uit de strijd ging het mis met Bathseba. Vervolgens waren er repeterende breuken in zijn gezin en relaties, waarbij hij niet verstandig optrad. Hij liet het kwaad in het geheim voortwoekeren en bracht de verkeerde zaken niet op tijd aan het licht.

Hij begon goed als jonge schaapherder, die zich afhankelijk wist van God, maar door fouten en zonden moest hem veel ellende en verdriet overkomen. Nathan gaf door in 2 Sam. 12:10, dat door zijn zonden tegen Bathseba en haar man Uria het zwaard van zijn huis niet zou wijken. Door de genade van God is hij persoonlijk uiteindelijk nog goed uitgekomen. De genade van God houdt je als gelovige vast, ook al heb je het niet altijd vastgehouden. Door genade blijf je dan wel ‘een gered zondaar’.

Blijven in de rust en leven in de vrijheid

Had David maar gekozen voor rust in zijn wereld. Was hij maar afhankelijk en vertrouwend op God gebleven, zoals hij was als jonge schaapherder. Was hij met zijn hart maar bij zijn eigen psalmen gebleven, zoals hij was toen Psalm 23 maakte.

Hieronder zie je de tekst  van Psalmen voor nu over Psalm 23. Je kunt het ook aanklikken om het te beluisteren op YouTube. Het wordt daar gezongen tijdens een Nederland Zingt samenkomst.

Uw rust in mijn wereld

De HEER is mijn Herder, en ik zal Zijn schaap zijn,

Tevreden en veilig, want Hij zorgt voor alles.

Hij weet waar het gras groeit,

en Hij laat me slapen aan rimpelloos water.

Daar kom ik tot rust.

***

Ik durf Hem te volgen: de paden zijn veilig,

zoals Hij beloofd heeft, omdat Hij de weg weet.

***

Hoe diep en hoe donker het dal is, U redt mij;

Uw herdersstaf troost mij. Ik ben niet alleen.

 ***

Ik zit aan uw tafel, persoonlijk genodigd.

Ik zie voor het raam de jaloerse gezichten,

terwijl U mijn glas vult, mijn lichaam verzorgt met

veel meer dan ik ooit had gehoopt of verwacht.

***

Met mij zal het goed gaan.

Zolang ik zal leven wilt U van Uw heerlijke liefde mij geven,

en altijd een plek met Uw rust in mijn wereld,

omdat ik Uw huis weet te vinden, mijn HEER

***

Heer Uw rust in mijn wereld.  (2x)

En altijd een plek met uw rust in mijn wereld,

omdat ik Uw huis weet te vinden, mijn HEER.

***

YouTube-video Nederland Zingt: Psalm 23

Uw rust in mijn wereld

***

We kunnen van David, Saul en Absalom leren, dat we afstand moeten bewaren van wat ons kan verleiden tot zonden. We kunnen er spoedig door vastgegrepen worden en in verstrikt raken. David was er ook niet te goed voor. Als we zoeken naar wat werkelijk blijvende waarde heeft, zullen we niet zo snel worden verleid tot het tijdelijke speelgoed van deze wereld. Je komt erdoor in gevangenschap. Een gebed om vrijheid in Jezus Christus is zeker nodig.

Gelovigen die Jezus willen volgen in het licht, willen vrij zijn van alles wat ze te veel bindt en belast op de levensweg. Je komt dit verlangen tegen in het volgende lied van Sela:

GEBED OM VRIJHEID

Maak ons vrij van de wereld Heer, van wat ons betoverd heeft.

Niet gebonden, zoals een slaaf, in de ban van geld en tijd.

Laat ons zien wat waarde heeft; een schat die niet vergaat.

Vrijheid waar Uw kind in leeft, onvoorwaardelijk aanvaard!

***

Maak ons vrij van de zorgen, Heer. van wat ons gevangen houdt.

Vreugdeloos, onder last gebukt, die ons bange hart benauwt.

Laat ons zien dat U ons kent; de zorgen, onze angst.

Dat U te vertrouwen bent: Wij zijn veilig in Uw hand!

***

Maak ons vrij van de boosheid, Heer, die het vuur van liefde dooft.

Niet verzonken in bitterheid, die van vrede ons berooft.

Laat ons zien wat liefde doet, die angst en vrees verdrijft.

Liefde die niet dwingend is, maar verzoent in kwetsbaarheid.

***

Maak ons vrij van de wereld, Heer,  van wat onrust geeft, verwart.

Voortgejaagd gaan wij onze weg, zonder stilte in ons hart.

Leer ons in uw vrijheid staan, door uw Geest geleid.

Vul ons leven, vuur ons aan, tot de wereld wordt bevrijd!

***

Hieronder kun je aanklikken op het lied:

YouTube-video gebed om vrijheid – Sela 

Tekst: Anneke van Dijk & Hans Maat, muziek: Anneke van Dijk.

***

De kinderen van Korach, de Psalmen en David

Je herkent bepaalde levenservaringen van David ook in de Psalmen van de zonen van Korach. In 1 Kron. 12:6 lezen we dat er toen ook nakomelingen van Korach bij David te Ziklag waren. De zonen van Korach hebben onder meer de Psalmen 42, 43 en 84 gedicht en gezongen. In de Studiebijbel wordt verklaard dat Psalm 42 ook een gedicht kan zijn van een leviet uit het geslacht van Korach in de tijd van Davids vlucht voor Absalom. Deze persoon zou dan bij David geweest kunnen zijn aan de overzijde van de Jordaan  in Mahanaïm ten noorden van de Jabbok.

In de Studiebijbel wordt aangegeven dat de Psalmen 84, 85 en 87 een antwoord vormen op de gebeden in  de Psalmen 42-49. Dat zijn dus allemaal liederen van de zonen van Korach.

