Evangelisatietraining

Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat

 

Dit artikel geeft ons een basistraining voor discipelschap en evangelisatie. Het is belangrijke voorlichting voor een evangelisatieteam. We worden geestelijk gevormd vanuit de bijbelse principes van discipelschap. Een discipel behoort een blijvende volgeling en leerling van Jezus Christus te zijn. We kunnen slechts leven door Hem en vrucht dragen uit Hem. Hij is de Levensbron waardoor we een bron van levend water kunnen zijn voor anderen. Evangeliseren is ‘doorgeven waar we zelf van leven’.

                                    

We willen in Jezus te geloven zoals de Schrift zegt. Stromen van levend water zullen dan uit ons vloeien (Joh.7:38). Dan worden we vanzelf een overvloeiende bron. De training is erop gericht om Jezus als discipel te volgen, en om Zijn heerlijk Evangelie door te geven. 

   

Waarom een evangelisatieteam?

Vanaf de tijd van de eerste christengemeenten werd er ook door gewone gelovigen geëvangeliseerd. Dr. L. Praamsma verklaart ons in het eerste deel van zijn uitgebreide kerkschiedenis ‘De kerk van alle tijden’: ‘Het is de onvergankelijke eer van de oude kerk geweest dat de leden van de gemeente, ieder naar gelang van zijn geloof (Rom.12:7), de boodschappers van het Evangelie zijn geweest.’ De gelovigen waren bereid om rekenschap af te leggen van de hoop die in hen was (1 Petr.3:15). Zij deden dat juist ook onder de moeilijke omstandigheden van tegenstand en vervolging. We lezen in Hand.8:4 wat de uitwerking van de vervolging door Saulus was: ‘Zij dan die overal verspreid waren, trokken het land door en verkondigende het Woord.’ Hun leven en streven vinden we in de Bergrede (Matth.5-7). Zij leefden nog dicht bij de Levensbron. Zij waren de oorspronkelijke bronnen van helder, krachtig opbruisend water. Daar moeten we ons aan spiegelen. Zij waren het zout der aarde en het licht der wereld: ze waren er voor de omgeving. In de pastorale brieven van Paulus lees je over de liefdevolle houding die de gelovigen naar buiten toe moesten hebben.

Van de gemeente te Rome is er nog heel wat overgeleverd. We lezen er al over in de brief van Paulus aan de Romeinen. Paulus evangeliseerde ook wel met meerdere personen. Het is bekend dat er vrouwen bij waren. Terwijl Paulus in het openbaar predikte, waren er blijkbaar ook vrouwen die het Evangelie in de huizen bij de vrouwen en kinderen brachten. De eerste christengemeenten bestonden in het begin voor het grootste deel uit vrouwen en slaven. Zij hadden veel invloed bij de opvoeding van de kinderen. Een huisslaaf kon in een gezin ook wel een taak hebben als oppasser en begeleider (paidagōgos) van de kinderen. Een gelovige, dienende pedagoog had dan een goede invloed op de kinderen en andere huisgenoten.  In woord en daad kon hij dan de liefde van zijn Meester doorgeven in de oikos waarin hij was geplaatst. De stad Rome bestond in de tijd van de vroege kerk wel uit 600.000 burgers en 900.000 slaven. De gelovige slaven en vrouwen waren dus de lichtende voorbeelden in de huisgezinnen, die door woord en daad het Evangelie verkondigden. Door huisevangelisatie kwamen op den duur ook andere gezinsleden tot geloof. Origenes schrijft over de invloed van de vele slaven in de eerste christengemeenten, dat het geen uitzondering was dat hun meesters door hun toedoen tot bekering werden gebracht.

In Rom.16 lees je over een aantal mannen en vrouwen die medearbeid(st)ers waren. Je ziet daarin hoe ze met elkaar samenwerkten bij de verkondiging van het Evangelie.

De huisevangelisatie is tegenwoordig weer een effectieve manier van evangeliseren geworden. Ze noemen dit ‘oikos-evangelisatie’. ‘Oikos’ is het Griekse woord voor huis. De ‘oikos’ was in de Bijbel ook al breder dan alleen het huisgezin. Nu wordt er onze persoonlijke leefwereld van relatienetwerken mee bedoeld. Dit zijn dus mensen met wie we regelmatig contact hebben, zoals familieleden, vrienden, collega’s, buren, enz.

