Geestelijke principes voor liefde en geluk

Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat.

Het principe van zaaien en oogsten

Een bekend gezegde leert ons: ‘Wie wind zaait, zal storm oogsten.’ Wat iemand bij een ander op het brood smeert, moet hij het later nogal eens zelf opeten. Wat smeren wij een ander aan? Als we goed doen, zullen we goed ontmoeten.

Streef naar vrede en recht

Jakobus houdt ons voor in Jak.3:18: ‘En de vrucht van de rechtvaardigheid wordt in vrede gezaaid voor hen die vrede stichten.’ In een Engelse vertaling (NEB) staat er: ‘True justice is the harvest reaped by peacemakers from the seeds sown in a spirit of peace.’  De vredestichters, die het goede zaad zaaien, doen dit vanuit de gezindheid van vrede – wij zien hierin de gezindheid van de Vredevorst, Jezus Christus.

Leef naar de principes in de Bergrede!

Het principe van zaaien en oogsten komt ook duidelijk naar voren in Luk.6:27-38. Lees deze woorden van Jezus in de Bergrede maar eens door! Wij dienen onze vijanden lief te hebben (de verzen 27 en 35). In vers 36 worden wij aangespoord: ‘Wees dan barmhartig, zoals ook uw Vader barmhartig is.’ In vers 37 leert Jezus ons: ‘Oordeel niet en u zult niet geoordeeld worden; veroordeel niet en u zult niet veroordeeld worden; laat los en u zult losgelaten worden. Geef en aan u zal gegeven worden: een goede, vastgedrukte, geschudde, overlopende maat zal men u in de schoot geven, want met dezelfde maat waarmee u meet, zal er bij u ook gemeten worden.’

Wat wil je op geestelijk gebied oogsten?

We lezen in Gal.6:7-10: ‘Dwaal niet: God laat niet met Zich spotten, want wat de mens zaait, zal hij ook oogsten. Want wie in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderf oogsten; maar wie in de Geest zaait, zal uit de Geest het eeuwige leven oogsten.

En laten wij niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij het niet opgeven. Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof.’

Het zaaiveld van het hart

Op de afbeelding hieronder zie je hoe het op geestelijk gebied werkt in je hart.

Je ziet dat er verkeerde ingevingen en verleidingen in de gedachten kunnen binnendringen. Het kunnen gedachten aan verkeerde filmbeelden of gesprekken zijn. Het kunnen ook ingevingen van demonen zijn, die verkeerde gedachten opwekken en aanwakkeren. Zij worden verwerkt binnen het denken, voelen en willen van de mens. Je kunt ook goed geestelijke ingevingen binnenlaten in je positieve denkveld. Deze invloeden en ingevingen zullen helpend en helend voor je zijn. Je ziet op de afbeelding ook hoe belangrijk een positieve gezindheid in het hart is.

 Wat straalde Jezus uit?

In Filip. 2 leren we hoe we Jezus moeten navolgen in een houding van nederigheid en opoffering. In vers 5 worden we aangespoord: ‘Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Jezus Christus was.’  Hij heeft Zichzelf vanuit Zijn hoge positie in de hemel vernederd naar de lage gestalte van een slaaf. We lezen in vers 7 dat Hij Zichzelf heeft ontledigd (in de SV: vernietigd). In een Engelse vertaling staat: ‘Made Himself of no reputation’. Wie wil er nu zijn goede reputatie verliezen? Jezus heeft dit willen doen om ons te dienen.

In Jes. 53:3 lezen we over Hem:
‘Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen.’

Zo gingen ze met de Heiland om. Hoe gaan wij met elkaar om?  

Wat strooien we uit?

Eigenlijk zijn we wel altijd aan het zaaien. We plakken bewust of onbewust met stickers op onszelf en anderen. Zijn we bezig op het negatieve of positieve zaaiveld van ons (be)denken en beoordelen. Staan we hoog met onszelf, of stralen we nederigheid en liefde uit?

In een boekje van Max Lucado gaat het over het plakken van sterren of grijze stippen op andere mensen: ze waarderen iemand positief door hem of haar een ster te geven en negatief door bij iemand een grijze stip op te plakken. Als je beseft dat je bij God geliefd bent en je bent daar tevreden mee, blijven zowel de sterren als de grijze stippen niet op je plakken.

Als je jezelf bij God aanvaardt weet,

doen de grijze stippen van afwijzing niets bij jou

Mensen kunnen dan allerlei vuil zaad (roddels en laster) over je uitstrooien, maar het vindt geen goede voedingbodem in je hart, het landt gewoon niet bij je. Je mag het allemaal overgeven in de handen van jouw Heiland, Die ook de valse beschuldigingen en laster heeft (weg)gedragen op het kruis.

