Handboek Overwinning in de geestelijke strijd VII

Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat

VII. Vernieuwing 

Om een echte discipel van Jezus te kunnen zijn, moet je vernieuwd worden en zijn in je denken. Hoe word je vernieuwd in je denken? Wat gebeurt er als je wordt hergeprogrammeerd in je denken? Dat wil ik je hierna duidelijk maken met behulp van de volgende vergelijking. 

13. De herprogrammering van onze software 

Door Gods Woord en de krachtige werking van de Heilige Geest wordt onze ‘software’ opnieuw geïnstalleerd en hergeprogrammeerd.

Dr. Neil Anderson merkt op: ‘De vernieuwing van ons denken is het proces van herprogrammering van onze software.’ 

 ‘De vernieuwing van ons denken is het proces

 van herprogrammering van onze software’ 

Wat er dan op geestelijk gebied plaatsvindt, lezen we in art.11 van H.3 en 4 van de Dordtse leerregels. De Heilige Geest opent het hart dat gesloten is en maakt zacht (vermurwt) wat hart is. De hartstochten worden positief gereguleerd. Hij stort nieuwe hoedanigheden in de wil, zodat deze levend en actief wordt om het goede te willen, wat God wil. Dan is het niet meer de leus: ‘Doe wat je wilt’, maar wordt het: ‘Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?’ (Hand.9:6). Je wilt de Heere dan gehoorzamen en je gaat Hem ook gehoorzamen. De wil wordt door God bewogen en werkt zelf ook (art.12). God werkt het willen en het werken en geeft de wil om te geloven en het geloof zelf (art.14). 

Het verstand wordt ook verlicht en het denken vernieuwd. In art.16 wordt ons ook geleerd dat de Goddelijke genade rekening houdt met het verstand en de wil, en deze niet vernietigt, en dat God hen ook niet dwingt met geweld tegen hun dank, maar Hij maakt hen geestelijk levend, heelt en verbetert hen en buigt hen liefelijk en krachtig. De wil wordt zodoende geestelijk weer opgericht en in vrijheid gesteld. 

In art.13 lezen we samenvattend en verhelderend: ‘De wijze van deze werking kunnen de gelovigen in dit leven niet volkomen begrijpen; ondertussen stellen zij zich daarin gerust, dat zij weten en gevoelen, dat zij door de genade van God met het hart geloven en hun Zaligmaker liefhebben.’ Dit is wat wij er in de praktijk van weten, ervaren en gevoelen. Dit is het zaad wat in het gelovige hart opgroeit en vrucht draagt.

 

13.1 Wat kan er worden toegevoegd?

Om te komen tot de vernieuwing van ons denken (Rom.12:2) moet er iets zijn toegevoegd in ons innerlijk leven. Het Hebreeuwse grondwoord Jozef betekent ‘zal toevoegen’. In Gen.30:24 lezen we dat Rachel erbij zei: ‘De HEERE voege mij een andere zoon daartoe’. Het gaat er in het geestelijk leven om, dat Jezus aan ons leven wordt toegevoegd. Door het geloof woont Hij in ons hart. Wij leven in Hem, als de rank in de Wijnstok, waardoor wij in Hem vrucht dragen.

 

Het leven van Jezus moet aan ons leven worden toegevoegd

 

Door de vernieuwing van ons denken kunnen wij beproeven, ondervinden en erkennen wat de goede, welgevallige en volkomen wil van God is in ons leven. De Heilige Geest verlicht dan ons denken en geweten (vgl. Filip.:10; Ef.5:10).

Aan onze software wordt in de wedergeboorte het veld van geestelijke liefde, genade en vergeving toegevoegd. Jak.1:21 leert ons: ‘Ontvangt met zachtmoedigheid het Woord, dat in u geplant wordt, wat uw zielen kan zalig maken.’

Wij dienen dus zoveel mogelijk te gaan denken en handelen vanuit het toegevoegde en ingeplante principe van ‘liefde, genade en vergeving’.

 

 

13.2 Dit geeft nieuwe mogelijkheden

In het door genade ontvangen nieuwe bestand zit een mogelijkheid om negatieve zaken uit ons juridische veld te verplaatsen naar het positieve medische veld. Je kunt dat lezen in de aangehaalde tekst uit artikel 11. In art.12 van de Dordtse leerregels wordt ons hierover verklaard: ‘En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen door God gedreven en bewogen, maar, van Gods bewogen zijnde, werkt hij zelf ook.’ Het door God vernieuwde en verlichte denken de door Hem geactiveerde wil geactiveerde wil gaan dus aan het werk om negatieve zaken in het persoonlijk  leven te overwinnen. Door het werk van de Heilige Geest is dit mogelijk. Het is een levenslang leerproces voor de gelovige om ‘de Heere door Zijn Geest in zich te laten werken’ (zie H.Cat., antw.103). Je moet dus bewust het goede in je leven toelaten en het kwade weren en bestrijden. Rom.12 is hierin een sleutelhoofdstuk, waarin wij worden gestimuleerd om vanuit het medische veld te leven en te werken. In vers 2 gaat het over de vernieuwing van het denken (de herprogrammering). In vers 21 worden de vermaningen van de verzen 9 t/m 20 samengevat. Vers 21 leert ons het kernprincipe voor een gelovige: ‘Word door het kwade niet overwonnen, maar overwin het kwade door het goede.’ Ik wil hier verderop nader op terugkomen.

 

Als we het verder weer vergelijken met de software in de computer, zien we dat er  elementen, delen en bestanden aanwezig zijn die hergeprogrammeerd zijn en dat er blijvend moet worden hergeprogrammeerd. Dit laatste is nodig omdat er nog ‘een oude innerlijke mens’ is overgebleven in de gelovige, die steeds meer moet afsterven. Daar tegenover moet de ingeplante nieuwe mens zich steeds verder ontwikkelen en groeien.

 

De oude innerlijke mens moet steeds meer afsterven

 en de nieuwe mens moet zich steeds

 verder ontwikkelen en groeien

 

Het zal duidelijk zijn dat de oude, vleselijke bestanden in gelovige niet zomaar zijn weg te werken. Er kunnen diepgewortelde gewoontes, karakter- en boezemzonden zijn, die met moeite zijn te overwinnen. We moeten wel beseffen dat negatief gevormde karakters zijn te veranderen!

Er kan ook nieuwe kwade input via de gedachten en gevoelens binnenkomen en worden geaccepteerd door ons denken.

 

In de afbeelding die volgt zie je dat het nu een wedergeboren persoon betreft. Er is duidelijk iets toegevoegd aan het innerlijk leven. Het nieuwe ingeplante leven wordt ‘de nieuwe mens’ genoemd. Door het Evangelie en de werking van de Heilige Geest is er licht en liefde gekomen in het hart.

 

De Heilige Geest brengt het licht en de liefde in het hart

 

In Joh.1 wordt ons verklaard hoe het Licht in de duisternis schijnt en welke uitwerking dit heeft op de hoorders. Verderop wordt dit met een andere illustratie nader uitgewerkt.

 

 

13.3 Het vernieuwde innerlijk

Je ziet die twee zaken (woorden) in de afbeelding van de toegevoegde nieuwe mens. Dit wordt een bepalend en actief deel in je geestelijk leven. Het wordt eigenlijk het vernieuwde medische veld in je leven. Het medische veld is het helende en helpende deel in het leven van een gelovige.

De impact van de nieuwe mens is in ons getekende voorbeeld veel groter dan die van de oude mens. Op de afbeelding zie je dat in het medische veld de werking van de liefde, genade en vergeving sterk aanwezig is.

 

 

 

In het medische veld is de verlichting van de Heilige Geest zichtbaar aanwezig.

Het licht en de liefde, die door het Evangelie in ons hart zijn gekomen, hebben een zeer belangrijke functie in de positieve ontwikkeling van het medische veld in ons leven. Het verstand wordt er door verlicht. In 2 Kor.4:6 lezen we dat Paulus getuigt, dat God ‘in onze harten geschenen heeft, om te geven verlichting van de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus’. We kunnen door deze verlichting toenemen en groeien in genade en kennis. De geestelijke liefde is het motiverende en sturende element in het geestelijk leven van de gelovige. Over deze gave van de Heilige Geest kunnen lezen in Ef.3:16-21 (in het gebed van Paulus voor de gelovigen). Dit is een verhelderend tekstgedeelte voor dit onderwerp. (Neem het maar even door!) Het gaat over de innerlijke mens, het hart, het geestelijk centrum van de mens, waarmee de Geest van God Zich verbindt. Door het geloof woont Christus in het vernieuwde hart. Daarbij zijn de gelovigen in de liefde geworteld en gegrond (vers 18). Het geloof is ook door de liefde werkende (Gal.5:6). Paulus werd zelf ook door de liefde van Christus gedrongen. In 2 Kor.5:14 lezen we vanuit de Griekse grondtekst, dat de liefde van Christus ons vasthoudt, of in de greep houdt. Je moet door de liefde van Christus gegrepen zijn… je moet er door worden gemotiveerd!  Als je door de liefde van Jezus Christus wordt gemotiveerd, zullen de kolommen in jouw medische veld sterk toenemen.

Als je de motiverende liefde van Christus in je leven ervaart, zullen de gevoelens van acceptatie en veiligheid sterker worden. Dicht bij het hart van Jezus groeien we in liefde en voelen we ons geaccepteerd. Wij weten dan dat God ons heeft begenadigd in de Geliefde (Ef.1:6) – hierdoor is onze veiligheid gewaarborgd.

 

Dicht bij Jezus groeien we in liefde

 en voelen we ons geaccepteerd

 

In het voortgaande proces van herprogrammering door de Heilige Geest en het verlichte denken is de invloed en de inhoud van het juridische veld drastisch afgenomen. De wanhoop is zelfs helemaal verdwenen uit het hart. Er moet nog wel gewerkt worden aan de verdere verplaatsing van de gevoelens van afwijzing naar het medische veld. Je ziet dat het gevoel en het besef van veiligheid en acceptatie al een grote plaats hebben ingenomen in het geestelijk leven van de gelovige. Hopelijk wordt het proces van ‘de afsterving van de oude mens’ en ‘de opstanding van de nieuwe mens’ voortgezet. (Je kunt daarover lezen in Zondag 33 van de Heidelberger Catechismus.) Geloof, hoop en liefde zijn nu verlicht door de werking van de Heilige Geest. De kennis is een geheiligde kennis geworden. De zwakke punten van de oude mens zijn nu in mindere mate actief, maar kunnen weer een negatieve rol gaan spelen bij een verzwakking van de nieuwe mens en een achteruitgang van het geestelijk leven. Het moeten de aandachtspunten blijven in het proces van geestelijke groei. Een blijvende vernieuwing en hervorming is nodig!         

 

In 2 Kor.4:16 lezen we dat de uitwendige mens van de gelovige verdorven wordt, maar de inwendige mens van dag tot dag vernieuwd. In de Studiebijbel wordt bij deze tekst aangegeven dat Gods Geest in en aan de mens een herscheppend en vernieuwend werk doet, dat ook het denken ((Rom.12:2) en het voelen omvat. De nieuwe, wedergeboren mens wordt voortdurend vernieuwd tot kennis naar het beeld van Hem, Die hem geschapen heeft (Kol.3:10).

Zondag 33 van de Heidelbergse Catechismus spreekt dus ook over ‘de opstanding van de nieuwe mens’.

 

 

13.4 Hoe wordt het verplaatst naar het goede veld?

Het is belangrijk dat we zoveel mogelijk zaken van ons innerlijk leven verplaatsen vanuit het genoemde negatieve, juridische veld naar het positieve medische veld. Paulus geeft in Rom.6:14 aan: ‘Want de zonde zal over u niet heersen; want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.’ Door te zondigen plaatsen wij ons weer onder de wet, op het juridische veld. Gelovigen behoren vanuit de genade te leven en te handelen!

Veel gaat er verkeerd in het kerkelijk leven als er geen helderheid is in de verhouding tussen wet en Evangelie. Er kan zelfs sprake zijn van een onjuiste vermenging van wet en Evangelie.

 

Pas op voor een onjuiste vermenging van wet en Evangelie

 

Dit heeft te maken met het oudtestamentisch denken ten koste van de openbaring in het Nieuwe Testament. In het innerlijke leven gaat het ook over het plaatsen van geestelijke zaken op het juridische veld, terwijl ze op het medische veld behoren. Daardoor ontstaan er valse schuldgevoelens en blijven zelfs gelovigen ronddolen op het veld van twijfel en kleingeloof. Het vrijmoedige geloof en het staan in de vrijheid ontbreken dan – bij veel behoudende christenen zelfs het grootste deel van hun leven. Er zijn helaas nog heel wat bekommerde gelovigen die hun altijd maar onder het juk van de dienstbaarheid gebogen gaan, tot het einde van hun leven toe. Paulus spoort ons alle gelovigen aan: ‘Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet opnieuw met het juk van de dienstbaarheid bevangen’ (Gal.5:1).

In het geloof dienen negatieve zaken, zoals twijfel, ongeloof, wetticisme, boze en depressieve gevoelens te worden verplaatst naar het positieve veld van ‘liefde, genade en vergeving’.

 

13.5 De functie van het nieuwe verbond

Om dit helder te krijgen dienen we de functie van het nieuwe verbond te begrijpen. Dit wordt ons duidelijk gemaakt in Hebr.8:7-13. Je moet dit naast de uitleg die wordt gegeven, maar eens goed lezen. Er kwam behoefte aan het nieuwe verbond (met de Middelaar hiervan: Jezus Christus), omdat het oude verbond (met de wet van Mozes) niet kon voldoen aan het doel van God, namelijk om de relatie met de zondige mens weer te herstellen. De mens kan de wet van God niet houden door zijn zondige natuur en geneigdheid tot zondigen. (Zie: Hebr.8:7-9.)

Het nieuwtestamentische verbond heeft een ander karakter.

 

Het nieuwtestamentische verbond heeft een ander karakter

 

Jezus heeft de wet vervuld en de weg geopend voor een nieuw verbond, dat het oude vervangt. We lezen hiervan in Hebr.8:13: ‘Als Hij zegt: Een nieuw verbond, zo heeft Hij het eerste oud gemaakt; wat nu oud gemaakt is en verouderd, is nabij de verdwijning.’ Het gebruikte Griekse werkwoord ‘palaiō’ betekent ‘oud maken, voor verouderd verklaren, doen ophouden’. De perfectumvorm ‘pepalaiōken’ geeft aan dat God het voor verouderd heeft verklaard (al in Jer.31 – zie dit vooral in de verzen 31-34) en dat het gevolgen heeft in het heden. Dit betekent dus dat het van groot belang is voor het geloof van nu.

 

13.6 Leef vanuit het nieuwe verbond

God heeft ons in Zijn Zoon Jezus Christus het bevrijdende principe van ‘liefde, genade en vergeving’ gegeven. Dit wordt door de Heilige Geest ingeplant en geplaatst in het hart van een gelovige. Het is een gave vanuit het nieuwe verbond. De gelovige dient hier ook uit te leven en mee te werken! Omdat het oude principe van ‘recht en vergelding’ ook nog in zijn hart aanwezig is, kent de geestelijke mens de strijd tussen ‘de oude mens’ en ‘de nieuwe mens’. Het oude vleselijke principe moet het steeds meer gaan verliezen van het nieuwe geestelijke principe in het leven van een gelovige.

Als je gelooft moet je dus leren om de negatieve dingen in je leven te verplaatsen naar het positieve veld, waar het principe van ‘liefde, genade en vergeving’ heerst.       

 

Onderzoek maar eens hoeveel er wordt geleefd en gewerkt vanuit het negatieve principe, in je eigen leven, in je gezin en in het kerkelijk leven. Leef je nog onder de wet vanuit het principe van het oude verbond, of mag je leven en handelen vanuit het nieuwe verbond, vanuit het geloof en de vrijheid in Jezus Christus. Ga er in het vervolg goed op letten vanuit welk principe je leeft.

Bid om de gave van ‘de onderscheidingen van geesten’(1 Kor.12:10) en streef er naar om ook de input, die via je gedachten tot je komt, te beproeven en te herkennen. Deze gave van de Heilige Geest kan je per influistering gegeven worden. Dit vereist een biddende houding. Houd in alles gelovig contact met jouw Heer en Meester. Leer te leven naar de gezindheid en het gevoelen van Christus (Filip.2) en de principes van de Bergrede.

 

Leer te leven naar de gezindheid en het gevoelen van Christus

 en de principes van de Bergrede

 

Laat je geestelijk leiden om negatieve zaken in je innerlijk leven door geestelijk denken te verplaatsen naar het positieve veld.

 

Op het gebied van het geloof en het geestelijk leven gaat het om plaatsvervanging en het verplaatsen van zaken in je innerlijk leven. Voor de plaatsvervanging heeft Jezus Christus gezorgd. Hij is in de plaats van zondaren gestorven. Hij heeft de schuld op Zich genomen en weggedragen aan het kruis. Voor de gelovigen zijn hun zonden daardoor gekruisigd en hebben zij de gerechtigheid van Jezus Christus ontvangen. Het woord vergeven betekent eigenlijk ‘vèr-weg-geven’.

Onze zonden zijn verplaatst naar de onschuldige Jezus, zodat wij door Hem rechtvaardig zijn voor God. De liefde, genade en vergeving zijn naar ons verplaatst, zijn ons deel geworden, als wij geloven.

 

Nu moeten wij ook leren om in ons innerlijk leven onze zonden, zondige neigingen, smarten en pijn te verplaatsen naar het veld van liefde, genade en vergeving. Door de werking van de Heilige Geest in ons hart zal er dan vergeving, heling en genezing worden ervaren. Wij mogen het dan weer eens beseffen: ‘Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen…’ (Jes.53:4).

 

 

13.7 Hoe worden wij geestelijk gevoed?

Zoals al is aangegeven worden onze gedachten gevoed vanuit de geestelijke wereld. Op de volgende afbeelding zien we dat er bij een gelovige een voeding en aansturing is van de Heilige Geest. Op geestelijk gebied is hij immers aangesloten op de ‘hemelse voedingsbron’. Jezus Christus is de Levensbron en vanuit Hem deelt de Heilige Geest het de gelovigen mee. Jezus zegt Zelf van de Heilige Geest, tot Zijn discipelen: ’Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen’ (Joh.16:15). De stromen van levend water, die uit het binnenste van de gelovigen zullen vloeien, komen van de Heilige Geest (Joh.7:38-39).

De invloeden, voeding en aansturing van de Heilige Geest komen binnen via de geestelijke mens. In de vorige afbeelding wordt deze ‘de nieuwe mens’ genoemd. De Heilige Geest communiceert via de gedachten en beïnvloedt via de geestelijke mens het denken.

 

De gedachten en de denkwereld van de gelovige worden ook nog geconfronteerd met de boze geestelijke invloeden, die via de oude mens willen binnendringen. De oude mens wordt in de nieuwe afbeelding ‘de vleselijke mens’ genoemd.