Wat doe je in tijden van gevaar, zonden en angst?

We kijken hoe David het heeft gedaan in de gevaarlijke perioden in zijn leven, toen hij moest vluchten voor Koning Saul en zijn zoon Absalom.  Daarbij vragen we onszelf af: Hoe gaan we op geestelijk de gevaren te lijf die het op onze ondergang hebben gemunt? Houden we dan onszelf op de been door allerlei manieren van zelfbescherming, wegvluchten en terugvechten of nemen we dan door het geloof de toevlucht tot God?

In het Engels kent men de drie f’s: fear, fight and flight. Je angst kan daarbij twee kanten uitgaan: vechten of vluchten.

Een andere vraagstelling bij het onderwerp is: Hoe ga je om met fouten, zonden en teleurstellingen uit het verleden?

David te Ziklag

In 1 Sam 27 zie je dat David bang was om op een dag door Saul te worden omgebracht. Uit zelfbescherming en bezorgdheid over zijn vrouwen en 600 mannen met hun gezinnen vluchtte hij toen naar koning Achis van de Filistijnen, die hem bescherming bood en hem Ziklag gaf om te wonen.

David loog tegen Achis, door te zeggen dat hij ook tegen zijn volk zich had gekeerd, terwijl hij andere stammen versloeg, terwijl hij de oude volken van Kanaän aanviel, zoals de Amalekieten. Die namen later wraak door Ziklag te verwoesten en de vrouwen en kinderen te ontvoeren (zie 1 Sam. 30). Daarna kwam er een groot verdriet en verbittering over de mannen van David, zodat men sprak om hem te stenigen (1 Sam. 30:4-6).

De zelfbescherming viel toen bij David weg en hij schuilde bij God. We lezen erover in 1 Sam. 30:6:

‘David echter sterkte zich in de HEERE, zijn God.’

***

David en Absalom

David heeft bij Absalom te maken met de gevolgen van zijn zonden en fouten naar zijn gezin toe. Hij heeft overspel gepleegd met Bathseba, terwijl haar zoon Salomo de bestemde troonopvolger is. Vervolgens treedt hij niet goed op bij de verkrachting van de Tamar door Amnon, de zoon van David (zie de geschiedenis in 2 Sam. 13). Tamar was de knappe zuster van Absalom. Deze wilde zich op Amnon wreken. Tijdens een schaapscheerdersfeest liet Absalom Amnon doden door zijn knechten.

David had een slechte reputatie opgebouwd in zijn voorbeeldfunctie naar zijn kinderen toe, ook al toonde hij zijn berouw over de zonde met Bathseba en tegen haar man Uria. De Psalmen 51 en 32 hebben dit niet goed kunnen maken.

David ontving vergeving maar moest de gevolgen van zijn zonde in zijn verdere leven dragen. Nathan gaf hem door in 2 Sam. 12:10 dat dat het zwaard niet van zijn huis zou wijken, en in vers 11: ‘Zo zegt de HEERE: Zie, Ik breng onheil over u uit uw eigen huis.’ Absalom sliep met zijn bijvrouwen op het dak van zijn huis in een tent, voor de ogen van de Israëlieten (2 Sam. 16:22). Zijn misdaad werd vergolden op de plaats van misdrijf.

Let erop: wat je een ander aansmeert, kan op je eigen brood komen. We lezen in Galaten 6:7: ‘Wat een mens zaait, zal hij ook oogsten.’ God liet Nathan aan David voorzeggen: ‘Voorzeker, u hebt in het geheim gehandeld, maar Ik zal dit doen ten aanschouwen van heel Israël en in het volle licht’ (2 Sam. 11:12).

Jezus leert ons in Lukas 8:17: ‘Want er is niets verborgen wat niet openbaar zal worden; en er is niets geheim wat niet bekend zal worden en in de openbaarheid komen.’ Daarom is het belangrijk dat je alles bij God belijdt: aan het licht brengt.

Kom tevoorschijn met je geheim!

Geloven als een sprong in het diepe

Van toepassing in je leven kan zijn het volgende lied van Matthijn Buwalda. Het past ook wel bij het onderwerp van dit artikel over het leven van David. Hij bleef zichzelf maar beschermen, maar kwam op de juiste hoogte als hij in het geloof weer de toevlucht nam tot God. Geloven is ook wel ‘een sprong in het diepe wagen’. Je kunt het hieronder lezen en beluisteren:

Sprong in het diepe

Ik kan nog jaren blijven kijken naar de brokstukken van toen.

Ze proberen weer te lijmen, er geen afstand meer van doen.

Ik kan wat fout ging overpeinzen, terwijl ik steeds iets slechter slaap.

En dan vol zelfmedelijden, hier mijn leven blijven staan.

Of ik kan gaan…

***

Dit is een sprong in het diepe, met mijn ogen open.

Een stap die me uitdaagt om weer te geloven.

’t is spannend, het is eng

maar sinds wanneer is dat een reden om iets niet te doen?

***

Ik ben een prima zelfbeschermer, maar dat heeft niets opgelost

Nooit bracht vroeger iemand verder, dus waarom laat ik niet los?

Ik heb gebeden om verandering, terwijl ik steeds hetzelfde deed.

En dan boos dat het nooit anders ging, weer gaan zwelgen in mijn leed.

Maar dat is geweest…

***

Vaarwel aan de stemmen, die me lang regeerden

Vaarwel oude wonden, die me steeds bezeerden.

Vaarwel oude wegen, waar ik dood bleef lopen.

Zoek het lekker uit! Zoek het lekker uit!

***

Vaarwel aan het denken, dat me bleef beklemmen.

Vaarwel oude woorden, die mijn passie remmen.

Vaarwel aan het water, dat mijn vuur bleef blussen.

Zoek het lekker uit! Zoek het lekker uit!