Jezus heeft voor de gelovigen de afwijzing, valse beschuldigingen en laster (weg)gedragen aan het kruis

Met Hem is het aan het kruis genageld en onschadelijk gemaakt. Christus heeft ons hierin een voorbeeld nagelaten, door het onrecht volmaakt waardig te dragen. Lees hiertoe maar eens 1 Petr.2:18-25. In de verzen  23-24 lezen we over de lijdende Borg: ‘Die, toen Hij uitgescholden werd, niet terugschold, en toen Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem Die rechtvaardig oordeelt; Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout, opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven. door Zijn striemen bent u genezen.’

Aan het kruis is het onkruid van de zonde tenietgedaan en is er een ruim veld geopend voor het reddend zaad van het Evangelie.

Aan het kruis is er een ruim veld geopend

 voor het reddend zaad van het Evangelie

 

Hoe krijg je een zuiver hart met positieve gedachten

Als de negatieve gedachten eenmaal in de akker van je hart groeien, zal het verkeerde zaad zich daarop gaan vermenigvuldigen. Indertijd heeft Mark Virkler uit Buffalo, New York, de cursus ‘Zuiver van hart’ geschreven. Hij geeft daarin aan, dat hij in zijn eigen hart en leven als gelovige had ontdekt, dat ongeveer 80% van zijn denken negatief was: kritisch en aanklagend. Hij heeft op dit punt cursisten door testjes onderzocht. Het bleek dat zij ook 80% kritisch in hun denken waren. Dit gold ook voor voorganger John Arnott. Hij bemerkte dat veel mensen veroordelend spreken. ‘Ze praten maar door over hetgeen waardoor ze verwond zijn.’ John vervolgt: ‘Op die manier zijn we dan bezig in die toestand van 80% van onze tijd, waarop onze gedachten ter beschikking van de vijand zijn…’ Laten we ons (kerkelijk) leven hierin maar is grondig onderzoeken!

Christenen die 80% in hun denken kritisch zijn,

met gedachten ter beschikking van de vijand

Laten we geen slangenzaad bewaren en koesteren…

 

Het boze zaad van gevoelens van afwijzing en van veroordeling, wat in ons hart is gezaaid, kan  zich vermenigvuldigen en wordt dan door ons weer over anderen uitgestrooid.

Het zaad van recht en vergelding

Het is een zondige menselijke inslag geworden om te beschuldigen en anderen aan te klagen (in overeenstemming met satan, de aanklager der broederen). Het veroordelen van anderen is nogal eens geworteld in pijn en bitterheid. Als we daar mee bezig zijn geven we volgens Arnott ‘aan de duivel een sleutel van ons huis.’

Geef de duivel geen sleutel van je huis!

Het zoeken naar recht en vergelding brengt het stinkende vuil naar boven, maar de liefde dekt de overtredingen toe en zal veel zonden bedekken (1 Petr.4:8). In Jak.2:13 leren we dat de barmhartigheid roemt tegen (zegeviert over) het oordeel.

De onbarmhartige dienstknecht

In Matth.18:23-35 lezen we de opmerkelijke gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. Een koning handelt daarin zeer barmhartig met een dienaar die een enorme schuld bij hem had. Dit was 6000 maal het dagloon van een arbeider uit die tijd. De koning handelde met hem op het gebied van de genade en vergeving…. en schold hem de schuld kwijt.

Daarna greep deze slaaf een medeslaaf bij de keel, die hem 100 maal een dagloon schuldig was en zei: ‘Betaal mij wat je schuldig bent!’ De medeslaaf viel aan zijn voeten neer en zei: ‘Heb geduld met mij, en ik zal u alles betalen. De meedogenloze slaaf wierp hem echter in de gevangenis, totdat hij de schuld zou hebben betaald.

De koning was hier zeer vertoorn over en leverde hem de folteraars over, totdat hij zou betaald hebben al wat hij hem schuldig was (vers 34). In vers 35 leert Jezus ons verder: ‘Zo zal ook Mijn hemelse Vader met u doen, als niet ieder van u van harte de misdaden van zijn broeder vergeeft.’

De folteraars van zulke onbarmhartige misdadigers kunnen in dit leven kwellende demonen zijn, die werken met geselslagen van spijt, wroeging, angst en depressie.

Counselor dr. Niel T. Anderson is oprichter van ‘Free in Christ Ministries’ en auteur van vele (pastorale) boeken. In zijn boek ‘Vrijheid in Christus’heeft hij het over onvergevingsgezindheid. Hij verklaard ons: ‘God zal Zelf ons overleveren aan ‘de folteraars’, als we anderen niet vanuit ons hart vergeven (Matth.18:34). Hij wil niet dat we vastgeketend blijven aan ons verleden. Ik geloof dat de grootste en makkelijkste toegang die satan heeft tot de kerk vandaag onze onvergevingsgezindheid is naar mensen die ons iets hebben aangedaan. Dat geldt in ieder geval wel voor duizenden van de mensen met wie ik heb mogen werken.

