Bijbelstudie Evangelie voor dorstige mensen vanuit Jesaja 55

Copyright: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.

Je wordt door God geroepen!wtr 11a

Lezen: Jesaja 55                                                 Als je dorst hebt, mag je komen

In Jesaja 55 nodigt God tot Zijn heil. Hij wil zich met ons verbinden door een genadeverbond.  In vers 1 worden we allemaal uitgenodigd: ‘O, alle dorstigen, kom tot de wateren.’ In het Hebreeuws staat er ‘elke dorstige’. Als je komt tot het water (vers 1), kom je naar God met je geestelijke dorst (vers 3). Bij Hem zal je ziel vreugde scheppen in de overvloed (vers 2). Of je nu een dorstige zondaar bent, óf dorst naar de zonde, je wordt uitgenodigd in Jesaja 55.

wtr 15e

Kom tot Jezus met je dorst!

In het Nieuwe Testament nodigt Jezus ons om gelovig tot Hem te komen. We lezen in Joh.7:37-38 dat Jezus roept: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.’ 

wtr 12b

Zelfs in Openb.20:17 lezen we nog: ‘Kom!… En laat hij die dorst heeft, komen; en laat hij die wil, het water des levens nemen, voor niets.’

wtr 14d

Jezus kan ons echt verzadigen en de volkomen geestelijke vervulling geven. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven (Joh. 14:6). Door Hem wordt de weg naar de bron van het leven weer geopend.

Jezus roept ons toe vanuit Joh.7:37: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken.’ Ben je bereid om de liefde van God te ontvangen? Als je Hem hebt gevonden, blijf je dorstig naar het levend water. Het wordt vertolkt in Opwekking 596, een lied van Stuart Townend, vertaald door Peter van Essen. Is het ook jouw verlangen:

wtr 30t

Heb je zoals de Samaritaanse vrouw Jezus ook gevonden bij de bron? Of heeft Jezus jouw gevonden, toen je geestelijk uitgeput bij de bron zat? Of je het beseft of niet, je hebt het levend water van Jezus nodig.

Het wordt mooi vertolkt in het lied van Sela: ‘Ik ben’. Het gaat daarbij over Jezus Christus, Die voor de gelovigen de Bron van leven is. Na de tekst kun je het lied aanklikken op YouTube:

IK BEN

Wie zal ons voeden, het brood met ons breken?
Waar wordt de honger voor altijd gestild?
In Christus alleen is het brood van het leven; 
breekt het voor ieder, deelt het om niet.

tegenstem:
Bron van leven, ons gegeven, vol van liefde en vrede:

Christus, Hij alleen!

Wie zal ons laven, de dorst van ons nemen?
Waar is geen droogte, geen pijn of verlies? 
In Christus alleen is het water des levens; 
reikt ons de beker, geeft het om niet.

Wie spreekt de woorden van waarheid en leven?
Waar wordt gevonden de zin van bestaan? 
In Christus alleen is de Waarheid gegeven;
weg tot de Vader, weg om te gaan.

Wie zal onthullen hoe wij zijn geschonden?
Waar komt er licht in ons donker verdriet?
In Christus alleen worden harten gevonden;
Licht van de wereld, licht dat ons ziet.

Wie zal ons leven in liefde doen groeien?
Waar zijn de vruchten die nooit meer vergaan?
In Christus alleen zullen ranken volgroeien:
Vruchten van vrede, recht van bestaan.

Wie zal ons zoeken tot wij zijn gevonden?
Waar zoeken wij naar een toevlucht en thuis?
Met Christus alleen, zijn wij eeuwig verbonden; 
weidt ons in vrede, leidt ons naar huis.

YouTube-video Ik ben – gezongen door Sela

***

God wil Zich in genade met ons verbinden

God wil een eeuwig verbond met ons sluiten, waarbij we wel gehoorzaam naar Hem moeten luisteren. We lezen de woorden van God in Jes. 55:3: ‘Neig uw oog en kom tot Mij, luistert, en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond sluiten’.

In Deut. 6:4-5 begint de Joodse geloofsbelijdenis met ‘Luister dan, Israël!’ Het Hebreeuwse ‘sjema’ betekent: ‘Hoor of luister!’ In de Bijbel betekent dat dat je gehoor moet geven aan wat God tegen je zegt. Horen is dus ook gehoorzamen!

Het verbond of de verbintenis van God met ons is een vazalverbond. Dat is een verdrag wat na een oorlog werd aangeboden door de overwinnaar aan de verliezer, die dan niet werd gedood. Hij moest dan aan alle opgelegde verplichtingen voldoen, maar kon dat wel rekenen op bescherming. Zo is het ook bij God naar de van Hem afgevallen mens toe. De nadruk ligt daarbij op de goedheid en barmhartigheid van God, die je onverdiende genade wil bewijzen. Wat een heerlijk Evangelie!

wtr 22k

Een verbond sluiten is vanuit de grondtaal ‘een verbond snijden’. Je ziet dat bij Abram in Gen. 15:7-21, waarbij dieren doormidden werden gesneden, terwijl de HEERE er rook en vuur doorheen liet gaan (vers 17). Het ziet op het offer van Jezus Christus, op grond waarvan God een genadeverbond met de gelovigen sluit.