***

En sinds wanneer is dat een reden om iets niet te doen?

***

Dit is een sprong in het diepe  met mijn ogen open.

Een stap die me uitdaagt om weer te geloven.

’t is spannend, het is eng,

maar sinds wanneer is dat een reden om iets niet te doen?

***

YouTube-video Sprong in het diepe

 ***

Vrouwen en kinderen van David en de gezinsproblemen

De negen vrouwen van David waren: Michal, Ahinoam, Abigaïl, Maächa, Haggith, Abital, Egla, Bathseba en Abisag. David nam nog meer bijvrouwen en vrouwen uit Jeruzalem, nadat hij uit Hebron gekomen was, en bij David werden nog meer zonen en dochters geboren. Dit zijn de 13 namen van de kinderen, die hij te Jeruzalem had: Sammua, en Sobab, Nathan en Salomo, Jibchar, Elisua, Elpelet, Nogah, Nefeg, Jafia, Elisama, Beeljada,  Elifelet.

Bij Bathseba kreeg hij 5 kinderen, waarvan de eerste kort na de geboorte stierf en de tweede Salomo was: de troonopvolger. Hij was de 7e volwassen zoon in de rij. Hij kreeg voorrang op zes eerder geboren kinderen van David, terwijl hij de tweede zoon van Bathseba was. Wat zal dat hebben uitgewerkt in de gedachten van de andere zonen? Amnon was de oudste, de 2e was Kileab (of Chileab), de 3e Absalom en de 4e Adonia. David verloor vier kinderen tijdens zijn leven: het kind van Bathseba, Amnon, Absalom en Adonia.

Amnon heeft Tamar, de zus van zijn halfbroer Absalom, verkracht (zie 2 Sam. 13). We lezen in vers 20: ‘Daarna woonde Tamar, eenzaam, in het huis van haar broer Absalom.’ David ontstak in hevige woede toen hij het hoorde van Amnon en Tamar. Toen Absalom daarvoor Amnon liet doden, vluchtte hij en woonde hij 3 jaar in ballingschap te Gesur. Joab bracht Absalom terug naar Jeruzalem, maar David wilde niet dat Absalom hem zag. Dat duurde twee jaar lang. Daarna riep David hem bij zich en kuste hem (2 Sam. 14:33). In 2 Sam. 15 lees je over de opstand van Salomo en de vlucht van David.

Zoals eerder vermeld, sliep Absalom na de vlucht van David met zijn bijvrouwen op het dak van zijn huis in een tent, voor de ogen van de Israëlieten (2 Sam. 16:22). David had vanaf zijn dak naar Bathseba gekeken en daarna overspel met haar gepleegd. Zijn misdaad werd letterlijk vergolden op de plaats van misdrijf.

Door de pijn en het verdriet vanwege het verkeerde verleden kun je jezelf gaan isoleren, beklagen en afschermen. Je wilt de confrontatie dan niet meer aangaan. Je bent zoveel met je eigen pijn bezig, dat je misschien te weinig oog hebt voor de pijn en het verdriet wat de anderen over jouw oude gedrag met zich meedragen. Hoe kan dit ooit weer goed komen?

De vraag naar ons is:

‘Hoe ga je om met een slechte reputatie die je hebt opgebouwd door de zonden naar je (eerdere) relaties en gezinsleden toe?’

Daarbij kun je jezelf afvragen:

‘Op welke wijze kan het weer goed komen

door vergeving en acceptatie in liefde?’

De vlucht van David

Vanaf 2 Sam. 15:14 lezen we hoe David te voet wegvlucht voor Absalom. Toen hij de beek Kidron overstak, ‘huilde het land’ (vers 23). David hoopte op de genade van God (vers 25). Hij gebruikte daarbij de nodige wijze listen om zich te beschermen tegen Absalom. David ging huilend met het volk de weg omhoog naar de Olijfberg (vers 30).

Raadgever Achitofel koos de zijde van Absalom. Uitleggers geven aan dat Achitofel uit Gilo de grootvader van Bathseba was (de dochter van Eliam – zie 2 Sam. 11:3 , 2 Sam. 15:12 en 2 Sam. 23 :34). Toen kwam de gemene raad van Achitofel die hij Absalom gaf, om de David te schande te maken en om te brengen. De wijze Husai wist de raad van Achitofel te verijdelen (die vervolgens zelfmoord pleegde).

Door de zonden van David zie je dus hoe hij vijanden had gemaakt, die hem daarna zelfs wilden doden. Had hij het niet goed kunnen maken met hen? Heeft hij de gevolgen van zijn zonden en de opgelopen schade en pijn bij anderen niet kunnen wegwerken?

Hoe is dat bij ex-verslaafden en hun oude bekende en familieleden? Door zonden komen ook onherstelbare wonden in relaties, die niet kunnen vergeven, maar vergelding zoeken.

De houding van David is op zijn vlucht nederig, zacht en mild geworden. Hij is oprecht en schuldbewust in het kijken naar zichzelf. Je ziet dat in zijn houding naar Simeï, uit het geslacht van Saul, die hem op zijn vlucht vervloekte en met steende gooide richting David. David reageert in 2 Sam. 16:11: ‘Laat hem begaan en mij vervloeken, want de HEERE heeft het hem gezegd.’ David buigt onder het oordeel en het onheil dat hem vanwege zijn schuld overkomt.

David vluchtte over de Jordaan naar het Mahanaïm (2 Sam. 17:24). Dat ligt niet ver boven de Jabbok, waar God met Jakob streed en hem de naam ‘Israël’ gaf.