Door onvergevingsgezindheid hebben de duivelen een gemakkelijke ingang in de kerk en in ons hart

Als je seksueel misbruikt bent, heb je waarschijnlijk geworsteld met gedachten als: Ik kan die persoon nooit vergeven… of: Ik haat die persoon… of: Ik wil hem niet vergeven, maar ik wil dat hij net zoveel lijdt als hij mij heeft laten lijden. Satan is dan waarschijnlijk bezig je te folteren. ‘Maar je weet niet hoe erg die persoon me verwond heeft,’ zul je misschien zeggen. Dat klopt, maar op deze manier is deze persoon je nog steeds aan het verwonden.

Vergeving is het middel waarmee we onszelf kunnen bevrijden van de misbruikers en mishandelaars. We moeten vergeven, zoals Christus ons heeft vergeven.’

Door vergeving kunnen we ons bevrijden

 van de misbruikers en mishandelaars

We dienen als christenen absoluut een vergevingsgezinde houding te hebben. De Studiebijbel geeft aan: ‘Vergeven zonder vergeten is geen vergeving van het hart. Het moet een waar genoegen voor een gelovige zijn een broeder of zuster die verkeerd heeft gehandeld, te vergeven.’

De onbarmhartige slaaf had de vrucht van genade en vergeving nog maar net mogen oogsten; hij had daarom toch ook zeker moeten zaaien met hetzelfde zaad en niet met het slangenzaad van recht en vergelding.

John Arnott kwam tot inkeer en vroeg: ‘Mijn gebed is, Heere, ik zou graag helemaal herzien willen worden. Help me om tenminste 20% negatief en 80% positief te worden.’ Satan komt op een occulte wijze als een dief in de nacht, om ons te beroven van positieve gedachten en het mooie in ons (geestelijk) leven kapot te maken.

Arnott geeft ons door: ‘Hij is altijd de aanklager, de vernietiger. Zijn doel is schuld, hopeloosheid, zonde en aanklacht voort te brengen. Als wij onze gedachten in krijgsgevangenschap willen brengen, hebben wij het nodig vrij te worden van de claims die de vijand heeft op onze levens. We lezen hierover in 2 Kor.10:4-5: ‘De wapens van onze strijd zijn immers niet vleselijk, maar krachtig door God, tot afbraak van bolwerken. Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen om die te brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus.’

Loren Cunningham: ‘Een zuiver hart’

De wereldwijd bekende Loren Cunningham, oprichter van Youth With a Mission (Jeugd met een Opdracht), heeft het inspirerende boek “Is dit echt van U, Heer?’geschreven.

Loren is in 1935 geboren en kreeg op 13-jarige leeftijd al een roeping vanuit Mark.16:15: ‘Gaat heen in de gehele wereld en verkondigt het Evangelie aan de ganse schepping (aan alle creaturen).’ Later liet de Heere  hem zien dat ‘golven van jonge mensen’ over de wereld zouden gaan om het Evangelie uit te dragen.

In 1983 werden er al 15.000 vrijwilligers in kort verband door JmeO uitgezonden, om het Evangelie in woord en daad uit te dragen. Zij hadden toen 3800 fulltime medewerkers, een universiteit op Hawaï, 113 permanente bases en 70 scholen in 40 verschillende landen. In 1982 ging het zendingsschip ‘The Anastasis’ (De Opstanding) voor JmeO de vaart in. In 1999 had Loren Cunningham persoonlijk alle 243 landen in de wereld bezocht en er het Evangelie gepredikt.

Loren benadrukt in zijn boek, dat op het gebied van geestelijke leiding niets zo belangrijk is als de relatie met Hem, Die de leider is. Als Hij leiding geeft, doet Hij dat vaak innerlijk, door Zijn Heilige Geest, ‘met zachte stem’, zodat alleen zij Hem verstaan, die een nauwe band met Hem hebben. Er is reiniging en zuivering van het hart nodig om Gods stem beter te leren verstaan en Hem onvoorwaardelijk te gehoorzamen.