Binnen een evangelisatieteam kan deze oikos-evangelisatie goed worden beoefend. Een ieder moet dan proberen om via vriendschapsevangelisatie een goede kennis vriendschappelijk bij het evangelie te betrekken. Na een vriendschapsband te hebben opgebouwd, kun je deze persoon daarna uitnodigen voor een evangelisatiebijeenkomst. Als meerdere teamleden goede kennissen kunnen meenemen naar een samenkomst, kan onder de zegen van God het Evangelie onder de doelgroep verder ingang vinden.

Je kunt over deze vorm van evangelisatie meer lezen op de website van de Evangelische Alliantie onder ‘Oikosevangelisatie’.  Je kunt ook kijken op het onderdeel van de Emmaüscursus over oikosevangelisatie, dat staat op een PDF document (je kunt dat vinden via Google via de zoekfunctie: Emmaüs oikosevangelisatie). Daarmee kun je het evangelisatieteam trainen in deze vorm van vriendschapsevangelisatie.

De praktijk van evangelisatie door rondtrekkende evangelisten en kleine groepen gelovigen zie je in tijden van opwekking en vervolgingen steeds weer terugkeren.  In Rusland en China is het verspreiden van het Evangelie door kleinere groepjes gelovigen de gebruikelijke gang van zaken. Het evangeliseren is binnen bloeiende christengemeenten een vanzelfsprekende passie.

Trainingsonderdelen 

Training voor discipelschap en evangelisatie kan uit de volgende onderdelen bestaan:

1. Komen tot de Levensbron

2. Leven uit de Levensbron

3. Discipelschapstraining

4. Leven in liefde en eenheid

5. Het evangelisatieteam

6. Zorgen voor een goede doorstroming

7. Leren hoe we kunnen overvloeien

8. Kijken hoe we overkomen

9. Vrucht blijven dragen in de Wijnstok

10. Zien op Jezus in het volgen van Hem

11. Wandelen in het licht met Jezus

12. Het licht van de wereld zijn

10. Praktische evangelisatie

Kennismakingsronde

Aan het begin van het trainingsprogramma is het goed om een kennismakingsronde te houden met de aanwezigen. Binnen de groep moet er een vertrouwelijke band ontstaan in de eenheid die wordt ervaren door het geloof in Jezus Christus. De trainingen kunnen versterkend en bemoedigend zijn. Als we biddend samen zijn in de Naam van Jezus, is Hij in het midden. Hij komt tot ons door het Woord en de Heilige Geest. Verwacht veel van de Heiland, Die ons veel heeft te bieden!

_______________________________________________________________

Inleidende trainingsmodule

De Levensbron

Bij God is de bron van het leven (Ps.36:10). Als we de toevlucht tot hem hebben genomen, worden we verzadigd vanuit Zijn overvloed. We mogen dan drinken uit Zijn beek (Ps.36:8-9). Andere mensen moeten zien dat wij worden verzadigd uit Zijn volheid. Laat de goedheid van God maar zien! Geef door wat je van Hem hebt ontvangen.

Jezus zei tegen de Samaritaanse vrouw: ‘ wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven’ (Joh.4:13-14). Jezus kan ons pas echt verzadigen en de volkomen geestelijke vervulling geven. Hij roept ons toe vanuit Joh.7:37-38: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.’

Door Jezus Christus is de liefde en genade van God tot ons gekomen en in ons gevloeid.  Jezus is de Wijnstok en wij zijn de ranken, die de levenssappen van Hem ontvangen (Joh.15). Hij is dus ook de Levensbron. Uit Zijn volheid ontvangen wij genade op genade (Joh.1:16).

Wij moeten in Hem blijven om zichtbare vrucht te kunnen dragen, want zonder Hem kunnen wij niets doen (Joh.15:4-5). Zijn woorden moeten in ons blijven om te kunnen ontvangen wat wij van Hem verlangen (Joh.15:7). Dit komt verderop aan de orde bij het onderdeel over de Wijnstok en de ranken. In Joh.15:8 leert Jezus ons: ‘Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent.’

