Mijn omgang met verslaafden en mensen met problemen

Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.

Ik geef in dit artikel mijn persoonlijke ervaringen met verslaafden en mensen met traumatische ervaringen door. Het gaat dus over mijn omgang met verslaafden. Ik heb zelf niet gebruikt, maar de slachtoffers wel van dichtbij meegemaakt. Meer dan elf jaar mag ik ook onder de verslaafden in Vlissingen werken. Ik heb ze aangesproken op straat en in het inloophuis.

Op de foto zie je me met André en Kees (rechts) op glooiing  van de boulevard in Vlissingen in januari 2024. Ik heb ze aan het begin van mijn activiteiten bij Sta Op Zorg/De Hoop daar ontmoet. Samen met twee collega’s spraken we met aantal verslaafden, die daar gezellig bij elkaar waren. Ik zat bij André en Kees op de glooiing en we hadden een gesprek over hun jarenlange verslaving van meer dan 20 jaar. Er was ook ruimte voor het Evangelie. Ik mocht daar in de open lucht voor hen bidden. Het was een ontroerend moment.

André is afkomstig uit de Gereformeerde Gemeente te Vlissingen, die hij in zijn tienerjaren heeft verlaten. Hij had een biddende moeder. Ik besefte toen dat ik hem niet mocht kwijtraken, maar kon hem daarna een tijdje niet meer vinden. Daarna zag ik hem tussen een aantal verslaafden zitten op een bankje. Ik ben erbij gaan zitten. Vanaf toen is ons contact gebleven. André was er lichamelijk slecht aan toe. Achteraf zei hij tegen me dat ik hem maar twee keer had kunnen vinden in die tijd, omdat hij zich meestal ergens binnen was. Hij is een trouwe gast in het inloophuis geworden. Toen zijn moeder bijna 90 jaar was, is hij met haar in een rolstoel in het inloophuis geweest. Ze gaf toe dat ze veel voor hem gebeden had.

Inmiddels zijn eerst André en later ook Kees van hun alcoholverslaving af. Bidden helpt en ook persoonlijke gesprekken helpen. We weten bij De Hoop dat God bevrijdt van verslaving, gebondenheid, zonden en emotionele belasting. We willen hen het bevrijdende Evangelie van Jezus Christus doorgeven. Hij geeft aan in Johannes 8:32 en 36: ‘U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken. Als dan de Zoon u vrijgemaakt zal hebben, zult u echt vrij zijn.’ Jezus zegt ons in Joh. 14:6: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.’

André en Kees zijn welkome gasten in het inloophuis en kunnen daar ook anderen als ervaringsdeskundigen bereiken. Zij hebben ingang bij andere verslaafden, want ze weten waar ze over praten.

Ervaringsdeskundige en straathoekwerker Huib

Straathoekwerker Huib is vanaf het begin betrokken als medeoprichter van Sta Op Zorg (dat is doorgegaan als poli van De Hoop ggz en verslavingszorg). Na 30 jaar verslaving is hij tot geloof gekomen. God greep in en sprak tot hem en door hem. Hij is meer dan 30 jaar clean en heeft er velen mogen bereiken met het Evangelie en zijn hulp in woord en daad. Je ziet hem hieronder rechts op de foto bij ons eerste inloophuis in de Scheldestraat in Vlissingen.

Voor een ex-verslaafde hulpverlener kan het moeilijk zijn tussen de verslaafden; hij kan er ook letterlijk mee ‘omgaan’ (mee omver gaan). Je moet dan sterk in je schoenen staan.

Veel verslaafden worden gekweld door hun levensverhaal. Ze lijden onder de gevolgen. Ik hoor de verhalen aan met een bewogen hart. Samen met anderen wil ik ze graag hulp en hoop bieden.

Gelovige hulpverleners mogen houvast vinden door hun omgang met de Heiland (de Redder, Bevrijder, Beschermer en Heler), Die je staande houdt in een wereld vol verleiding. Hij is goed in staat om de (ex-)verslaafden op te vangen, ook als ze weer eens zijn teruggevallen.

 

Blijft een verslaafde altijd een verslaafde? 

Na het stoppen met harddrugs, zoals speed, LSD, cocaïne en heroïne, wordt vaak doorgegaan met het gebruik van weed. Dit wordt dan als een soort medicijn gebruikt: om rust in het hoofd te krijgen, en ook om beter te kunnen slapen. Daarnaast kan ook nog alcohol (een harddrug) worden gebruikt. Verslaafden aan heroïne gaan daarna nogal eens over op methadon, zogenaamd om af te kicken. Dat is meestal een langdurig proces. We komen de genoemde gebruikers volop tegen in ons inloophuis. Daarbij zijn er maar weinig (ex-)verslaafden die na het gebruik van drugs ook stoppen met roken. Het is nog maar de vraag of je over een ex-verslaafde kunt spreken.

Vluchtgedrag bij verslaafden

Verslaafden worden gekenmerkt door vluchtgedrag. Ik ga wekelijks met hen om. Het is triest om te zien dat ze een chronisch verzwakte wilskracht hebben. Je vraagt je af waardoor dit is veroorzaakt. Bij verreweg de meesten heeft dit te maken met geestelijke en emotionele beschadigingen vanaf de kinderjaren.

Alcoholisten komen je tegemoet

met sterke drank en sterke verhalen

Als ze je vertrouwen komen ze ook met de echte verhalen. Het zijn nogal eens hooggevoelige mensen, met een gekwetste ziel. Ze worden gekweld door hun levensverhaal van misbruik, intimidatie en teleurstelling. Ze leven om te overleven. Ze hebben geen gezonde vechtmentaliteit overgehouden.

Onherstelbare slachtoffers

Ik heb in mijn vele contacten met jongeren en verslaafden al zo’n 40 jaar de oorzaken en gevolgen van verslavingen van dichtbij meegemaakt. Ik wil jongeren bewaren voor wat ik zie bij de onherstelbare slachtoffers die ik heb meegemaakt. Daaronder zijn (ex-)druggebruikers waar ik mee omging in mijn wilde jeugdjaren. Verschillende van hen zijn omgekomen. 

Ik werk als vrijwilliger onder verslaafden, waar ik ook contact heb (gehad) met ex-leerlingen, die ik vroeger als docent godsdienst heb gegeven. Ik zie hoe ze beschadigd zijn door verkeerde keuzes van mensen om hen heen, maar ook door hun eigen vluchtgedrag. Ik zie hoe moeilijk het is om te herstellen van beschadigde emoties en een vervuild geestelijk leven.

Ik heb veel geleerd van de (ex-)verslaafden waarmee ik jaren mee heb opgetrokken, zoals André en Kees. We gaan vriendschappelijk en met respect met elkaar om. We hebben elkaar nodig en willen elkaar niet laten vallen, ook al kunnen er terugvallen zijn. Je moet de zwaarte, de oorzaken en gevolgen van verslaving niet onderschatten. Ik ga er hieronder dieper op in. André en Kees gaan graag voor de vrijheid, zoals ze  aangeven.

Als je eenmaal verslaafd bent, blijft het meestal je hele leven achtervolgen. Verslaving wordt daarom ook gezien als een chronische ziekte.

Meestal is het:

eenmaal verslaafd, altijd verslaafd

Als je te ver gaat, kun je op een ‘point of no return’ komen. Er is dan geen weg meer terug. Dan is er een geestelijk wonder nodig.

Voorkomen is beter dan omkomen 

De jongeren moeten zien dat we Jezus aan boord hebben. Dan worden de stormen van de puberteit gestild en komen we samen in rustig vaarwater.

Staat de reddingsboot van de gemeente voor de jongeren al gereed?     

Persoonlijke ervaringen

Ik zal nu eerst persoonlijke ervaringen doorgeven vanuit mijn jongere jaren. Ik heb toen ook al de verslavingen van dichtbij gezien. Op 19-jarige leeftijd ben ik op een krachtdadige wijze door de Heere stilgezet op mijn zondige levensweg. Door het getuigenis van een vroegere vriend ben ik in 1975 tot geloof gekomen. Ik was dooplid van een Gereformeerde Gemeente, maar leefde in mijn puberteit een werelds leven. Een goede vriend van mij gebruikte drugs.

Ik had in mijn jeugd contact met een groepje vrienden die aan de drugs waren. Een vriend waar ik toen veel mee optrok, probeerde mij zelfs te verleiden om drugs te gebruiken. Hoewel ik geen christen was, was er toch iets in me wat me weerhield om drugs te gaan gebruiken. Ik wilde er niet aan kapot gaan. Ik wilde nog langer gezond leven.

Ik wilde niet kapot gaan aan druggebruik

Ik was ook bang om te vloeken. Je vraagt namelijk bij een erge vloek om je eigen verdoemenis. Ik ben wel christelijk opgevoed en ging vanaf mijn vroege jeugd met mijn ouders mee naar de kerk. Dit deed me echter vrijwel niets in mijn tienerjaren tot mijn negentiende jaar. Ik was in mijn puberteit zozeer bezet met wereldse en zondige dingen, dat ‘de god van deze eeuw‘ mijn zinnen verblindde, zodat de verlichting van het Evangelie mij niet bestraalde (zoals we lezen in 1 Kor. 4:4).