Er is reiniging nodig

om Gods stem beter te leren verstaan

Loren heeft dit zelf moeten ervaren,

om daarna een bruikbaar vat voor de Heere te kunnen zijn

Door de leiding van zijn kerkgenootschap, waar hij predikant was, werd hem niet toegelaten om ook jongeren uit andere kerkverbanden mee te nemen op zijn zendingtochten. Hij kon niet akkoord gaan met ‘de kerkelijke spelregels’, waarin hij niet meer speelruimte kreeg dan een team van 10-20 jongeren per jaar. Directeur Zimmerman had hem hierin voor de keus gesteld. Het speet deze man oprecht dat Loren door zijn keus de staf van deze moest organisatie verlaten. Loren wilde echter Gods leiding volgen en moest daardoor zelfs zijn predikantschap binnen zijn kerkverband opgeven. Na zijn ontslag voelde hij zich kapot en verward van binnen. Hij werd in zijn roeping afgewezen, maar wilde er geen negatieve gevoelens over hebben. Hij voegde er het zwijgen aan toe. Hij schrijft er verder over: ‘Ik was vastbesloten niet opstandig te zijn… maar toch was er al een virus van bitterheid binnengeslopen.’ Het speelde zich af in de plaats Springfield in de VS.

Tijdens zijn evangelisatiewerk in Nieuw Zeeland werd Loren echter op geestelijke wijze geblokkeerd. Hij werd door de Heere gedrongen om zich zeven dagen af te zonderen voordat hij zijn zendingswerk zou aanvangen. In het huis waar hij logeerde werd zijn hart door de God gezuiverd. Na de derde dag van zijn vastentijd vond de doorbraak plaats. Loren geeft aan: ‘Het leek alsof ik geopereerd werd aan mijn ziel. Ik lag languit op de grond te wachten op God. Plotseling voelde ik het scherpe mesje in mijn geweten aan het werk gaan.’ Het kwam in zijn hart: ‘Herinner jij je Springfield?’ Hij verhaalt ons verder: ‘Sneller dan ik voor mogelijk had gehouden herinnerde ik me allerlei voorbeelden, waarin ik me een bepaald oordeel had gevormd of een bepaalde houding had aangenomen. Ik besefte hoe kritisch en bitter ik eigenlijk was tegenover de leiders van mijn denominatie, omdat zij de visie van JmeO niet met me deelden… met name tegenover mijn broeder Thomas Zimmerman.’

‘Al twee jaar ging ik gebukt

 onder de pijn van hun afwijzing’

Loren vervolgt: ‘Al twee jaar (…) ging ik gebukt onder de pijn van hun afwijzing, en in stilte was ik mijn eigen kerkelijke achtergrond gaan ontkennen. Plotseling zag ik hoeveel tijd ik had verknoeid door te proberen mijzelf en mijn eigen ideeën te verdedigen. Die tijd was ten koste gegaan van het echte werk dat gedaan moest worden: met andere mensen over Jezus spreken.

In tranen vroeg ik God om vergeving. Van nu af aan wilde ik werkelijk positief spreken over mijn vroegere leiders. Ik kon weer dankbaar zijn, zowel voor hen als voor wat ik van hen had meegekregen. En als deze visie echt van God was, kon ik Hem die ook Zelf laten verdedigen. Terwijl ik daar op de groene vloerbedekking lag, wist ik dat God me had gehoord en vergeven. 

Daarna werd Loren ontdekt aan zijn trots. Hij besefte hoeveel keer hij iets had gedaan of gezegd om erkenning van mensen te verwerven in plaats van die van God. De woorden van zijn moeder kwamen hem weer in de gedachten: ‘Zoon, als je trots wordt, kan God je niet meer gebruiken…’ 

‘Zoon, als je trots wordt,

kan God je niet meer gebruiken…’ 

Ook de zonden in zijn gedachteleven kwamen hem voor de aandacht. Wat er in hem opkwam, bekende hij, terwijl hij God hierbij vroeg om hem te vergeven en hem te helpen om deze zonden de rug toe te keren.

Daarna schreef Loren een aantal brieven naar personen waar hij nog zaken in orde moest maken. Bovenaan het stapeltje brieven lag de envelop die was geadresseerd aan Springfield, Missouri, met daarin de brief: ‘Beste broeder Zimmerman…’

Loren verklaart: Het was een bijna ondraaglijke opgave, maar die avond kroop ik onder de dekens met een gloednieuw gevoel van reinheid. 

Deze gebeurtenis betekende een positief keerpunt. Loren geeft ons door: ‘Het is het punt dat ieder, die de stem van de Heere wil kunnen verstaan, moet passeren. We kunnen Hem veel beter horen als we tot Hem komen met een gereinigd hart. Het proces van bekentenis is er één dat nooit eindigt, maar ik had tenminste een begin gemaakt!’

Daarna is er door de jaren heen een rijke zegen gevolgd in het leven van Loren Cunnigham en de organisatie Youth With A Mission.

Heb je vijanden lief!