 

 

 

13.8  Nieuwe ervaringen en contacten

In de nieuwe afbeelding gaat het om het reageren op nieuwe ervaringen en contacten. De gelovige is op weg. Hij wandelt op de loopbaan van het geloof. Hij heeft al heel wat ervaring opgebouwd. Hij heeft al heel wat geestelijke bagage meegekregen. Er zal weer van alles op hem afkomen. Hoe zal hij handelen in nieuwe situaties? Zal hij zich niet laten verleiden? Zal hij voornamelijk blijven werken vanuit het medische veld? Zal zijn geestelijke mens steeds meer de overhand krijgen in zijn leven? Hoe laat hij zich verder beïnvloeden, leiden en voeden?

Is zijn tijd van eerste liefde en toewijding voorbij? Is er achteruitgang in zijn geestelijk leven? Gaat hij verslappen in de geestelijke strijd? Doet hij nog steeds de wapenrusting aan als het nodig is?

 

De waarheid maakt vrij!

 

Het Evangelie van Jezus Christus geeft juist vrijheid. De Waarheid maakt vrij. Jezus neemt door de Heilige Geest de controle bij ons over, maakt onze wil hierbij actief. God geeft ons de wil om te geloven. De wil vernieuwd zijnde werkt zelf ook (Dordtse leerregels). Het verstand (het denken) wordt ook vernieuwd en verlicht. Er komt dan helderheid, inzicht, uitzicht en zekerheid, waardoor wij kunnen staan in de vrijheid, waarmee Christus ons heeft vrijgemaakt (Gal.5:1).

 

13.9 Interne reacties op externe druk

Afgezien van karakter, aard en aangeboren zelfbeeld zijn onze gevoelens in eerste instantie het resultaat van ons denken. Veel gevoelens zijn in het verleden geprogrammeerd en in een bepaald veld geplaatst door het denken. Het zijn eigenlijk niet zozeer de omstandigheden die bepalen hoe we ons voelen, maar de manier waarop we de gebeurtenissen met behulp van ons denkproces verwerken. Het gaat om de interne reactie op de externe druk.

 

De zaken ‘boosheid, angst, afwijzing en twijfel’ uit het juridische veld van de afbeelding kunnen voor een groot deel zijn voortgekomen uit externe druk. Het heeft de geest en psyche in een ongezonde spanning gebracht. Als er een te zware druk op ons wordt uitgeoefend, ontstaat er stress en innerlijke weerstand. Ook het lichaam zal hierop reageren. Onze adrenalineklieren geven dan cortisonachtige hormonen vrij in ons lichaam, waardoor wij willen vechten of vluchten. Wij komen met een aangewakkerde boosheid in de verdediging of slaan angstig op de vlucht voor de dreigende gevaren. We kunnen ook vertwijfelt en in paniek geraken. Het gevoel van machteloosheid, hulpeloosheid en noodgedwongen overgave kan over ons komen.

Soms worden er een zware inbreuk gedaan op de gevoelens van jonge en zwakke personen. Levenslange trauma’s kunnen het gevolg zijn.

Bij aanhoudende druk en stress kunnen de adrenalineklieren het niet meer aan en kunnen er zelfs psychische en lichamelijke klachten uit voortkomen.

Ook al is het niet zo erg, toch reageren we er intern op, worden onze gevoelens gevormd (of misvormd) en wordt het geprogrammeerd in ons historisch record. Bij herhalingen worden de gevoelens versterkt en opgehoogd.

 

Het gaat er bij dit alles om, hoe we er tegenaan kijken en hoe we de aangrijpende gebeurtenissen verwerken en vertalen. Het denken en de wil kunnen er voor kiezen om op God te vertrouwen en zichzelf niet te beschouwen als hulpeloze en machteloze slachtoffers van de omstandigheden. Als je op jezelf en je machteloosheid blijft staren, met een Goliath in het zicht, ben je al aan de verliezende kant.

Als je op je machteloosheid blijft staren,

ben je aan de verliezende kant

 

Dit was het geval bij een leger bange Israëlieten. De kolom angst werd daar steeds weer opgehoogd door het dreigend praten van Goliath en de angstaanjagende binnenpraters. De demonen zijn vaak de binnenpraters, die je het moeilijk maken in moeilijke omstandigheden. Als je ze buiten de poort houdt, is er niets aan de hand. Als je ze gelooft en hun woorden beaamt en overneemt, haal je de problemen in huis. Demonen proberen ook bij gelovigen angst in te boezemen, boosheid op te wekken en twijfel in te blazen. Als je die mails niet opent en de pop-ups blokkeert en uitschakelt is er niets aan de hand. Als je door het geloof bij Jezus Christus hoort, heeft de duivel zijn vermeende recht op jou verloren. Hij heeft bij jou geen rechtsgrond en geen voet om op te staan. Geef hem en zijn demonen dan ook geen grond en geen plaats in je leven!

De druk die vanuit de boze geestelijke wereld op je wordt uitgeoefend is slechts externe druk. Je bent intern door het geloof aan Jezus verbonden. Je staat als gelovige met Hem in verbinding. Zorg daarom ook dat er genoeg voeding is via jouw geestelijke mens, die zich door de Heilige Geest aan Jezus Christus verbonden weet. Leer te delen in de geestelijke overwinningen van de Overwinnaar!

 

Leer te delen in de overwinningen van de Overwinnaar

 

Zelfs een machtige Goliath in je leven is in principe een grote verliezer. Is ‘afwijzing’ jouw Goliath? Is dat de grootste kolom in het veld van de oude mens? Zie op de Overwinnaar Jezus Christus, Die jou heeft geaccepteerd als afgewezen verliezer. Als Jezus al hield van de ‘loser’ en mislukkeling die je voorheen was en je als zodanig accepteerde, hoe heerlijk is het dan dat je mag weten dat Hij altijd van je zal blijven houden. Zullen jouw nieuwe mislukkingen je van Hem vandaan houden? Nee toch? Jezus heeft je aanvaardt zoals je was, zoals je bent en zoals je zult worden. Door dit steeds weer gelovig te bedenken, zul je steeds steviger gaan staan in de vrijheid waarmee Christus je heeft vrijgemaakt (Gal.5:1).

Geloven is weten… blijven geloven is zeker weten. Op Jezus zien is geloven… op Jezus blijven zien is vast geloven.

 

Is jouw Goliath soms een boezemzonde, die je maar niet kunt overwinnen? Zonden en zwakheden op seksueel gebied zijn heel hardnekkig. Is dat jouw grootste bezwarende kolom in het veld van de vleselijke mens? Bedenk eens hoeveel kwaad deze boezemzonde je al heeft berokkend? Als je op het juridische veld met deze zonde gaat strijden, zul je het steeds weer verliezen. Ga maar eens kijken wat er voor jou is te verkrijgen op het medische veld. Daar zijn de helpende en helende invloeden van de Heilige Geest – onder Zijn leiding is de geestelijke mens in staat om het vleselijke in je te overwinnen. Houd je dus maar bezig met de geestelijke zaken van het medische veld. Zorg ervoor dat je daar meer voeding ontvangt, zodat je sterk genoeg wordt om de verleiding te kunnen weerstaan. De vleselijke Goliath zal dan ondervoed raken en zijn verleidende kracht verliezen. Op dit gebied gelden ook het principe van Rom.12:21: ‘Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.’

 

Als je teveel met de boze verliezer omgaat,

Word je zelf ook een geestelijke ‘loser’

 

Je moet niet teveel met een verliezer omgaan, want dan wordt je zelf ook en geestelijke ‘loser’. Jouw interne loser is je vleselijke mens. Bij een gezonde gelovige is zijn vleselijke mens aan het sterven. Hij is duidelijk aan de verliezende kant.

 

13.10 Denken, gevoel en wil 

In de laatste afbeelding zien we dat aan het denken het gevoel en de wil zijn toegevoegd. Het gevoel en de wil spelen natuurlijk ook een belangrijke rol in ons geestelijk leven. De invloeden vanuit de geestelijke wereld hebben ook effect op het gevoel en de wil. In de wedergeboorte is door de werking van de Heilige Geest het hart zacht geworden en het denken verlicht; daarbij zijn ook de hartstochten gereguleerd en is de wil vernieuwd. De wil heeft zelfs de wil gekregen om te geloven. Je kunt dit lezen in de artikelen 11 en 12 van Hoofdstuk 3 en 4 van de Dordtse Leerregels.

De hartstochten en emoties horen bij het gevoel. Zij worden bij de gelovigen gereguleerd, dat wil zeggen dat ze zich naar het goede van God en Jezus Christus zijn gaan richten, dat ze zich geestelijk willen laten leiden, dat het hierbij meer ordelijk en regelmatig gaat verlopen. Door de goede geestelijke invloeden, voeding en aansturing zijn ze dus beter in goede banen te leiden. Het vernieuwde denken speelt hierin een belangrijke rol.

 

In het boek ‘Vrijheid in Christus’ van dr. Neil Anderson stelt hij dat het gevoel samenwerkt met het autonome zenuwstelsel (met de onvrijwillige automatische lichamelijke functies). De wil werkt samen met het somatische of het animale zenuwstelsel (met de vrijwillige lichamelijke functies). Het animale zenuwstelsel regelt de reflexen en skeletspieren; het gaat hierbij over de spraak, de gebaren en lichaamsbewegingen waarover wij bewust controle hebben. Het zal duidelijk zijn dat onze wil hiermee verbonden is.

Het autonome systeem in het zenuwstelsel regelt onze klieren en alle automatische lichaamsfuncties waarover de wil geen controle heeft. Denk hierbij aan het kloppende hart en de werking van de hormonen. Anderson leert ons verder: ‘Het autonome systeem werkt samen met ons gevoel, waar we evenmin wilscontrole over hebben. Je kunt jezelf niet ‘willen’ anders te voelen – maar je kunt wel de manier waarop je denkt veranderen, wat vervolgens weer invloed heeft op hoe jij je voelt.’

 

De manier waarop je denkt is te veranderen

 

We hebben globaal genomen geen bewuste en sterke controle over onze emoties. Ons gevoel heeft in bepaalde gevallen hulp nodig van een gezond verstand en een sterke wil.

 

13.11 Belemmeringen en complexen

Ons historisch record bestaat voor het grootste deel uit positieve of negatieve gevoelens. Dit innerlijk bestand wordt opgebouwd vanaf de vroegste kinderjaren. Onze vroege ervaringen hebben meestal veel impact op de rest van ons leven. Als  we al jong zijn geconfronteerd met afwijzing, angst en boosheid, zal dit veel invloed blijven uitoefenen op ons verdere denken, voelen en willen. Dit zal blijven doorwerken in onze reacties, handelingen en beslissingen. Er zijn heel wat mensen die gebukt gaan onder één of meerdere complexen. We kunnen een complex omschrijven als ‘een groep onderdrukte verlangens en herinneringen die een heersende invloed op iemands persoonlijkheid uitoefent’. Het kan een ongezonde emotionele stuwkracht zijn vanuit ons verleden. Vanuit complexen ontwikkelen zich emotionele mechanismen. Dit zijn manieren om aan onze behoeften te voldoen en onze problemen te lijf te gaan. We doen dit bewust of onbewust. Het kunnen grondpatronen in ons leven worden. Deze kunnen goed of verkeerd zijn, gezond of ongezond, of een mengsel hiervan.

De bekende counselor en pastorale schrijver David A. Seamands leert ons hierover: ‘Ik gebruik de term complex om een ongezond stel mechanismen aan te duiden – een fout patroon of verkeerde middelen waarmee we op het leven en de levensbehoeften ingaan. Een complex is dus een heel stel wensen, reacties, gevoelens en denkbeelden – een heel stel ongezonde wijzen van reageren, die een sterke emotionele stuwkracht hebben.’

Dit kan ook aanwezig zijn bij wedergeboren en toegewijde christenen, die geloofszekerheid hebben ontvangen. Iemand die tot geloof komt, wordt daarbij (normaal gesproken) niet automatisch genezen van emotionele beschadigingen en complexen uit de kinderjaren. Ongezonde zaken en emotionele scheefgroei vanuit de kinderjaren en het jeugdleven kunnen een negatieve invloed blijven uitoefenen op het geloofsleven en het groeien naar de geestelijke volwassenheid.

Ik merk dat veel gelovigen belemmerd worden door emotionele problemen, waardoor verdere groei wordt geblokkeerd.

 

Veel gelovigen worden belemmerd door emotionele problemen, waardoor geloofsgroei wordt geblokkeerd

 

Door negatieve gevoelens en beschadigingen uit het verleden kunnen gelovigen sneller nieuwe schade oplopen. Niet genezen wonden kunnen weer opengaan als er druk op wordt uitgeoefend. Sommigen blijven daardoor geknakt en gebroken naar het donkere verleden staren. Aanwezige zonden en wonden houden ons gebonden.

 

Aanwezige zonden en wonden houden ons gebonden

 

Wettisch denken en complexen weerhouden gelovigen om geestelijk te kunnen ontspannen. Men kan dan niet staan in de vrijheid, waarmee ze door Christus zijn vrijgemaakt, maar worden opnieuw door een juk van dienstbaarheid bevangen (Gal.5:1). In mijn Engelse Bijbel wordt aangetekend bij Gal.5:1: ‘For freedom Christ has made us free.’ Letterlijk staat er vanuit de grondtekst dat Christus ons ‘tot vrijheid bevrijdt’. Dat is Zijn doel met ons vernieuwde leven. Daarom moeten wij ons niet in de tang laten nemen door een slavenjuk. We moeten leren standhouden in de vrijheid van Jezus Christus. Dat heeft te maken met vernieuwd denken en weten. Houd vast aan wat je door het geloof mag weten en niet aan negatieve gevoelens (uit het verleden).

Er kunnen onopgeloste zaken in je leven zijn. Weggestopte zaken kunnen echter weer de kop op steken. Ze kunnen sluimerend aanwezig zijn en worden geactiveerd door herhalingen van pijnlijke omstandigheden.

Paul Tournier geeft aan in zijn boek ‘De wedergeboren mens’ dat sommige diep verborgen elementen van onze geestelijke structuur moeten worden ontmaskerd. Hij verklaart hierbij: ‘Het proces van ontmaskering verloopt langzaam en er kan hulp bij nodig zijn van medicijnen, psychiatrie en geestelijke kracht.’ Seamands haalt Paul aan in zijn boek ‘Groeien naar de volwassenheid’.

David stelt, dat ‘iemand een christen kan zijn en toch bepaalde emotionele conflicten kan hebben, die genezing behoeven, zodat de Heilige Geest kan werken, waardoor een echt christenleven tot volle rijkdom kan uitgroeien’.Hij geeft verder aan dat ieder deel van onze persoonlijkheid gebracht moet worden onder de totale heerschappij van onze Koning en Heer: Jezus Christus!

 

Ieder deel van onze persoonlijkheid

 moet onder de heerschappij van Jezus Christus komen

 

Het kan zijn dat we in onze kinderjaren en jeugd steeds weer werden aangespoord en gepusht door onze opvoeders om er steeds weer een schepje boven op te doen, om meer waardering bij hen te oogsten. Ouders en opvoeders kunnen kinderen ook een betrekkelijke goedkeuring geven, zo van: ‘mooi, dat heb je goed gedaan… en nu nog een stapje verder’. Het ‘nu nog een stapje verder’ kan in het verdere leven blijven bestaan in het denken en voelen. Er kan dan een complex ontstaan om je steeds weer meer te moeten bewijzen. Je denkt dan dat je steeds maar weer waardering en liefde van anderen moet verdienen. Het is nooit genoeg. Dit kan een ongezonde stuwkracht worden in je leven. Het kan juist een gezond geestelijk leven tegenstaan. Ook voor God wil je dan jezelf in werkheiligheid aangenaam maken. Je denkt dan: ‘ik ben nog niet tevreden over mezelf en wat ik heb gedaan… nu nog een stapje verder, wat God is er ook nog niet tevreden mee.’ Zowel bij reformatorische als evangelische gelovigen is dit drijven naar volmaaktheid een groot gevaar. Een gelovige dient zich door het geloof aanvaard te voelen, met alles wat hij oprecht mag doen.

 

Een oprechte gelovige

 dient zich door het geloof aanvaard te voelen

 

Geloven betekent letterlijk; ‘je doen dragen’ en niet jezelf dragen en opwerken naar een hoger niveau van heiligheid. Onze rechtvaardigheid en heiligmaking hebben we door en in Jezus Christus. Alles wat niet uit het geloof is, dat is zonde (Rom.14:23). In de Studiebijbel wordt hierbij verklaard: ‘Alle gedrag, waarover men in zijn geweten geen rust heeft of God het wel goedkeurt, moet worden beschouwd als zonde.’ Dit kan ook wel worden gezegd het geestelijk perfectionisme wat ons onrustig en ontevreden houdt. Leef en werk daarom dankbaar vanuit de mogelijkheden die het geloof in Jezus Christus je geeft. Als we vanuit het geloof in Jezus leven en werken is God tevreden met ons. 

 

Pas op voor perfectionisme en minderwaardigheidsgevoelens

 

Naast het gevaarlijke ‘onberispelijkheidcomplex’ (perfectionisme) is er ook nog het minderwaardigheidscomplex. Dat complex zorgt er regelmatig voor dat we ons onbekwaam voelen voor bepaalde taken en het gevoel hebben dat we verplichtingen niet aankunnen. Zoals we onszelf niet moeten overwaarderen, mogen we ons ook niet onderwaarderen. Velen hebben door de genoemde complexen ontevreden gevoelens over zichzelf, weinig zelfrespect en een gering gevoel van eigenwaarde. De boze geesten zullen deze negatieve gevoelens uitbuiten, door ons min of meer krachteloos te maken in de dienst van God. Je wordt dan op jezelf teruggeworpen. Door de inblazingen van boze geesten blijf je dan ronddraaien in negatieve, moedbenemende gedachten.  Luister niet naar de leugenstemmen in je die je influisteren: ‘Je bent nooit in staat om aan bepaalde eisen te voldoen.’ Het kunnen ook stemmen zijn die je opzwepen om onbereikbare doelen na te streven.

 

Zie op Gods mogelijkheden

 en niet op eigen onmogelijkheden

 

Stel je vertrouwen op Gods mogelijkheden en zie af van je eigen onmogelijkheden!

Wees daarom standvastig, onwankelbaar en altijd overvloedig in het werk van de Heere, daar je weet dat je inspanning niet tevergeefs in de Heere (1 Kor.15:58). Zorg ervoor dat je niet onnodig een ‘loser’ wordt door negatieve gedachten. Bedenk vol vertrouwen voor jezelf, wat we lezen in 1 Kor.15:57: ‘Maar dank aan God, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus.’