1. Hoe weet je dat je persoonlijk door God wordt geroepen in Jesaja 55?

2a. Klopt het wel dat het heil van God gratis is?

       Veel christenen vinden dat bekering je juist veel kost. Hoe zit dat?

2b. Wat vind je van de volgende stelling:  

      ‘Het Evangelie is gratis, maar het kost je hele hart’

***

Wil je de liefde en genade van God gratis accepteren?

Waarom is het voor veel mensen zo moeilijk om genade te accepteren als een schuldige zondaar en bedelaar? Waarom willen velen hun best doen om maar door God te worden geaccepteerd? Waarom proberen miljoenen mensen door eigen doen en laten de weg naar de hemel te verdienen? Dit komt naar voren in het volgende verhaal van de oude parelvisser en de zendeling in India.

prl 3c

De parel van de parelduiker en het offer van Jezus

Dit aangrijpende verhaal gaat over David Morse, een Amerikaanse missionaris in India, en zijn goede vriend, de parelduiker Rambhau. Hij heeft in de hut van Rambhau hem veel uit de Bijbel voorgelezen. David probeerde hem daarbij het grote verlossingsplan van God uit te leggen.

Rambhau vond het fijn om te luisteren naar het Woord van God, maar kon Jezus niet als zijn Verlosser accepteren. Als David er bij hem op aandrong, schudde hij zijn hoofd en zei:

‘Jouw christelijke weg naar de hemel is te makkelijk voor mij. Ik kan dat gewoon niet accepteren. Als ik ooit op deze manier toegang zou krijgen in de hemel, zou ik mij een bedelaar voelen, die binnengelaten zou zijn uit medelijden. Ik wil het gewoon verdienen. Ik wil er voor werken.’

Zo gingen jaren voorbij. Rambhau was inmiddels een oude man geworden. Op een avond vroeg David mee te komen naar zijn hut. Hij had een belangrijke mededeling voor de zendeling (die hij Sahib noemde). Hij vertelde zijn vriend:

‘Over een week ga ik werken aan mijn plaats in de hemel. Dan vertrek ik naar Delhi, en ik ga daar naartoe op mijn knieën.’

David reageerde: ‘Dat kun je niet menen! Het is 1500 kilometer naar Delhi. Je zou geen huid op je knieën houden, bloedvergiftiging of lepra kunnen krijgen!’ Rambhau hield vast aan zijn gedachte, dat hij ervoor beloond zou worden. Hij gaf aan: ‘Het lijden zal zoet zijn, want het voorziet in een plaats in de hemel voor mij.’

David legde hem uit dat Jezus heeft geleden en is gestorven, en daarmee (voor de gelovigen) heeft voorzien in een plaats in de hemel.

De oude man liet zich niet door zijn beste vriend afhouden van zijn verlangen om de eeuwigheid te verdienen, en hield vol: ‘Ik moet naar Delhi.’

In de hut van van Rambhau ging de zendeling zitten. De oude man kwam toen vanuit een andere kamer binnen met een klein kistje.  

Rambhau verliet de kamer om even later terug te komen met een klein kistje. Hij sprak: ‘Ik heb dit kistje al jaren en ik bewaar er maar één ding in. Ik zal je er nu over vertellen, Sahib Morse. Ik had ooit een zoon…’ Dit had hij nooit eerder verteld aan zijn beste vriend. Rambhau gaf aan met vochtige ogen, dat hij dat niet kon vertellen. 

Hij sprak verder tot David: ‘Je weet dat ik snel zal vertrekken, en wie weet of ik ooit terug zal keren? Mijn zoon was ook een duiker. Hij was de beste parelduiker langs de hele kust van India.

Hij kon het snelste duiken en had de scherpste ogen, de sterkste armen en een langere adem dan ieder andere duiker die ooit naar parels heeft gezocht.’

Zijn zoon droomde altijd over het vinden van een perfecte parel, zoals er nog nooit één  was gevonden.

Raumbhau vervolgde: ‘En op een dag vond hij die! Maar hij was toen eigenlijk al te lang onder water geweest… De parel koste hem zijn leven, Sahib.’

Het was een ontroerend moment voor de beide mannen. De oude man verklaarde verder: ‘Al deze jaren heb ik deze parel bewaard, maar nu ga ik, om niet meer terug te keren… Aan jou, mijn vriend wil ik graag deze parel geven!’

Hij haalde vervolgend een prachtige, enorme parel uit het kistje en legde die voorzichtig in de hand van de zendeling. Het was één van de grootste en schitterendste parels die ooit was gevonden langs de kusten van India. Er zou een geweldig hoog bedrag voor worden betaald op de markt.

David riep toen uit: ‘Rambhau, wat een parel!’ Volgens Rambhau was deze parel perfect.

De zendeling zag ineens een goede gelegenheid waar hij al zo lang voor had gebeden, namelijk om Rambhau de waarde van offer van Jezus Christus te laten zien! Hij vroeg de oude parelvisser: ‘Rambhau, dit is een wondermooie parel, ongelooflijk gewoon. Laat me hem van je kopen. Ik geef je er 10.000 dollar voor.’