Ik werd er dus voor bewaard om drugs te gebruiken. Ik herinner me dat mijn vriend bij ons thuis mij probeerde te verleiden tot het gebruik van drugs. We waren in de schuur van mijn vader. Hij schrapte voorzichtig iets van een bruin staafje in de tabak van een joint. Hij mocht er niet te veel in doen, omdat het spul duur was en hij geen overdosis wilde innemen. De joint werd voorzichtig dichtgemaakt met twee vloeitjes. De uiteinden van de vloeitjes maakte hij ook dicht, zodat er geen drugs  uit kon vallen. Ik wilde wel meemaken wat hij ervoer, maar weigerde zelf te roken van de joint. Enkele keren ging ik met zijn vriendengroep mee, om te zien hoe ze een ‘trip’ beleefden en ‘high’ werden.

Ik zat tussen de druggebruikers in ‘De Beuk’

Op een keer ging ik met mijn vriend mee naar ‘De Beuk’ in het centrum van Middelburg. Ik vermoedde dat dit voor mij, als niet-druggebruiker, min of meer gevaarlijk zou kunnen zijn. Ik wilde in ieder geval niet ‘gesnapt’ worden. Vooral handelaren van harddrugs waren in de tijd op hun hoede, omdat de handel hiervan verboden was. Hopelijk zagen ze mij niet als een infiltrant van de politie. Ik was toen een langharige jongen, die niet op opviel tussen de druggebruikers. Daarbij was mijn vriend daar een bekende. De gebruikers zaten binnen in het gebouw te blowen, soms in kleine hokjes met spiegels en felle kleuren. Daar konden ze op trippen. Als ze stoned waren, zagen vormen en kleuren bewegen en veranderen.

Ze werden ‘stoned’ door de drugs

en de daarbij behorende hardrockmuziek

In het midden van het gebouw kwamen we bij een wat duistere bar en gingen daar tussen de langharige gebruikers zitten. Op een gegeven moment kwam er een uitgeholde winterpeen mijn richting uit. Deze was gevuld met een warm gemaakte geurende drab, een drugs die gezamenlijk werd gebruikt. Je moest eraan snuiven. Ik schrok, want als ik niet zou snuiven, zou het uit kunnen komen dat ik geen druggebruiker was! Gelukkig had ik kauwgom in mijn mond, wat ik als aanwensel gebruikte, dat ik al iets had. De druggebruiker die mij de holle peen aanreikte keek me even aan, terwijl ik naar mijn mond wees. Vervolgens gaf ik de drugs door aan mijn vriend, die het gewoon tot zich nam.

Daarna zijn we toch maar weggegaan, om geen ergere confrontatie te moeten meemaken.

Mijn vriend vertelde me over zijn ervaringen

Hij woonde gewoon nog in een behoudend christelijk gezin. Hij zat soms stoned aan tafel. Dan moest hij lachen als een kleintje uit het gezin werd gevoerd. Hij zag bepaalde bewegingen dan als in een lachspiegel. Hij gebruikte ook LSD en speed.

Op een zekere dag kwam ik hem in Middelburg tegen. Hij kwam angstig op mij af. Ik schrok van zijn oogopslag. Hij dacht dat hij een overdosis had ingenomen! Gelukkig kon hij zich nog op tijd laten helpen. Dit was voor mij nog meer een stimulans om geen drugs te gaan gebruiken…

Mijn vriend vertelde me in die van een dealer die zelf heroïne had gebruikt. Daar kun je bij het eerste gebruik al verslaafd aan raken. Zijn vriendin had het in de gaten. Ze hebben hem toen in een kast opgesloten. Door de afkickverschijnselen ging hij daarin als een razende tekeer. Op deze wijze wilden ze hem bewaren voor erger.

In een koffieshop in Middelburg hadden ze toen een drug in poedervorm in de koffie van een niets vermoedende gast gestrooid. De man dacht dat hij gek werd. Er werd verder verteld dat hij daarna naar buiten sprong – misschien wel door het raam(?). Op straat hebben ze hem met man en macht in bedwang moeten houden. In deze koffieshop werd toen gewoon koffie geschonken. In zulke gelegenheden moet je alert zijn, je koffie in de gaten houden, of je hand boven je kopje houden. Als je er niet op voorbereid bent, kun je een zeer beangstigende ’badtrip’ krijgen.

Waarom deze vrome jongeman zelfmoord pleegde

In de vriendengroep van hem kwam iemand tot inkeer. Hij woonde ook in Middelburg. Hij maakte een opzienbare, radicale verandering mee. Hij ging op zichzelf wonen en streng christelijk leven, terwijl hij zich verdiepte in oudvaders, zoals Justus Vermeer. Ik was zelfs inmiddels door Gods genade tot bekering gekomen. Ik heb hem enkele keren bezocht en met hem gepraat over het geestelijk leven.

Ik weet niet of hij zich geestelijk te veel heeft vermoeid in deze voor een ex-druggebruiker moeilijke leesstof. Er kunnen ook andere oorzaken zijn geweest. In ieder geval ging hij vreemd, overgodsdienstig gedrag vertonen, wat zelfs overging in godsdienstwaanzin. Hij vertrok vanuit Zeeland naar de Onzalige bossen op de Veluwe, waar hij als een soort kluizenaar in een caravan woonde. Hij nam uit principe geen uitkering aan, terwijl hij financieel wel door zijn vader werd geholpen.

Zeeland was te zondig voor hem geworden; hij ‘mocht’ niet meer over de Sloedam. Er was dus een godsdienstige demon in hem, die hem dwong bepaalde dingen wel of niet te doen. Zo kwam hij zelfs niet op de bruiloft van zijn zus.

 

Mijn vriend bezocht hem in de caravan. Het was al aan het eind van de morgen. De deur van de caravan hing scheef. De ex-verslaafde had een visioen gezien op een wand van de caravan. Hij heeft mijn vriend ook te kennen gegeven, dat hij daar de wederkomst afwachtte op deze afgezonderde plaats. Zag hij zichzelf als één van de laatste overgeblevenen, daar op de Veluwe?

Zijn psychische toestand was op een gegeven moment echter van dien aard, dat men besloot in te grijpen. Ze hebben hem naar een inrichting gebracht. Daar is hij vanuit een hogere verdieping naar buiten gesprongen en omgekomen.

Hoe mijn gelovige vriend om het leven kwam

Toen ik in de twintig was, had ik vriendschap met een gelovige jongen. Hij had al vroeg belijdenis van zijn geloof afgelegd en ging daarna aan het avondmaal. In zijn vorige periode had hij wel drugs gebruikt, maar niet vaak, of misschien wel heel weinig. Het kan jaren duren voordat de (invloed van) drugs uit je lichaam zijn verdwenen.

 We hadden fijne geestelijke gesprekken 

Ik ging samen met hem op vakantie naar Schotland. Wij hadden fijne geestelijke gesprekken. Hij was vurig van geest. Hij ging studeren, eerst voor onderwijzer en daarna ging hij verder in de theologie.

Toen ging het ineens mis. Hij kreeg, waarschijnlijk als gevolg van zijn vroegere druggebruik, een ‘badtrip’. In het ziekenhuis werd hij weer tot rust gebracht, onder meer door het gebruik van valium. Toen knapte hij weer op en ging verder studeren. Ik weet  niet of deze studie hem teveel inspanning heeft gekost. Er waren blijkbaar ook belangrijke innerlijke oorzaken, die uiteindelijk openbaar kwamen. Hij is opnieuw ingestort. Daar is hij niet meer van opgeknapt. Het bleek toen dat hij leed aan schizofrenie.

Hij woonde op den duur in een opvangcentrum in Vlissingen. Ik ben daar nog een keer bij hem op bezoek geweest. Ik bemerkte tot mijn ontsteltenis dat hij ‘een andere geest of persoonlijkheid’ in zich had. Uiterlijk was hij nog hetzelfde, maar innerlijk was hij iemand anders voor mij op dat moment. Ik heb het hier persoonlijk moeilijk mee gehad. Uiteindelijk is er brand uitgebroken in het grote gebouw, waar hij in verbleef. Hij is toen met een aantal anderen omgekomen. Ik heb hem geestelijk goed gekend en ik vertrouw er op dat God hem in Zijn genade heeft thuisgehaald in de hemelse heerlijkheid.

Dertig jaar later in Vlissingen

In 2012 was ik weer in het gebouw waar mijn vriend ca. 30 jaar geleden is omgekomen. Terwijl ik op weg was om alcoholisten en thuislozen mee te nemen naar ons inloophuis, herkende ik iets van de trappen waarover ik was gegaan om mijn vriend op te zoeken. De noodzaak om mensen te redden uit hun verlorenheid kwam weer over mij. Mijn vriend kon ik toen niet meer helpen. Maar nu sprak ik een groep mannen aan in het opvangcentrum.