 

13.12 Laat het kinderlijke achter je

De apostel Paulus schrijft over zichzelf in 1 Kor.13:11: ‘Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind en redeneerde ik als een kind. Maar nu ik een man ben, heb ik het kinderlijke voorgoed achter mij gelaten.’

Het Griekse woord ‘katargeo’ betekent ‘afleggen, wegdoen, buiten werking stellen, werkloos of machteloos maken; de invloed en betekenis van iets wegnemen, iemand vrij doen zijn van wat hem gebonden hield’. David Seamands leert ons erover: ‘Nu is ‘katargeo’ een werkwoord met velerlei betekenis. En om het in praktijk te brengen is veel inspanning en strijd nodig, zullen we uit die strijd als overwinnaars en volwassenen te voorschijn komen. Kinderlijke dingen vallen niet als vanzelf weg, zoals dorre bladeren van een boom vallen. We moeten ze wegdoen, ‘katargeo’, en we moeten ‘het kinderlijke achter ons laten’.

Hij stelt verder: ‘Veel mensen die volgens hun jaren volwassen zijn, zijn in emotioneel en spiritueel opzicht nog altijd kinderen.’

 

Veel mensen zijn op volwassen leeftijd

  emotioneel en geestelijk nog altijd kinderen

 

Waar beheerst het kind in ons nog ons leven? Handelen we als volwassenen of reageren we soms nog kinderlijk op anderen? Let op de gedragspatronen. Een kind reageert veel vanuit het gevoel. Het is gericht op directe bevrediging van bepaalde behoeften en kan nog weinig geduld oefenen.

De sterkste verleidingen van de jeugd is wel de wellusten en de hartstochten. Zij leven in de periode van de seksuele drift. Daarna komt pas de periode van de verstandsdrift. De verleiding van de middelbare leeftijd is meestal het streven naar positie, reputatie en status. De verleiding van de ouderdom is vaak het streven naar geld, bezit en financiële zekerheid.

Toch zie je dat mensen van middelbare leeftijd en ouderen regelmatig nog kinderlijk kunnen reageren op anderen. Sommigen gedragen zich in bepaalde situaties nog kinderlijk. Dit komt zelfs ook voor bij gelovigen.

Paulus spreekt de broeders in Korinthe hierop aan (in 1 Kor.3:1-4). Door hun voorkeuren voor Paulus of Apollos, hun afgunst, twist en tweedracht gedroegen zij zich vleselijk, als kleine kinderen in Christus (vers 1). De ‘nēpioi’ (onmondige, kleine kinderen) staan in de Griekse taal tegenover de ‘teleioi’ (volmaakten, volwassenen). Het wordt ook gebruikt in Hebr.5:11-14. In vers 14 wordt gezegd van volwassenen, dat ze ‘hun zintuigen door het gebruik ervan geoefend hebben om te kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad’. Kinderen kunnen wel goede waarnemers zijn van de wereld om zich heen, maar het zijn wel de slechtste verklaarders van deze wereld. Het onderscheidingsvermogen en ook het relativeringsvermogen zijn bij het kind nog te weinig ontwikkeld. Dat komt meestal met de jaren.

 

13.13 Groei naar de volwassenheid

Het doel van de prediking en geestelijke begeleiding is de opbouw en de gezonde groei van de gemeente en het lichaam van Christus, (Ef.4:12). In Efeze 4:11-16 gaat het over het groeien naar de volwassenheid van de heiligen of gelovigen, zodat ze volwassen kunnen dienen in de gemeente van Jezus Christus (vers 12). Ze moeten een ‘volwassen man’ worden (vers 13). Hier wordt weer het Griekse woord ‘teleion’ voor volwassen gebruikt. Volgens de Studiebijbel kan teleios worden verstaan als een synoniem van het Hebreeuwse ‘tāmīm’, dat ‘onberispelijk, met een onverdeeld hart’ betekent. Het Griekse woord kan ook worden vertaald met ‘volwassen, rijp’. In vers 13 lezen we ook over ‘de maat van volwassenheid van de volheid van Christus’. Volwassenheid ziet vanuit de grondtekst op leeftijd en postuur. De Studiebijbel verklaart: ‘De gemeente heeft pas dan een volwassen postuur, als zij geheel vervuld is van Christus.’

 

De gemeente heeft een volwassen postuur

 als zij vervuld is van Christus

 

We lezen in Ef.4:12-15 over de bediening van Gods knechten ( in de Herziene. Statenvertaling): ‘Om de heiligen toe te rusten tot het werk van de bediening, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte (volwassenheid) van de volheid van Christus, opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door de bedriegerij van de mensen om sluw tot dwaling te verleiden, maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alle opzichten zouden groeien in Hem Die het hoofd is, namelijk Christus.’

 

Het is dus de bedoeling dat wij niet langer ‘nēpioi’ (kinderlijk, onnozel) zullen zijn.

In vers 14 zie je hoe bedriegers en dwaalleraren met doortrapte sluwheid kans zien om zulke onmondige gelovigen stelselmatig tot dwaling te brengen. Je ziet dat onvolwassen, kinderlijke gelovigen nog niet stabiel en standvastig zijn, zodat ze in de stormen van dwaling en leugen heen en weer worden geslingerd en zelfs worden meegesleurd. Volwassen worden is het kwijtraken van de kinderlijke wijze van denken.

Volwassen worden

 is het kwijtraken van de kinderlijke wijze van denken.

 

 Het denken moet daarom voortdurend worden vernieuwd en hervormd (Rom.12:2). In het Grieks lezen we in Rom.12:2: ‘meta-morphousthe’ (wordt anders gevormd).’ Dit gebeurt door de vernieuwing van de zin. In verschillende vertalingen wordt ‘vernieuwing van de zin’ vertaald met de volgende aanduidingen: vernieuwing van uw  gemoed of denken, een nieuwe visie, the renewing of your mind. 

Gelovigen dienen daarom de onnozele kinderschoenen uit te trekken op de loopbaan van het geloof. Ze moeten volwassen leren denken en handelen. Ze dienen standvastig stabiel en stevig met hun voeten op de waarheid te staan. Bestudeer het Woord van de waarheid daarom voortdurend en grondig! Als je de waarheid doet en betracht kun je in liefde opgroeien tot Jezus Christus. Je mag dan groeien in Hem, naar Zijn volmaakte beeld en heerlijke karakter. Volgens David A. Seamands is volwassenheid ‘gaafheid en heiligheid’. Vlekkeloze schoonheid, volkomen gaafheid en volmaakte heiligheid horen bij Jezus Christus. Zie dan voortdurend op Jezus, blijf in Hem en leer van Hem!

 

Seamands leert ons dat Gods Woord training en oefening wezenlijk nodig acht voor het verlaten van het geestelijk niveau van een klein kind en het opgroeien tot volwassenheid.

In Hebr.5:11-14 gaat het over de geestelijke onvolwassenheid. Hoe komt het dat een gelovige na (vele) jaren nog op het niveau van een kind is gebleven. Er wordt van gezegd in de verzen 13 en 14 de aangesproken joodse gelovigen nog melk nodig hadden. Zij hadden geen ervaring ‘om het woord van de gerechtigheid te verstaan’ en konden het ‘vast voedsel’ niet verwerken. Er zijn gelovigen die na jaren onderwijs de boodschap en principes van Gods Woord nog niet hebben begrepen. Ligt dit aan de voorlichting van predikers en voorgangers of aan eigen nalatigheid en beperkt inzicht? In ieder geval kunnen zulke onvolwassen gelovigen geen volwassen voedsel aan en moeten ze nog worden gevoed door de melk voor kinderen. Om geestelijk volwassen te worden moeten we ons voortdurend laten voeden door de waarheid van Gods Woord.

De waarheid van Gods Woord

maakt ons vrij en doet ons geestelijk groeien

 

Als wij de waarheid leren kennen, zal deze ons vrijmaken (Joh.8:32). Jezus Zelf is de Waarheid. Door het steeds meer kennen van Hem zullen wij groeien in geestelijke kennis naar de volwassenheid. In Hebr.6 zien we wat er verder nog nodig is om verder te kunnen ontplooien naar de volwassenheid.

 

13.14 Gevoelens en geloofszekerheid

Gevoelens kunnen niet de basis zijn voor heilszekerheid. Innerlijke gevoelens zijn te veranderlijk en onbetrouwbaar om op te steunen. Door het werk van de Heilige Geest worden emoties weliswaar beïnvloed, maar ze vormen niet de basis en het houvast. Gods Woord en beloften kunnen slechts het geestelijk houvast voor ons geloofsleven zijn. Daarbij ligt alles vast in het verzoenend werk van Jezus Christus. Andere fundamenten mogen we niet leggen.

Seamands leert ons: ‘Ervaring vóór aanvaarding is onmogelijk.’ De waarheid van Gods Woord en over de persoon van Jezus Christus moeten eerst door het geloof worden aanvaard.

Ervaring komt na aanvaarding

 

Na geloofsgehoorzaamheid, het omhelzen en het zich onderwerpen aan de waarheid komen door het genadig handelen van God ook de gevoelens en ontroeringen. De overweldigende liefde van God en het geloof zijn weliswaar gaven van Hem, maar daarbij is er ook de toe-eigening en geloofsovergave van onze kant.

In het geloofsleven komen eerst de vaststaande feiten uit Gods Woord. Na ‘feit’ komt ‘geloof’ en daarna ‘gevoel’. Seamands leert ons: ‘Als u zich telkens afvraagt ‘hoe voel ik me?’ dan is dat gegarandeerd de manier om een ontmoedigd, somber en onstandvastig christen te worden. Je relatie met God te baseren op je gevoelens is een duidelijk teken van het feit dat je nog een baby bent in de geestelijke dingen. De weg naar de volwassenheid is zonder enige twijfel: boven stemmingen en gevoelens uit leven. Daar is tucht voor nodig, met name voor egocentrische mensen die op andere levensterreinen nooit geleerd hebben de waarheid te zoeken alvorens bepaalde gevoelens te ervaren.’

 

13.15 Gevoelens en geestelijke leiding

Veel christenen raken ontmoedigd en twijfelmoedig op het gebied van geestelijke leiding in hun leven. Zij kunnen Gods leiding niet begrijpen, omdat er moeilijkheden en problemen op hun levenspad zijn gekomen. In Ps.34:20 lezen we: ‘De rechtvaardige heeft veel tegenspoed, maar uit dat alles redt hem de HEERE.’ Het pad kan door onbegrepen wegen en diepe wateren gaan. Je kunt hierdoor negatieve en opstandige gevoelens krijgen en ontmoedigd en vertwijfeld raken.

Gevoelens en indrukken komen volgens counselor David voort uit drie bronnen:

uit God, uit de duivel en uit de innerlijke werkingen van onze geest (onze persoonlijkheid, temperament, geaardheid, emotionele frustraties, en ook uit dat stukje gevoelsleven dat schade heeft opgelopen).

De derde bron van onze geest kan worden gebruikt door de Heilige Geest of door de boze geesten. Daarom moeten wij de geesten leren onderscheiden, wat ook een geestelijke gave van God is (1 Kor.12:10). In 1 Joh.4:1 worden we gewaarschuwd: ‘Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn.’

 

We dienen te beseffen dat Gods weg de beste weg is. We worden door de Heilige Geest geleid in Gods weg (Rom.8:14). Je moet je aan Zijn leiding overgeven en niet aan je gevoelens en indrukken. Gelovige, laat je niet leiden door het blinde gevoel, maar gebruik de open ogen van het verlichte verstand. Laat de Heilige Geest je leven leiden.

Laat de Heilige Geest je leven leiden

 

Luister naar Zijn instructies, die je vanuit Gods Woord kunnen toekomen.

Geestelijke leiding komt volgens Seamands tot ons vanuit vijf heldere lichtbronnen:

– Gods Woord

– uitwendige omstandigheden (open en gesloten deuren)

– zo goed mogelijk je verstand gebruiken

– raad van andere christenen

– de innerlijke stem van je geweten

 

13.16 Pijnlijke herinneringen

Het kinderlijke kan nog in ons onderbewustzijn aanwezig zijn, in onze herinneringen. Dit kunnen pijnlijke herinneringen zijn, waardoor wij nog kunnen worden gekweld. Het onderbewustzijn kan voor een beschadigd mens een folteraar zijn. Hieruit kan een stuwende kracht van kwaad en ellende komen. Dit is zeker het geval als het gaat om pijnlijke herinneringen uit de kinderjaren.

Het kost voor veel beschadigde mensen heel wat geestelijke energie om pijnlijke herinneringen beneden de oppervlakte van het bewustzijn te houden. Seamands: ‘Vele mensen leven jaren lang met de onopgeloste spanningen van pijnlijke herinneringen, waarbij de last aanhoudend toeneemt.’ Deze personen staan open voor een emotionele crisis. Het belemmert de geestelijke groei en ontwikkeling van een gezond geestelijk leven.

Door nieuwe pijnlijke ervaringen of omstandigheden kunnen oude wonden weer opengaan en worden de herinneringen weer opgewekt. Het slapende, innerlijke kind wordt dan weer actief gemaakt. Seamands geeft aan dat diverse gedragingen, reacties en zienswijzen van dit kind uit het verleden dan bij zo iemand de leiding gaan nemen. De frustraties uit de kindertijd gaan weer een belangrijke rol spelen bij relaties, nieuwe contacten en handelingen. Vanuit het historisch record kan er dan een gevaarlijke dwangmatige stuwkracht komen, waardoor een gezond geestelijk leven wordt belemmerd. David geeft aan (als dit zo is): ‘De onderdrukte emoties komen boven en uiten zich in gevoelens van diepe depressie, woede, niet te beheersen begeerten, in gevoelens van minderwaardigheid, angst, verlatenheid en verworpenheid.’

Helaas komt dit ook maar al te veel voor bij gelovigen. David geeft ons hierover te kennen: ‘Deze pijnlijke herinneringen worden niet zonder meer buiten de deur gezet of omgevormd wanneer iemand zich bekeert en zelfs niet door de vervulling met de Heilige Geest. Ze veranderen ook niet noodzakelijkerwijs door het groeien in genade.

In feite zijn deze herinneringen vaak een grote belemmering voor de geestelijke groei. Zolang iemand er geen bevrijding van ontvangt, wordt hij niet echt volwassen.’

Hij merkt verder op in zijn boek ‘Groeien naar volwassenheid’: ‘Het is noodzakelijk dat al deze herinneringen in een gebed om genezing aan God worden voorgelegd, zodat men in zo’n situatie van zijn pijn en dwang bevrijd kan worden.’

 

Bevrijding van kwellende herinneringen

 is nodig om geestelijk volwassen te worden

 

David verklaart ons: ‘Mijn ervaring is, dat het innerlijke kind uit het verleden dat het meest genezing nodig heeft, gewoonlijk één van deze vier is: het kwetsende kind, het hatende kind, het vernederde kind en het ontmoedigde, verslagen kind.’ De pijnlijke herinneringen kunnen volgens hem ‘een bijna hypnotische invloed en macht op ons uitoefenen’. Het zijn herinneringen ‘van diep emotioneel leed, van wrok, haat, angst en ontsteltenis’. Het kan er ook een vermenging van zijn. Vaak ligt er seksueel misbruik aan ten grondslag. Er zijn zelfs oprechte christenen die hierdoor worden voortgedreven door dwangmatige begeerten en negatieve uitingen. Het is begrijpelijk dat ze een afkeer kunnen hebben van seksualiteit binnen hun huwelijk. Volgens David worden ‘vreselijke taferelen door hun verbeeldingskracht in hun gedachtewereld geschilderd’. Deze zaken vanuit hun historisch record drijven hen ook nog eens tot schuldgevoel en neerslachtigheid.

 

13.17 Kinderlijke gevoelens en persoonlijkheid

We moeten toenemen en groeien in genade en kennis (2 Petr.3:18) en ons niet laten leiden door verkeerde gevoelens. Bepaalde gevoelens kunnen horen bij onze persoonlijkheid en vanaf onze kinderjaren worden gevoed. Ook als we christen zijn geworden, kunnen deze gevoelens nog veel impact hebben op ons denken, reageren en handelen.

Seamands geeft aan: ‘Er zijn mensen die te lijden hebben onder een gevoel van teleurstelling, omdat zij denken dat er door hun ervaringen als christen een fundamentele verandering zal optreden in het patroon van hun persoonlijkheid en in hun geaardheid.’ We moeten bedenken dat God ons kan gebruiken tot Zijn eer zoals we zijn in onze persoonlijkheid en met onze gevoelens en specifieke kenmerken, hoe we ook verschillen met andere mensen.

Seamands verklaart hierbij: ‘Maar de meeste mensen hebben problemen met hun temperament of met hun inslag.’ Wij moeten de fundamentele feiten aangaande onze persoonlijkheid leren aanvaarden en ons geen verwijten maken omdat we niet zijn zoals een ander. Volgens David zijn onze gevoelens ‘de meest veranderlijke en de meest onbetrouwbare elementen van onze natuur’. Hij stelt, dat het daarom ook uitermate kinderlijk is, als we ons door onze gevoelens laten beheersen, en vooral als we toelaten dat ze gaan fungeren als thermometer voor onze geestelijke gezondheid.

Laat je gevoelens niet fungeren

 als thermometer voor je geestelijke gezondheid

 

Seamands schrijft ons: ‘Als dat gebeurt, liggen schuldgevoelens, wrok en denken dat er iets verkeerds met ons aan de hand is, vlak bij, omdat we een bepaalde ervaring of een bepaald gevoel niet gehad hebben, want dan gaan we vergelijken, en zeggen we: ‘Als ik maar…’ We willen dan iemand zijn die we nu eenmaal niet zijn.’

 

13.18 Beschadigde emoties

In het boek ‘Genezing van beschadigde emoties’ is David A. Seamands uitvoerig ingegaan op genezing van gering zelfrespect, perfectionisme en depressie. In zijn boek ‘Groeien naar volwassenheid’ geeft hij praktische suggesties die ons kunnen helpen om de dwingende macht van ongezonde stuwkracht vanuit onze kinderjaren te breken. Zie deze ongezonde stuwkracht vanuit je historisch record niet als de stem van God of je geweten, maar als een leugen uit je kinderjaren en tienertijd.

 

Kinderen reageren en handelen vaak vanuit hun emoties. Emoties dienen echter onderworpen te zijn aan verstandig en volwassen denken. Volgens counselor Seamands betekent het behalen van de overwinning gewoonlijk dat er strijd wordt gevoerd op het gebied van de emoties. Beschadigde en verwrongen emoties blokkeren vaak een gezonde groei naar de geestelijke volwassenheid.

 

Beschadigde en verwrongen emoties blokkeren vaak

 een gezonde groei naar geestelijke volwassenheid

 

We dienen ons daarom ook te richten op het opsporen en herstellen van beschadigde emoties. Dit is een zaak van afhankelijk geloof. Jezus is de grote Heelmeester. Een almachtig God kan grote wonderen doen op het gebed. We moeten leren luisteren naar Zijn stem en Zijn geboden en voorschriften houden. Hij geeft de gelovigen ook instructies en aanwijzingen.

