Pastorale stappen

Cursus jongerenpastoraat

Stap 1  positiebepaling

 

Stap 2  Wat heb je nodig?

 

Stap 3 Hoe kun je geestelijk worden geholpen?

 

De eerste stap bestaat uit de positiebepaling van de persoon waaraan geestelijke hulp wordt geboden. We moeten samen ontdekken hoe de geestelijke conditie is. Dit wordt het startpunt van de hulpverlening. Als er geen goede analyse is, kan iemand met problemen of gebreken niet effectief worden geholpen. 

 

Bij stap 2 kun je ontdekken wat je geestelijk nodig hebt en mist. Er kan dan gericht worden gewerkt aan het voeden en versterken van de zaken waarvoor dit nodig is. Het gaat hierbij al om het zoeken naar verbetering van de geestelijke positie en conditie.

Bij stap 3 staat de goede Herder centraal. Vanuit Jezus Christus, door de leiding van de Heilige Geest, moet er pastoraal worden gehandeld, en kun je pas echt goed worden geholpen.

Het gaat er bij deze vorm van geestelijke hulpverlening om, dat we samen met de jongere (en ook oudere) ontdekken waar de pijnplekken zijn en waar het gemis wordt ervaren. Het begint meestal met afwijzing, met de daaruit voortkomende gevoelens van onveiligheid. De gevolgen zijn meetbaar in gevoelens van boosheid, afgunst, twijfel en angst. Deze geestelijke zaken worden als een negatieve stuwkracht opgebouwd in het historisch record van het denken. Onze gevoelens en ons denken geven sturing aan onze wil. Dit is bepalend voor de wilskracht en de keuzes die we maken. Op de volgende afbeelding zie je hoe het historisch record van het denken is ontwikkeld in het innerlijk van een gelovige.

       

In het ‘grijze denkveld’ van zijn oude vleselijke mens proberen nog steeds de boze geesten (demonen) via zijn gedachten te infiltreren. Via de geestelijke nieuwe mens wordt hij door de Heilige Geest geïnspireerd en gevoed. Het opgebouwde record van gevoelens heeft een grote sturende invloed op het denken en de wil. Bij nieuwe contacten en ervaringen blijven negatieve gevoelens een rol spelen in het geestelijk leven. Je ziet dit uitgebeeld in de afbeelding. Dit kan leiden tot agressie, depressie en dwangmatigheid. Op deze zwakke en beschadigde plekken kunnen de geestelijke boosheden in de lucht (Efeze 6:12) als parasieten de kwalen verergeren en het leven verder verzuren.

Zorg voor positieve voeding vanuit het Evangelie!

Aan de onderkant van de afbeelding zie je de aanduidingen voor het grijze en gele denkveld, namelijk het juridische (wettische) en medische veld. Het juridische veld heeft te maken met ‘gedachten over vergelding voor geleden onrecht’. Het medische veld is helpend en helend en vloeit voor uit het Evangelie van Jezus Christus. Je vindt de principes van het medische denkveld in het Nieuwe Testament, vooral in de woorden van Jezus (denk aan de Bergrede) en in de pastorale richtlijnen in de zendbrieven.

Het is belangrijk dat we ons juridische, wettische denkveld zoveel mogelijk negeren en niet voeden, maar dat we ons juist laten voeden via en vanuit het medische (gele) denkveld. Dit principe komt steeds weer terug in de pastorale cursus.

Je bent veilig bij de goede Herder

Is er een aansporing en bemoediging in Joh.10 als je nog niet gelooft of er geen duidelijkheid in hebt? Zeker wel! Jezus is door Zijn Evangelie op zoek naar verloren en dwalende schapen. Hij verklaart ons in Joh.10:16: ‘Ik heb nog schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; ook die moet ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder.’ Hij nodigt ook jouw en wijst je de weg, als hij zegt: ‘Ik ben de Deur voor de schapen.’ Wil je niet tot Hem komen, om achter Hem te kunnen schuilen.

Wat is er achter deze Deur voor jou te vinden en te ervaren?

Dat zijn de zaken van het eerdergenoemde ‘gele veld’: acceptatie, veiligheid, geloof, hoop, liefde en kennis.

Buiten deze Deur, in het zogenaamde open veld, zijn de zaken van het ‘grijze veld’ voor de schapen aanwezig, namelijk: afwijzing, afgunst, twijfel, angst, boosheid en onkunde. Met deze ongelukkige zaken wordt binnen de schaapskooi afgerekend.

Bij de veilige schaapskooi horen de weidevelden waar de goede Herder wakend en beschermend aanwezig is. Daar worden ze door Hem gevoed. Je leest dat in Ps.23. Je kunt dan vertrouwend zingen: ‘De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren. Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid, omwille van Zijn Naam’ (Ps.23:1-3). 

Het volgen van de goede herder en het aan Hem verbonden zijn, is voor een kwetsbaar schaap ‘leven in vrijheid’. Je voelt je dan veilig en geaccepteerd door de Herder en in Zijn kudde. Jezus zegt van deze veilige vrijheid in Hem en bij Hem: ‘Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden’ (Joh.10:9).