Rond de zes mannen stonden op uit een televisieruimte en gingen met me mee over straat. Eén van hen nam me apart. Hij was enkele jaren opgenomen geweest in De Hoop in Dordrecht. Toen was hij clean. Hij was hij toch weer teruggevallen in de drank. Hij had geen werk, en werd opgevangen tussen alcoholisten en beschadigde mannen. In deze omgeving is begrijpelijk dat je niet staande kunt blijven. Deze jongeman vertelde me dat zo’n 40 personen van de 60 bekenden uit de hulpverlening die hij op Facebook had weer waren teruggevallen in een bepaalde mate van verslaving.

Bij de Hoop worden veel levens gered. Er komen ook veel gasten tot geloof in de periode van opvang. Maar na het verlaten van de beschermde omgeving kan het weer misgaan. Doelloosheid en eenzaamheid kunnen de (ex-)verslaafden weer teveel worden. Daarom is blijvende nazorg en plaatselijke opvang van groot belang. Dit is een belangrijke opdracht voor de plaatselijke kerken en pastorale hulpverleners!

Blijvende nazorg en plaatselijk opvang

voor (ex-)verslaafden is noodzakelijk!  

Ik zie dat thuislozen en psychiatrische patiënten volop aan de drugs worden geholpen in Vlissingen door dealers, die op jacht zijn naar slachtoffers. Samen met collega’s probeer ik me tussen hen te begeven, om ze hulp en hoop te bieden.

Onderweg naar het inloophuis gingen enkele alcoholisten nog even langs de Albert Heijn om blikken halve liters pils te kopen. Ik kon ze niet tegenhouden. Al drinkend liepen ze met me mee. Ik zei hun dat het niet was toegestaan in het inloophuis, en dat ik ook al politie had zien patrouilleren op de straat. De gebruikers schrokken zichtbaar. Ze probeerden zich een beetje te verschuilen, en sloegen de pils zo snel mogelijk achterover. We schuimden de straat over.

Zo kwamen we het inloophuis binnen, waar we enkele tientallen gasten rijkelijk mochten voorzien van drinken en eten. Ondertussen probeerden we met hoopvolle gesprekken hun vertrouwen te winnen.

De nood kan je roeping zijn!  

Ik denk hierbij aan Spreuken 24:11 in de Statenvertaling: ‘Red degenen, die ter dood gegrepen zijn; want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt.’ Deze tekst is ook aangebracht op de muur van het ontmoetingsgebouw van stichting De Hoop in Dordrecht. Persoonlijk ervaar ik het dat ‘de nood je roeping kan zijn’. Zie je dat zelf ook?

De jongen die regelmatig houseparty’s bezocht

Ik heb vroeger ook twee jaar op een protestants-christelijke school lesgegeven. In de tweede klas van het voortgezet onderwijs zat daar een eenzame jongen bij mij in de les. Hij woonde bij zijn vader. Hij had geld genoeg om voor zichzelf luxeartikelen te kopen. Soms showde hij met een gameboy bij zijn klasgenoten. Een andere keer trakteerde hij hen met iets lekkers. Ik herinner me dat ze al met al toch niet zo met hem optrokken. Ik denk dat hij te saai voor hen was.

Later ben ik naar het reformatorische Calvijn College vertrokken, om daar godsdienst te geven. Mijn achterneefje zat bij hem in de klas. Deze vertelde me later dat hij regelmatig houseparty’s bezocht. Het is duidelijk dat dit zijn (psychische) gezondheid geen goed deed. Op een zekere dag had hij medicijnen gehaald voor een ziekte van zijn vader. Deze pillen heeft hij in de klas opgegeten. De klasgenoten dachten dat hij snoepjes aan het eten was. Bij de wisseling van de les stortte hij neer op de grond. Hij is snel naar het ziekenhuis gebracht, waar ze zijn maag hebben leeggepompt. Zodoende heeft hij het overleefd.

Het is nu de vraag: ‘Wilde hij eigenlijk wel zelfmoord plegen?’ Ik denk het niet. Hij deed het op een plaats waar hij nog kon worden gered. Ik denk dat het was een enorme schreeuw om aandacht was. Zijn probleem was zo groot, dat hij het niet onder woorden kon brengen. Hij heeft zijn probleem op deze wijze kenbaar gemaakt. Het is in dit voorbeeld ook weer duidelijk dat satan uit is op de vernietiging van de mens.

Het is opmerkelijk dat satan zijn slachtoffers verdooft (vaak ook met drank en drugs) en vervolgens laat verzinken in stress en angst. Hij neemt de wil de angstige schimmen gevangen of hij wakkert de agressie aan. De meeste druggebruikers komen in een verdrietige en angstige wereld terecht. Zij worden in hun gedachten volop geïnfiltreerd door boze machten.

Sommige kreten om hulp bereiken de gewone leefwereld, zoals de volgende ‘psalm’, die uit het hart van een verslaafde vrouw is geschreven:

Een psalm van een verslaafde

Een politieagent vond eens op een papiertje de volgende ‘psalm van een verslaafde’: 

Koning Heroïne is mijn herder.

Ik heb hem steeds nodig.

Hij maakt dat ik neerlig in de goot.

Hij leidt mij langs troebele wateren.

Hij vernielt mijn ziel.

Hij leidt mij langs de paden der verdorvenheid.

om des spuits wille.

Ja, ik zal wandelen door het dal

van armoede en alle kwaad vrezen,

want gij Heroïne zijt met mij.

Uw naald en uw capsule

Trachten mij te vertroosten,

zij ontdeden de tafel

van levensmiddelen

in aanwezigheid van mijn familie.

Gij berooft mij van mijn verstand.

Mijn beker van droefenis loopt over.

Zeker, heroïneverslaving zal mij vervolgen

al de dagen van mijn leven;

en ik zal voor eeuwig wonen

in het huis der verdoemden.

 

 Je kunt Psalm 23 er zomaar naast leggen.

Doe dat maar! Het is een ontroerend verschil.

Op de achterzijde van het papiertje geeft de verslaafde ons te kennen:

‘Werkelijk, dit is mijn psalm. Ik ben een jonge vrouw van 20 jaar oud. Gedurende het laatste anderhalf jaar ben ik door de nachtmerrie van verslaving gegaan. Ik wil ophouden met het nemen van ‘dope’. Ik probeer het, maar kan het niet! De gevangenis en het ziekenhuis hielpen mij er niet vanaf. De dokter vertelde mijn familie dat het beter en inderdaad vriendelijker zou zijn geweest, wanneer de persoon die mij met verdovende middelen liet kennismaken, een pistool had genomen en mij van het leven had beroofd. Had ze het maar gedaan! O God, hoe graag zou ik willen dat ze dat had gedaan!’

 Zie hier de nachtmerrie van de verslaving

Deze vrouw heeft waarschijnlijk een christelijke achtergrond, omdat ze deze psalm heeft gebruikt voor haar probleem. Er zijn heel wat christelijke en ook reformatorische jongeren, die ‘de wereld’ zijn ingegaan, en vervolgens in de valstrikken van satan zijn terechtgekomen.

Gevaarlijke dealers in de straat en op school

Het is van groot belang dat je er niet aan drugs begint, ook al zijn ze nog zo ‘soft’. Daarom is vroegtijdige voorlichting nodig. De dealers en kapers staan al vroeg op de kust. Ze handelen in de straat, bij de schoolpleinen en zelf in school. Een een ex-gebruiker van harddrugs uit Vlissingen, die ik sprak, wordt daar nog regelmatig op straat benaderd door drugsdealers. Om medische redenen gebruikt hij nog methadon ‘om af te bouwen’.

Pas op voor troep!

Ze brengen soms ook vermengde drugs in de handel. Ze zijn dan onzuiver.Er kan ook troep in XTC pillen zitten. Onervaren jongeren kunnen hierdoor ernstige schade ondervinden. Onbetrouwbare dealers kunnen onbekend zijn. De kwaliteit van de drugs kan niet worden herkend. Het kan dus erg gevaarlijk zijn om drugs op straat te kopen. Het kan zelfs de dood tot gevolg hebben.

Ik heb ook al een ex-leerling ontmoet met een beschadigde psyche. Hij was half de dertig toen ik hem heb ontmoet, terwijl ik hem nog kende als vlotte leerling van ca. 13 jaar. Ik gaf hem godsdienst. Hij raakte geïnteresseerd in het geloof. Soms had hij een Bijbel op zak. Een aantal keren bezocht hij een evangelische dienst. Een andere keer hij toen al weed meegenomen naar school. Ik denk dat hij verkeerd heeft gekozen… en ook wel in verkeerde handen is gekomen.

De druggebruikers zijn niet zo gemakkelijk te traceren en op te sporen. Er wordt meestal in de huizen gebruikt. Er kan in bepaalde wijken een bloeiende handel in drugs zijn, terwijl de overheid het niet goed in beeld heeft.