 

13.19 Herstel bij de Heelmeester

In Ex.15:23-27 gaat het over Mara en Elim. Het bittere water van teleurstelling werd in Mara zoet en drinkbaar gemaakt. We kunnen het toepassen op huidige situaties van bittere teleurstellingen en emotionele beschadigingen. Het hout ziet hierbij op het hout van het kruis op Golgotha, waar Jezus de weg heeft geopend voor vergeving en heling. Het kruis ziet dan op wat Jezus heeft volbracht. Het kruis moet worden geplaatst in de pijnplekken uit het verleden en de specifieke beschadigingen die zijn gebleven. Aan het eind van dit handboek wordt hier nog uitgebreid op ingegaan.

Na het wonder bij Mara schrijft Mozes (in Ex.15:26): ‘Als u aandachtig luistert naar de stem van de HEERE, uw God, en doet wat goed is in Zijn ogen; als u zijn geboden gehoorzaamt en al Zijn voorschriften houdt, dan zal Ik geen enkele van de ziekten over u brengen die Ik over het land van Egypte gebracht heb; want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester.’

Wat is het heerlijk als je na herstel van beschadigingen op geestelijke wijze mag genieten bij Elim. Sla dan maar door het geloof je kamp op aan het water van de Levensbron!

Sla door het geloof je kamp op

 aan het water van de Levensbron

 

Seamands leert ons dat Jezus dat kleine beschadigde kind in gelovigen ‘in Zijn liefdevolle armen kan sluiten, troostend en koesterend – dat kind dat zo wanhopig graag liefde wilde ontvangen, maar nooit gekregen heeft. Hij kan dat kleine kind begrijpen dat zo intens gezocht heeft begrepen te worden, maar dat nooit begrip ontvangen heeft. Hij kan dat kleine kind geruststellen met Zijn onvoorwaardelijke aanvaardende liefde die het toen zo wezenlijk nodig had, maar die het nooit ervaren heeft. Hij kan dat kleine, schuldige en schaamtevolle kind vergeven zó als het toen zo intens graag vergeving had willen ontvangen, door het te bemoedigen en door het innerlijke kracht en reinheid te geven waar veroordeling en onreinheid was. Ja, Jezus, de teergevoelige en eeuwige Herder kan de lammeren in Zijn armen sluiten en hen genezen van hun kwellende herinneringen – herinneringen die vol pijnlijke stekels zitten.’

Jezus kan het kleine beschadigde kind

 in ons geruststellen met Zijn aanvaardende liefde

 

 

13.20 Een passieve of een actieve wil?

Satan en zijn demonen zijn er op uit om het denken te verwarren en de wil van de mens passief te maken. Ze bevorderen de passiviteit, waardoor mensen afhankelijk worden en het roer uit handen geven.

Bij jongeren wordt de wilskracht nogal eens verzwakt door puberteitsproblemen, wereldse verleidingen, drank- en druggebruik. In het zoeken naar ontspanning, het bovenmatig kijken naar films en het spelen van games verzwakken de wilskracht en het verantwoordelijkheidsgevoel. Jongeren die in de watten worden gelegd en niet hoeven te vechten voor studie en toekomst, verliezen hierdoor hun gezonde wilskracht. Het niet (meer) werken aan een bereikbaar doel maakt jongeren zwak. Er is dan een gebrek aan toekomstperspectief. Dit is een groot probleem in onze westerse samenleving.

Veel mensen in het Westen zijn kinderen van hun tijd en geïnfiltreerd door ‘de geest van deze eeuw’. Hun eigen zondige wil is daardoor ‘wet’ geworden. Ze zijn individualistisch en postmodern in hun denken. Wat zich aandient is voor hen goed ‘als het maar goed voelt’. Eigenlijk speelt dan ‘het goede gevoel’ de overheersende rol in hun leven. De wil koppelt zich aan dit gevoel en het denken laat zich hierin meeslepen. Het gevoel is onze zwakste ingang, waardoor we het gemakkelijkste zijn te verleiden

Het gevoel is onze zwakste ingang,

 waardoor we het gemakkelijkste zijn te verleiden

 

Het gevoel is oppervlakkig en neemt de zondige vrucht, omdat zij begeerlijk is.  Hierdoor is de mens ook gevallen in het paradijs. We lezen ervan in Gen.3:6: ‘En de vrouw zag dat die boom goed was tot spijze, en een lust was voor de ogen, ja, een boom, die begeerlijk was om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar man, en hij at.’

Het was een zeer misleidend gevoel, ingegeven door de grote misleider. En het eten heeft de mens juist onverstandig gemaakt. Waarom niet beter nagedacht! Bezin je daarom, voordat je aan de zonde begint. Na het eten van de verboden vrucht volgt er een zeer wrange nasmaak. Waak ervoor dat je niet steeds weer dezelfde oorspronkelijke fatale fout maakt!

 

Het eten van een verboden vrucht geeft een wrange nasmaak

 

Het blijkt dat het belangrijk is dat de wilskracht en de geestelijke discipline moeten toenemen bij de gelovigen. Het nakomen van verantwoordelijkheden en het werken aan persoonlijke bekering en geloofsgroei zijn belangrijk voor de wilskracht. Als we steeds maar afhankelijk blijven van het gebed, de hulp en de zorg van anderen, wordt onze wil te veel van hen afhankelijk. Bij een afhankelijke wil hebben boze geesten meer mogelijkheden en kansen om te infiltreren.

Door de genade van God wordt de wil vernieuwd en de vernieuwde wil gaat dan zelf ook werken en zichzelf versterken.

Bij het aandoen van de wapenrusting worden wij ook aangespoord in Ef.6:10: ‘Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in de Heere, en in de sterkte van Zijn macht.’ Hierin is gehoorzaamheid nodig, om onze zaligheid te werken met vreze en beven (Filip.2:12). Paulus gaat verder in vers 13: ‘Want het is God Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen.’

Ik denk dat de wilskracht op geestelijk gebied sterker wordt gemaakt door beproevingen en verdrukkingen.

 

13.21 Oorlog tegen de heiligen

In het boek ‘Oorlog tegen de Heiligen’ (‘War on the Saints’) gaat het in hoofdstuk IV over het gevaar van de passiviteit van de wil en het niet meer goed gebruiken van het verstand (het denken).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de omslagtekst wordt aangegeven: ‘Oorlog tegen de Heiligen laat ons zien hoezeer wij bij het onderzoeken van bovennatuurlijke ervaringen van God afhankelijk zijn, en dat zelfoverschatting wat betreft het eigen vermogen om geestelijke dingen te beoordelen, grote problemen kan veroorzaken in het leven van gelovigen. De les die Oorlog tegen de Heiligen ons leert, is dat iedere gelovige vatbaar is voor misleiding door boze geesten.

 

Een gelovige is vatbaar voor misleiding door boze geesten

 

Dit boek, dat gebaseerd is op de ervaringen van opwekkingsprediker Evan Roberts (1871-1951), en de inzichten van Jessie Penn-Lewis (1861-1927), reikt de lezer enkele principes aan, die hem kunnen helpen om te midden van de vele bovennatuurlijke manifestaties van vandaag de dag, het goddelijke, het satanische en het menselijke van elkaar te onderscheiden.’

Evan Roberts kwam uit de Calvinistisch-Methodistische Kerk en bad 10 of 11 jaar om een opwekking. De voormalige smidsknecht beleefde met anderen een uitstorting van de Heilige Geest in Wales.

In 1903 ontstonden in Zuid-Wales 300 gebedskringen, die om een opwekking baden. Daarna volgde er binnen enkele jaren een opwekking in Wales. De Nederlander Johannes de Heer is er tijdens een bezoek getuige van geweest. De kerken kregen er in deze maanden zo’n 185.000 leden bij.  Dr. W.C. van Dam geeft ons verder door over Evan Roberts: ‘Overal waar hij sprak, brak opwekking door. Maar tenslotte raakte hij uitgeput. Hij had het gevoel alsof krachten van het rijk der duisternis hem persoonlijk aanvielen. Bij familie Penn-Lewis vond hij een rustplaats. Daar maakte de Geest hem duidelijk, dat zijn openbare werk voorbij was…’ Daarna heeft hij zich gewijd aan het gebed.

Het is een opmerkelijke zaak dat Roberts volkomen uitgeput raakte door de zware geestelijke strijd en daardoor in de loop van 1905 uit het openbare gezichtsveld verdween. Wat heeft dit ons te zeggen over impact die de geestelijke boosheden in de lucht op het oververmoeide innerlijk kunnen hebben? Evan Roberts geeft zelf aan: ‘Ik was geheel toegewijd aan God, gehoorzaam aan het licht dat God had gegeven; kende de Heer als mijn Redder en Heiligmaker, maar boze geesten misleidden mij.’ Evan noemt het boek ‘War on the Saints’ ergens: ‘mijn niet zo genoemde autobiografie’. Hij schrijft: ‘Mijn samenwerking met mevrouw Penn-Lewis in ‘War on the Saints’ was uit God. Want geestelijk was ik te belast om het zelf te schrijven; en zonder mij kon zij het niet opschrijven…’

Een mens kan bezet raken door een geest van zwakte. Het boek ‘War on the Saints’

is dus ook opgekomen vanuit persoonlijke ervaring. In het voorwoord verklaart Jessie in 1912: ‘Met de uitgave van dit boek komt er een einde aan zes jaar biddend toetsen van de geschreven waarheid en aan drie jaar hard werken aan het op schrift stellen ervan. Dit vond plaats onder onophoudelijke aanvallen vanuit de onzichtbare wereld.’

 

Volgens Penn-Lewis geven we een voet aan boze geesten, als we een gedachte accepteren die ze in het verstand doen opkomen. ‘Het niet gebruiken van onze geestvermogens nodigt hen uit die te gebruiken.’ Door deze passiviteit is er geen actieve uitoefening van de wil. De wil heeft dan geen controle meer over geest, ziel en lichaam (of over één van deze). Er ontstaat dan een overheersing in je geestelijk, psychisch of zelfs lichamelijk leven door boze geesten. Deze persoon verliest dan de zelfbeheersing, de controle over zijn vermogens en de wilskracht. Een passieve persoon is weinig of niet in staat om te handelen vanuit zijn wilskracht en geeft daarmee toegang aan machten der duisternis. Penn-Lewis geeft aan dat God van de wedergeboren persoon samenwerking met Zijn Geest vereist en het volledig gebruik van ieder vermogen.

 

Een gelovige dient zijn vermogens te gebruiken

 in de samenwerking met Gods Geest

 

God heeft immers door genade zijn wil vernieuwd en actief gemaakt. De wil om te geloven is daarbij geschonken. Door de genade worden denken en wil vernieuwd. Slapende zondaren worden dan gelovig en actief. De wil vernieuwd zijnde werkt zelf ook (Dordtse Leerregels).

Ze verklaart verder: ‘God vraagt om verstandelijke actie in samenwerking met Hem (Rom.12:1-2 ‘uw redelijke eredienst’). Satan vraagt passiviteit als voorwaarde voor zijn manipulatie.’

 

Boze geesten zoeken naar passiviteit om te kunnen manipuleren

 

Als het gaat om de geestelijke oorlogsvoering kennen, volgens Penn-Lewis, niet toegewijde gelovigen weinig strijd en weten ze niets van de duivel, behalve dat hij een verleider en aanklager is. Ze denkt dat over het algemeen de kwalijke passiviteit bij niet toegewijde gelovigen ligt in een verkeerde uitleg van de Bijbel of in verkeerde gedachten en ideeën over de dingen van God. Binnen de reformatorische kringen noemen wij deze passiviteit ook wel ‘lijdelijkheid’.

Uit hoofdstuk IV van het boek ‘De oorlog tegen de Heiligen’ kunnen reformatorisch en evangelische en lichtere christenen veel leren.

We moeten ons afvragen waardoor de wil wordt verzwakt of uitgeschakeld bij christenen. Het zal duidelijk zijn dat een werelds en zondig leven, zeker met drankmisbruik en overdaad, de wilskracht ten goede verzwakt.

 

13.22 De angst om de controle te verliezen

Satan en zijn demonen proberen dus de wil passief te maken en het denken te verwarren, om zo de controle bij de mensen over te nemen. Hij wil hierdoor zijn slachtoffers aan hem binden (in gebondenheid houden).

Het misleidende is dat de mensen die zich bedreigd voelen, juist zelf de controle willen bewaren.

Welke angsten kunnen ons overvallen of beheersen? Het zijn nogal eens de angstgevoelens om buitengesloten en afgewezen te worden. We willen acceptatie binnen onze kring. In de verdediging schuilen we dan angstvallig bij elkaar, om maar te kunnen behouden wat we nog hebben. De vijand gebruikt het wapen van de angst om zelfs behoudende christenen te manipuleren en macht over hen uit te oefenen.

De boze geesten laten ons angstig zwijgen als Goliath aan het woord is.

De Heilige Geest geeft juist vrijmoedigheid in het spreken.

 

De Heilige Geest geeft vrijmoedigheid in het spreken

 

De boze wil dat je stilzwijgt en niet getuigt van het geloof in Jezus. God wil dat de gelovigen van Hem en Zijn Zoon getuigen.

 

13.23 Gevaren bij orthodoxe christenen

Heel wat christenen hebben angst om de controle te verliezen. Zij klampen zich dan vast aan de overleveringen en durven geen nieuwe uitdagingen aan. Zij zijn angstig in de verdediging, terwijl we geroepen worden om door het geloof in Christus te overwinnen. Velen zijn zelfs bezet met geloofsangst en durven het niet zonder meer op Jezus te wagen.

 

Om mensen passief en inactief te maken, gebruiken de duivelen vaak het wapen van de angst. Er kan zelfs een wettische angst voor God worden aangekweekt. Zij denken dan dat Hij een hard Heer is (zoals we dit zien in de gelijkenis, Matth.25:24). Het talent wordt dan begraven. Kerkmensen worden dan lijdelijk en fatalistisch en gaan maar afwachten, ‘of het nog eens zou mogen gebeuren’. Ze worden afhankelijk van wettische regels en van hun veilige kaders. Het geloof wordt voor hen onbegrijpelijk en verwarrend. Geloofsangst wordt aangekweekt, terwijl ze bang worden om de controle te verliezen binnen de voor hen bekende kaders. Gelovigen zijn niet afwachtend, maar verwachten en zijn lijdzaam actief met de vleugel van geloof en gebed.

 

Gezonde gelovigen zijn niet afwachtend, maar verwachtend

 

Er is bij christenen het gevaar van theologische verwarring en mistigheid. Door het geestelijk leven ingewikkeld voor te stellen, raken kerkgangers geestelijk passief en lijdelijk. Dit kan gebeuren door de vermenging van wet en evangelie, waardoor men het gevoel krijgt steeds maar niet te voldoen. Dit gebeurt in uiterst rechtse kringen tot in pinkstergemeenten, waar het bijzondere wordt benadrukt. Men is daarbij bezorgd omdat bepaalde geestelijke ondervindingen nog ontbreken. Als wij moeten gaan voldoen, maar dit steeds maar niet kunnen, komt het gevaar van lijdelijkheid om de hoek kijken. Je kunt dan moedeloos bij de pakken gaan neerzitten. Het touwtje wordt dan in de boot gegooid. Door moedeloosheid wordt de wilskracht verzwakt. Door het steeds maar niet te kunnen bereiken van een voorgesteld doel, wordt de passiviteit bevorderd. Deze wordt ook gestimuleerd door het zien op eigen onvermogen en het spreken en denken vanuit de eigen zwakheden. De mens met zijn zwakheden wordt dan teveel in de prediking en de geestelijke gesprekken benadrukt.

In deze zogenaamde bevindelijke kringen van het hypercalvinisme is er helaas ook een bepaalde tegenstand tegen een ruime, onvoorwaardelijke prediking van Jezus Christus. Er is daarbij nogal eens aversie tegen het ‘overwinningsleven’ door het geloof in Jezus Christus. Het geloof in Hem overwint de wereld.

Door valse lijdelijkheid en passiviteit verliest men de waakzaamheid en strijdvaardigheid en wordt de wapenrusting niet of weinig aangedaan.

 

Door lijdelijkheid en passiviteit verlies je

 waakzaamheid en strijdvaardigheid

 

Als je een twijfelmoedig christen bent, en niet weet dat je gered bent, kom je niet toe aan het normale christelijke geloofsleven. Hierdoor kunnen boze geesten voet worden gegeven om bij je binnen te dringen.

 

13.24 Passieve en actieve gelovigen

Je hebt volgens Penn-Lewis

–          ‘niet toegewijde gelovigen’,

–          ‘toegewijde gelovigen, die zijn misleid en door boze machten worden overheerst’

–           ‘toegewijde, overwinnende gelovigen’ (die dus niet worden misleid).

De overwinnende, volwassen gelovigen benutten hun bevrijde geestvermogens. Zij staan open voor Goddelijk licht en sluiten zich af voor demonische invloeden.

 

Passieve christenen bestrijden vaak ook een gezond activisme bij andere gelovigen.

 

Passieve christenen bestrijden vaak

 een gezond activisme bij andere gelovigen

 

Kerkleiders kunnen hun leden knechten en aan zich hechten, zoals dit in de rooms katholieke kerk gebeurt. De ingewijden weten het en de leken moeten in onderworpenheid en in bepaalde theologische onkunde blijven. Zij blijven dan geestelijk afhankelijk van de leiders.

Sommigen protestanten naderen dichtbij roomse prak­tijken en bevinde­lijkheden, omdat het wetticisme ook bij hen nog een grote plaats inneemt. Prof. dr. Herman Bavinck verklaart ons in zijn boekje ‘De zekerheid des geloofs’, dat de zalig­heid in het leerstelsel van Rome niet vastligt in Christus en niet in het hart van de gelovige wordt verzekerd door het getuigenis van de Heilige Geest; ‘maar zij hangt af van het doen van goede werken en wordt de gelovige alleen door de priester en in de grond der zaak ook altijd slechts conditioneel verze­kerd’. ‘De Roomse kerk laat de christen nooit tot mondig­heid, tot zelf­standigheid komen; zij laat hem nimmer los, maar houdt hem altijd vast, tot zelfs jaren en eeuwen na zijn dood in het vagevuur toe; de kerk alleen opent en sluit de poorten van het hemelrijk.’

Bavinck geeft daartegenover ook aan: “Dit werd anders met de Hervorming. Deze machtige beweging had een religieuze oor­sprong en werd uit de diep gevoelde behoefte aan zekerheid des heils geboren. Luther zocht haar in het doen van goede werken tevergeefs; hij vond ze in de vrije genade van God, in de rechtvaardigmaking van de zondaar door het geloof alleen.”