Wellicht heeft de duivel, als een dief in de nacht, weer eens een keer boze gedachten in je leven heeft gezaaid, je veld daarbij beschadigd en je van je geestelijk rust beroofd. Op allerlei onbewaakte ogenblikken kan hij binnenkomen. Hij maakt gebruikt van negatieve omstandigheden en mensen die ons benadelen en veroordelen. Hij zaait op een wettische, rechthebbende wijze, om te vergelden. Als wij zijn benadeeld, veroordeeld en beschadigd, hebben wij de neiging om hen die kwetsen en kwellen wel eens betaald te zetten, om ze met gelijke munt terug te betalen. Als we willen leven vanuit de het leven en denken van Jezus Christus, moeten wij dit zeker niet doen! Wij behoren onze vijanden juist lief te hebben… en dienen te leven vanuit de principes van de Bergrede (Matth.5-7). 

Pas op voor ‘energie slurpende wonden’ 

Het is opvallend dat er veel geestelijke en psychische problemen blijven bestaan in de christelijke gemeenten. Dit kan staat het welzijn van de slachtoffers en hun directe omgeving in de weg. John Arnott heeft het over ‘energie slurpende wonden’. Hij verklaart in een artikel over het belang van vergeving: ‘Ik ben meer dan 17 jaar voorganger geweest. Eén ding heb ik in die tijd ontdekt en dat is dat verwondingen en verwoestingen in mensenharten en levens veel energie en ruimte wegzuigen. De mensen hebben zoveel energie nodig enkel en alleen om te proberen de dag door te komen, dat er weinig overblijft om aan anderen te kunnen geven.’ En dit is nu juist de bedoeling van de duivel: om de gelovigen zoveel mogelijk op geestelijk gebied te verlammen, zodat ze geen afbreuk kunnen doen aan zijn rijk, en anderen geen geluk kunnen geven.

 

Het zaad van genade en vergeving

We moeten leren om niet te zaaien met het zaad van recht en vergelding, maar met het zaad van genade en vergeving. Want wat wij zaaien zullen wij ook oogsten.

John Arnott merkt op: ‘Er wordt veel energie gestopt in het vasthouden van onze boosheid, pijnen en vrezen, die ons terneer drukken.’ Hij geeft aan dat, als we leven vanuit genade en barmhartigheid en anderen vergeven, wij zullen bemerken dat Zijn juk zacht is en Zijn last licht.

Recht is goed,

 maar genade is beter 

John Arnott heeft geleerd: ‘Recht is goed, maar genade is beter.’ Hij verklaart ons: ‘Als je gerechtigheid wilt, raak je betrokken in dezelfde regels. Het is de wet van God en het is goed en eerlijk, maar het is ook de arena waarin satan volop verkeert. Hij is de meester-officier van justitie, de meester-aanklager. Het probleem is dat niemand van ons enige hoop voor de eeuwigheid kan hebben, als we alles ontvingen wat we verdienden. Er is echter een plaats waar satan je niet kan volgen om je aan te klagen. Dat is de plaats van de genade van de Heere Jezus Christus, de plaats van genade, liefde en vergeving. Het is een hogere en betere plaats. Als we leven in genade en vergeving, dan kan satan ons daar niet volgen.’

Het is begrijpelijk dat de duivel niets weet van genade en vergeving; deze weg is namelijk voor hem afgesloten. Hij wil wraak uitoefenen… dat is de enige manier dat hij zich kan laten gelden. De duivelen geloven dat God een enig God is, en zij sidderen (Jak.2:19). 

Als we zaaien met het zaad van recht en vergelding, hebben we kans dat onze tegenstanders ook hun recht proberen te halen. Wat wij hen vergelden, zullen ons terug willen vergelden. Jezus leert ons in Matth.5:11: ‘Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij.’

In Matth.5:23-26 gaat het erover dat je jezelf met je broeder moet verzoenen (terwijl hij wat tegen je heeft) en dat je welgezind moet zijn jegens je tegenpartij. Als iemand een ander met de rug van zijn hand op de rechterwang sloeg (Matth.5:39) werd dit door de Joden als één van de ergste beledigingen beschouwd. Toch behoor je als christen geen weerstand te bieden aan zulk een onrecht, maar de andere wang toe te keren. De Studiebijbel verklaart hierbij dat Jezus hier niet een beter rechtsprincipe eist, maar een houding… die alle rechtspraak  overbodig maakt.

In Matth.5:44-45a houdt Jezus ons voor: ‘Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen. Zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is.’ In de Goed Nieuws Bijbel staat er: ‘Dan pas zult u echte kinderen zijn.’ Dan mag je het werkelijk laten zien dat je Jezus navolgt en dat je zaait met het zaad van liefde en vergeving. 

Het zaad van liefde en acceptatie 

Heidi Baker is de schrijfster van het boek ‘Door liefde gedreven’. Het is in 2009 in onze taal uitgegeven. Vanaf 1995 heeft ze samen met haar man Rolland Baker al vele honderden (straat)kinderen en wezen mogen opvangen. Ze hebben gezien dat God op een wonderlijke manier heeft voorzien in de hulp aan meer dan 7500 kinderen.