Gevaarlijke huizen met druggebruikers

Er zijn ‘huisjesmelkers’ die huizen opdelen in kamers, die ze ook verhuren aan druggebruikers, alcoholisten en dealers. Er kunnen wel zes of meer eenheden zijn in een normale woning van drie verdiepingen. Tussen deze verslaafden huren ook ex-verslaafden en alleenstaanden die niet gebruiken een kamer. Voor een huis met zes eenheden kunnen er twee wc’s zijn, één badkamer en een gezamenlijke keuken. Het zijn goedkopere kamers, die door mensen met een laag inkomen nog kunnen worden gehuurd. Toch moeten ze voor deze kamers nog 350 euro of meer per maand betalen. Noodgedwongen kun je daar dus tussen de druggebruikers moeten wonen. Onder deze huurders zijn ook psychiatrische patiënten, die al te kampen hebben met angsten. Met deze ernstige situaties hebben we ook in Vlissingen te maken. We horen de trieste verhalen.

In het najaar van 2013 werd in zo’n huis met verschillende druggebruikers een trouwe gast van ons inloophuis in zijn kamer aangevallen. Hij ontving van deze indringer wel 16 messteken.

Hij kon nog ontsnappen, en kwam bij de buren terecht. Toen verloor hij zijn bewustzijn. Hij is veel met het geloof bezig. Hij zei in het ziekenhuis tegen ons, dat hij ‘in een vredige slaap viel’. Hij beseft dat God hem wonderlijk heeft gespaard. Gelukkig kan hij nog herstellen.

Het is onbegrijpelijk dat iemand met veel pijn uit het verleden, en een psychiatrische achtergrond, in een huis moet wonen waar volgens hem drie druggebruikers en een dealer wonen. Het lijkt duidelijk dat de indringer met hen te maken heeft. Onze gast was namelijk al eerder bedreigt, en ook geslagen. Doordat de overvaller werd aangesproken door een andere inwoner, kon onze kennis ontsnappen.

Het wordt tijd dat de overheid hiervoor de nodige stappen zal gaan nemen! Kwetsbare en behoeftige mensen, die vaak al het slachtoffer zijn geweest van misbruik en misdrijf hebben juist extra bescherming nodig! Wij willen er graag voor hen zijn. We hopen dat er vanuit de plaatselijke gemeenten en kerken steeds meer steun zal gaan komen, met allerlei initiatieven om de mensen in de gevarenzone te beschermen. We moeten ze opzoeken, en de nodige hulp en hoop bieden.

Druggebruikers zijn dus vaak moeilijk op te sporen, terwijl in hun kringen veel slachtoffers vallen. Alcoholisten zie je vaker op straat of in parken, meestal in de buurt van een supermarkt waar ze goedkoop aan drank kunnen komen. Als het warm weer is zien je ze ook bij het water en op de boulevard. Ze worden veel meer gecontroleerd en in de gaten gehouden door de politie.

Een predikant hield met Kerst eens een toespraak voor zwervers in het gebouw van St. Ontmoeting in Rotterdam. Daarbij kwam er een zwerver naar hem en vroeg de dominee of hij hem nog wel kende. Hij zei: ‘Ik heb nog catechisatie van u gehad’.

Het belang van inloophuizen

In onze tijd van economische crisis is het belangrijk dat we de behoeftige mensen kunnen opvangen, om ze hulp en hoop te bieden. Wij mogen dit nu al een tijdje doen in Vlissingen. Ik hoop dat de kerken meer actie gaan worden in zoveel mogelijk plaatsen. Ze moeten gaan zorgen voor inloophuizen en ontmoetingsplekken, om in contact te kunnen komen met de mensen die aan rand van de samenleving verkeren.

Een inloop huis is ook een portaal voor de hulpverlening. In de gesprekken kom je er achter wat ze nodig hebben op lichamelijk, psychisch en geestelijk gebied. Je kunt dan verwijzen naar passende hulpverlening.

Kwellende levensverhalen

Veel mensen worden tegenwoordig gekweld door hun levensverhaal. Om de pijn te verzachten of te verdringen zoeken ze hun heil in verdovende middelen. Uiteindelijk leidt dat tot allerlei verslavingen. De vreemdste middelen worden soms gebruikt om maar weg te kunnen duiken onder een deken van verdoving. De verslavingen brengen velen bij de rand van de afgrond. Ik zie dat sommige verslaafden op bepaalde momenten balanceren op het randje van leven en dood. Een plotselinge ontmoeting kan leiden tot de redding van een verslaafde. Soms wordt dan letterlijk een mens gered van de dood.

Een medicijnverslaafde

Een aantal jaren geleden ontmoette ik een medicijnverslaafde op straat. Toen ik hem ‘s morgens tegenkwam, werd ik gelijk bij hem bepaald. Er zit geestelijke leiding in deze ontmoetingen. Zo kun je er biddend mee bezig zijn. Ik herkende iets in de uitstraling, maar wist niet hoe ernstig het was.

Hij was verrast over wat ik in hem herkende. Hij zag er namelijk nog redelijk gezond uit voor iemand die al een hele lading medicijnen had ingenomen. Hij gaf al snel toe dat hij verslaafd was aan medicijnen. Hij was op weg naar de apotheek, maar wist deze niet te vinden. Zo heb ik hem eerst ergens kunnen binnenloodsen in het inloophuis.

Na onderzoekende gesprekken kwam er steeds meer boven water. Hij heeft de laatste drie jaar één keer per jaar een tijdje cocaïne gebruikt. Daarvoor is het erger geweest met zijn verslavingen, fobieën en obsessies. Zo had hij vroeger een fobie om extreem veel keer zijn gezicht schoon te maken (dwangmatig). Hij heeft door zijn dwangmatigheden en verslavingen nogal wat problemen veroorzaakt en gehad.

Bij mij kwam hij over als een aardige jongen, die ook heel wat met het geloof heeft gehad. Toch heeft hij criminele handelingen uitgevoerd, ‘om toch maar in de gevangenis te kunnen komen’, en om dan ook geholpen te kunnen worden. Na een kleiner delict kwam hij niet vast te zitten, maar daarna probeerde hij weer met verbaal geweld. Hij wachtte op een veroordeling, zodat hij een aantal maanden kon gaan zitten. Daarbij wilde hij weer naar de verslavingszorg, om te worden geholpen. Hij was al in een aantal inrichtingen opgenomen geweest.

Hij was al, volgens zijn zeggen, in 2001 tot geloof gekomen bij een Pinkstergemeente. Na overgave heeft hij heerlijke ervaringen gehad, die boven een verslavingroes uitgingen.

Toch is hij teruggevallen in verslavingen, waardoor zijn geestelijk leven aan lager wal is geraakt

Hij kwam bij mij angstig en onzeker over, maar was rond tussen 10 en 11 uur nog goed aanspreekbaar. Om 8 uur ‘s morgen had hij al teveel pillen van een medicijn ingenomen en om 9 uur nog een lading. Hij had het over ‘hele strippen tegelijk’. Deze medicijnen had hij particulier ingekocht (voor 25 en 10 euro). Hij wilde daardoor in een roes komen. Hij had trouwens van deze inname van pillen niets tegen me gezegd.

Ik ben met hem meegegaan naar de apotheek, waar hij medicijnen kocht (op voorschrift van zijn huisarts), ik meen te hebben gelezen: methadon en diazepam. De methadon heeft hij zo snel mogelijk met water ingenomen.

Ik heb hem daarna naar zijn verblijf in de stad gebracht. Hij was na 11 uur al duidelijk de weg kwijt. Ik heb hem geadviseerd om terug te komen. Hij verscheen al weer snel. Daarna werden de verschijnselen van de overdosis medicijnen merkbaar. Hij ging zweten in zijn gezicht en werd steeds angstiger. Zijn oogopslag werd steeds waziger. Hij wilde zo snel mogelijk naar het ziekenhuis voor dialyse om de symptomen te verminderen.

Door zijn ervaringen met overdoses wist hij wat er aan de hand was. Hij was al eerder in coma geraakt, met vreselijke ervaringen en een delirium. Dit wilde hij voorkomen. Hij wist één ding: hij moest wakker blijven, om maar niet in een coma te geraken. Hij wilde de roes nog wel, maar niet de hevigheid en de angst.

Het is natuurlijk de vraag, waarom hij door deze onweerstaanbare drang tot zulke levensbedreigende handelingen kwam. Het kon te maken hebben met de moeilijke financiële situatie: Hij had nog maar 60 euro over, terwijl hij een kamer tijdelijk huurde.

Het jarenlange vluchtgedrag zag bij hem op een ernstige verslaving met dieper liggende oorzaken. We hebben snel de arts van de spoedeisende hulp opgeroepen. Toen hij nog wat helderder was, heb ik hem het medicijngebruik van die dag laten opschrijven. De arts kon daarvan gebruikmaken, toen hij steeds moeilijker te bereiken was. De verslaafde hoorde ons op het laatst min of meer in een echo, en viel dus steeds verder weg. Hij was bang om dood te gaan.

Zo werd hij gelukkig nog op tijd met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Als er geen tijdige behandeling was geweest, zou hij waarschijnlijk toch nog in een coma zijn terechtgekomen.

We zien hierin toch weer een hogere leiding van God. We mogen dankbaar zijn dat er mensen kunnen worden gered door het aanwezig zijn van tijdige hulp. Zo zijn we kleine schakeltjes in een groter plan. Hopelijk heeft men hem verder kunnen vasthouden en helpen, zodat hij weer kan herstellen en opbloeien in het geloof van de Heiland.