(…) ‘Tot in de Dordtse periode klinkt deze blijde toon nog na. Maar dan komt er allengs daling in de stem, onzekerheid en vrees in de taal van het geloof. Het geloof van de zestiende eeuw ging over in de orthodoxie van de zeventiende eeuw. Men belijdt thans zijn geloof niet meer, men gelooft alleen nog zijn belijdenis.’

 

Het is verkeerd om wel je belijdenis te geloven

en niet je geloof te belijden

 

Samen met de dode orthodoxie is er de geestelijke onzeker­heid en de twijfel (die soms wordt gekoesterd als een kenmerk van het ware). Hierin vinden we overeenkomsten met geestelijke praktijken in de rooms-katholie­ke kerk. Dr. H. Bavinck leert ons: ‘Maar toch draagt de roomse gods­vrucht, ook in haar schoonste gestalte, een ander karakter dan de protestant­se. Zij blijft altijd onvrij, on­zelfstandig, vormelijk, wette­lijk. Steeds blijft er de inwen­dige, volstrek­te zekerheid des geloofs aan ontbreken. Voortdu­rend blijft er ruimte over voor de vraag: heb ik genoeg ge­daan, en wat kan ik nog meer doen? De zielen worden door Rome met opzet in een onrustige en zogenaamd heilzame spanning gehouden. Tussen valse gerustheid en pijnlijke onzekerheid slingert het geeste­lijk leven heen en weer. Rome verstaat niet het woord van de Heilige Schrift, dat de Heilige Geest met onze geest van ons kindschap getuigt en dat zovelen kinderen

van God zijn, als er door de Geest van God worden geleid.’

Als de kerkleden zo in onderworpenheid en afhankelijkheid van de ingewijde leiders blijven, worden ze publiek en geen medewerkers. Het onderworpen publiek luistert en gehoorzaamd. Hierdoor wordt de wil in onderworpenheid en passiviteit gehouden.

 

13.25 Een ongezonde onderwerping

Wat gebeurt er bij een kind dat onderworpen wordt door een autoritaire, wettische opvoeding, waar met machtsmiddelen wordt gewerkt? Dit zal bij het kind een ongezonde passiviteit van de wil in de hand werken. Als dit vanaf de vroegste jaren consequent wordt gedaan, zal de wil van dit kind worden onderworpen, zodat het afhankelijk wordt van de autoriteit boven hem. Dit zal een grote impact hebben op het verdere geestelijke leven van deze persoon. Tot welke persoonlijkheid zal hij zich ontwikkelen? Bij de één kan het een zwakke plek blijven en de ander kan het autoritaire gedrag gaan kopiëren. Als zo iemand zich vernederd en afgewezen voelt, zal er een neiging zijn zich te bewijzen. Als een onderworpene later ergens aan de leiding komt, kan hij dus ook autoritair gedrag gaan vertonen. Daardoor zal hij hij passiviteit en onderworpenheid bij zijn onderdanen kunnen gaan stimuleren, om zodoende macht uit te oefenen en aan de macht te blijven.

Satan is een machtswellusteling en denkt recht te hebben op de mensen, omdat ze hem zijn toegevallen bij de zondeval. Boze geesten proberen zwakheden en (oorspronkelijke) negatieve eigenschappen van christenen uit te buiten. In ons land hebben ze helaas succes met het injecteren van kritische gedachten en heerszucht. Nederlanders denken in verhouding tot andere volken bijzonder kritisch. Wij zijn over het algemeen ook hoogmoediger dan mensen van andere culturen. In het kerkelijk leven kan men dus ook door vleselijk denken daarom spoedig vervallen tot kerkpolitiek en het gebruik van machtsmiddelen (in plaats van genademiddelen).

 

Op godsdienstig gebied mag er zeker geen misbruik worden gemaakt van een machtspositie. Dit gebeurt helaas maar al te veel. Jezus vermaant ons in Mark.9:35: ‘Indien iemand wil de eerste zijn, die zal de laatste van allen zijn en een dienaar van allen.’ Je kunt in Mark.10:42-45 lezen, dat discipelen van Jezus niet moeten zijn als de leiders van de volken, die heerschappij over hen voeren. Jezus is op aarde gekomen om te dienen ‘en Zijn ziel tegen geven tot een losprijs voor velen’ (vs.25). En zo moeten ook godsdienstige leiders anderen dienen en ze niet met machtsmiddelen aan zich onderwerpen. In de dienst van God behoren we te werken met genademiddelen. Hierdoor zullen we een gezond respect afdwingen.

 

In de dienst van God dienen we te werken met genademiddelen

en niet zozeer met machtsmiddelen

 

Er kan op godsdienstig gebied ook macht worden uitgeoefend door te schermen met bijzondere geestelijke ervaringen. In pinksterkringen kunnen minder ingewijde gelovigen onderworpen blijven aan de geestgedoopte gelovigen (die zelfs wonderen kunnen gaan verrichten). Hier mogen geen verkeerde machten en principes in het spel zijn. Over het algemeen kunnen er in ‘het bijzondere’ gevaren schuilen.

In sommige orthodoxe reformatorische kringen zijn er soortgelijke uitwassen te vinden. Enkele diep ingeleide gelovigen worden dan geestelijke autoriteiten in hun kring. Andere twijfelmoedige en zwakkere gelovigen kunnen dan hoog op gaan kijken tegen deze ‘geestelijke reus’ in het geloof. Andere boompjes van zijn soort blijven dan klein in zijn schaduw. De kleine gelovigen in zijn nabijheid horen dan bij de niet-ingewijde personen, die afhankelijk zijn van de bijzondere geestelijke kennis en inzichten van de verder geleide gelovige. Hierdoor kan zelfs ongewild een geestelijke overheersing komen. De anderen kunnen de voorgestelde geestelijke hoogte maar niet bereiken en worden ontmoedigd. Daardoor kan er een ongezonde passiviteit ontstaan, wat de geloofsgroei in de weg kan staan.

 

13.26 Onderlinge verdeeldheid

Een geordend, afgeschermd kerkelijk leven hoeft dus nog geen goed teken te zijn! In de behoudende godsdienst zijn oprechte gelovigen, maar kunnen ook wettische geesten volop actief zijn. Een wettische, rechtlijnige manier van denken brengt ook vaak een kritische geest voort. In een geïsoleerde orthodoxe gemeente wordt in veel gevallen hiërarchisch gedacht. Het kader heeft daar gezag en de ambtsdragers proberen alles in goede banen te leiden. Als het volgens de Schrift gaat, is dat een goede zaak.

 

Er kan een geest van kerkelijke hoogmoed binnen komen,

om de muren van de eigen kerk hoog op te trekken

 

Satan heeft echter ook op dit gebied de nodige pijlen op zijn boog. Er kan een geest van kerkelijke hoogmoed binnen komen, om de muren van de eigen kerk hoog op te trekken. Kerkisme en kerkelijke verdeeldheid is duidelijk van de duivel.

Jezus heeft tot Zijn Vader in het hogepriesterlijk gebed om eenheid gebeden voor de gelovigen. Hij leert ons biddend tot Zijn Vader in Joh. 17:20-22: ‘En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven zullen. Opdat zij allen één zijn, zoals Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zijn; opdat de wereld zal geloven, dat Gij Mij gezonden hebt. En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij één zijn, gelijk als Wij Eén zijn.’

Wij dienen dus naar de wereld toe geloofwaardig over te komen, door een hechte eenheid te vormen. Eenheid en onderlinge liefde zijn belangrijke evangelisatiemiddelen naar buiten toe, opdat ook anderen tot het geloof in Christus zullen mogen komen.

 

Zijn we verdeeld of eensgezind?

 

‘Verdeel en heers’ mogen we wel het spreekwoord van de duivel noemen. Vleselijke christenen die verdeeldheid teweeg willen brengen, worden hierin dus voor het karretje van satan gespan­nen. Laten we daarom streven naar ‘eensgezindheid’. We moeten ‘eensgezind zijn, dezelfde liefde hebbende, van één gemoed en van één gevoelen zijnde’ (zie in Filip.2:2).

Het moet ons duidelijk zijn dat eerge­voe­lens, zelf­zucht en hoog­moed zaken zijn die eensgezindheid in de weg staan en gemakkelijk ver­deeldheid in de hand werken. Als we onze eigen belangen en onze kerkelijke belangen op de voorgrond plaatsen, geraken gezamenlijke belan­gen meer op de ach­tergrond.

 

‘Hij, die teveel aan zichzelf denkt,

 kan niet goed zijn voor anderen’

 

Het is zoals eenmaal een Romeinse keizer ver­klaarde: ‘Hij, die teveel aan zichzelf denkt, kan niet goed zijn voor anderen.’ De ver­deeld­heid onder kerkmensen zal ophouden als ze eensgezind zullen gaan verlangen naar de verlos­sing en gemeenschap van de Heere Jezus Christus.

De puriteinse prediker Thomas Boston geeft ons in zijn ge­schrift over ‘de gemeenschap der heiligen’ de volgende duide­lijke vermaningen en richtlijnen: ‘Verdeeldheid toch baant de weg tot verwoesting en ondergang (Hos.10:2). Want een huis dat tegen zichzelf verdeeld is, kan niet bestaan (Matth.12:25). Want indien men elkander bijt en vereet, is men op weg om ook door elkander verteerd te worden.’

  

De levenswandel van de christenen is een zaak van groot be­lang. Het gaat over ‘woord en daad’. Bij rechtzinnige woorden horen rechte daden, anders zal er geen overtuigings­kracht zijn. Salvianus van Marseille (ca.400-ca.480) verhaalt ons van christenen, waarvan hun leven zó heilig is geweest, dat zelfs heidenen moesten bekennen: ‘Waarlijk dit is een goede God, Wiens dienstknechten zo goed zijn.’

 

We mogen wel stellen dat de christenen Gods Woord lezen, en dat de heidenen de christe­nen ‘lezen’. Keizer Jovinianus was niet zo goed op de hoogte van de recht­zinnige bijbelse leer. Hij sprak tot de rechtzin­nige en Ari­aanse bisschoppen die over de leer aan het twisten waren: ‘Ik kan over uw leer niet oordelen. Maar ik kan uw leven oordelen: haar praktijk zal het beste prediken.’

Kerkvader Augustinus (354-430) schrijft: ‘Het zijn woor­den die men moet beleven en doen, en niet alleen lezen (verba vivenda, non legenda).’ Hij leert ons verder ‘dat Christus wil dat wij zachtmoedigheid van Hem leren. Wanneer wij Zijn leven niet navolgen, kunnen wij door Zijn dood niet zalig worden.’ Het ware geloof wordt uit de werken gekend! (Jak.2:14-18).

 

Helaas is kwaadsprekerij een kwaad dat behoorlijk veel voor­komt binnen onze reformatorische kring. Veel van onze kerkmen­sen doen mee met het negatief bekritiseren en beoordelen van andere kerkgangers, christenen en ambtsdragers. Ik heb het nu niet over opbouwende Bijbelsgefundeerde kritiek, waarin men het herstel en het welzijn van onze gemeenten op het oog heeft.

 

Wees niet te kritisch

Ken jezelf en blijf positief!

 

Van de puriteinse prediker Thomas Brooks (1608-1680) is het boek ‘kostbare middelen tegen satans listen”. Hij leert ons: “De satan heeft zijn listen om de heiligen te verwoesten, en een zeer grote list, die hij daartoe heeft, is, dat hij hen bewerkt, om zich eerst van elkaar te vervreemden, dan om bitter en jaloers op elkaar te worden en daarna om elkander te bijten en te vereten (Gal.5:15). Het is droevig te bedenken, dat de heiligen veel ogen hebben om op elkanders gebreken te letten en geen oog te hebben om elkanders genaden te zien. De onenigheid der christenen is de triomf van de duivel.’

Een oprecht (gemaakt) christen kijkt ten opzichte van de zonden met een vergrootglas naar zichzelf en heeft de neiging om daarbij met een verkleinglas naar een ander te kijken. Door zelfkennis worden gelovi­gen vanzelf zachter voor een ander. Volgens bisschop Basilius de Grote is ‘zachtmoedigheid een onuitwisselijk teken van een begenadigde ziel’. Een oprechte gelovige kent daarom geen zucht naar twist en veroordeling van anderen. Toen keizer Alexander Severus twee christenen zag twisten, beval hij hun, dat ze de naam van christenen niet langer meer zouden voeren, ‘want,’ zo sprak hij, ‘gij onteert uw Meester Christus’. En zo behoort het te zijn wat Gregorius Nazianzenus (329-390) ver­klaart: ‘Het christendom is een navolging van Christus.’

 

‘Het christendom is een navolging van Christus’

 

Zie dan hoe Christus op aarde heeft geleefd en gesproken! Hij is ons grote Voorbeeld… om na te volgen. Het hoogmoedig veroordelen behoort abso­luut niet voor te komen bij christenen!

De puritein Thomas Brooks vermaant ons: ‘O! waren de harten der christenen maar meer bezet in het oordelen en veroordelen van zichzelf; dan zouden ze niet zo sterk geneigd zijn om anderen te oordelen en te veroordelen en om zich zo nors en bitter te gedragen tegen­over degenen, die van hen verschillen.’

 

Brooks onderwijst ons verder: ‘O! werd er in de christenen meer overvloed aan ootmoed gevonden; ze zouden minder bitter, nors en bars zijn; en ze zouden teerder, zacht­moediger en liefelijker in hun geest en praktijk zijn. De ootmoed doet een mens hoge gedachten van anderen en lage gedachten van zichzelf hebben. Ze zal een mens meer heerlijk­heid en uitnemendheid in anderen en veel geringheid en zondig­heid in zichzelf doen zien. De ootmoed zal een mens uitnemend maken in het bedekken van de gebreken van anderen; in het vermelden van hun goede daden en in het zich verblijden in hun genaden. Ze maakt een mens blij met ieder licht, dat sterker straalt dan het zijne en met iedere wind, die waait ten goede van anderen. De ootmoed gelooft eerder de genade in anderen, dan dat ze die in twijfel trekt.’

 

De ootmoed ‘maakt een mens blij met ieder licht,

 dat sterker straalt dan het zijne’

 

Thomas à Kempis (1379-1471) laat ons weten: ‘In het oordelen over anderen doet de mens een onvruchtbaar werk.’

 

Dr. W.C. van Dam vraagt zich af, dat  ‘Waar groepen of gemeenten zich hoogmoedig tegen anderen afzetten, en intern voortdurend scheuringen zich voordoen, of ook niet ‘vrome geesten het vuurtje van verdeeldheid hebben opgestookt. De apostel Paulus signaleert binnen de gemeente achter dwaalleer dwaalgeesten (1 Tim. 4:1), die vooral in de eindtijd actief zullen zijn.’

We lezen in 1 Tim. 4:1-2: ‘Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten, en leringen van duivelen, door de huichelarij van leugensprekers, die in hun eigen geweten gebrandmerkt zijn.’ In een Engelse vertaling staat er over hun geweten: ‘… is branded with the devil’s sign.’ Dit brandmerken van het geweten kan vanuit het Grieks vertaald worden met ‘uitbranden, dichtschroeien’. Volgens de verklaring van de Studiebijbel  kan het betekenen ‘dat de dwaalleraren door een langdurig verwerpen van het geweten de stem van de Heilige Geest niet meer kunnen verstaan.’ Het eigen geweten van deze dwaalleraren geeft al aan wie ze toebehoren (omdat een brandmerk ook het eigendomsrecht aangeeft). Wat een verschrikkelijke mogelijkheid! Een afvallige met het teken van de doop op het voorhoofd is in het geweten gebrandmerkt met het teken van de duivel!

 

Laten we vermaning tot volharding in het geloof in Hebr. 10:19-39 ter harte nemen. We lezen in vers 29: ‘Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die de Zoon van God vertreden heeft, en het bloed van het testament onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en de Geest der genade smaadheid heeft aangedaan?’ Lees het genoemde tekstgedeelte zelf maar eens door. In vers 31 staat er: ‘Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God.’ Het hoofdstuk eindigt (in de verzen 38-39) met de aansporende en bemoedigende woorden: ‘Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. Wij zijn echter geen mensen die zich onttrekken en daardoor verloren gaan, maar mensen die geloven tot behoud van hun ziel.’

 

‘Zijn er zaken waardoor Gods Geest bedroefd is

 en Zich teruggetrokken heeft?’

 

Dr. M.J. Paul roept ons op tot bezinning en tot zelfonderzoek, als hij schrijft: ‘Zijn er zaken waardoor Gods Geest bedroefd is en Zich teruggetrokken heeft? Is er ruzie en verdeeldheid, zoals in de gemeente van Korinthe? Is er te weinig verwachting over wat de Here doen wil? Kennen wij de gave van de onderscheiding van geesten, zoals genoemd in 1 Kor. 12:10? Is bij ons de gave van genezing aanwezig (vs. 9)? In de gemeente zelf kunnen ook verkeerde gewoonten en structuren zijn: zowel een harde, wettische heerschappij als een te grote tolerantie in leer en leven zijn funest. Satan vindt dat alles goed en oefent graag heerschappij om te voorkomen dat Christus centraal staat.’

 

13.27 Valse rust of ware vrede?

Er zijn ook demonische activiteiten waar te nemen binnen reformatorische en protestantse kringen. Laten we voorop stellen dat er veel oprechte gelovigen zijn binnen de reformatorische kringen! De oude en nieuwe gevaren die ons reformatorisch bolwerk momenteel bedreigen, nopen echter tot diepgaande bezinning! Uiterlijk lijkt het nog wel redelijk goed te gaan in reformatorische kringen, met hun vele kerken en scholen. Er worden zelfs nieuwe megakerken gebouwd.

Door de aardse woestijn reist tegenwoordig ook veel kerkvolk ‘onder de wolk’… maar zullen er ook veel van hen in het hemelse Kanaän aankomen? Bestudeer maar eens het eerste deel van 1 Kor.10. In het meerder deel van de Israëlieten ‘heeft God geen welgevallen gehad; want zij zijn in de woestijn ter neer geslagen’.

Dit is ons tot voorbeeld geschreven. Van het verbondsvolk wordt gezegd in vers 7: ‘Het volk zat neder om te eten, en om te drinken, en zij stonden op om te spelen.’ Van hoeveel van ons kan gezegd worden, dat dit ook het belangrijkste element is in ons leven? Zijn wij ook in ons element als we eten, drinken en spelen?

 

Alles lijkt dus in vrede en rust. Er is op vele plaatsen een geordend, stabiel en rustig kerkelijk leven. Onruststokers mogen vertrekken… Voor het zicht zijn de poorten naar de wereld op zondag gesloten. In de week zijn er weliswaar heel wat vensters naar de wereld open, maar bij verkeerde beïnvloeding worden ze voorzichtig afgeschermd door filternet en nog beter beveiligd door kliksafe. Veel jongeren zijn helaas ijverig bezig om nieuwe openingen en mogelijkheden te vinden om toegang tot de wereld te verkrijgen, maar dit moet in het geheim gebeuren. Min of meer onopvallend gaan veel jongeren hun eigen weg… aangelokt door zoveel verleidelijke spellen, komische of occulte shows en spannende (misdaad)films.