Leven uit de Levensbron

Zoeken wij bovenal de eer van God? Zijn we een echte volgeling en leerling van Jezus? Blijf op Jezus zien, en leef uit Zijn volheid! Hier moet de training voor discipelschap en evangelisatie op gericht zijn. Evangeliseren is ‘doorgeven wat wij van Hem hebben ontvangen’. Om dit te kunnen doen moeten wij op de Levensbron zijn aangesloten, en zorg dragen voor een goede doorstroming in onze bron. Evangeliseren is het overvloeien van onze geestelijke bron.

De trainingen zijn erop gericht om een overvloeiende bron te worden. In de brieven van Paulus worden we meerdere malen opgeroepen om (meer) overvloedig te zijn (Bestudeer 2 Kor.9:8, Filip.1:9, Kol.2:6-7 en 1 Thess.4:1.)

In 1 Kor.15:8 en 57 worden we aangespoord en bemoedigd: ‘Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, in de wetenschap dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere. Maar God zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus.’

Inleidende vragen: 

1. Wat heeft de Levensbron ons te bieden?

2. Waarin komt de Levensbron overeen met de Wijnstok?

3. Hoe kunnen wij in Jezus blijven en vrucht dragen?

4. Waarom heeft evangelisatie alles te maken met de Levensbron?

5. Waarom horen discipelschapstraining en evangelisatietraining bij elkaar?

6. Hoe kunnen we overvloedig zijn in het werk van de Heere?

 

Discipelschapstraining

Discipelen worden gevormd en getraind in een groep. Jezus en Zijn discipelen zijn voor ons hierin het voorbeeld. Een discipel is een volgeling en leerling van Jezus.

In de zendingsopdracht en het evangelisatiewerk gaat het over de verkondiging van het Evangelie en het maken en vormen van discipelen. Jezus heeft Zijn volgelingen de bevolen om heen te gaan en al de volken te onderwijzen. Dit is een opdracht voor al Zijn volgelingen tot aan het einde van de wereld.

De Zaligmaker spreekt ook nu tot Zijn gemeenten en ons in Matth.28:18-20: ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopende in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.’

Letterlijk vertaald uit het Grieks staat er in Matth.28:19: ‘Maakt tot discipelen al de volken’. We lezen in Hand.14:21 dat Paulus en Barnabas in Derbe ‘het Evangelie verkondigd hadden en veel discipelen gemaakt hadden’. Zij hebben daar de zielen van de discipelen versterkt, en hen aangespoord om onder moeilijke omstandigheden in het geloof te blijven (vers 22). Vanuit het Grieks lezen we dat het ging om vertroosten en bemoedigen, en het blijven bij het geloof in Jezus. ‘Blijven bij’ betekent daar: niet loslaten, niet verslappen.

Leer ze om in Jezus te blijven

‘Discipelen maken’ betekent dat je anderen leert om in Jezus te blijven, en vrucht te dragen uit Hem (zie Joh.15). Jezus leert verder ons in Joh.15 dat Zijn volgelingen elkaar moeten liefhebben (vers 12), en dat ze van Hem moeten getuigen (vers 27). Wij kunnen dit doen door de werking van de Heilige Geest, Die van Jezus getuigt (vers 26). De Heilige Geest verheerlijkt Jezus, neemt het uit Hem en verkondigt het ons (Joh.16:14). Daarom moeten wij ook Jezus hooghouden en grootmaken voor de mensen. Dat is evangeliseren. Laat aan de mensen zien wie Jezus is, en wie Hij voor hen wil zijn. Wij moeten Jezus laten zien aan de wereld. Eigenlijk moeten de mensen Jezus in ons zien. Ze moeten ons herkennen als volgelingen die op hun goede Meester lijken.