Zo zien we dat we hoe belangrijk het is om hulp en hoop mogen bieden. Daarom moeten er ook meer plaatsen komen waar deze verslaafden kunnen worden opgemerkt en opgevangen.

De verslaafde en de Bijbel

Voordat we gaan eten met de gasten, houden we om de beurt een korte toespraak vanuit de Bijbel, gericht op de doelgroep. Zo ging het een keer over de barmhartige Samaritaan. Een bezoeker van het inloophuis, die misschien al dertig of meer jaren verslaafd is geweest, vroeg daarna om een Bijbel. Andere keren was hij ook een aandachtige hoorder. Hij had nog heel wat contacten met andere verslaafden. Hij ving ze ook wel op als ze geen onderdak hadden. Door de jaren heen heeft hij al veel verslaafden zien omkomen. Een hulpverlener zei me dat er ca. 80 verslaafden, die hij kende, in de laatste 20 jaar waren overleden in Vlissingen.

De man die de Bijbel van ons had gekregen, had kort daarna weer eens een verslaafde in zijn huis. Toen ging het mis met deze gast. Volgens onze kennis liep hij al blauw aan, en dreigde hij te sterven. Toen heeft hij met de Bijbel in zijn hand voor deze man gebeden. Kort daarop werd hij geholpen en kon hij weer herstellen.

Deze verslaafden kon nog worden gered, maar vele anderen hebben geen hulpverlener ontmoet in hun ellendige toestand op de grens van leven en dood. Ik denk hierbij aan het volgende verhaal van Jaap.

Jaap, de verslaafde

C. Stam gaf vroeger eens het verhaal door van Jaap, een jonge heroïneverslaafde. Hij werd  door een rechercheur gevonden op de zolder van een kraakpand in een binnenstad. Het stonk er muf en de regen drupte door de wegrottende plankenzoldering. Jaap moest maar weer eens mee, want de buit van zijn laatste inbraak lag verspreid rond de berg vodden, die zijn bed vormden. Het jonge meisje, dat bij hem ‘inwoonde’, huilde zacht, gaf haar naam op en beloofde alles eerlijk op te biechten als ze niet mee hoefde naar het politiebureau. Ze was niet eens verliefd op Jaap, maar ze bleef uit puur medelijden bij hem. De hoop om hem nog te helpen of om iets voor hem te betekenen had zij al opgegeven, want Jaap, de 17-jarige en aanvankelijke veelbelovende zoon van een hardwerkende chef-monteur, was verslaafd aan heroïne…

Vijf maanden geleden had hij tijdens een kampweek van scholieren in een jeugdcentrum van een stadje op de Veluwe zijn eerste snufje heroïne niet willen afslaan. Hij zou niet verslaafd raken, want hij wist wel hoe gevaarlijk dat spul is… tenminste, dat dacht hij. Nu een goede week voor het kerstfeest, wenste hij slechts heroïne of doodgaan!

 Hij wenste slechts nog maar: heroïne of doodgaan!

Ze hebben geprobeerd Jaap nog te redden. Na een zwaar lijden als gevolg van pogingen om Jaap te verlossen van zijn verslaving, zagen ze hem met vele anderen in een inrichting. Hij keek met holle ogen naar zijn speelgoedbeertje en was niet in staat iets te zeggen of te herkennen. Hij is uiteindelijk vroegtijdig overleden, na te zijn weggelopen uit de inrichting.

Het is bekend dat er op scholen in ons land al weed wordt verhandeld en gebruikt door pubers vanaf 12 jaar.

Op sommige scholen is het aantal jonge druggebruikers al schrikbarend groot geworden. Wie let er op? 

De jongen uit het vissersdorp

Ik had eens een opmerkelijke leerling in klas 3 van het VMBO. Je kon merken dat hij al neigde naar bepaalde keuzes, die te maken hadden met het uitgaansleven.

In het ‘vissersdorp’ was uitgaan en drinken de gewoonte onder de jeugd geworden. Ook reformatorische jongeren deden daar volop aan mee. Op zaterdagavond zitten ze in de kroeg en op zondag in de behouden kerk.

Helaas zijn er een enkele van hen na alcoholgebruik verongelukt. Dat was er veel zichtbaar verdriet tijdens de rouwdiensten. Zij hielden sterk vast aan het feit ‘dat een mens zichzelf niet kan bekeren’ en dus niet kan kiezen. Het verlies van vrienden bracht velen van hen er niet toe om het barbezoek en het overmatig drinken na te laten.

Ik had een goede band met de genoemde jongen uit het vissersdorp. In zijn gezin was er jaren daarvoor iets heel ergs voorgevallen: zijn zusje was op negenjarige leeftijd onder de trein omgekomen. Hoe kun je dit verdriet verwerken!

De jongen vond de voorbeelden die ik gebruikte tijdens mijn godsdienstlessen wel mooi. Maar ik had al door welke koers hij wilde gaan varen. Dit liet hij wel merken. Ik zei tegen hem: ‘Als jij in de goot ligt, kom ik je eruit halen.’ Hij reageerde spontaan: ‘Dat is goed.’

Enige jaren later kwam ik met mijn zoon op het perron van station Middelburg. Ik zag dat een groep jongens niet door het tunneltje naar de overkant ging, maar afdaalden op de rails. Eén van deze jongens ging op de rails liggen. Er werd grappig over gedaan. Een ander had een lege fles wijn in de hand, die hij later achteloos wegwierp.

Ik herkende tussen hen de jongen uit mijn klas

Hij was met dorpsgenoten uitgegaan in de stad. Hij was zelf niet op de rails gaan liggen, maar zijn zusje was wel onder de trein gekomen. Hoe konden ze dat doen?…

Aan de overkant herkenden sommigen mij. Er werd geroepen: ‘Hé Baaijens! Vervolgens kwam de hele groep weer over de rails naar mij toe.

Ik zei tegen de jongen:

‘dat ik hem zou opzoeken als hij in de goot lag’

Hij had het over de invloed van vrienden. Je wilt in zo’n dorp toch niet buiten de groep vallen. Maar ja, je kiest er ook zelf voor… In de trein heb ik verder met hem gesproken. Wat zal er van hem terechtgekomen zijn? Zal hij er alsnog voor gekozen hebben om op het goede perron uit te stappen?

Hieronder kun je lezen hoe iemand tot vluchtgedrag kan komen. Het gevolg kan zijn, dat je niet meer durft te kiezen.

Erik kon niet meer kiezen

Teun Stortenbeker beschrijft in zijn boekje ‘Als Jozef je zoon is…’ oorzaken van verslaving. Hij heeft vele jaren leiding gegeven aan stichting De Hoop in Dordrecht.  Je ziet in zijn boekje hoe verslaafden in hun kinderjaren al zo beschadigd zijn dat komen tot vluchtgedrag. Uit angst en boosheid maken ze verkeerde keuzes, om de te harde werkelijkheid maar te kunnen ontvluchten. En sommigen kunnen door traumatische ervaringen helemaal geen keuzes meer maken.

Teun vertelt dat Erik het niet meer uithield in het opvangcentrum. (Zijn echte naam is anders.) Medewerkster Irene heeft tot diep in de nacht met hem gepraat. Erik zei in zijn stress tegen haar: ‘Ik word gek van het vele nadenken. De enorme aandacht en liefde die jullie hebben voor de mensen, benauwt me. Het confronteert me met alles wat ik heb gemist. Wat moet ik hier? Ik ben geen kleine jongen meer. Ik ben drieëntwintig en dan moet je toch je eigen leven kunnen leven?’

Irene vroeg hem:

‘Wat is er dan gebeurd in je leven, waardoor je aandacht en liefde hebt gemist?’

Erik wilde er liever niet over praten, maar uiteindelijk vertelde hij waarom hij niet meer kon kiezen. Hij was twaalf jaar toen zijn ouders gingen scheiden. Toen de rechter de uitspraak deed, stond hij tussen zijn vader en moeder in. De rechter zei tegen Erik: ‘Jij mag kiezen met wie je mee gaat.’

Voor Erik was dit een verschrikkelijk moment

Voor hem was iedere keuze fout. Als hij voor zijn moeder zou kiezen, koos hij tegen zijn vader – en andersom koos hij dan tegen zijn moeder. Hij kon en wilde als twaalfjarige eigenlijk geen keuze maken… maar hij had geen keus; het moest van de rechter.

Begeleidster Irene reageerde: ‘Dus heb je fout gekozen.’ Erik ging verder: ‘Ja, inderdaad. Ik heb gekozen voor mijn moeder, want ik wist gewoon dat zij het alleen niet zou redden. Ze was verslaafd aan medicijnen en aan alcohol. Ik dacht: als ik bij haar blijf, kan ik nog een beetje voor haar zorgen, want die ligt toch de hele dag laveloos op de bank. En zo ben ik eten gaan stelen op de markt om voor mijn verslaafde moeder te zorgen.’

Irene begreep het dilemma waarvoor hij stond.