 

Via de media komen de verleidingen en boze invloeden dus binnen in de gezinnen. De occulte machten spannen samen met de vleselijke oppositie, die duidelijk uit is op het heroveren van de macht. Satan ziet nu ook kans om via de moderne communicatiemiddelen de christenen te beïnvloeden en te verleiden.

 

Velen steunen binnen het reformatorisch bolwerk op de goede invloeden van de behoudende kerk en de eigen scholen. Dit is inderdaad een groot goed, waar we zeker zuinig op moeten zijn! Onderschat echter de vijand niet… Hij komt via de media binnen in de cellen van de kerkelijke samenleving, namelijk de gezinnen.

Binnen de kerk (en zeker op zondag) is er op veel plaatsen uiterlijk en oppervlakkig gezien nog een betrekkelijke rust en vrede in de behoudende kringen.

Wat is echter de kwaliteit van ‘de aangename vrede en rust in onze vesting’?

 

Wat is de kwaliteit

 van de aangename vrede en rust

 in onze vesting?

 

Ik denk hierbij aan Lukas 11:21, waar we lezen over de demonische macht: ‘Wanneer een sterke gewapende zijn hof bewaart, zo is al wat hij heeft in vrede.’ Dit staat in ‘de gelijkenis van de sterke en de sterkere man’. De Studiebijbel verklaart: ‘De satan (‘de sterke’) wordt hier vergeleken met een burchtheer, wiens bezittingen veilig opgeborgen zijn binnen de muren van zijn burcht (‘aulē’: hof, hoeve, landgoed, paleis) en zo onaantastbaar zijn voor degenen die het op zijn bezit gemunt hebben. Zolang satan zijn machtspositie behoudt, zijn zijn bezittingen veilig (‘in vrede’). Tot Jezus’ komst had de satan in dat opzicht vrij spel, omdat er niemand was die hem zijn macht betwistte of iets tegen hem kon ondernemen.’ Letterlijk uit het Grieks vertaald staat er: ‘In vrede zijn de ter beschikking staande (dingen) van hem.’

Dit is een bekende situatie in een heidense cultuur. Bij veel occult belaste heidenen kan er in dit opzicht lange tijd een betrekkelijke innerlijke rust zijn. Omdat zo’n heiden satan en zijn begeerlijkheden ongedwongen en graag volgt, heeft hij geen ervaring van tegenstand of aanvechtingen van zijn meester.

 

Zo kan het ook zijn bij christenen. Zolang christenen slechts uiterlijk christen zijn, zonder werkelijk tot Christus te naderen, hebben zij geen tegenstand of aanvechtingen van satan te duchten. Satan is antichristelijk ingesteld.

 

De duivel probeert mensen

 van Christus vandaan kan houden

 

Als hij mensen van Christus vandaan kan houden is hij tevreden. Hij kan daar aanwezig zijn als een misleidende ‘engel des lichts’.

We kunnen min of meer trots zijn op onze reformatori­sche volle kerken en scho­len, terwijl we ons kunnen beroemen op onze organisaties tot verdediging van onze bolwerken, het zal ons niet helpen als we de eer van God niet toegewijd zoeken en gelovig nastreven in ons leven. Het zal ons niet baten als we een gedaante van godzaligheid hebben, maar de kracht daarvan verloochenen (2 Tim.3:5).

 

13.28 Wettische en angstige geesten

De boze geesten werken in de gedachten en harten van christenen. Zij zijn misleidend aan het werk om christenen van Christus af te houden.

Er zijn ook demonen die gespecialiseerd zijn in de zwaardere godsdienst. Dat zijn vaak wettische en twijfelmoedige geesten. Het kunnen ook kleinmoedige, vreesachtige en bang makende geesten zijn. Onbekeerde vreesachtige en ongelovige mensen krijgen helaas ook een plaats in de hel (volgens Openb.21:8). Demonen zijn vaak angstaanjagend. Als je bang bent voor iemand, betekent dit dat hij de baas over je (gevoelens) is. Een bange gelovige is niet in staat om de duivel te verdrijven. Hij is in de verdediging en bang voor boze aanvallen. Vooral behoudende christenen zijn bang voor boze invloeden, wereldgelijkvormigheid en dwalingen. Satan zal binnen de reformatorische bolwerken een geest van geloofsangst sturen.

 

Er is binnen reformatorische bolwerken

 Ook een geest van geloofsangst aanwezig

 

Ik ken behoudende christenen die niet bij een ‘lichtere dominee’ van hun eigen kerkverband durven kerken, omdat ze bang zijn dat hij tot het aannemen van Jezus zal verleiden. Ik hoorde van een oude man, die uiteindelijk was overleden, het volgende: Deze man leefde nauwgezet, maar was wel twijfelmoedig. Voor zover ik weet heeft hij niet in het openbaar getuigd van zijn geloof in Jezus Christus. Zijn vriend wist echter ‘dat hij boven was’. Ik hoop dat dit inderdaad zo is. Hoe wist deze vriend dit? Hij verklaarde: ‘want hij kon het niet pakken’. Ik ben bevreesd dat het een gevaarlijke dwaling is in bepaalde kringen: ‘dat iemand bezorgd is over zijn zielenheil en het maar niet kan pakken’. Er staat niet in de Bijbel: ‘Zovelen hem niet hebben aangenomen, heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden.’ Er staat wel in Joh. 1:12: ‘Maar zovelen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden.’

 

Een schipper kerkte eens in een uiterst rechtse gemeente. Mij werd verteld dat een ouderling daar in de kerk bad: ‘Heere, wij weten dat U geen mensen meer bekeerd, maar wilt U toch geven dat ons woord in der waarheid zal zijn.’ De schipper hoorde dat hij dit vaker bad. Het is begrijpelijk dat er dan in zo’n gemeente weinig of geen mensen worden bekeerd. Voor zulke mensen geldt het helaas: ‘U geschiede naar uw ongeloof.’ Het is duidelijk dat hier sprake is van demonische beïnvloeding, waardoor mensen bij Jezus vandaan worden gehouden.

Bij sommige gemeenten moet alles angstvallig gehouden worden bij oude bedenkingen, die bewezen hebben niet te werken. Lieve mensen, probeer eens te proeven van de nieuwe wijn!

 

13.29 Verkeerde tradities en ‘vrome geesten’

Peter Horrobin heeft via Ellel Ministries duizenden situaties van bevrijding van demonische machten meegemaakt. Hij schrijft ook over de demonische invloed in het wetticisme. Dr. M.J. Paul geeft het volgende van hem door: ‘Wanneer de tradities van mensen belangrijker worden dan de gevoeligheid voor de Geest van God, is de kerk verkeerd bezig. Het voortbestaan van de eigen kerk kan belangrijker worden dan Gods eer of de band met Christus. Alles moet dan wijken voor het eigen kerkgenootschap dat boven alle kritiek verheven is. Vele jaren van kerkelijke traditie bepalen wat God wel of niet zeggen mag en waarover men onderling mag spreken. Het is in dat geval mogelijk dat religieuze geesten (demonen) de kerk gevangen houden.’

‘Wanneer tradities van mensen belangrijker worden

 dan de gevoeligheid van de Geest van God,

 is de kerk verkeerd bezig’

 

Dit is een ernstig geestelijk misverstand, wat helaas ook in ons land voorkomt! In deze gemeenten kunnen zelfs nog niet beleden en niet vergeven zonden liggen van vorige leiders of van zondige situaties uit het verleden.

Een vrouw van een diaken vertelde eens over haar eigen gemeente, dat er een vloek op deze gemeente ruste, omdat een ouderling in de oorlog met de Duitsers zou hebben geheuld. Daardoor zouden er geen mensen meer worden bekeerd. En zo had ze nog meer vreemde uitspraken.

Sommige zware dwaalgeesten durven zelfs te beweren: ‘Bij Van der Groe ging het hekje toe.’ Alsof er daarna geen goede predikers meer zouden zijn geweest… en er alleen nog maar oudvaders tot en met Van der Groe gelezen mogen worden. Het zal duidelijk zijn dat hier achter de schermen meer aan de hand is.

 

Wij weten dat Jezus juist zulke harde, veroordelende woorden gesproken heeft tegen harde wettische geestelijke leiders, die het volk hebben misleid.

Horrobin geeft ons te kennen: ‘Het farizeïsme van vroeger is niet dood, maar leeft in het wetticisme. Een soortgelijke geest plaatst de eisen van een kerkelijke richting boven de heerschappij van Jezus. ‘Dit is hoe wij het hier altijd gedaan hebben en wij willen geen verandering.’ De invloed van de traditie zorgt ervoor dat de vonk van geestelijk leven, waardoor God altijd nieuwe dingen doet, nooit tot een vlam wordt.’ Hierbij moeten we natuurlijk bedenken dat het om de traditie met een kleine ‘t’ gaat. Er is ook een goede traditie: een Bijbelgetrouwe overlevering van de vaderen, naar de Schrift.

Zogenaamde christelijke demonen

 zijn het moeilijkst uit te drijven

 

Dr. Paul geeft ons verder door: ‘Horrobin merkt op dat de (zogenaamde) christelijke demonen het moeilijkst uit te drijven zijn. Hij bedoelt de religieuze geesten die zich hullen in een christelijk gewaad, en die christelijk gedrag vertonen. Zij zijn het moeilijkst te herkennen en voor de drager is het ingrijpend om hun invloed te erkennen. Satan zendt vaak een godsdienstige geest, wiens taak het is om een vorm van christelijk leven na te doen, waarbij stelling genomen wordt tegen het echte christelijke leven. (…) Demonen kunnen zich aanpassen aan alle kerkelijke denominaties, van vrijzinnig tot hoog liturgisch, van evangelisch tot streng reformatorisch. Daarom is de gave van het onderscheiden van de geesten hard nodig!’

 

Dr. W.C. van Dam geeft te kennen: ‘In dit verband moeten we ook iets zeggen over ‘vrome geesten’. Zij worden al in de oude kerk gesignaleerd. In de tijd van ’Kerkvader Cyprianus was er een vrouw die zeer vroom was en kerkelijke functies bekleedde. Van Dam vervolgt: ‘Een exorcist ontdekte echter bij haar een ‘geest van religieuze huichelarij’, die slechts met moeite uit te drijven was. Dit type geesten komt ook nog voor. (…) Telkens horen we demonen zich beroemen, dat zij vele van deze mensen in hun macht hebben en dat centra van deze mentaliteit hun bolwerken zijn. Ook nu blijkt dat deze mensen zeer moeilijk met het Evangelie van Gods genade te benaderen zijn en dat vrome geesten inderdaad taaie tegenstand bieden als ze worden aangepakt. Zij kunnen ook een heel eind gaan in het imiteren van de Heilige Geest, als maar mensen worden afgehouden of vervreemd raken van het heil in Christus.’

Vrome geesten bieden taaie tegenstand

 als ze worden aangepakt

 

Tijdens een charismatische bijeenkomst leek het erop dat een jonge vrouw vervuld werd met de Heilige Geest. Men zag echter dat dit namaak was. Toen deze vrouw erop werd aangesproken, kwam ze openbaar en zei: ‘Die Naam kan ik niet horen.’ Daarna werd de boze geest uitgedreven.

 

De duivel houdt kerkmensen wel zoet met ingetogen of uitbundige godsdienst, maar dan wel zonder een levende relatie met Christus.

 

13.30 Gevaren bij evangelische christenen

Binnen christelijke kerken zijn allerlei religieuze demonen aan het werk. Zij zijn goed in het imiteren en napraten. Bij de evangelische christenen zullen zij zich ook aanpassen, om maar niet op te vallen en zo occult mogelijk te blijven. Bepaalde demonen zullen de evangelische vrijheid en blijheid uitbuiten, door op dat gebied te verleiden tot excessen.

Er moet op een goede godzalige manier gebruik worden gemaakt van de christelijke vrijheid. We worden in Gal. 5:13 vermaand: ‘Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen gebruikt de vrijheid niet tot oorzaak voor het vlees; maar dient elkaar door de liefde.’ De vrucht van de Geest in Gal. 5:22 geldt voor alle soorten gelovigen!

 

Ook bij evangelische christenen is er het gevaar van de passiviteit van de wil. Als men gaat drijven op het gevoel en steeds weer zoekt naar bijzondere ervaringen, kan men zich ook openstellen voor de infiltratie door boze geesten. Zij sluiten teveel hun nuchtere denkvermogens en hun waakzame wilskracht af in het zich gevoelig te laten meedrijven door geestelijke invloeden.

 

Het is gevaarlijk om te gaan drijven op het gevoel,

terwijl je zoekt naar bijzondere ervaringen

 

Hoeveel mensen komen tijdens bevrijdingsconferenties iedere keer weer opnieuw naar voren om geholpen te worden? Keren de depressiviteit en geestelijke problemen dan steeds weer terug tussendoor de conferenties en samenkomsten? Het voortdurend hunkeren naar gevoelige geestelijke aandoeningen kan passiviteit in de hand werken. Pas hierbij ook op voor de imitatie door de religieus georiënteerde boze geesten! Het zijn misleiders bij uitstek. Het zoeken naar ‘hoge dingen’, om er maar bij te kunnen horen of iets bovennatuurlijks te kunnen ervaren, bergt een gevaar in zich. Volgens Penn-Lewis geeft het ‘de machten der duisternis de gelegenheid om hen in hun eigen gevangenis op te sluiten en hen zodoende bijna onbekwaam te maken om ten diepste de nood van een lijdende wereld te begrijpen’. Ook hier geldt: ‘Wie teveel aan zichzelf denkt, is niet goed voor anderen.’

 

Rom.12 is een belangrijk hoofdstuk voor de onderwerpen die in dit boek worden behandeld. Daarin worden we aangespoord om te denken en te werken vanuit het medische veld, zoals dit ook gebeurt in de Bergrede. De helpende en vergevende liefde wordt daar gesteld tegenover de haat en vervolging. Tussen deze teksten worden we in vers 16 vermaand: ‘Tracht niet naar hoge dingen, maar voegt u tot de nederige. Wees niet wijs bij uzelf.’ Laten we niet teveel zoeken naar de bevrediging van onze eigen geestelijke behoeften, maar meer naar het welzijn van onze naasten. In nederigheid en afhankelijkheid mogen we dan dienend bezig zijn. Door het dragen van vrucht groeit ook ons persoonlijk geloof.

 

Door het dragen van vrucht groeit ons persoonlijk geloof

 

Het moet onze zorg zijn om te blijven in de Wijnstok. We zullen dan de gemeenschap en kracht vanuit Jezus ontvangen. Jezus vermaant en bemoedigt ons in Joh.15:7: ‘Indien u in Mij blijft, en Mijn woorden in u blijven, zo wat u wilt, zult u begeren, en het zal u geschieden.’ Als je een goede, volgzame discipel wilt zijn, wees er dan op gericht om veel vrucht te dragen. Jezus leert ons in Joh.15:8: ‘Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt; en u zult Mijn discipelen zijn.’

 

13.31 Hoe ontvangen we kracht van omhoog?

We moeten leren om in de kracht van het geloof zonden in ons (kerkelijke) leven uit te roeien. Het zal duidelijk zijn dat we dit niet kunnen in eigen kracht. Maar er is een krachtbron buiten de mens waarvan gebruik moet worden gemaakt. Het geloof is een uitgaande daad om kracht van de Heere te ontvangen. Het werkt als een stekker die op een elektrische krachtbron of op een accu wordt aangesloten. We hebben een generator, een dynamo of een elektriciteitscentrale nodig om elektrische stroom van te ontvangen. De Heere Jezus heeft Zijn discipelen de kracht van de Heilige Geest toegezegd (Hand.1:8) – die zou over hen komen. Dit woord kracht komt van het Griekse woord “dunamis”. Wij herkennen dat nog in de woorden “dynamo” en “dynamiet”.

Discipelen hebben deze krachtbron nodig om de zonde en de wereld te mogen overwinnen en om Gods getuigen te kunnen zijn op aarde. We hebben dus een hemelse krachtbron nodig om zondi­ge aardse krachten en occulte machten te kunnen overwinnen. In 1 Johannes 5:4 leert de Heere ons: “Want al wat uit God geboren is, overwint de we­reld; en dit is de overwinning, die de wereld overwint, name­lijk ons geloof.” Als we door Gods genade geen gebruik maken van de hemelse kracht­bron, zullen we niet kunnen overwin­nen. We moeten aangedaan worden met kracht uit de hoogte (Luk.24:­49). De verbinding van het geloof is echter nodig om deze kracht van boven te ontvan­gen.

 

Als we eerlijk zijn en we leggen er de situatie binnen veel reformatorische en evangelische gemeenten naast, dan zien we dat er veelal geen strijd en kracht is om te overwinnen. We moeten ervan overtuigd zijn dat we een krachtige opwekking nodig hebben en dat er ‘geloofsrichters’ nodig zijn om ons weer te brengen bij de hemelse krachtbron voor een nieuwe impuls van hemelse energie en kracht om te overwinnen. Laten we maar niet te veel op anderen wijzen – we hebben een opwek­king nodig! want wij zijn van het heilspoor afgegaan…

 

We hebben een geestelijke opwekking nodig!

 

Kinderen uit christelijke gezinnen zien vaak snel of de gods­dienst van hun ouders echt is of alleen maar vorm. Al lezen ze voor zichzelf niet zoveel in de Bijbel, ze “lezen” wel het leven van hun vader en moeder. Als de ouders slechts zondagschristenen zijn, zal dit veelal negatief werken in de christelijke opvoeding van hun kinderen. Ik heb aan reformato­rische tieners gevraagd: “Waarom gehoorzamen de meeste kerk­mensen de Heere niet? En wat doen ze dan verkeerd?” De jonge­lui hebben bij het beant­woorden vooral ook de reforma­tori­sche jeugd betrokken. Er werd geantwoord dat de meesten er in de week weinig aan doen en ver­keerde dingen doen, ter­wijl ze op zondag “vroom” in de kerk zitten. Een ander kenmer­kend ant­woord kwam erop neer dat de meeste kerkmensen er niet voor uit durfden te komen. We moeten onze ogen niet sluiten voor de bittere werkelijkheid.

Er is inder­daad sprake van een zondig dualisme en een twee­strijdig leven onder veel christenen. Hoe houden ze het vol! Wat hebben we nu aan het onderhou­den van enkele lege vormen, zonder dat we het wezen en de kracht ervan ervaren? De gods­dienst moeten we dan met tegen­zin beoefe­nen, zonder dat we er blijdschap of geluk in vinden. En dan te bedenken dat zij die de weg hebben gewe­ten, en niet bewandeld, veel zwaarder zullen worden gestraft dan wereld­se zonda­ren, die niet zo bevoor­recht waren.