De zwerfkinderen werden in haar opvangcentra geadopteerde kinderen. Zij kregen hierbij ook de voorrechten van adoptiekinderen.

De kinderen konden dit zelf, vooral in het begin, soms moeilijk beseffen en innerlijk aanvaarden. In hun hart konden ze nog langere tijd ‘weeskind’ of ‘zwerfkind’ blijven, waardoor ze niet vrijmoedig gebruikmaakten van hun voorrechten. Heidi schrijft erover: ‘Als we kinderen van de straat pas in huis hebben genomen, zijn het doorgaans kleine straatrovers met een lijf vol luizen en schurft en over het algemeen is het akelig tuig.’

In het opvanghuis ontvangen ze veel liefde en een goede verzorging. Heidi verhaalt ons verder: ‘Eert zijn de nieuwe kinderen zo schuchter, dat ze niet eens iets uit de koelkast willen eten. Ze hebben het gevoel dat ze ervoor moeten werken als ze iets willen – of het moeten stelen. De kinderen die weten wie ze bij ons zijn, doen de koelkast open en pakken alles zelf!’

Deze kinderen hebben nog de geest van een weeskind of een zwerfkind. Heidi verklaart: ‘Zij zijn nog bang en vaak stelen ze of denken ze dat ze alles eerst moeten verdienen en hun best moeten doen om geaccepteerd te worden. Ze moeten eerst nog leren wat adoptie in Gods familie inhoudt en daarna leren geloven dat ze echt gewenst zijn. Heidi kan ons gelukkig ook doorgeven: ‘Het is heerlijk om te zien als ze een echte ervaring van geadopteerd te zijn krijgen. Dan veranderen ze echt en vinden ze blijdschap! Dat kan alleen maar gebeuren als het een geschenk van de Heilige Geest is.’ Ze geeft verder aan: ‘Naarmate de Vader de geest van deze in de steek gelaten kinderen en wezen geneest, gaan ze beseffen dat het Koninkrijk ook voor hen is. De kinderen die eens van ons stalen, zijn nu totaal veranderd en zijn de leiders van de nieuwe kinderdorpen. Zij hoeven zich niet meer te verbergen in de schaduw of rond te sluipen; hun hart is door God rein gemaakt en nu hebben ze Zijn goedheid gezien.’ 

Gedraag je als een geaccepteerd kind

In wat Heidi ons verhaalt en leert, zitten belangrijke geestelijke lessen. Wettische, twijfelende en angstige gelovigen kunnen zich ook ervaren en gedragen als een weeskind en zwerfkind, terwijl ze in werkelijkheid een adoptiekind zijn. Ze zijn aangenomen tot Gods kinderen en behoren zich daarom ook als een waardig en dankbaar kind te gedragen.

De jongste verloren zoon in de gelijkenis ontving van zijn vader het kleed en de ring, waaruit duidelijk bleek dat hij was geaccepteerd als een volwaardige zoon. Hij mocht daarna niet meer twijfelen aan de liefde van zijn vader en de acceptatie door zijn vader. Hij moest dit blijven geloven en niet luisteren naar vleselijke (schuld)gevoelens en minderwaardige gedachten. Hij moest zijn identiteit als geliefde zoon van zijn vader dankbaar blijven beseffen. Daarmee eerde hij zijn vader. Zijn vader zei zelfs tegen de oudste verloren zoon: ‘Mijn jongen, jij bent altijd bij mij en alles wat van mij is, is van jou’ (Luk.15:31). 

De Geest van adoptie

We lezen in Rom.8:15-16: ‘Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.’ De Heilige Geest wordt hier de ‘Geest van adoptie’ genoemd. Het Griekse grondwoord ‘huiothesia’ betekent ‘aanneming tot zoon, adoptie’.

De geadopteerde kinderen in het opvangtehuis van Heidi Baker hadden een vrije toegang in het hele huis en de voorraad in de koelkast. Heidi vertelt ons over het weeskind Ramadan, dat hij zo vol schaamte en verdriet was, dat hij niemand aan durfde te kijken. In het begin beet en schopte hij en zag hij er diep ongelukkig uit. Heidi zei hem, dat hij cola in de koelkast mocht pakken, wanneer hij maar wilde. Daarna zei ze: ‘Ramadan, ik ga je in bed stoppen en een liedje voor je zingen. Ik ga je in je ogen kijken en van je houden.’ En vanaf toen begon God zijn hartje te veranderen.