Deze traumatische gebeurtenis

had iets in hem lam geslagen

 Het bleef hem achtervolgen. Hierdoor ging hij keuzes ontvluchten. Zo raakte hij zelf ook verslaafd.

Irene stuurde aan naar een oplossing en zei: ‘Ik snap wel dat jij geen keuze wilde maken voor een behandeling in De Hoop. Sinds die verschrikkelijke ervaring op je twaalfde ben je sowieso bang om ergens voor te kiezen. Daarom wil ik die keuze wel voor je maken. Ik denk namelijk dat het op dit moment het beste is dat je hier blijft.’

Teun schrijft verder over hem: ‘Op dat moment werd Erik van een zware last verlost. Ondanks zijn verslaving en de noodzaak van professionele hulp, wilde hij toch telkens de zaken zelf blijven regelen. Maar toen Irene aanbood de keuze voor hém te maken, slaakte hij een diepe zucht en zijn gezicht klaarde helemaal op.

Het was al een uur of twee ’s nachts, maar met een brede grijns zei hij tegen Irene; ‘Morgen ben ik op tijd bij het ontbijt, hoor, je kunt op me rekenen!’ En hij was er, nog steeds met dezelfde ontspannen houden als na het nachtelijke gesprek.’ 

Verslaafden met een zwakke wilskracht

Ik heb contact met verslaafden in Vlissingen die ook niet kunnen kiezen. Als je ze positief en liefdevol aanspreekt zijn ze aardig en welwillend, maar hij kon het maar niet opbrengen om de weg naar de hulpverlening in te slaan. Ze houden zich vaak bezig met sterke drank en sterke verhalen. Het is nog een kunst apart om achter het werkelijke pijnverhaal van hun leven te komen.

De verzwakking van de wilskracht is kenmerkend voor de alcoholisten die ik steeds weer opnieuw spreek. Het lijkt wel of hun wilskracht bijna niet meer aanwezig is.

Ze zijn hoofdzakelijk bezig

om de pijn uit het verleden te verdoven

Verder proberen ze te overleven in eigen kracht, met list en zelfbedrog. Maar de kracht ontbreekt hen maar al te zeer. Ze zijn meestal geknakt door traumatische ervaringen vanaf de kinderjaren.

Bevrijding en herstel is mogelijk!

Het alcoholisme zit ook opmerkelijk veel in het voorgeslacht. Het kwaad kopieert zich in het nageslacht. Deze generatievloek kan gelukkig worden verbroken door de kracht van het Evangelie van Jezus Christus.

Nog heel wat alcoholisten laten zich uiteindelijk na liefdevol en geduldig aandringen tot helpen door onze organisatie. Zij worden via onze organisatie ook opgenomen bij De Hoop in Dordrecht (waar wij een onderdeel van zijn). We zeggen ook wel tegen de verslaafden:

‘Je moet zelf kiezen, en het zelf ook doen,

maar je kunt het niet alleen’

Als ze er achter komen dat ze het zelf niet meer kunnen, hebben ze de eerst belangrijke stap naar herstel gezet. Dan beseffen ze dat ze hulp nodig hebben.

Het geloof in de Redder, Bevrijder en Heler Jezus Christus zal hen uit hun verslaving kunnen halen

 Dat is de beste optie!

Gelovige verslaafden

Toch heb ik al verschillende verslaafden gesproken die getuigden van het geloof in Jezus. Zij waren verslaafd, maar toch ook nog gelovig. Ze konden vertellen hoe ze tot geloof waren gekomen, maar toch nog de verdoving nodig hadden via weed of alcohol. Ik heb me hier over verbaasd. Hoe kunnen deze twee tegenovergestelde zaken samengaan?

Hun geloof was niet sterk genoeg om de verslaving te overwinnen

We lezen in 1 Joh.5:4-5 dat het geloof in Jezus de wereld overwint. Hoe kan het dan dat het een verslaving niet kan overwinnen?

Het blijkt dat geestelijk beschadigde mensen, met een geknakte wil, toch gelovig kunnen zijn. Hun geloof kan dat wel zwak zijn, maar hun Redder en Heler is sterk!

Zij hebben dus verdere bevrijding en heling nodig. Daar kan ook professionele hulpverlening voor nodig zijn. Verder hebben ze gelovige contacten nodig, samen met een veilige omgeving. Hierin is een belangrijke taak voor de plaatselijke kerken weggelegd!

Een aardige, gelovige alcoholist

Ik heb in 2013 een tijdje contact gehad met een aardige, gelovige alcoholist. Hij was vaak te vinden tussen de andere alcoholisten, maar ik vond dat hij er niet bij paste. Dat vond hij zelf ook.

Hij was traumatisch beschadigd vanaf zijn kinderjaren en al zo’n 14 jaar alcoholist. Hij was jarenlang kerkganger bij een reformatorische gemeente in Zeeland. Na een echtscheiding ging het verder mis. Er kwam ook teveel uit het verleden terug.

Ik ging naast hem zitten, tussen andere alcoholisten. Hij bood mij een blikje bier aan. Ik nam het niet aan, maar kwam met hem in een persoonlijk gesprek. Hij ging over zijn geloof spreken en raakte enthousiast. Het leek dat hij daardoor aanvankelijk zelfs zijn bier vergat op te drinken. Ik bleef hem daarna opzoeken.

Er ontstond een geestelijke, vriendschappelijke band. Het leek dat hij bij de dag leefde, zoals andere verslaafden. Als iemand hem opzocht, kon hij hem meekrijgen, de goede of verkeerde kant op.

Uit zichzelf maakte hij geen besliste keuzes.

Hij liet het maar op z’n beloop,

jaar in, jaar uit…

Ik moest hem dus steeds weer opzoeken op straat, of op plaatsen waar de alcoholisten verbleven. Soms was ik hem een poosje kwijt. Dan dook hij weer op.

Traumatische ervaringen

Na verloop van tijd zijn we apart bij elkaar gekomen, in een pastorale setting. Er werd ook gebeden. Hij vertelde daarbij over zijn traumatische ervaringen in zijn kinderjaren. Daarom was hij nog alcoholist.

Zijn moeder was ook verslaafd, met medicijnen erbij. Ze dreigde zelfmoord te plegen, zich voor de trein te werpen. Ze zou haar kinderen meenemen in de trein. Zo ging dat maar door in haar depressieve toestand.

Op een gegeven moment lag ze met een te hoge dosis op straat. Hij vertelde me dat hij als negenjarige de ambulance moest bellen. Zijn oudere broertje kon dit niet aan. Hij moest het maar doen. Toen kwam de ambulance langs. Ze herkenden de vrouw op straat, wisten al genoeg… en reden gewoon door.

Je kunt begrijpen welke traumatische ervaringen je zodoende op deze jonge leeftijd kunt oplopen. Jij moet het regelen, jij bent verantwoordelijk, jij moet het redden, terwijl het steeds weer hopeloos mis gaat. Zijn moeder heeft het toen nog overleefd, maar hij is beschadigd.

Uiteindelijk heeft hij de stap naar de hulpverlening gemaakt. Hij is opgenomen. Ik heb hem opgezocht. Het ging goed met hem. Hij wilde clean blijven. Daarbij zocht hij kracht en bemoediging in de Bijbel en in het gebed. Hij heeft een helder inzicht in het Evangelie en kan veel Bijbelteksten uit zijn hoofd citeren.

Ik hoop dat bij hem het geloof de wereld zal blijven overwinnen

Dat kan gelukkig door de kracht van God

Je kunt dat lezen in Romeinen 8. De Heere laat niet varen het werk van Zijn handen, ook niet bij de verslaafden. Dat gaf mij ook hoop voor hem, en voor andere ‘gelovige verslaafden’.

Bij alles wat er ook in deze leefwereld gebeurt, mogen we weten:

‘Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars

door Hem die ons heeft liefgehad’

(Romeinen 8:17).

Dieptepunten of verleiders zullen ook gelovige verslaafden of psychiatrische patiënten niet kunnen scheiden ‘van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere’ (Romeinen 8:39). 

Het helende Evangelie

Wij mogen deze verslaafden met het bevrijdende en helende Evangelie van Jezus tegemoet treden. Dat is een dankbaar werk!

Het verhaal van een ex-verslaafde

Een andere ex-verslaafde is in het najaar van 2013 volwassen gedoopt. Vanaf zijn twaalfde gebruikte hij al weed. Daarna heeft hij wel 21 jaar verschillende soorten (hard)drugs en overmatig alcohol gebruikt. Vooral cocaïne en heroïne zijn gevaarlijk een duur. Dat kon bij hem oplopen tot 250 euro per dag.

De thuissituatie was in zijn kinderjaren beroerd. Dat had te maken met het alcoholgebruik van zijn vader. Zijn moeder werd daarbij door hem mishandeld. Als klein kind moest hij het aanzien dat ze bebloed op de grond lag en nog werd gebeukt. Uiteindelijk heeft hij de zorg van zijn moeder op zich genomen.

Hij probeerde zijn gebruik van alcohol en drugs

zoveel mogelijk te verbergen

Bij stress en pijnverwerking had hij de verdoving nodig. Dan kies je er niet voor om te stoppen.