 

De wereld heeft veelal de overhand gekregen binnen de christe­lijke gemeenten. Velen zijn ten diepste aangeslo­ten op een helse kracht­bron. Velen halen hun levenskracht en hun genot uit zichzelf en de wereld. Waar halen we onze kracht vandaan? Aan welke bron lessen we onze dorst het meest? Waar genieten we het meeste van? Waar onze schat is, daar zal ook ons hart zijn (Matth.6:21). Waar we het meeste en liefste mee bezig zijn, daar ligt ons hart en ons leven. Laten we onszelf in het licht van Gods Woord eerlijk en goed onder­zoe­ken! Als we eerlijk zijn, kunnen we weten op welke kracht­bron we voorheen en nu zijn aangeslo­ten (geweest).

 

Contro­leer de aansluiting eens… Het is levensge­vaarlijk om met kracht­stroom te spelen. We kunnen niet twee heren tegelijk dienen (zie Matth.6:24). Als we “rommelen” met de ver­schillen­de polen in een energiebron krijgen we een levensgevaar­lijke kortsluiting. Laten we daarom niet proberen de wereld en de godsdienst samen te laten gaan in ons leven, want vroeger of later zal er dan bij ons een onher­stelbare kortsluiting ont­staan – we spelen dan met vuur, met hels vuur…

 

We moeten niet proberen de wereld en de godsdienst

 samen te laten gaan in ons leven

 

Kom daarom niet te dicht bij de wereldse verleidin­gen, want voor je het beseft, wordt je er door de kracht van de verleiding onweerstaanbaar naar toe gezo­gen. De aantrek­kingskracht wordt dan zo groot dat je deze niet meer kunt weer­staan. Je raakt dan in de ban of in de greep van de wereld. Blijf op veilige afstand – speel niet met vuur! Contro­leer daarom goed jouw aan­sluitingen en contac­ten. Haal de stekkers uit de contacten die vroeger of later tot kort­sluiting zullen leiden! Tracht naar betere contacten, waardoor je in aanraking komt met goede, hemelse invloeden. Zoek ernaar om door het geloof dat hemelse contact met de Heere te mogen krijgen, waardoor je kracht van omhoog ontvangt om de wereld en de zonden te overwinnen en om een eeuwige, niet te verbreken verbinding te mogen hebben met de hemelse Vader door de Heere Jezus Christus!

 

13.32 Word vervuld met de Geest

In Efeze 5:18 vermaant de Heere ons door Paulus: ‘En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met de Geest.’ Vanuit de Griekse grondtekst maakt overmatig gebruik van wijn de mens ‘onredbaar’. We dienen echter vervuld te worden met de Heilige Geest. Het Griekse woord ‘plērousthe’ is in de werkwoordsvorm passief en praesens, wat betekent dat het aan de ene kant om een daad van God gaat en dat het ook een blijvende opdracht voor ons is: wij moeten voortdurend vervuld worden met de Geest. Het wordt dan een blijvende volle stroom van geestelijk leven in ons hart. Door deze voortdurende gelovige gemeenschap met God komen we tot lofprijs en dankzegging, in het zingen van psalmen, lofzangen en geestelijke liederen (Ef.5:19-20). Het uit zich ook in een geestelijke liefde dat zich aan elkaar onderwerpt (vers 21).

Wat is het heerlijk om zo een bron van geestelijk leven en onderlinge liefde te zijn. Dan komen we tot Gods doel in ons leven. Jezus leert ons in Joh.7:38: ‘Die in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt, stromen (of rivieren) van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.’ Dit gaat dus over het werk van de Heilige Geest in het hart van een gelovige (vers 39).

Tot de Samaritaanse vrouw heeft Jezus gezegd: ‘Maar zo wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem geven zal, die zal in eeuwigheid niet dorsten; maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven’ (Joh.4:14). 

Wil je werkelijk Zijn discipel zijn en God de Vader verheerlijken? Dan moet je in de Wijnstok blijven, om zoveel mogen van de heerlijke hemelse levenssappen van liefde en kracht te ontvangen. Bij Hem is er een overvloed om te geven; laten er daarom geen blokkades en verhinderingen van onze kant zijn, zodat wij het niet overvloedig ontvangen. Laten we ons zoveel mogelijk aan Hem toewijden!

Laten we van uit het diepste van ons hart bidden en zingen:

 

‘Jezus vol liefde, U wilt ons leiden,

 wij prijzen U als onze Heer.

 Kom met Uw kracht, o Heer

 En vul ons tot Uw eer,

 Kom tot Uw doel met ieder van ons.

 Maak ons een volk, Heer, heilige en rein,

 Dat U Heer volkomen steeds toegewijd zal zijn.’

 

 (Hans Lieberton)

 

We worden aangespoord om in Jezus te geloven zoals de Schrift zegt. Als wij op deze wijze geloven ontvangen wij in Hem zo’n overvloed van geestelijke zegen dat wij geestelijke mogen overstromen en een fontein van levend water zullen worden, tot diepe vreugde van onszelf, maar ook tot een rijke zegen voor anderen.

 

13.33 Ben je geestelijke een droge kuil?

Wie ben je en waar ben je ergens onderweg op jouw geestelijke reis? Wat ben je? En wat kun je worden door genade en geloof? Wat is jouw positie en je toestand?

 

Ik denk dat mensen zijn in te delen in drie groepen: een droge Kuil, een vijver met stilstaand water of een bron van levend water

 

Een geestelijk droge kuil is een egoïst. Denk hierbij aan een droge zanderige kuil. Al de regen (zegen) uit de hemel neemt hij tot zich. Het verdwijnt allemaal in deze droge kuil.

Geen plantje of grassprietje kan van het water profiteren. De kuil zuigt alles voor zichzelf op. Dit is het voorbeeld van een ongelovige egoïst die alle zegen voor zichzelf besteedt en weinig of niets voor een ander betekent.

Heel wat mensen leven op deze wijze hoofdzakelijk voor zichzelf.

 

Hieronder zie je zo’n kuil afgebeeld:

 

 

 

Helaas gedragen veel mensen zich egoïstisch en individualistisch. Ze zijn hierin dus als een droge kuil. Een individualist stelt zijn eigen belang en (voor)rechten boven die van een ander. Als ik het maar heb, als ik maar kan genieten en als ik maar niet wordt belemmerd in de zaken die ik graag doe, dat staat bij hen voorop. Zij leven naar ‘de geest van deze eeuw’ (in het Grieks: ‘aion’ = tijdperk of gedachte). Deze gedachte heeft ook de christenen en kerkgangers geïnfiltreerd


De geest van de vorige eeuw was: ‘Doe wat je wilt’ of ‘doe je eigen ding’, als jij denkt dat het goed voor jou is, is het gewoon goed. Jouw wil is dan ‘wet’. Inmiddels is de geest van deze eeuw (= gedachte) meer geworden: ‘Als het voor jou goed voelt en klinkt, is het gewoon goed. Jouw gevoel wordt dan ‘wet’.

We geloven dan met z’n allen in de leugen van satan, die een leugenaar is van de beginne; we gedragen ons dan als de kinderen van de vader van de leugens en de geest van de duisternis. Deze individualistische en egoïstische mensen wandelen in de duisternis.

Ik stel je de vraag: ‘Wandel je in de duisternis of in het licht?’

 

Wandel je in de duisternis of in het licht?

 

We lezen hierover in Joh.3:19-20: ‘En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos. Want een ieder, die kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht niet, opdat zijn werken niet bestraft worden.’

Door te wandelen naar de geest van deze eeuw leeft iemand dus in de duisternis, waardoor het licht van het Evangelie als het ware wordt afgeschermd. Het Evangelielicht is echter sterker dan de duisternis (zoals we zien in Joh.1).

 

13.34 Ben je een vijver met stilstaand water?

Er zijn ook passieve gelovigen. Zij lijken op een vijver met stilstaand water. In zo’n vijver is nog wel leven te vinden. Als je het kroos opzij schuift kun je wat kleine waterdiertjes zien. Er is echter weinig of geen doorstroming, zodat er gebrek aan zuurstof in deze vijver is. Een passieve gelovige is nogal eens een twijfelmoedige gelovige. Als hij in zijn eigen vijver geestelijke leven wil bespeuren, moet hij zijn best doen om in het duistere water leven te ontdekken. Voor bepaalde levende visjes kan deze vijver verstikkend zijn. Vlak in de buurt van deze vijver profiteren sommige vijverplanten van het vocht, maar daar blijft het dan ook bij.

 

Hieronder zie je een afbeelding van zo’n vijver.

 

 

Deze vijver is een goed beeld van een passieve gelovige. Hij zich verschuilt in een kleine kring en een vertrouwde omgeving. Er is weinig beweging te ontdekken. Hij houdt het bij het oude en vertrouwde, daarbij voelt hij zich veilig. Voor een meer levendige gelovige is dit echter ‘verstikkend veilig’. Te veel geestelijke activiteit kan al gauw worden gezien als verstoring van de kerkelijke rust. Men vindt een geordend en rustig kerkelijk leven belangrijk. Ze zijn bang dat er door te veel beweging ook schadelijke invloeden binnen kunnen komen. Door de zwakke en kwetsbare toestand in de vijver overheerst helaas de angst. Met twijfel en angst kun je de wereld niet overwinnen. Je bent dan aan de verliezende kant. We lezen duidelijk in 1 Joh.5:4-5: ‘Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof. Wie is het die de wereld overwint, dan die gelooft, dat Jezus is de Zoon van God?’

 

 

Een passieve gelovige moet een actieve gelovige worden

 Er moet weer doorstroming komen!

 

Er moet dus duidelijk weer doorstroming komen in een vijver met stilstaand water. Een passieve gelovige moet (weer) een actieve gelovige worden.

Misschien herken je deze toestand bij jezelf of anderen. Smeek dan om vernieuwing en verse stromen van levend water in je leven! Blijf niet in je eigen troebele poeltje met vervuild water ronddobberen. Wordt weer vervuld met vers, levend water; word vervuld met de Geest (Ef.5:18). De Griekse werkwoordsvorm van ‘wordt vervuld’ is ‘plērousthe’. Dit is passief en praesens, want aangeeft dat het aan de ene kant om een daad van God gaat en aan de andere kant dat het een blijvende opdracht voor ons is, in de zin van: wordt voortdurend vervuld met de Geest. Het gaat hierbij dus ook over het toelaten van de werkingen van de Heilige Geest in ons leven. Dat komt overeen met antwoord103 van de Heidelbergse Catechismus: ‘…om de Geest in mij te laten werken.’

Op deze wijze kunnen wij (weer) een bron van levend water worden.

 

13.35 Ben je een bron van levend water?

Een actieve gelovige is als een bron van levend water. Een bron waarin levend water opwelt is tot groot nut voor de omgeving. Zo’n bron blijft maar uitdelen, vanuit de volheid waarmee hij zelf wordt verrijkt. Dit is dus een prachtig beeld van een actieve gelovige die (veel) vrucht mag dragen. Hieronder zie je een afbeelding van zo’n overvloeiende bron.

 

 

 

We lezen hiervan in Spr.11:24a-25: ‘Er is één, die uitstrooit, die nog meer toegedaan wordt (…) De zegenende ziel zal vet gemaakt worden; en die bevochtigt, zal ook zelf een vroege regen worden.’ Deze ‘actieve bron’ ontvangt telkens het levende water uit Christus, zoals de rank de levenssappen ontvangt van de Wijnstok (Joh.15).

Een echte discipel van Jezus zal ernaar verlangen om veel vrucht te dragen. We lezen immers dat Jezus leert in Joh.15:8: ‘Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt; en u zult Mijn discipelen zijn.’ Het is dus nog maar de vraag of je wel een echte discipel bent, als je geen verlangen hebt om veel vrucht te dragen.

 

Een actieve bron is ook een heldere bron. Een actieve gelovige kent veel doorstroming en kan tot op de bodem van zijn hart kijken. De levende visjes zijn gemakkelijk op te merken. In het voorbeeld van de Wijnstok is er ook aan de ranken vrucht te zien. Dit komt overeen met antwoord 86 van de H.Cat., waarin staat van de gelovigen ‘dat elk bij zichzelf van zijn geloof uit de vruchten verzekerd zij’. Verder lezen we in dit antwoord: ‘En dat door onze Godzalige wandel onze naasten ook voor Christus gewonnen worden.’ Dit ziet dus op een overvloeiende bron ten behoeve van anderen.

Een ander aspect is, dat zo’n bron met doorstromend water zichzelf steeds weer reinigt. Het vuil dat erin komt, spoelt zo weer weg. In 1 Joh.3:3 lezen we hierover: ‘En een ieder, die deze hoop op Hem heeft, die reinigt zichzelf, gelijk Hij rein is.’

Als we ook zo’n levende bron willen zijn, moeten we doen wat Jezus ons voorhoudt: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien’ (Joh.7:37-38).

 

‘Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt,

stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien’

 

Wat wil je graag zijn: Een droge kuil, een vijver met stilstaand water of een bron van levend water? Waar streef je naar? Je weet nu wat er voor nodig is.

 

We hebben een voortdurende opwekking nodig hebben. Laat het lied het volgende lied maar diep op je inwerken. Dat het een voortdurend gebed om persoonlijke opwekking zal worden!

Het is lied 39 van de gele bundel:

 

Er komen stromen van zegen, dat heeft Gods Woord ons beloofd.

Stromen, verkwikkend als regen, vloeien tot elk die gelooft.

 

Refrein:

Stromen van zegen, komen als plasregens neer,

Nu vallen drupp’len reeds neder; zend ons die stromen, o Heer.

 

Er komen stromen van zegen, heerlijk verkwikkend zal zijn.

Op de valleien en bergen, zal er nieuw leven dan zijn.

 

Refrein: …

 

Er komen stromen van zegen. Zend ons die heilstroom nu neer!

Geef ons die grote verkwikking; geef z’ ons voortdurend, o Heer.

 

Refrein:

Stromen van zegen, komen als plasregens neer,

Nu vallen drupp’len reeds neder; zend ons die stromen, o Heer.

 

(Tekst: J. Mc Granaham / Muziek Joh. De Heer)

 

We hebben de beloften van de HEERE God. Dit kwam bij de introductie naar voren vanuit Jes.44:1-8. Lees de verzen 1-8 voor jezelf maar eens door! De HEERE geeft daarin een belofte voor de nakomelingen, als Jesaja profeteert:

‘Want Ik al water gieten op de dorstigen, en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten, en Mijn zegen op uw nakomelingen. En zij zullen uitspruiten tussen het gras, als de wilgen aan de waterbeken. Deze zal zeggen: Ik ben des HEEREN; en die zal zich noemen met de Naam van Jakob; en geen zal met zijn hand schrijven: Ik ben des HEEREN, en zich toe noemen met de naam van Israël’

(Jes.44:3-5).

 

Het moet ons duide­lijk zijn dat de Heere geloof van ons ver­langt, bij alles wat Hij ons genadig aanbiedt. Daaraan is geestelijke strijd ver­bonden. Het is goed om te komen tot een geestelijke worste­ling om Gods gaven te mogen ontvangen. Hieronder versta ik ook de genadegaven uit 1 Kor. 12:9-10, in het bijzonder ‘de gave van onderscheiding der geesten’ en ‘de werkingen der krachten’. We moeten de identiteit en activiteiten van de boze geesten binnen onze kring leren ontdekken, zodat we deze doeltreffend kunnen bestrijden. We moeten biddend verlangen naar het ontvangen van de kracht om anderen te kunnen bevrijden van demonische belasting en gebondenheid.

 

Leer te bidden door de Heilige Geest,

 in de overwinnende kracht van Jezus Christus!

 

Leer te leven in de volle zekerheid van het geloof. ‘Benaarstig u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen’ (2 Petr. 1:10)

Leer te bidden door de Heilige Geest, in de overwinnende kracht van Jezus Christus!

Leer gebruik te maken van de volmacht die je hebt als gelovige, om in de Naam van Jezus Christus de boze machten en krachten te verdrijven.

 

We gaan nog even terug naar de gelijkenis van de sterke en de sterkere in Luk. 11.

Jezus leert ons in de verzen 20-22: ‘Maar indien Ik door de vinger Gods de duivelen uitwerp, zo is het Koninkrijk Gods tot u gekomen. Wanneer een sterke gewapende zijn hof bewaart, zo is al wat hij heeft in vrede. Maar als één daarover komt, die sterker is dan hij, en hem overwint, die neemt zijn gehele wapenrusting, daar hij op vertrouwde, en deelt zijn roof uit.’

Wij hebben een sterke Held,

Die verlossen en bevrijden kan!

 

Gelovige, wij hebben een sterke Held, Die verlossen en bevrijden kan! Hij heeft Zich ter beschikking gesteld om dat voor Zijn volk te doen. Hij is als de sterkere man in de gelijkenis. In het geloof zijn wij aan Hem verbonden. Hij doet het voor ons en wij zijn in Hem. We leven in een crisissituatie, waarin we niet terug kunnen. Wij moeten dus door het onmogelijke heen vooruit! De situatie van Israël voor de Rode Zee is weer actueel geworden. Merk op wat Mozes in deze situatie zei (in Ex. 14:13): ‘Vreest niet, staat vast, en ziet het heil des HEEREN, dat Hij heden aan u doen zal…’ In vers 14 vervolgt hij: ‘De HEERE zal voor u strijden, en gij zult stil zijn.’ Wat ons te doen staat, lezen we in vers 15: ‘Zeg de kinderen Israëls, dat zij voorttrekken.’

 

 

13.36 Afzwakking en versterking van de wilskracht

Door emotionele beschadigingen en innerlijke problemen kan de wilskracht worden afgezwakt. Hierdoor wordt men vatbaar voor infiltratie door ‘de geestelijke boosheden in de lucht’ (Ef.6:12). Zelfs verzwakte, beschadigde en misleide gelovigen worden ingepakt door boze machten. Jessie Penn-Lewis schrijft hierover: ‘De man met de ‘sterke wil’ wordt plotseling passief meegaand. Hij denkt dat God in zijn omstandigheden voor hem wilbeslissingen neemt en dat door andere mensen doet. En zo wordt hij passief en hulpeloos als er gehandeld moet worden. Na een poosje kan hij in dingen van het dagelijks leven geen keuzes meer maken en ontbreekt elk besluit of initiatief in zaken waarin activiteiten ontplooid moeten worden. Hij wordt bang een wens uit te spreken, laat staan een beslissing te nemen. Anderen moeten kiezen, handelen, leiden, besluiten. Ondertussen drijft hij als een kurk op het water.’

 

Als het denken is misleid en niet meer steunt op de waarheid van Gods Woord, is er weinig kracht en inzicht om zelf uit deze verzwakte toestand te geraken.