Heidi leert ons hierbij: ‘Zo gaat we allemaal een beetje met God om. We denken dingen als: ‘Mag ik dat echt? Mag ik echt die deur opendoen en van Hem drinken? Houdt Hij wel echt van me?’ Maar in de loop van de tijd geneest God onze in de steek gelaten en verweesde geest.’ Ze bemoedigt ons als gelovigen: ‘Wij mogen deel hebben aan Zijn vrede, Zijn vreugde, Zijn geduld, Zijn lankmoedigheid, Zijn genezing en Zijn voorzienigheid. Het staat ons vrij vertrouwelijk met Hem om te gaan en als zoon of dochter bij Hem in het verborgene binnen te komen.’

Door de liefde van God ontvangen wij vrijmoedigheid. We lezen in 1 Joh.4:18: ‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit.’ Gods liefde geeft ons dankbare wederliefde. We beseffen dan wat we lezen in 1 Joh.4:19: ‘Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefhad.’ Het geloof werkt door de liefde en neemt aan wat wij mogen hebben in Jezus Christus. 

Zwerfkind of adoptiekind?

Zie je jezelf nog als een zwerfkind of accepteer je gelovig dat je de rechten van een adoptiekind hebt.

Hoe zie je God en hoe zie en ervaar je jezelf? Het gaat erom hoe God over je denkt. Dat moet je te weten komen. De Heilige Geest is ons gegeven, opdat wij zouden weten de dingen die ons door God genadig geschonken zijn (zie 1 Kor.2:12).

Geloof in de waarheid en in vaststaande feiten en niet in leugengeesten die via het gevoel bij je willen binnendringen!

Heidi Baker: ‘door liefde gedreven’

Zendelinge Heidi Baker heeft door Gods genade veel zegen mogen uitdelen in Mozambique. Ze heeft met haar organisatie daar al duizenden (wees)kinderen geholpen en opgevangen. Daarbij zijn er ook duizenden kerken gesticht. God doet daar zeer opmerkelijke wonderen. Zij doet er verslag van in haar boek ‘Door liefde gedreven’. Hierin beschrijft ze het zendingswerk naar de principes van de Bergrede. Ze heeft ‘door de liefde van Christus gedreven’ in liefde mogen zaaien. Door veel beproevingen heen heeft ze ook een rijke oogst meegemaakt, een oogst die door Gods genade in Mozambique steeds groter wordt.

De ervaring heeft haar geleerd om in moeilijke omstandigheden, waarin je wordt bedreigd en vervolgd, te reageren in de tegenovergestelde geest.

Hoe kun je blijven liefhebben te midden van pijn en vergeven te midden van boosaardigheid? Heidi geeft aan dat de vreugde van God de haar kracht is (Neh.8:10). Ze laat ons verder weten in het hoofdstuk ‘Gelukkig de vredestichters’: ‘Dat moeten we niet vergeten, vooral als de strijd hevig wordt. De afgelopen anderhalf jaar is veruit de moeilijkste tijd van mijn leven geweest. Vrienden en baby’s zijn gestorven; er is ziekte geweest, overstromingen, emotionele trauma’s, enorme financiële noden, grote verliezen van bezittingen, bedreiging van ons leven, laster en verraad. Maar hoe moeilijker het wordt, hoe sterker we onze blik richten op die prachtige, volmaakte prijs: Christus Jezus. Altijd weer is Hij het allemaal waard.’ 

‘Hoe moeilijker het wordt,

hoe sterker we onze blik richten

 op die prachtige, volmaakte prijs:

Christus Jezus’ 

Heidi maakte met de kinderen in het christelijke kinderdorp in het zuiden van Mozambique vooral in 1996-1997 aangrijpende vervolgingen mee. De regering schreef zeven lasterende leugens over hen en beschuldigde hen van allerlei misdaden. Het kindercentrum moest worden ontruimd en honderden hulpbehoevende kinderen moesten ze noodgedwongen aan de zorg van de Heere overlaten. De kinderen bleven standvastig in het christelijk geloof, ondanks de bedreigingen van de atheïstische regeringsambtenaren.

Heidi verhaalt ons verder: ‘Onze wapens zijn een vast geloof, zachtmoedigheid, vrede, geduld en een liefde die onweerstaanbaar is. In Hem kunnen we nooit verliezen. Als we voor de lage weg kiezen – de enige weg – verliezen we nooit. Als we in de tegenovergestelde geest reageren – oorlog bestrijden met liefde, haat bestrijden met vergeving en kwaad terugbetalen door goed te doen – dan winnen we altijd. De Bergrede kan op geen enkel punt worden verbeterd. Als wij Jezus’ voetsporen volgen naar het kruis – de weg van treuren, zachtmoedigheid, genade, nederigheid, honger, dorst en vrede stichten – dan worden we echt gezegend. God keert in Zijn liefde alles om!’