Een gelovige vriend heeft echter jaren voor hem gebeden, terwijl hij hem meenam naar christelijke samenkomsten of Bijbelstudies voor jongeren. Jarenlang deed hem dit weinig of niets. ‘Het ging het ene oor in en het andere uit.’ Maar uiteindelijk heeft het toch zijn hart geraakt. Verder kwam er ook nog ziekte bij.

Toen is hij goede keuzes gaan maken

Zo zie je dat ‘het Evangelie van Christus een kracht van God is tot zaligheid voor ieder die gelooft’ (Rom. 1:16).

Deze kracht stelt ons in staat om goede keuzes te blijven maken 

Gevoelens van teleurstelling en onmacht

Sommigen verslaafden worden innerlijk gekweld door gevoelens van teleurstelling en onmacht. Bij hen is de geest nog wel gewillig, maar het vlees is te zwak. De zucht naar drank is onweerstaanbaar geworden. Ze kunnen lichamelijk en psychisch niet meer zonder drugs. In een vergaand stadium kan een verslaafde komen tot het uitgangspunt: ‘Ik wil alleen nog maar: heroïne of doodgaan’.

Een taaie en boeiende alcoholist

Ik vroeg aan een taaie alcoholist, die ook veel had met het geloof, of ik voor hem mocht bidden. Ik deed dat in de open lucht, op een bank aan de waterkant. Hij vond het goed. Hij was al zolang verslaafd, dat je er verbaasd van staat dat hij het allemaal heeft overleefd. Hij moet wel heel sterk zijn… en zo zag hij er ook uit.

Een aantal keren had ik al contact met hem gehad. We hadden boeiende gesprekken. Ook andere hulpverleners probeerden hem uit de vicieuze cirkel van verslaving te helpen. De jarenlange pogingen gaven geen blijvende oplossingen. Het was een echte vrije vogel, die niet lang was vast te houden in een verslavingskliniek. Hij had er misschien al acht gehad, maar had moeite met de beperkingen, opvattingen of regels. In de natuur was hij meer in zijn element.

Hij vertelde me dat hij een enkele weken in de Pyreneeën had rondgezworven. Hij ontving daar zoveel kracht en inspiratie uit de natuur, dat hij er ‘als clean’ uit tevoorschijn kwam. Hij was wel sterk vermagerd, maar het kwam hem voor dat hij ‘full power’was. Hij had wel een wild zwijn met zijn handen willen aanpakken, die hij dan in de natuur tegenover hem zou krijgen. Als een oermens voelde hij toen geen angst.

Hij bleef wel iets hebben van een soort oermens, gezien zijn vrijheidsdrang, taaiheid en uiterlijk. Hij was ook aardig en stoer in de omgang, waardoor hij ook andere alcoholisten aan zich kon binden. Ze stonden vaak naar hem te luisteren. Deze waaghals kon ook te ver gaan. Hij heeft veel nachten in de buitenlucht doorgebracht. Een tijdje geleden werd hij onderkoeld gevonden op een bank bij het water. Daarna is hij in een opvangcentrum geweest, waar hij na enkele dagen weer verdween. En zo was hij weer in de plaats te vinden waar hij kort daarvoor bijna was omgekomen.

Deze taaie verslaafde heeft veel mensen geboeid,

maar is ook zelf al jarenlang geboeid. 

Innerlijk voelde hij zich te zwak om zijn verslaving te kunnen overwinnen. Hij besefte dat de Geest van God dit moest doen. Hij bad wel tot God, en zocht naar Zijn kracht en aanwezigheid. Hij had meestal een Bijbel bij zich. Hij citeerde veel Bijbelteksten uit zijn hoofd. Hij had een helder inzicht in het Evangelie… ondanks zijn benevelde tijden. En toch bleef hij vele jaren alcoholist. Onbegrijpelijk!

In mijn gebed kwam het naar voren dat hij kostbaar was voor God. Wij wilden geen lijk vinden aan de waterkant. (Hij was daar dus ook een keer onderkoeld gevonden.) Ik sprak dat voor hem hardop uit in mijn gebed.

Daarna liep hij even weg om iets te doen. Hij kwam terug en zei: ‘Weet je dat ik altijd al een lijk ben geweest.’ Daarna vertelde hij me ervaringen uit zijn leven. Later mocht ik weer met hem bidden in een aparte ruimte. Het licht viel daar regelmatig uit door een stroomstoring. Hij bad daarna hardop mee. Hij had het erover dat ‘het licht opging in de duisternis’. Dat gebeurde ook letterlijk regelmatig bij de stroomstoring. Maar hij bedoelde het ook geestelijk. Hij had iets van de aanwezigheid van de Heere gemerkt.

Verder heeft hij meer geestelijke ervaringen gehad in zijn zoektocht naar God. Kort daarop liet zich laten opnemen in een verslavingskliniek om af te kicken. Helaas is hij daaruit alweer binnen twee weken vertrokken.

Vrijheid of slavernij?

Ondanks zijn vrijheidsdrang hopen ik toch dat de waarheid hem meer en meer zal overwinnen. Jezus leert Zijn volgelingen in Joh.8:31-32: ‘Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen, en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken.’ In vers 34 maakt Hij ons duidelijk: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ieder die de zonde doet, is een slaaf van de zonde.’

Samen met mijn boeiende alcoholist weet ik dat dit waar is. Hij komt uit een behoudend christelijk milieu. Hij weet ook dat God het moet doen door Zijn Heilige Geest. De Heilige Geest wijst ons op Jezus, Die de zonde voor ons heeft overwonnen. Om echt vrij te kunnen zijn moet de vrije vogel tot volledige overgave komen. Jezus verzekert ons in Joh.8:36: ‘Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.’

Zoals een vrije vogel niet goed kan vliegen met vleugels die met olie zijn besmeurd, kan een gelovige alcoholist niet echt vrij zijn als hij nog is verziekt door alcoholgebruik.

Hij moet eerst helemaal clean zijn en blijven!

Deze christelijke alcoholist is goed thuis in de Bijbel, waardoor hij ook wordt geboeid. Daarom wil ik hem oproepen om radicaal te kiezen voor de onderwerping aan Jezus, ‘de Weg, de Waarheid en het Leven’(Joh.14:6). Ik geef hem daarbij met klem Gal.5:1 door, waar we lezen: ‘Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten.’ 

Traumatische ervaringen en gebedsverhoring

Een vrouw van in de dertig is vaak in het inloophuis van Sta Op Zorg geweest. Ze kwam een periode ook op de Sta op cursus geestelijk herstel daar in Vlissingen. Ze vertelde ons haar levensverhaal en de traumatische ervaringen. Ze werd in haar kinderjaren al seksueel misbruikt. Toen ze 12 jaar was, kreeg ze een kind, waarschijnlijk van een kennis van haar vader.

De pasgeboren baby was niet in orde. Ze lag met haar kind op een zaal in het ziekenhuis, samen met andere moeders en baby’s. Haar kind was verbonden aan het apparaat dat de hartslag registreerde. Het schermpje gaf in een op en neer gaande lijn en piekjes het ritme van de hartslag aan. Toen hoorde ze een ander piepgeluid, keek naar het scherm en zag een rechte lijn; dat betekende dat de hartslag van haar baby was gestopt.

Wat een heftige ervaring van een jonge moeder van 12 jaar!

Vanaf dat moment heeft ze ook op vele momenten door de jaren heen flashbacks gehad vanwege het opgelopen trauma. De flashbacks en herbelevingen begonnen dan steeds weer met het beeldschermpje van de hartslag van de baby.

Ze was al in de dertig toen ze het ons vertelde in ons klein bijbelstudiegroepje van de cursus. Ze had nog steeds de flashbacks, al meer dan 20 jaar! We waren ontroerd toen we het van haar hoorden en werden bewogen om voor haar te bidden. In de groep hebben we gebeden om bevrijding van deze flashbacks. We merkten de aanwezigheid van de Heilige Geest.

Een wonderlijke gebedsverhoring!

Ze heeft de flashbacks nog een paar keer gehad en daarna verschillende jaren niet meer. Het was een wonderlijke gebedsverhoring, waar we dankbaar op terugkijken. Op den duur verdween ze meer uit het zicht en kwam ze niet meer in het inloophuis.

Na een aantal jaren was ze er weer, samen met een nieuwe vriend, waar ze na verloop van tijd mee is getrouwd. Toen ze met haar nieuwe vriend bij ons kwam, had ze weer heel wat meegemaakt. Haar vriend was betrokken bij een woonwagenkamp, waar ze dus ook kwam. In die tijd is ze weer door een ander misbruikt. Opnieuw een traumatische ervaring.

En toen zijn de flashbacks ook weer teruggekomen!  

Blijkbaar kon ze niet zonder relatie. Voor zover ik weet, heeft ze na het verliezen van haar baby, toen ze 12 jaar was, nog twee of meer kinderen gekregen, die uit huis werden geplaatst in een pleeggezin. Zelf woonde ze begeleid in een woonzorg en werkte ze op een sociale werkplaats.