 

Het denken moet blijven steunen op Gods Woord

 

Door het misleide verstand en de afgezwakte wilskracht kan men komen tot onoplettendheid, gebrek aan concentratie en beoordelingsvermogen, aarzeling en besluiteloosheid. Besluiteloosheid is één van de belangrijkste oorzaken van stress.

 

Besluiteloosheid is één van de belangrijkste oorzaken van stress

 

Angst kan ook koppigheid en stelligheid in de hand werken, ‘om de controle maar vast te kunnen houden’. Iemand die angstig is, kan het juist niet beseffen dat de controle eigenlijk al van hem overgenomen is. Als je aan het afglijden bent in de geestelijke duisternis, grijp je jezelf vast aan alles wat zich maar aandient als ‘houvast’. De boze geesten zijn er snel bij om zo’n afglijdende gelovige ‘de  zwarte hand’ te bieden.

 

Boze geesten zijn er snel bij om een afglijdende gelovige

 ‘de zwarte hand’ te bieden

 

Penn-Lewis laat ons weten, dat uitputting ‘door overmatig gebruik van het lichaam of het verstand’ een oorzaak van verval kan zijn. Het is belangrijk dat voor de werkzaamheden van de menselijke geest het lichaam en het verstand vrij zijn van spanningen. Bezwarende uiterlijke omstandigheden mogen de inwendige mens niet overheersen, die immers vrij moet zijn om Gods wil te doen. Ze leert ons dat zorgen en moeilijkheden met betrekking tot het verleden of de toekomst het vrije handelen van de geest in de mens beteugelen.

 

Door een afgezwakte wilskracht kan er ‘apathie’, lijdelijkheid en een verflauwde interesse ontstaan bij christenen voor de echt geestelijke dingen. Al deze zaken kunnen elkaar versterken in een negatieve spiraal. Ondertussen zijn deze christenen volgens Penn-Lewis, dan wel ‘springlevend voor de maatschappelijke of wereldse dingen rondom hen’. Zowel wereldgelijkvormigheid, wettiscisme en moedeloze droefgeestigheid kunnen dus ook gevolgen zijn van een door lijdelijkheid afgezwakte wilskracht.

 

Hieronder wordt afgebeeld hoe ‘locomotief Wil’ wordt belemmerd en verzwakt door negatieve gevoelens. Het gevoel heeft zich laten beïnvloeden door zonde, zwakte en angst. Als we ons door het gevoel laten drijven, kunnen we gemakkelijk worden misleid. Het gevoel werkt niet met de ogen van het verstand, maar tast als het ware in het duister. We moeten onze keuzes niet laten bepalen door of het ‘goed of slecht aanvoelt’. Onze wil moet zich niet laten voortstuwen door zondige verleidingen, door angstige gevoelens of door moedeloos makende zwakte. Dat is allemaal verkeerde brandstof voor de wilskracht. We zien op de afbeelding hoe deze negatieve zaken via het gevoel in de wil worden gepompt. Het is een moedbenemende toestand. Hierdoor is ‘locomotief Wil’ niet vooruit te branden. Ik denk dat het voorbeeld voor velen herkenbaar is. De les is duidelijk: Laat je niet teveel leiden door het blinde gevoel, maar gebruik je heldere verstand!

   

 

Karakter en het opgebouwde historische record aan ervaringen en gevoelens spelen een belangrijke rol bij het gevoel. Door een laag zelfbeeld en ervaringen van afwijzing kun je vanuit je gevoel geen objectieve en nuchtere beslissingen nemen.

Zelfs de wil kan zich door negatieve gevoelens laten meeslepen in een zielig hoekje en zeggen: ‘Laat me maar met rust… ik wil niet meer, het hoeft voor mij niet meer.’

De verslapte wil heeft dus ook het verstand en het Schriftuurlijk denken nodig om de rug te rechten en stevig op de benen te gaan staan. Vanuit Hebr.12:12 kan een sukkelende gelovige met te weinig geestelijke wilskracht worden aangespoord met de woorden: ‘Daarom richt weer op de trage handen, en de slappe knieën…’

 

Het denken heeft een leidende functie ten opzichte van het gevoel en de wil. Het verlichte denken moet het gevoel en de wil ‘de baas blijven’. Het denken zal zich bezinnen op alles wat je te binnenschiet. In het boek Spreuken zie je hoe belangrijk de wijsheid is. Neem wijze besluiten. Gebruik altijd je verstand!

 

Gebruik altijd je verstand

 

Hieronder wordt geïllustreerd hoe het verstand en het heldere denken ‘locomotief Wil’ weer positief op de rails kunnen zetten.

 

 

 

Door nuchter na te denken en weer ijverig en serieus onze taken op te pakken, krijgen we weer nieuwe energie. Door alles weer op een rijtje te zetten, inzicht en doorzicht te krijgen, kunnen we weer met nieuwe moed vooruit.

Bij het positieve denken hoort discipline, oefening en training. Luiheid, ledigheid en slapheid zijn voertuigen van de boze geesten, die hiermee onze wilskracht proberen af te zwakken.

 

Omdat seksuele klieren deel uitmaken van het autonome zenuwstelsel, heeft het gevoel op ‘gevaarlijke momenten’ hulp nodig van een standvastige wil en een nuchter denken. Het denken heeft ook ons historisch record (met de seksuele ervaringen) geprogrammeerd. Seksuele gevoelens uit het verleden kunnen worden geactiveerd door nieuwe beelden en verleidingen. Niet-gereguleerde gevoelens kunnen dan gemakkelijk weer de overhand krijgen. Boze geesten kunnen onze zwakke plekken en ingangen van vroeger moeiteloos terugvinden.

 

Boze geesten kunnen onze zwakke plekken

en ingangen van vroeger moeiteloos terugvinden

 

In de wedergeboorte, als iemand tot geloof komt, wordt het denken vernieuwd. Daarna moeten we steeds meer worden vernieuwd en hervormd in ons denken (Rom.12:2). De vernieuwde wil en het heldere verstand zijn nodig om met de hulp van de Heilige Geest de verleiders de wacht aan te zeggen en te verdrijven. Zonder geestelijke wapenrusting is het moeilijk seksuele verleidingen te weerstaan.

We moeten toegeven dat veel christenen vooral op dit gebied hun zwakheden kennen en voelen. Dagelijks is het voor ons nodig om te bidden: ‘Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.’ In antwoord 127 van de Heidelbergse Catechismus wordt onze zwakheid vertolkt, maar ons ook de hulp en kracht aangewezen, waardoor wij staande kunnen blijven! (Lees dit maar in het antwoord.)

 

Hieronder zie je afgebeeld hoe het vernieuwde denken de wilskracht bevorderd. De stuwende krachten van geloof, hoop en liefde geven ‘locomotief Wil’ een heerlijke stimulans om tot Gods eer op het goede spoor krachtig en blijmoedig voort te gaan. 

 

 

Jessie Penn-Lewis stelt, dat de Heilige Geest de menselijke geest verlost tot vrijheid en opgewektheid.

 

De Heilige Geest verlost de menselijke geest tot vrijheid en opgewektheid

 

Ze leert ons verder dat ‘de volle vrijheid en het gebruik van de geest in samenwerking met de inwonende Heilige Geest absoluut noodzakelijk is om persoonlijke overwinning te krijgen en om de autoriteit van Christus over de machten van de duisternis uit te oefenen’.

 

Laat je niet leiden door je blinde gevoel. Je kunt iets wel willen… maar is het ook verstandig? Bezin je, voordat je aan iets begint.

Door schade en schande kun je wijs worden… niet door je gevoel, maar door je verstand te gebruiken. Met je gevoel kun je niet goed relativeren in nieuwe situaties.

Als je jong en nog vrij bent, kunnen je wil en je gevoel verliefd worden op een ongelovig, niet-christelijk meisje. Als christen zul je dan je verstand moeten gebruiken. Je moet dan goed nadenken over de gevolgen.

 

Denk na over de gevolgen van het toegeven aan gevoelens

 

13.37 Beschadigde en negatieve gevoelens

Wanneer iemand innerlijk is beschadigd, zich afgewezen voelt, diepe gevoelens van wrok, zelfbeklag en boosheid heeft, dan is dat een goede voedingsbodem voor een occulte belasting. Demonen kunnen dan fungeren als een klankbord om deze gevoelens te voeden en te verergeren. De specifieke demonen van boosheid, haat, zelfbeklag en afwijzing kunnen zich als bacteriën vestigen op de zieke en zwakke plekken, om te kwellen en het verder te verzieken tot vergaande agressie, depressie, wanhoop en zelfs (zelf)moord.

 

We lezen in Spr.15:13: ‘Een vrolijk hart zal het aangezicht blij maken; maar door de smart van het hart wordt de geest verslagen.’ Negatieve gevoelens kunnen leiden tot psychische problemen en zware depressies.

 

Negatieve gevoelens kunnen leiden tot

 psychische problemen en zware depressies

 

In Spr.17:22 wordt verklaard: ‘Een blij hart zal een medicijn goed maken; maar een verslagen geest zal het gebeente verdrogen.’ Positieve gevoelens zijn belangrijk voor herstel, zoals we dit zien in Spr.18:14: ‘De geest van een man zal zijn krankheid ondersteunen; maar een verslagen geest, wie zal die opheffen?’

De genoemde teksten laten ons zien hoe belangrijk het is, dat ‘denken, gevoel en wil’ op een positieve samenwerken. Het vernieuwde denken en de wil tot geloven kunnen negatieve gevoelens tot de orde roepen. Met een nuchtere wilskracht wordt het gestrande voertuig van het zware gevoel weer op de weg geplaatst! Waar een vernieuwde wil is, daar is ook een weg voor een wegkwijnend gevoel. Het gelovig denken en de standvastige wil kunnen het deprimerende gevoel opbeuren met het Woord van God en hem bemoedigen met Ps.43:5, waarin een gelovige zichzelf toespreekt: ‘Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is mijn Verlosser en mijn God.’

 

13.38 Bemoedigingen en aansporingen

We moeten ons niet gaan meten aan het geloofsleven van een ander, maar ons geloofsleven toetsen aan het Woord van God. De geestelijke groei is verbonden aan de Bijbel, waardoor de Heere God werkt. Jonge en zwakke gelovigen worden opgewekt in 1 Petr.2:2: ‘En verlang sterk, als pasgeboren zuigelingen, naar de zuivere melk van het Woord, om daardoor op te groeien, omdat u immers geproefd hebt dat de Heere goedertieren is.’ Daarbij worden we in 2 Petr.318 aangespoord om te groeien in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hierdoor mogen we Hem eren. De Heilige Geest neemt het uit Hem en verkondigt het ons (Joh.16:14). Deze vermaningen bemoedigen ons en versterken de wilskracht.

Wij dienen onze kinderen en de jongeren voor te houden om hun hoop op God te stellen (Ps.78:7). Dit geeft hen toekomstperspectief en de moed om het op een barmhartig God ‘te wagen’. Ze moeten de moed niet laten zakken door ontmoedigingen, maar de moed erin houden en blijven volharden in het goede.

Wij kunnen hen daarbij helpen.

 

Je moet de jongeren voorhouden hun hoop op God te stellen

 

Leer de jonge gelovigen de eerste beginselen en de bijbelse principes om te groeien. In de Engelse Bijbel lezen we in Spr. 22:6 bij de opvoeding: ‘Train up the child’. Geef iedere gelovige de ruimte om te groeien. Sta achter ze en ga er niet voor staan.

 

Het is de belofte van het nieuwe verbond, dat ze de Heere persoonlijk zullen kennen. Er aangehaald in Hebr.8:10 dat de HEERE heeft beloofd: ‘Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.’ In de Studiebijbel wordt hierbij verklaard: ‘Bij het nieuwe verbond gaat het om ‘wetten in het verstand’, d.w.z. dat de afweging van wat in een bepaalde situatie goed of kwaad is, plaatsvindt in het menselijk denken.’ Het gaat dus deel uitmaken van de menselijke persoonlijkheid. Er wordt verder uitgelegd, dat het inzicht in de wil van God en de bereidheid deze wil te volbrengen van binnenuit zal komen. ‘Dit is mogelijk door de inwoning van de Heilige Geest in de gelovigen Zij worden daardoor andere mensen.’   

De wil kun je vergelijken met het roer van het schip. We moeten ons door Gods Woord en de Heilige Geest laten leiden en inspireren en daarbij gehoorzaam volgen. Als we ons op het blinde gevoel laten drijven, kunnen we alle kanten uit worden gevoerd door geestelijke machten. We dienen hierbij het goede (eind)doel voor ogen te houden. We behoren te weten welke koers we moeten varen. Door de aansporing van de Heilige Geest, de liefde tot onze Koning en een sterke wilskracht kunnen we volharden.

 

 

13.39 Lopen in de loopbaan van het geloof

                                                                                                 Lezen: Hebr.12:1-11

Paulus vergelijkt het met het lopen in de loopbaan. Daarbij moet je ook de ogen op het doel gericht hebben. Je moet daarbij zeker ook kijken naar Jezus, ‘the Forerunner’ (Hebr.6:20). Je kunt er over lezen in Hebr.12:1-11, waar het gaat over ‘the race of faith’.

Kom in de renbaan, in het voetspoor van Jezus! Er kan veel strijd, tegenstand en aanvechting zijn in deze loopbaan. Er zijn veel geloofsgetuigen voorgegaan, die de latere lopers aanmoedigen, net als het publiek op de tribunes van de renbaan. Daarbij moeten we ‘afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt.’ Vers 1 vervolgt: ‘En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt.’ Volharding ziet op een sterke wilskracht.

In vers 2 leren we, dat wij het oog gericht moeten houden op Jezus, ‘de Leidsman en Voleinder van het geloof’.

 

Houd het oog gericht op Jezus,

de Leidsman en Voleinder van het geloof

 

In de Engelse Bijbel lezen we: ‘’ The Author and Finisher of our faith’. Hij heeft de weg tot God geopend. Hij is Zelf de Weg! Hij heeft het spoor van het geloof voor ons gebaand. Hij heeft ook de finish, het heerlijk einddoel van de overwinning tot stand gebracht.

Jezus zag Zelf ook op het doel, namelijk op ‘de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld’. In vers 3 worden we aangemoedigd: ‘Want let toch scherp op Hem, Die zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat u niet ontmoedigd wordt en bezwijkt.’

Door het zien op Jezus wordt worden wij bemoedigd en wordt onze wil gesterkt.

 

Door het zien op Jezus wordt worden wij bemoedigd

 en wordt onze wil gesterkt

 

Ik denk hierbij aan het liedje van Elly en Rikkert, waarin wordt gezongen:

 

‘Ik zal de wedloop blijven lopen,

mijn ogen op het doel gericht;

en ik zal altijd blijven hopen, dat er een prijs,

dat er een krans, dat er een kroon voor mij ligt .

(…) Ik kijk naar Jezus, Die ons voorgaat;

Hij is het eind (…) en het begin.’

 

In de Romeinse tijd waren er aan de zijlijn wel afleiders in het publiek, die zelf gouden muntstukken wierpen voor de renners. Laat je niet verleiden door de boze geesten, die je in jouw loop willen hinderen, om je van de kroon af te houden.

Je moet lopen om te winnen, zoals je kunt lezen in 1 Kor.9:24-27. Lees dit tekstgedeelte maar. Je moet jezelf daarbij beheersen in alles (vers 25). Betracht zelfbeheersing en discipline (exercise self-control).

In Korinthe werden om de twee jaar atletiekwedstrijden georganiseerd (De Istmische spelen – na de Olympische spelen het belangrijkste sportevenement van de Klassieke wereld). Deelnemers van de Olympische spelen moesten een eed afleggen, dat zij zich gedurende tien maanden serieus hadden voorbereid (door intensieve training en het zich onthouden van zware en vete gerechten en van wijn). Paulus gebruikte zaken uit de sportwereld als voorbeelden voor het geloofsleven. Het gaat hierbij ook over een sterke wilskracht, zelfbeheersing, training en doorzettingsvermogen.

Zorg er voor dat je altijd een helder doel en een duidelijke koers voor ogen hebt.

 

Je moet altijd een helder doel

en een duidelijke koers voor ogen hebben

 

Paulus zegt van zichzelf in 1 Kor.9:27: ‘For my part, I run with a clear goal before me.’ Hij bedwong zijn lichaam en bracht het tot dienstbaarheid. In de Herz.st.vert.: ‘Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar.’ Vanuit het Grieks: ‘Ik beuk mijn eigen lichaam en voer het tot slavernij.’ Letterlijk vertaald staat er: ‘Onder het oog slaan’ – in het verlengde: ‘bont en blauw slaan’.

Waarom al dit geweld tegen zichzelf? Hij wilde niet verwerpelijk worden, niet afgewezen worden. We weten wat ‘afwijzing’ kan uitwerken in het geestelijk leven. Paulus wil uiteindelijk niet door de hemelse Rechter worden afgewezen en veroordeeld. Hij deed al die moeite dus, omdat hij anders ‘should become disqualified’. Zoals je bij sportwedstrijden door een scheidsrechter kunt worden ‘gediskwalificeerd’.

Hoe is het bij ons Zijn wij bang voor diskwalificatie? Vanwege een verkeerde geestelijke training? Of een slechte geestelijke conditie? Door zonden of demonische infiltratie, die ons van het recht spoor afhouden? Laten we onszelf steeds weer testen en onderzoeken, opdat we bij de laatste test niet zullen worden afgewezen en veroordeeld… Hoe staat het met onze geestelijke kwaliteit?

 

Let er steeds op hoe het is gesteld met je geestelijke kwaliteit

 

In Kol.1:12 dankt Paulus God de Vader, ‘Die ons bekwaam gemaakt heeft, om deel te hebben in de erve der heiligen in het licht’ (‘Who has qualified us’).

God bekwaamd ons… en wij moeten ons in gehoorzaamheid laten leiden en ons met doorzettingsvermogen ook bekwamen.

 

Een wilskrachtige gelovige is op weg naar de finish.

Jezus heeft aan het kruis uitgeroepen: ‘It is finished’. Hij is ook ‘the Finisher of our faith’. We lezen in 2 Tim.4:7-8, dat Paulus door genade getuigt: ‘Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geëindigd, ik heb het geloof behouden.’ In het Engels lezen we: ‘I  have finished the race.’ Paulus gaat verder: ‘Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in die dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning hebben liefgehad.’

 

Het is dus zeker de moeite waard om met doorzettingsvermogen de loopbaan van het geloof te lopen. Als je hierbij op Jezus mag zien, de overste Leidsman en Voleinder van het geloof, zul je kunnen volharden en het heerlijke einddoel bereiken!

 

We moeten hierbij leren met elkaar samen te werken. Maak van de leden actieve medestrijders! Een ieder moet een geestelijke strijder en werver in de wapenrusting worden. Satan en zijn demonen willen actieve christenen passief maken, zodat ze minder gevaarlijk voor hen zijn. Ze willen geen actieve evangelisten, die door Gods genade overwinningen kunnen behalen.