Vragen over discipelschap 

7. Hoe heeft Jezus Zijn discipelen geleerd en gevormd?

8. Waarom is groepstraining belangrijk?

9. Waarin moeten we worden gevormd en getraind?

10. Hoe kunnen we elkaar bemoedigen en aansporen?

11. In hoeverre kunnen discipelen andere discipelen maken?

12. Wat spreekt je wel aan de tekst boven deze vragen?

13. Wat doet de Heilige Geest?

14. Wanneer ben je een goede discipel?

15. Wat behoren de volgelingen te doen?

 

Trainen in liefde en eenheid

De wereld moet ook zien dat wij liefde onder elkaar hebben. Jezus geeft ons door in Joh.13:34-35: ‘Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.’ Ze kunnen Jezus in ons zien door de liefde en eenheid onder ons.

Jezus heeft Zijn volgelingen in de wereld gezonden, en Hij bidt ook voor hen (Joh.17:18 en 20). Hij verklaart ons verder in Zijn hogepriesterlijk gebed in Joh.17:20-21: ‘En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven, opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt.’

Training voor discipelschap en evangelisatie moet zich dus richten op het bevorderlijk van onderlinge liefde en eenheid. Dat is een belangrijk basiselement in het trainen van een evangelisatieteam.

Het evangelisatieteam

De leden van een goed evangelisatieteam zijn als kleine stroompjes die samenkomen in een gemeenschappelijke bron. Samen moeten we een krachtige, overvloeiende bron worden. Door een goede toevoer van levend water, dat wordt voortgestuwd vanuit de Levensbron, kan er een krachtige bron ontstaan.

In de Wijnstok Jezus Christus worden de vruchtdragende ranken gereinigd, opdat zij meer vrucht zullen dragen (Joh.15:2). In een evangelisatieteam van gelovigen behoren vruchtdragende ranken te zijn. Samen behoren we dan tot eer van de Vader veel vrucht dragen, en discipelen van Jezus te zijn (Joh.15:8). Deze vrucht moet worden opgemerkt door de mensen om ons heen. Het moet aantrekkelijke vrucht zijn, waardoor ze zullen worden verzadigd. Ze moeten gaan beseffen dat we iets goeds hebben te bieden, iets wat ze nodig hebben.

Wat hebben ze nodig?

Onderzoek wat de diepste behoeften van ongelovigen in onze samenleving zijn. Is het opofferende liefde, acceptatie, veiligheid en warme eenheid? Hebben ze behoefte aan persoonlijke aandacht, vertrouwen, geloofskennis, hoop en toekomstperspectief? Dit zijn vruchten die in Jezus worden gevonden, die Hij ons biedt. Vanuit Hem kunnen we deze vruchten voortbrengen en aan de wereld aanbieden. Hoe presenteren we ons als rank in de Wijnstok? Dragen wij aantrekkelijke vruchten voor onze naasten?

Als team behoren wij een aantrekkelijke eenheid te zijn. In onze samenkomsten dienen de aanwezigen als het ware geestelijk in een warm bad tot rust te komen. Er moet geestelijk voedsel zijn voor hun lege hart. Ontvangen ze in de warme bron troost en bemoediging? Is er water voor de dorstige, en vloeien er stromen op het droge? (Jes.44:3).

De gemeenschappelijke bron van het evangelisatieteam

 moet een rivier van vrede worden voor de omgeving 

 

Vragen voor het evangelisatieteam 

16. Wat moet een goed evangelisatieteam uitstralen? Waarom?

17. Waarom zijn liefde en eenheid zo belangrijk?

18 Hoe kunnen de teamleden samen een krachtig bron worden?

19. Noem belangrijke voorwaarden om vrucht te kunnen dragen?

20. Welke vruchten zijn aantrekkelijk voor de mensen om ons heen?

21. Hoe kunnen we inspelen op de behoeften van ongelovigen. 

      ______________________________________________ 

Trainingsmodule 1 

Ben je een bron van levend water?

Hoe worden we een overvloeiende bron van levend water? Dat heeft duidelijk te maken met de wijze waarop we geloven. Jezus leert ons in Joh.7:38: ‘Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.’ Dit heeft te maken met het werk van de Heilige Geest (vers 39). We hebben voortdurende opwekking en doorstroming nodig. Dat is kenmerkend voor een gezonde bron, die veel betekent voor de omgeving.