In de strijd die volgde werden de mannen van Absalom massaal verslagen (er vielen onder hen 20.000 doden). Absalom vluchtte op een muildier en kwam met zijn hoofd vast te zitten in de takken van een eik ( 2 Sam. 18:9).  Van hem was van toepassing wat David heeft gedicht in Psalm 32:9: ‘Wees niet als een paard, als een muildier, dat geen verstand heeft.’ Toen Absalom daar hing, werd hij gedood door krijgsoverste Joab. David kwam in diepe rouw en huilde: ‘Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom! Och, was ik maar in jouw plaats gestorven, Absalom, mijn zoon, mijn zoon.’ (2 Sam 18:33).

 ***

Als David je vader is… en De Hoop

Zie het boek ‘Als David je vader is…’ van Teun Stortenbeker.

In zijn boek ‘Als David je vader is…’ schrijft Teun Stortenbeker: ‘Henk, mijn zoon! André, mijn zoon! Thea, mijn dochter! Ik hoor ze allemaal roepen in die schreeuw van David. Al die vaders en moeders die hun zoons en dochters verloren in deze monsterlijke wereld. Die ze kapot zagen gaan aan drugs of de alcohol.’

Teun gaat verder: ‘Ik hoor ook zachtjes het huilen van de vaders die ten slotte, na jaren verzwijgen en ontkennen, schaamtevol hun zonden beleden. Zij zitten nog midden in het gevecht, want wat geweest is, kun je niet meer wegcijferen. Soms denken ze dat er voor hen nooit meer vergeving bestaat. Dat ze voor eeuwig verdoemd zijn omdat ze zich vergrepen hebben aan hun kind.’ Hij stelt echter: ‘Maar waar eerlijk zondebesef is, is altijd vergeving. Dat is ook het verhaal van David.’

Ondanks al het verkeerde was David toch nog ‘een man naar Gods hart’, die ten diepste van God hield. Hij doorzag, volgens Teun, echter niet dat binnen zijn eigen gezin de geest van wellust en hebzucht was binnengedrongen.’

‘Als David je vader is…’ van Teun Stortenbeker wordt in dit artikel gerecenseerd en aanbevolen.

Dik de domineeszoon en Maria bij De Hoop

Teun vertelt ons op blz. 12-15 in zijn boek over Dik en Maria. Dik was de zoon van een dominee en werd de hand boven het hoofd gehouden door zijn ouders. Die deden er van alles aan om de schande binnenshuis te houden. Zij wilden zodoende de naam hooghouden en de gewaardeerde maatschappelijke positie. Na een mislukt huwelijk stortte Dik zich in een zondig losbandig leven van prostitutie, drugs- en dankgebruik en criminaliteit. Hij trouwde met een prostituee Maria, die aan de heroïne verslaafd was. Het geld raakte snel op, maar toen ze helemaal blut waren, sprongen zijn ouders weer bij. Er werd van alles aan gedaan om de schade en schande te beperken voor hun ‘verloren zoon’.

Dik en Maria kwamen bij De Hoop om af te kicken. Teun geeft aan: ‘Maar ook hier probeerde Dik als een verwende jongen altijd de dans te ontspringen. Iedere keer hield hij ons voor de gek.’ Hij ging weg en kwam terug als het hem uitkwam.

Maria echter kwam tot geloof en maakte duidelijke keuzes om haar leven te veranderen. Daarbij moest ze voor haar twee kinderen zorgen. Ze groeide zelfs in het geloof. Ze is daarna weer gaan studeren, met prachtige resultaten. Haar gevoel van eigenwaarde keerde terug.

De verwende Dik werd jaloers op haar. Hij wilde geen goede keuze maken en pakte zichzelf niet aan. Uiteindelijk heeft hij haar in de steek gelaten en zette hij zijn eigen zelfzuchtige leventje voort.

Opvoeden met liefde en recht

Teun geeft erbij aan: ‘Een vader die zijn kind voortdurend de hand boven het hoofd houdt, veroorzaakt en proces dat niet meer te stuiten is.’ Het is gevaarlijk dat je de gedachten koestert dat je toch altijd wel weer kunt terugvallen op een ander als je vastloopt.

In de Bijbel staat in 1 Kor.13 dat de liefde alles bedekt, maar vat dit wel goed op. Teun leert ons: ‘Liefde is zeggen waar het op aankomt. Het is niet verdoezelen en wegpraten van de zonde. Liefde is werkelijke gerechtigheid. Het is liefdeloos als je iemand  laat verzuipen.’

Door een zelfzuchtig leven, zonder goed te letten op het welzijn van hun kinderen, kunnen ouders een nieuwe generatie niet vormen of zelfs misvormen. Teun verklaard ons in zijn boek over de nieuwe generatie druggebruikers: ‘Het zijn over het algemeen jongeren zonder een doel om voor te vechten en zonder principes om in te geloven. Zij hebben bitter weinig van thuis meegekregen.’

In christelijke kringen komt het voor dat ‘de zaken niet bespreekbaar zijn’. Men zwijgt erover. Kinderen en vooral pubers stellen belangrijke levensvragen, om hun weg te vinden naar de toekomst. Teun geeft aan: ‘dat in een cultuur van zwijgen het kind meestal niet de goede keuze maakt’.

Als directeur van De Hoop verklaart Teun in zijn boek:

‘Dat is de tragiek van zoveel mensen die de extra pijn van de vrijwillige confrontatie uit de weg gaan.

Zij blijven vaak steken in de wrok en het zelfbeklag,

terwijl God juist wil dat we erdoorheen breken en werkelijk de overwinning behalen.’

Hij geeft verder aan: ‘We denken zo vaak: ach, de tijd geneest, de situatie verandert wel, laat het maar even rusten. En intussen woekert de zonde door, tot in het derde en vierde geslacht.’