God zegende hen

en keerde het in Zijn liefde om 

Ze laten ons weten over het positieve vervolg: ‘God heeft ons geloof beloond en wij hebben nu in Pemba een eigen terrein dat meer dan zeven keer zo groot is als wat we in 1997 kwijt geraakt waren. Jaren later hebben dezelfde overheidsambtenaren, die ons destijds vervolgden en onze kinderen afranselden, ons bedankt dat we in het land zijn gebleven.’

Het Vrouwenzaad en het Evangelie

Jezus heeft Zichzelf uit liefde opgeofferd. Het zaad van recht en vergelding werd bij Hem als het ware geoogst. Je kunt dit onder meer lezen in Jesaja 53. In vers 10 lezen we: ‘Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zal Hij zaad zien.’ Het zondige zaad van de slang heeft vanaf de zondeval de wereld en de mensen vervuld met onkruid. Tegen dit onkruid was geen goed kruid gewassen. In het zaad van het reddend Evangelie zit ook de genade en de vergeving. Vergeven betekent eigenlijk ‘ver-wèg-geven’. De zonde wordt bij vergeving weggegeven aan de Heere Jezus.

‘Zie, het Lam van God,

Dat de zonde der wereld wegneemt!’ 

Hij neemt als het Lam van God de zonde van de wereld weg. Letterlijk staat er in Joh.1:29: ‘Zie, het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt!’ Het Griekse woord ‘airō’ heeft hier de algemene strekking van ‘uit de weg ruimen’, ‘wegdoen’. Hij werd op aarde tot zonde gemaakt, terwijl Hij geen zonde heeft gedaan, maar volledig onschuldig was. David geeft aan in Ps.69:5, dat hij zonder oorzaak wordt gehaat en moest weergeven wat hij niet geroofd had.

In vers 2 van de berijmde Psalm zingen we: 

‘Men eist van mij, daar ik m’ onschuldig ken,

’t geroofde weer; ‘k moet voor voldoening zorgen.’ 

Dit geldt zeker voor het onschuldige Lam van God. 

Satan heeft de wereld onrechtmatig toegeëigend en vervuild met het boze zaad. Hij heeft zich als een rover van Gods bezit en eer opgesteld. Zijn geestelijk zaad, de door hem geïnspireerde zondaren, hebben hem hierin nagevolgd. Jezus zei tegen de ongelovige Joden in Joh.8:44: ‘U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen.’ Je ziet hierin dat de duivel het wettische zaad van recht en vergelding in hun harten had gezaaid. Het kwaad werd bij de Joden zo vermenigvuldigd dat ze uiteindelijk met de wet in de hand om vergelding schreeuwden. We lezen in Joh.19:7 dat de Joden Pilatus antwoordden: ‘Wij hebben een wet en volgens onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelf Gods Zoon gemaakt.’ 

Jezus heeft, als het Zaad van de vrouw, satan en zijn onrustzaaiers overwonnen door zijn offer aan het kruis. Hij is de grote ‘Rustaanbrenger’, de Silo. We lezen zo heerlijk in Jes.53:5: ‘Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.’

Zodoende heeft Hij een ruim veld geopend op de aarde, een toebereide aarde, waar het zaad van het Evangelie rijke vrucht mag voortbrengen. 

Het zaad van het Evangelie

brengt rijke vrucht voort 

Hij spreekt in Joh.4:35 het nog steeds actuele woord: ‘Sla uw ogen op en kijk naar de velden, want zij zijn al wit om te oogsten.’ Het geluid van het Evangelie is door de eeuwen heen over de gehele aarde uitgegaan, en de woorden van de Evangeliepredikers tot het einde der wereld (Rom.10:18).

De gelovigen behoren te leven vanuit het leven van de genade en de vergeving. Zij zijn niet onder de wet, maar onder de genade (Rom.6:14).

We lezen in Gal.5:1: ‘Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten.’

Eigenlijk staat er in Gal.5:1: ‘Je bent tot vrijheid bevrijd.’

We leren verder dat in Christus Jezus het geloof door de liefde werkzaam is (Gal.5:6). Wij zijn tot vrijheid geroepen… om elkaar door de liefde te dienen (Gal.5:13).

In de Galatenbrief kun je hier meer over lezen.  

Strooi het Evangeliezaad

van Gods liefde en vergeving in Jezus Christus

 uit in de wereld! 

Gelovigen moeten het Evangeliezaad van Gods liefde en vergeving in Jezus Christus ruim uitstrooien in de wereld. Zij mogen ook als arbeiders ingaan in de oogst. Het is hierbij heerlijk om te weten dat God Zelf de oogst en de rijke vrucht geeft.

We lezen hierover in Jes.55:10-11: ‘Want zoals de regen of sneeuw neerdaalt van de hemel, en daarheen niet terugkeert, maar de aarde doorvochtigt en maakt dat zij voortbrengt en doet opkomen, zaad geeft aan de zaaier en brood aan de eter, zo zal Mijn Woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat; het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend.’