Voor een gezonde gelovige is evangeliseren een vanzelfsprekende passie en geen opgelegde plicht. Als je door het geloof voortdurend mag drinken van het levende water, vloeit je bron vanzelf over. Jezus nodigt nog steeds vanuit Joh.7:37: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken.’ Het water dat Jezus ons geeft, wordt in ons een bron van water dat opwelt tot in het eeuwige leven (Joh.4:14).

Wat kan de doorstroming belemmeren?

Wat kan onze bron gaan vervuilen?

Hoe kan de bron van geestelijk leven zelfs gaan dichtslibben?

We gaan in trainingsmodule 1 samen nadenken over: 

het slijk van de twijfel

Al deze zaken kunnen de doorstroming van onze bron belemmeren. We doen dit door middel van persoonlijke vragen en groepsopdrachten.

Laat je steeds weer voeden door het Woord en zoek naar vervulling door de Geest (Ef.5:18). Het kwade in ons kan zich blijven handhaven door onkunde. We bezitten dan te weinig praktische geloofskennis om het kwade uit onze bron te verwijderen. Voor een goede doorstroming moet onze bron voortdurend worden aangevuld. Door een voortdurende doorstroming wordt het vuil verwijderd en zal de bron niet dichtslibben.

In de training voor discipelschap en evangelisatie is het nodig dat we eerst gaan kijken naar de doorstroming van de bron van ons geestelijk leven.

Denk na over de volgende vragen:

1. Wat kan de doorstroming belemmeren?

2. Wat is er nog in ons wat reiniging en heling nodig heeft?

3. Hoe proberen de geestelijke boosheden de doorstroming te blokkeren?

4. Onderzoek nu wat de goede doorstroming in je geestelijk leven belemmert.

 Beantwoord de volgende meerkeuzevragen

(Je kunt hierbij meerdere antwoorden omcirkelen): 

5. Heb je last van het slijk van de twijfel?

    A. Het overvalt me regelmatig.

    B. Ik heb er veel mee te strijden.

    C. Gelukkig heb ik weinig last van twijfel.

    D. Ik twijfel nogal eens aan mezelf.

    E. Ik heb mijn twijfels over de weg die God met me houdt.

    F. Ik word in twijfel gebracht door uitleg over het geloofsleven.

   G. Ik ga twijfelen door innerlijke tegenstrijdigheden.

   H. Ik blijf twijfelen door zonden die in mijn leven blijven.

    I.  Door tegenslagen ben ik gaan twijfelen.

   J. Ik twijfel aan de uitkomst van sommige beloften.

   K. Ik twijfel regelmatig omdat bepaalde gebeden niet worden verhoord. 

 

Groepsopdrachten over twijfel 

6. Waarom is slijk dat aanslibt in de bron een goed beeld van twijfel?

7. Hoe word je verlost van het slijk van de twijfel?

8. Kun je vertellen hoe er na twijfel weer doorstroming kwam in jouw geloofsleven?

9. Noem onopgeloste vragen over persoonlijke twijfel.

10. Welke vragen hebben anderen ook? Kom met verhelderingsvragen.

      Hoe komt het dat het breder leeft?

11 Laat het Woord van God hierin spreken. Bemoedig elkaar.

12. Maak er gebedspunten van. Ga samen in gebed. 

 ________________________________

Trainingsmodule 2 

Het gruis van negatieve gevoelens

Vragen over het gruis van negatieve gevoelens

1. Welke negatieve gevoelens kunnen onze bron vertroebelen?

2. Hoe kunnen deze gevoelens bij gelovigen nog een grote rol spelen?

3. Waarom hebben veel gelovigen last van ‘het gruis van afwijzing’?

4. Waardoor kunnen we in verwarring raken?

5. Wat hebben confrontaties en tegenstrijdigheden hiermee te maken?

6. Waarom zijn angst en afgunst vaak gevolgen van afwijzing?

Wat doe je met het gruis in jouw bron?

7. Welke volgende zinnen zijn het meest op jou van toepassing? Doe dit voor jezelf.

Nummer 1 tot 10: Zet bovenaan wat het meeste bij je past, aflopend naar nummer 10.

De andere 6 zinnen zijn dan voor jou niet zozeer van toepassing. 