Hij gaat verder: ‘Ik weet zelf uit ervaring dat kinderen het dagelijks gedrag van hun vader en moeder ongemerkt overnemen. Zelfs al hebben ze er een hekel aan. Ze nemen niet over wie je bent in de stilte met God, maar wat ze zien, horen en voelen. Dat is bepalend en daarop bouwen zij hun levensstijl. Ouders vermenigvuldigen zichzelf in hun kinderen.’

Teun laat ons weten dat jongeren die besluiten om drugs te gaan gebruiken, een gevoel van miskenning hebben. Het geeft aan: ‘Zij hebben het gevoel dat hun onrecht is aangedaan en zoeken een uitweg in de drugs en in het alternatieve wereldje van de druggebruikers.’ Hun leven kan dan steeds meer gaan verbitteren. Hoever kun je dat laten gebeuren?

Teun verklaart ons: ‘De pijn kan alleen pijn doen wegslijten nadat dingen beleden of uitgesproken zijn. Je moet degene die jou iets heeft aangedaan, ooit weer kunnen ontmoeten zonder dat je innerlijk ontploft.’

Wat kunnen we leren vanuit het leven David? Teun geeft aan:

‘David was niet oppervlakkig, hij wilde echt afrekenen met het verleden. Het duurde alleen zo onbegrijpelijk lang voordat de geestelijke veranderingen doorwerkten in de alledaagse werkelijkheid van zijn gezin.’

Hij stel verder: ‘De mens is gemaakt om God te dienen, om Hem eer te geven en om te spelen in Zijn tuin. Maar door de zonde in onszelf te koesteren en de ene zonde op de andere te stapelen, vernietigen we onszelf en doorkruisen we het plan dat God met ons leven heeft.’

Het verhaal over Carolien

Teun vertelt in zijn boek  (op blz. 46-48) over ‘Carolien’, die een dubbel leven leidde: ‘Ze gebruikte tien jaar drugs en maakte iedere keer weer een keuze om met God te willen leven. Ze liet ontelbare keren voor zich bidden en wist tegelijk dat het toch allemaal niets hielp. Ten slotte kwam ze in De Hoop.’ Ze zei daar een keer: ‘Ik word helemaal gek. Het lijkt wel alsof ik voor dezelfde dingen sta als toen ik veertien was.’ Ze feliciteerden haar en gaven aan dat God haar een herkansing gaf voor gemiste kansen in het verleden. De medewerkers zeiden tegen haar: ‘Toen heb je alles overboord gezet en ben je je eigen weg gegaan, maar kies je nu voor een weg met God?’

Ze reageerde: ‘Ja, maar ik voel me zo slecht. Ik zei en zeg van alles wat niet klopt en niet waar is. Ik heb eigenlijk nooit echt gekozen en heb zoveel mensen die het goed bedoelden, bedrogen. Nu krijg ik de rekening gepresenteerd, want nu moet ik op mijn leeftijd nog leren om eerlijk te zijn, omdat ik er toen n iet aan wilde geloven.

Had ik het toen maar gedaan, maar nu is het dubbel moeilijk. Terwijl ik bezig ben van de drugs af te komen, moet ik ook nog een stuk in mijn ontwikkeling inhalen.’

Teun verhaalt ons verder: ‘Snikkend is Carolien op haar kamer neergeknield en heeft ze eerlijk alles met God besproken. Eindelijk deed ze haar masker af en opende ze haar hart voor Gods liefde en voor Zijn genezend werk.’

Hij geeft ons door over haar verandering: ‘Ze was daarna een ander mens. Niet dat alles was opgelost, maar nu was ze bereid om ervoor te vechten.

De volgende dag schreef Carolien een briefje waarop stond: ‘Ik zie nu dat het niet gaat om het wel of niet gebruiken van drugs, maar om de keuze voor of tegen God. Als ik voor God kies, dan is er geen strijd meer vanwege de drugs.’

Teun geeft ons daarna aan over haar: ‘Carolien was zo gewend aan ‘bekering’ en aan mensen die voor haar baden, dat ze zich daar helemaal op gefixeerd had. Ze had verwacht dat wij haar de handen zouden opleggen en met haar zouden bidden voor bevrijding en voor van alles en nog wat. Maar bij ons kwamen er slechts twee vragen aan de orde: ‘Heb jij er eigenlijk wel eens voor gekozen om God werkelijk te volgen en hoeveel mag het christen-zijn jou kosten?’

Teun Stortenbeker merkt daarbij op: ‘Wat een ontdekking is dan de genade van God. Wat een bevrijding om te ontdekken dat God een persoonlijke relatie met je wil en dat je werkelijk alles met Hem mag delen.’

Zelfhandhaving of bekering tot God

Je kunt bezeten raken van haat en in deze gebondenheid via leugens de zonde gaan uitlokken. Dat zie je bij Absalom. Teun merkt erbij op: ‘Zo kan een mens die onrecht wordt aangedaan, zo’n innerlijke haat ontwikkelen dat hij een speelbal wordt van de duivel en andere mensen meeneemt in zijn val.’ Achitofel was de raadsman van David. Hij bleek een verbitterd mens te zijn, die de zonde van David met zijn kleindochter Bathseba blijkbaar nooit heeft vergeven.

Teun verklaart in zijn boekje over David, dat een mens kan omkomen in zijn eigen verdriet en dat hij zo fout is geweest, dat hij denkt dat er geen vergeving meer is voor hem. Hij geeft erbij aan: ‘Dit geldt ook voor drugsverslaafden en voor mensen die getekend zijn door afwijzing en verdringing van het verleden. Als de problemen oprecht onder ogen worden gezien en bespreekbaar worden gemaakt, dan is er altijd genezing mogelijk en opent zich een nieuwe wereld voor zo’n mens.’

Hij stelt:

‘Zolang er openheid is en de dingen bespreekbaar zijn,

is er een weg omhoog.’