Ze wilde dolgraag haar kinderen in een pleeggezin ontmoeten, wat officieel ook was toegestaan. Het was een behoorlijk lange treinreis om daar te komen. Ze had niet genoeg geld om daar te kunnen komen, terwijl ze vanuit de woonzorg organisatie het haar ook niet extra gaven. Ze is toen toch maandenlang haar kinderen gaan bezoeken met de trein, waarschijnlijk op kosten van de woonzorg.

Toen het uitkwam, is het een rechtszaak geworden. Omdat ze het niet kon terugbetalen, is ze veroordeeld toen een aantal maanden gevangenisstraf. Ook weer en traumatisch en tragisch gebeuren!

De vrouw kwam in het begin van ons contact samen met een vriend in het inloophuis. Deze man had een kamer, maar had voorheen een aantal maanden achter de dijk van het kanaal door Walcheren geslapen in een kleine tent.

Hij wist te overleven als dakloze,

ook in de vrieskou van de wintermaanden.

Zoals zij had haar vriend te kampen met traumatische ervaringen. Hij was afgewezen en getreiterd op zijn werk. Zijn baas was er op uit om hem te ontslaan, wat na jaren uiteindelijk lukte. Hij heeft dat niet goed kunnen verwerken. Hij raakte aan de drank, vooral aan de whisky. Een keer heb ik voor hem gebeden in een apart kamertje in het inloophuis. Toen ik mijn ogen even opendeed tijdens het gebed, zag ik dat hij een klein flesje met whisky terug stopte in zijn binnenzak. Hij had ervan gedronken tijdens mijn gebed. Ik gaf aan dat hij een probleem had. Hij gaf het toen toe.

Op den duur had hij ook lichamelijke problemen door het vele drankgebruik, zoals epileptische aanvallen. Ik heb hem toen naar een huisartsenpost gebracht. Bij een latere ontmoeting gaf hij aan dat het beter met hem ging.    

De relatie met zijn vriendin is uiteindelijk verbroken. Het gaf teveel problemen, wat vaak voorkomt bij mensen met traumatische ervaring in een relatie. Hopelijk gaat het verder goed met hen, met meer rust en stabiliteit in hun leven. We hopen vooral ook dat het Woord van God ze is bijgebleven, met de gebeden en dat ze rust (zullen) vinden bij Jezus.

Volg het Licht der wereld!

Jezus kan meerdere malen tot ons spreken, om ons uiteindelijk te laten kiezen om Hem te blijven volgen in het licht.  We lezen in Joh.8:12: ‘Jezus dan sprak opnieuw tot hen en zei: ‘Ik ben het Licht der wereld; wie mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’

In het Evangelie kiest God voor ons,

maar wij moeten ook steeds weer voor Hem blijven kiezen,

in een weg van overgave en gehoorzaamheid.

Onze wilskracht zal sterker worden als we ons door de Wijnstok Jezus Christus blijven voeden. Als we Jezus gehoorzaam blijven volgen in het licht, zal onze levensweg worden verlicht. Dan zullen ook duistere gedachten en verslavingen geen vat meer op ons hebben. 

Hoe Karin voor het licht heeft gekozen

Een jonge vrouw was eens bij st. De Hoop opgenomen. Ze wordt Karin genoemd in het boek ‘Als Jozef je zoon is’ van Teun Stortenbeker. Ze was christin en al goed geholpen. Ze kwam alleen nog vaak te laat bij het morgenontbijt. Toen een begeleidster haar in haar kamer opzocht, lag ze met haar hoofd onder de deken. Bij het openschuiven van het gordijn deed ze de deken nog meer over zich heen. Het was alsof ze bang was voor het licht. Tijdens het gesprek dat volgde vertelde ze eindelijk haar verhaal. Ze vertelde: ‘Als ik het ‘s morgens licht zie worden, krijg ik een akelig gevoel over me, ik heb een hekel aan de dag.’

Als kind had ze meegemaakt dat haar vader bij de overburen was doodgeschoten. Ze gaf te kennen: ‘Ik heb niet alleen een hekel aan de dag, maar aan het hele leven! Dat heb ik al vanaf mijn zevende jaar. Sinds de dag dat mijn vader werd vermoord.’ Toen het haar werd meegedeeld was ze naar de zolder gerend en onder haar deken gekropen. Ze zei: ‘Ik heb geschreeuwd en gehuild, en herhaalde voortdurend de woorden: ‘Ik wil niet meer leven, ik wil dood.’

Nu had ze nog een hekel aan het licht van de aanbrekende morgen. De begeleidster heeft haar toen ‘een bevrijdingsgebed’ laten bidden. Karin heeft daarbij het verbond met de dood verbroken en bad met passie in haar stem: ‘Ik wil leven, Heer!’ Daarop werd ze bevrijd van de occulte belasting, en ze kon daarna getuigen hoe God haar tot het licht had gebracht! Teun Stortenbeker schrijft erover: ‘Vanaf dat moment veranderde haar hele houding. Het was alsof ze toen pas tot leven kwam, en Karin is sindsdien een stralende christen, die graag aan anderen vertelt hoe Jezus haar van de duisternis in het licht heeft gebracht.’

Het glas is leeg

Meer dan 30 jaar geleden liep ik als jonge gelovige met een stapel evangelisatiefolders over Plein 1940 in Middelburg. De folder had als titel: ‘Het glas is leeg’. Er stond een foto van een liggend bierglas op. Er zat nog maar weinig bier in. Ik ben onlangs teruggekeerd naar het plein, zoals je kunt zien op de foto die ik daarbij heb gemaakt. Het zag er nog net uit zoals toen.

Op het terras (op de achtergrond) zag ik een langharige jongen zitten uit mijn vroegere omgeving. Hij was daar een bekende gast, en herkende me. We raakten in gesprek op het terras over de folder en het geloof. Zijn vader had zelfmoord gepleegd. Tijdens het gesprek kwamen meer gasten uit de bar bij ons zitten.

Vervolgens kwam er een grote kerel in een Morris Mini op het plein. Gelijk kwamen er sterke verhalen over deze ‘beruchte persoon’.

De kolos zag er voor mij bedreigend uit.

Ik werd bang

en verdween zo snel mogelijk van het terras 

Omdat ik de verkeerde kant was uitgevlucht, wachtte ik tot ze de bar waren ingegaan. Ik sloop vervolgens voorzichtig met de overgebleven folders langs de bar. Tot mijn schrik kwam de kolos echter plotseling recht op me af! Hij vroeg me: ‘Waarom krijg ik geen folder?’ Toen ik hem een folder gaf, wilde hij er steeds meer hebben. Uiteindelijk heb ik hem, zo bang als ik was, een hele stapel folders ‘het glas is leeg’ gegeven. Hij deed me niets, maar reageerde met: ‘dank je wel’.

Voor zover ik begreep is hij de folders gaan uitdelen in de bar Iemand vertelde me later dat de folder zelfs op het raam van de bar was geplaatst.

Waar kwam deze ongedachte belangstelling bij de kroeggasten voor ‘het glas is leeg’ eigenlijk vandaag? Vertolkte dit hun innerlijke leegte, het lege gevoel dat niet kon worden vervuld door de drank?

Vluchten uit de werkelijkheid

Het lied ‘I can’t get no satisfaction’ (1965) van de Rolling Stones is vele jaren één van de meest populaire songs ter wereld geweest. De tekst ‘ik kan geen bevrediging vinden’ vertolkt het lege gevoel bij miljoenen jongeren. Het is een intense dorst naar vervulling. Dat verklaart ook het vluchtgedrag bij veel jongeren. Het is vaak een vlucht uit de werkelijkheid.

In het hart van ieder mens is er wel ergens een leegte te vinden. De filosoof Blaise Pascal (1623-1662) stelde al, dat dit vacuüm door niets of niemand kan worden vervuld dan door God zelf. De vervulling van onze leegte ligt daarom niet in het vluchten van God vandaag, maar naar Hem toe.

Onze leegte heeft Gods liefde nodig!

Deze liefde ontvangen we door Jezus Christus! 

In Jes.55:1 worden we genodigd: ‘O, alle dorstigen, kom tot de wateren.’ Het wordt ons gratis door God aangeboden. In vers 2 wordt eraan toegevoegd: ‘Waarom weegt u geld af voor wat geen brood is, en uw arbeid voor wat niet verzadigen kan?’ In het Engels lezen we: ‘For what does not satisfy’. (Zie verder Jesaja 55.)

Een alcoholist wordt uiteindelijk niet verzadigd door drankgebruik. Door vluchtgedrag wil hij innerlijke pijnen verdoven, verdriet en eenzaamheid wegdrinken, problemen uit de weg gaan, en zich een poosje gelukkiger voelen.

Door alcohol wordt niets opgelost 

Verslaving geeft geen verzadiging 

Door het levende water worden onze problemen door de liefde van Jezus weggespoeld. Hij biedt ons aan: ‘Als iemand dorst heeft, laat Hij tot Mij komen en drinken’ (zie Joh.7:37-38). Onze innerlijke leegte wordt dan heerlijk vervuld!