A. Ik heb gelukkig geen last van negatieve gevoelens.

B. Het gruis doet me niets. Ik negeer het gewoon.

C. Ik erger me aan het gruis.

D. Ik zorg dat ik positief overkom, zodat ze het niet merken.

E. Ik leer ermee te leven.

F. Omdat er nog genoeg doorstroming is, verwaarloos ik het gruis.

G. Ik zie het gruis wel door de vingers.

H. Ik hoop op God, zie op Jezus, en reinig mijn bron (1 Joh.3:3).

 I. Ik vind het heel verdrietig dat mijn bron zo vertroebeld is.

J. Ik blijf zien en vertrouwen op het reinigend bloed van Jezus.

K. Ik herken mijn gebed in Ps.19:13: ‘Reinig mij van verborgen afdwalingen.’

L. Mijn verlangens en gebeden vind ik in Ps.51:4 en 9-15.

M. Bij afwijzing mag ik zien op Jezus, Die werd veracht (Jes.53:2-5).

N. Het bemoedigt mij dat Jezus ons leed heeft gedragen (Jes.53:4).

O. Ik ervaar dat er door de striemen van Jezus genezing voor mij is (Jes.53:5).  

P. Ik probeer in Jezus te blijven en vrucht uit Hem te dragen,

     want dan zal de Vader mij reinigen, om meer vrucht te dragen (Joh.15:1-2).

 

8. Probeer het nu met elkaar te delen, en er een gesprek over te hebben.

9. Laat in het gesprek de 5 belangrijkste zinnen voor reiniging naar voren komen.

10. Waarom is Jes.53 goed voor oplossingen van het genoemde gruis in de bron?

11. Deel teksten uit Jes.53 die je bijzonder aanspreken. Waarom?

12. Probeer elkaar verder te bemoedigen vanuit het Woord.

13. Noem gebedspunten, en ga samen voor en met elkaar in gebed.

      Denk aan de opbouw in het ‘Onze Vader’.

      Begin met aanbidding en dankzegging, bid voor elkaar,

      en eindig met  lofprijzing. 

____________________________________

Trainingsmodule 3 

Stenen in onze bron

Welke stenen blokkeren onze bron?

We lezen in Gen.26 dat Izak te maken had met dichtgestopte waterputten. De Filistijnen hadden dat uit jaloersheid gedaan. In vers 15 staat er: ‘Al de putten die de dienaren van zijn vader Abraham gegraven hadden, stopten de Filistijnen dicht en vulden ze met aarde.’  Daar zit een herkenbare les in. Onze geestelijke vijanden zullen proberen om onze geestelijke bron dicht te stoppen.

        

Door wat anderen ons aandoen

Toegewijde gelovigen en evangelisten ontmoeten tegenstand. De duivel is de tegenstander en laat zijn onderdanen stenen gooien naar actieve gelovigen. Negatieve reacties, pijnlijke opmerkingen en roddels kunnen ons diep in het hart treffen. De stenen van onkunde vanuit de wereld missen nogal eens hun doel. Je weet hoe ze daar denken. Ze kunnen met opmerkingen gooien die nergens op slaan en ons dus ook niet treffen. Stenen vanuit de godsdienstige wettische wereld komen veel pijnlijker over. De Joden probeerden Jezus al te stenigen (Joh.8:59, 10:31). In Hand.8:58 zie je dat ze vrijmoedige getuige Stefanus hebben gestenigd.

                                        

Op geestelijke wijze worden er stenen in onze bron geworpen. Als ze je diep treffen, kunnen ze blijven liggen op de bodem van je hart. Bij herhaling zullen deze stenen dan de doorstroming in jouw bron gaan blokkeren. Het kunnen stenen van afwijzing en vernedering zijn. Als je vrijmoedig mocht getuigen van het geloof in Jezus, kunnen wettische gemeenteleden je stenen van onbegrip en afgunst toewerpen. Izak werd rijk gezegend door de HEERE (Gen.26:12-14). De Filistijnen konden de welvaart van hem niet hebben, en stopte uit jaloersheid de waterputten voor hem dicht.