Davids vlucht uit Jeruzalem bracht een ommekeer in zijn leven. Teun legt uit: ‘Elf jaar had David zichzelf verwijten gemaakt en was hij de confrontatie met zijn zonen uit de weg gegaan. Maar toen hij resoluut koos voor de onderste weg, veranderde hij weer tot de man die besefte dat hij zonder God niets had. De geestelijke vervlakking, die ertoe leidde dat zijn zonen ontspoorden, had plaats gemaakt voor berouw.’

Het proces van zonde-berouw-vergeving zien we terug in de lied dat nu volgt. Het is Opwekking 624, getiteld: ‘Wees genadig’. Het wordt gezongen door Annemieke Koelewijn.

Voorbeeld van YouTube-video Wees Genadig

We hopen dat ex-verslaafden en andere ervaringsdeskundigen zullen kunnen uitgaan om tot zegen van anderen te zijn. Zij mogen dat doen vanuit de overwinning die Jezus Christus heeft behaald, ook in hun leven.

Laat je leven niet beheerst worden door een onvoltooid verleden van onopgeloste problemen.

Een mislukt verleden kan veranderen in een zegenrijke toekomst. Gelovigen zijn door de genade van God mensen met een hoopvolle toekomst.

Teun geeft aan: ‘Hoeveel christenen komen niet meer aan het front en lopen doelloos rond op het dak van hun paleis? Ze maken een keuze voor Christus, beleven een verandering, zien misschien wonderen gebeuren, maar dan treedt de vervlakking in, de gezapigheid.’ Voor de gelovigen geldt de opdracht: ‘Ga, en vertel het anderen!’

Teun laat ons weten: ‘Ik ben natuurlijk bevoorrecht dat ik als directeur van De Hoop dagelijks mag zien wat God doet voor mensen in nood. Maar het dwingt mij in de eerste plaats om ernst te maken met mijn eigen geloofsleven. Om die grote God ook toe te laten in mijn persoonlijk leven.’

De directeur van De Hoop geeft aan het einde van zijn boekje het advies om terug te keren naar de Bron. Zijn pleidooi is ‘om te midden van ons falen alle energie te steken in communicatie’. Hij spoort aan om met elkaar te blijven praten, ‘ook al is het nog zo fout gegaan en ook al gaat het telkens weer fout’. Zelfs met de onherstelbare fouten kun je bij een genadig God terecht. Door Jezus Christus is er vergeving en verzoening, kan wat voor ons onmogelijk is, mogelijk worden gemaakt.

Teun leert ons: ‘Ieder mens is zinvol voor God en kan daarom – ook na veel ellende en verdriet – in deze wereld een levend getuige zijn van Gods goedheid en trouw.’

Door terug te keren naar de Bron,

is er een nieuw leven mogelijk

Door de stromen van levend water die God ons in Jezus heeft gegeven, kan het uitgedroogde en wegkwijnende leven in ons weer opbloeien.

Teun verklaart ons: ‘David was een man naar Gods hart omdat hij telkens terugkeerde naar de Bron. Dat wil ik van hem leren. Laten ook wij daarom naar de Bron gaan en niet wachten tot ‘die ander’ de eerste stap zet. Er is maar één perfecte Vader, en Die wacht ons met open armen op.’

De genade van God en het herstel van David

David mocht na zijn terugkeer in Jeruzalem tot zijn dood koning blijven. Wat een onbegrijpelijke liefde en genade! Eeuwen later reed de grote Zoon van David, de Messias Jezus Christus Jeruzalem binnen. Men wuifde Hem een welkom toe met de palmtakken in de hand. De menigte die voorop liep en die volgde, riep: ‘Hosanna, de Zoon van David! Gezegend Hij Die komt in de Naam van de Heere! Hosanna in de hoogste hemelen!’ (Matth. 21:9). Door deze Koning is het voor David nog voor eeuwig goed gekomen. Jezus heeft geweend over Jeruzalem, waaruit David huilend vertrok. Door de grote Zoon van David mocht hij de stad van David weer binnenkomen. Wat een genade en vergeving!

Door het volbrachte werk van Jezus Christus kunnen wij ook worden bevrijd van onze zonden en vergeving ontvangen. In het Evangelie komt Hij tot ons!

David geeft zijn getuigenis in 2 Sam. 22:2-4: ‘De HEERE is mijn rots en mijn burcht en mijn Bevrijder, mijn God, mijn rots, tot Wie ik de toevlucht neem, mijn schild en de hoorn van mijn heil, mijn veilige vesting; mijn toevlucht, mijn Verlosser; van geweld hebt U mij verlost. Ik riep de HEERE aan, Die te prijzen is, en werd verlost van mijn vijanden.’

In zijn laatste woorden geeft hij aan in 2 Sam. 23:5: ‘Hoewel mijn huis zo niet is bij God, heeft Hij mij toch een eeuwig verbond gesteld, in alles geordend en bewaard. Voorzeker, daarin is al mijn heil en al mijn vreugde…’

 ***

Wat doe je als je  jezelf wilt beschermen tegen nog meer pijn en afwijzing?

Zie eerst de lijst van Niel Anderson die je kunt uitvergroten door erop aan te klikken. (Met het pijltje linksboven kom je dan weer terug op de tekst.)

 

 

Hieronder komt nogmaals de lijst, waarna ook de opdrachten volgen.

Anderson noemt tien manieren waarop je jezelf misleidend en verkeerd kunt beschermen of verdedigen tegen pijn, afwijzing verwerping. Ik geef hieronder de door hem opgestelde lijst door. Daarna volgen er opdrachten om jezelf aan deze lijst te toetsen.

De door Anderson opgesteld lijst van verkeerde zelfverdediging:

1. Ontkenning van de werkelijkheid (bewust of onbewust).

2. Fantasie (vlucht uit de realiteit door dagdromen, TV of film kijken, luisteren naar muziek, spelen met computer of videospelletjes, misbruik van drugs, medicatie of alcohol.