                                        

Sommigen kunnen proberen ons onder hun controle te houden, en ons bang te maken om het levend water nog zo vrijmoedig uit te dragen. Zij gooien stenen van boosheid en angst in onze bron. Als we ons dit aantrekken kunnen deze stenen zich opstapelen in onze bron. Boosheid en angst kunnen zelfs gekwetste gelovigen geestelijk belasten. Angst en verbittering kunnen ons beklemmen en ons alle vrijmoedigheid benemen.

We kunnen ook in moeilijke omstandigheden worden gebracht, waarin we verkeerd reageren en fouten maken. Mensen kunnen ons gaan beschuldigen en belasteren. Stenen van teleurstelling en zelfbeschuldigingen kunnen ons dan treffen en onze vrijmoedigheid blokkeren.

Door wat we onszelf aandoen  

Door zonden kan ons hart worden verontreinigd. We worden droefgeestig en depressief. We gaan onszelf herkennen in Psalm 51. Dit kan de gelovigen allemaal overkomen. In Psalm 32:4 geeft David aan dat door zijn zonde zijn levensvocht veranderde in een zomerse droogte. Gelukkig kwam er bij David na schuldbelijdenis weer doorstroming. Daarna kon hij weer een getuige zijn van een barmhartig God. In Psalm 51:12-15 bidt en verklaart hij: ‘Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. Verwerp mij niet van voor Uw aangezicht en neem Uw Heilige Geest niet van mij weg. Geef mij de vreugde over Uw heil terug, ondersteun mij met een geest van vrijmoedigheid. Dan zal ik de overtreders Uw wegen leren en zondaars zullen zich tot U bekeren.’

David kon na vergeving, vernieuwing en doorstroming weer een vrijmoedige evangelist worden. De Heilige Geest kan ons weer nieuwe vrijmoedigheid geven. Stromen van levend water zijn er door het werk van de Heilige Geest (Joh.7:38-39). Vrijmoedigheid geeft nieuwe, krachtige doorstroming in onze bron, en spoelt de angst weg. Door angst verloochende Petrus Zijn Meester. Door de uitstorting van de Heilige Geest kreeg hij bijzondere vrijmoedigheid en werd hij een krachtige bron van levend water.

Graaf de oude putten weer op

Er zijn nog genoeg watervoorraden te vinden uit het christelijk verleden. Het is goed om deze toegestopte putten weer op te graven. We kunnen daar dan wel weer water uit putten en moed uit scheppen. We lezen in Gen.26:18 van Izak in het dal van Gerar het volgende: ‘En Izak keerde terug en groef de waterputten weer op die zij in de tijd van Abraham gegraven hadden en die de Filistijnen na de dood van Abraham dichtgestopt hadden. Hij gaf ze dezelfde namen als zijn vader ze gegeven had.’

Zoek naar het levende water

Izak bleef daarna met zijn dienaren naar water graven. Dit is een voorbeeld om na te volgen. Als je eens van het heldere water hebt gedronken, en de smaak ervan te pakken hebt gekregen, zul je naar meer water gaan zoeken. In Gen.26:29 lezen we: ‘De dienaren van Izak groeven eens in het dal en vonden daar een put met opborrelend water (a well of running water).’ In de weg van zoeken en graven kun je het levende water vinden! In Gen.26:23 lezen we dat Izak bij Berseba de HEERE een altaar bouwde. Hij zette daar ook zijn tent op, en zijn dienaren groeven daar een put. Het Hebreeuwse woord voor graven ziet hier op het doorgraven van een rotslaag. De putten die er nu nog in Berseba zijn gaan door vijf meter rots heen. Het is de moeite waard om het water te bereiken dat van levensbelang is. Je moet er dus wel je best voor doen om een put te graven en open te houden.

Het water kan worden betwist. Boze machten zullen proberen om je van het levend water af te houden, zodat je geestelijk leven zal opdrogen. Izak bleef volhouden met zoeken en graven. En zo vond hij een put waar geen onenigheid over was. We lezen verder in Gen.26:22: ‘Daarom gaf hij hem de naam Rehoboth, want, zei hij, nu heeft de HEERE ruimte voor ons gemaakt en zullen wij vruchtbaar zijn in dit land.’

Wij willen geestelijk vrucht dragen in onze omgeving. Daarom wens ik ons allen een put Rehoboth toe… en wij zullen vruchtbaar zijn in dit land!