3. Emotioneel isolement (zich terugtrekken van mensen of hen op afstand houden om verwerping te vermijden).

4. Regressie (zich terugtrekken in minder bedreigende tijden).

5. Misplaatste boosheid (frustraties op onschuldige mensen afreageren).

6. Projectie (aan anderen toeschrijven wat onaanvaardbaar is voor uzelf).

7. Rationalisatie (voor mijn eigen tekortkomingen excuses gebruiken).

8. Liegen (zichzelf beschermen door bedrog).

9. Uzelf en anderen beschuldigen (wanneer u of anderen niet verantwoordelijk zijn).

10. Hypocrisie (een verkeerde indruk wekken).

 

(Zelf)misleiding door geestelijke problemen

Als we met geestelijke en psychische problemen hebben te kampen, hebben we vaak geen helder beeld van de werkelijkheid. Door geestelijk en psychisch in de knel te zitten en overdreven aandacht te vragen voor onze problemen, zijn we vatbaar voor misleiding van onszelf en anderen.

Je kunt jezelf dan laten meeslepen door pijnlijke herinneringen en ervaringen. Je schreeuwt dan om aandacht. Als je die niet krijgt, kun je die gaan uitvergroten door leugens en bedrog. Je wilt dan anderen shockeren en laten schrikken door de ernst van de problemen. Je geeft de boze geesten dan volop te ruimte om te infiltreren in je gedachten en gekwetste gevoelens. Op den duur ga je steeds meer geloven in je eigen leugens. Een leugengeest nestelt zich dan in je denken. Verkeerde ingevingen kunnen om je hoofd vliegen, maar je moet deze vreemde vogels dus niet laten nestelen in je denken.

Jezus is de Waarheid en de Waarheid  bevrijdt ons van de leugen. Jouw gedachten en denken kunnen worden vernieuwd (Rom.12:2). Anderson verklaart: ‘U kunt uw gedachten niet ogenblikkelijk vernieuwen, maar het proces zal nooit opgang komen indien u de bolwerken in uw gedachten of uw verdedigingsmechanismen, die soms vleselijke patronen worden genoemd, niet erkent.’

Door (zelf)misleiding en bedrog worden wij ongelukkig, wantrouwend en depressief. Je kunt dan de moed steeds meer gaan opgeven, het touw in het bootje gooien en jezelf laten wegdrijven op je negatieve gevoelens. Door te wandelen in de waarheid kunnen vreugde en vrijheid weer op ons pad komen. Het is zeker de moeite waard om je in je stille tijd weer aan Jezus toe te wijden en Hem te geloven op Zijn Woord. Anderson bemoedigt:

‘God zal u kracht geven

 naarmate u op Hem vertrouwt’

Niel Anderson leert ons: ‘De verkeerde manieren die wij hebben ontwikkeld om onszelf voor pijn en verwerping te beschermen, zijn vaak diep in ons leven vastgeroest. Misschien hebt u bijkomend discipelschap of counseling nodig om te leren Christus uw rots, burcht, bevrijder en schuilplaats te laten zijn (zie Ps. 18:1-2).’

Hij gaat verder: ‘Hoe meer u leert hoe liefdevol, machtig en beschermend God is, hoe meer u Hem zult vertrouwen. Hoe meer u zich bewust bent dat Hij u in Christus volledig aanvaardt, hoe meer u vrij zult zijn om tegenover God en anderen open, eerlijk en (op een gezonde manier) kwetsbaar te zijn.’

Hoe kun je het gaan wegleggen bij God, bij het kruis waar Jezus vergeving en verzoening heeft teweeggebracht? Hoe kun je elkaar vinden aan de voet van het kruis? Heb je al een schuilplaats bij het kruis gevonden, waar je niet meer hoeft te vechten en waar je jezelf niet meer hoeft te beschermen?

Aan de voet van het kruis kunnen we al de door ons onoplosbare problemen wegleggen. Jezus heeft voor de gelovigen gedaan wat ze zelf niet kunnen doen. Kun je dat geloven? Wil je dat wel geloven?

***

Opdrachten

1. Lezen 1 Samuël 30:1-8 +17-19. De Amalekieten hebben Ziklag verwoest en de vrouwen en kinderen te ontvoerd. Daarna kwam er een groot verdriet en verbittering over de mannen van David, zodat men sprak om hem te stenigen (1 Sam. 30:4-6).

De zelfbescherming viel toen bij David weg en hij schuilde bij God. We lezen erover in 1 Sam. 30:6: ‘David echter sterkte zich in de HEERE, zijn God. We lezen in Jesaja 40:31: ‘Maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen.’

1a. Heb kun je jezelf sterken in God? Hoe ging dat bij David?

1b. Ben je ook wel eens gesterkt door God, waardoor je nieuwe kracht ontving?

      Kun je daar iets over vertellen?

2. Hoe ga je om met fouten, zonden en teleurstellingen uit het verleden?

David verloor vier kinderen tijdens zijn leven: het kind van Bathseba, Amnon, Absalom en Adonia. Het kwam ook door zijn zonden en  fouten naar hen toe.

Door de pijn en het verdriet vanwege het verkeerde verleden kun je jezelf gaan isoleren, beklagen en afschermen. Je wilt de confrontatie dan niet meer aangaan. Je bent zoveel met je eigen pijn bezig, dat je misschien te weinig oog hebt voor de pijn en het verdriet wat de anderen over jouw oude gedrag met zich meedragen. Je blijft dan vastzitten in zelfverdediging en overlevingstactieken.

Dr. Niel Anderson noemt tien manieren waarop je jezelf misleidend en verkeerd kunt beschermen of verdedigen tegen pijn, afwijzing verwerping. Ik geef hieronder de door hem opgestelde lijst door.

2a. Wat herken je bij jezelf in deze 10 manieren die hieronder volgen?

2b. Hoe wil je dat dan gaan veranderen in het tegenovergestelde?

2c. Ga er samen over in gebed, in schuldbelijdenis en overgave aan God.

De door Anderson opgesteld lijst van verkeerde zelfverdediging:

1. Ontkenning van de werkelijkheid (bewust of onbewust).

2. Fantasie (vlucht uit de realiteit door dagdromen, TV of film kijken, luisteren naar muziek, spelen met computer of videospelletjes, misbruik van drugs, medicatie of alcohol.

3. Emotioneel isolement (zich terugtrekken van mensen of hen op afstand houden om verwerping te vermijden).

4. Regressie (zich terugtrekken in minder bedreigende tijden).

5. Misplaatste boosheid (frustraties op onschuldige mensen afreageren).

6. Projectie (aan anderen toeschrijven wat onaanvaardbaar is voor uzelf).

7. Rationalisatie (voor mijn eigen tekortkomingen excuses gebruiken).

8. Liegen (zichzelf beschermen door bedrog).

9. Jezelf en anderen beschuldigen (wanneer jij of anderen niet verantwoordelijk zijn).

10. Hypocrisie (een verkeerde indruk wekken).

***

3. Hoe ga je om met een slechte reputatie en zonden uit het verleden naar je eerdere relaties en gezinsleden toe? Hoe kan dat nog goed komen?

4. In hoeverre heb jij je zonden beleden en een oplossing gezocht voor de gevolgen voor jezelf en anderen? Heb je alles kunnen vergoeden en regelen?

5a. Heb je anderen kunnen vergeven en ook jezelf?

       Ging dat wel, of was dat heel moeilijk? Kun je er iets over vertellen?

5b.  Wil je nu nog anderen en jezelf vergeven in gebed (in de groep)?

6. De houding van David is op zijn vlucht nederig, zacht en mild geworden. Hij is      oprecht en schuldbewust in het kijken naar zichzelf. Wat is er in je houding veranderd? In hoeverre ben je ook nederiger, zachter en milder geworden?

7a. Bespreek nu samen de volgende tekst van Psalm 32 van The Psalm Project. Je kunt er Psalm 32 uit de Bijbel bij lezen en gebruiken:

Als nieuw geboren

Zo liefdevol, Heer, rust op mij Uw oog.    
U leidt mij uit de diepte weer omhoog.
Mijn schuld en ontrouw hebt U weggedaan.
Als nieuwgeboren ziet U mij nu aan

U zult mij voortaan door Uw trouw bewaken.
U zult mijn leven vol van vreugde maken.
Zo zal Uw weg mij wijzen waar te gaan.
U gaat mij voor, U maakt voor mij ruim baan.

Zolang ik zweeg verdorde mijn bestaan.        
Ik was bezwaard zo greep de schuld mij aan.
Zwaar woog Uw hand op mij, Heer, dag en nacht.
In zelfbeklag verdween mijn levenskracht.

Mijn ontrouw, Heer, heb ik aan U beleden;
U die vergeeft, tot U heb ik gebeden.
Ben ik om omringd door storm en watervloed,
op U vertrouw ik, Heer, U die mij hoedt

U zult mij voortaan door Uw trouw bewaken,
U zult mijn leven vol van vreugde maken.
Zo zal Uw weg mij wijzen waar te gaan.
U gaat mij voor, U maakt voor mij ruim baan.    

 (Psalm 32 van The Psalm Project: Egbert van der Stouw en Eelco Vos)

7b. Wat spreekt je aan in deze tekst en wat herken je ervan in je eigen leven?

Samen bidden en danken

Een afsluitend lied

Psalm 72 is een gebed van David voor zijn zoon en troonopvolger Salomo. Hij mocht het koningschap over Israël in vrede aan hem overdragen. Daarbij was God de grote Koning over hen en zij de dienaren die Zijn volk namens Hem moesten regeren. Wat een afhankelijke positie en opdracht die in nederigheid behoorde te worden uitgevoerd.

David was een man van gebed. Aan het einde van Psalm 72 volgen de volgende woorden in vers 20: ‘Hier eindigen de gebeden van David, de zoon van Isaï.’

Hieronder volgt de tekst en uitvoering van Psalm 72 door The Psalm Project:

Psalm 72 van The Psalm Project

Zolang de zon nog steeds zal rijzen,
de maan schijnt in de nacht,
moet al het volk hem eer bewijzen,
hem loven elk geslacht.

Hij is mild zoals de regen,
het land tot zegen is,
vrede zal bloeien op alle wegen,
totdat geen maan meer is.

Hij is de redder van de armen,
Hij hoort hun hulpgeschrei,
Hij is met koninklijk erbarmen,
hun eenzaamheid nabij.

Hij helpt met hun bestaan bewogen,
die zijn in angst verward,
hun bloed is kostbaar in zijn ogen,
Hij draagt hen in zijn hart.

Kom laten wij de naam bezingen,
van hem die Israël leidt,
want Hij alleen doet grote dingen,
zijn roem vervult de tijd.

Loof God de Heer, Hij openbaarde,
zijn wonderen zijn eer,
zijn heerlijkheid vervult de aarde,
ja amen, looft de Heer.

Loof God de Heer, Hij openbaarde,
zijn wonderen zijn eer,
zijn heerlijkheid vervult de aarde,
ja amen, looft de Heer.

Ja amen, looft de Heer.
Ja amen, looft de Heer.

(Psalm 72: The Psalm Project, Wolter van der Kamp en Eelco Vos.)

 YouTube-video The Psalm Project – Psalm 72