De visser reageerde: ’Sahib, wat bedoel je?’ Oké,’  sprak de zendeling: ‘dan geef ik je er 15.000 dollar voor, of nog meer als het moet. Ik zal er voor werken.’

Rambhau zei ontsteld: ‘Aan deze parel kun je geen prijs verbinden! Niemand ter wereld heeft geld genoeg om te betalen wat deze parel mij waard is. Op de markt kan een miljoen dollar hem nog niet betalen. Ik wil hem je niet verkopen. Ik geef je deze parel.’ Het was voor Rambhau een onbetaalbare parel, omdat het zijn zoon het leven had gekost.

David bleef aangeven dat hij deze niet gratis kon accepteren. Hoe graag hij ook  de parel wilde hebben, hij kon hem op deze manier niet aannemen. Dat was te gemakkelijk. Hij wilde er voor betalen, of ervoor werken.

De oude duiker was verbijsterd en sprak: ‘Je begrijpt er niets van, Sahib. Zie je het dan niet? Mijn enige zoon heeft zijn leven gegeven voor deze parel, en ik wil hem voor geen geld ter wereld verkopen. Ik kan hem niet verkopen. Ik geef hem jou. Accepteer het alsjeblieft als een teken van mijn liefde en genegenheid voor jou.’

David greep toen de hand van de oude man en sprak zachtjes tot hem: ‘Rambhau, zie je het niet? Wat ik net tegen jou zei, zeg jij al jaren tegen God.’

De ouder duiker keek lang en onderzoekend naar de missionaris, en langzaam begon hij het te begrijpen.

David legde hem uit: ‘God geeft jou het offer van verlossing gratis, en voor niets. Het is zo groot en van onschatbare waarde, dat geen mens ter wereld het kan kopen. Miljoenen dollars zijn te weinig. Niemand is goed genoeg om het te verdienen.

Het kostte God het leven van Zijn zoon om jou toegang te verschaffen tot het eeuwig leven, samen met Hem. In geen miljoen jaar, of duizend pelgrimsreizen zou jij deze toegang kunnen verdienen. Het enige dat je, als zondaar, kan doen, is het accepteren als een teken van Gods liefde en genegenheid voor jou.’

De zendeling vervolgde: ‘Lieve Rambhau, natuurlijk wil ik deze parel accepteren in dankbaarheid. Maar Rambhau, wil jij ook Gods geschenk van de hemel aan jou, in diepe dankbaarheid accepteren? Wetende dat het Hem het leven van Zijn Zoon heeft gekost om jou te redden?’

Tranen rolden over de wangen van de oude man. Beetje bij beetje werd de sluier verder opgetild. Hij verklaarde: ‘Sahib, ik zie het nu. Ik geloofde eigenlijk al een aantal jaren in Gods Woord, maar dat van Jezus, dat kon ik gewoon niet geloven. Ik begreep het niet. Nu wel. Sommige dingen zijn niet met geld te betalen of te verdienen. Sahib, ik ga toch maar niet naar Delhi’

Denk aan het reddend Evangelie in Johannes 3:16:

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’

Zie je ook in dat je dit gratis geschenk van God

alleen maar door het geloof kunt accepteren.

Wil je het ook geloven?

***

3a Waar gaat je innerlijke dorst het meest naar uit? 

    (Dat betekent: Waar verlang je het meeste naar in je leven?)

   Schrijf maar op in volgorde van belangrijkheid:

   1.

   2.

   3.

3b.  Wat denk je hoe deze verlangens kunnen worden vervuld?

 Omcirkel de nummers die voor jou gelden:

Met een tijdelijke troost en verlichting – 2.  Als ze mijn innerlijke leegte opvullen – 3.  Als ze mijn pijn en verdriet verdoven – 4.  Door de liefde van iemand die ik mis – 5.  Door het materiële bezit van wat ik wil hebben – 6. Door hoop, geloof en liefde –Door de aanwezigheid van God – 8.  Door de liefde van Jezus in mijn hart – 9.  Door waardering en acceptatie – 10. Als ik terugkrijg wat ik ben kwijtgeraakt – 11.  Als mij recht wordt gedaan – 12.  Als ik zekerheid ontvang dat ik gered ben

3c. Hoeveel heb je er omcirkeld? Praat er samen verder over na. 

Is je diepste verlangen gericht op God, de Heer van je hart. Dorst je met je hoogste liefde naar Jezus, de Koning in je leven? Laat het lied ‘Wees mijn verlangen’ uit Opwekking 520 maar op je inwerken. Daarin zie waarin de grootste rijkdom en de diepste vreugde te vinden is. Hier volgt het lied:

Wees mijn verlangen, o Heer van mijn hart.

Leer mij U kennen in vreugde en smart.

Laat mijn gedachten op U zijn gericht,

wakend of slapend, vervuld van Uw licht.

***

Geef mij Uw wijsheid, Uw woorden van eer,

dat ik in U blijf en U in mij Heer,

U als mijn Vader en ik als Uw kind,

dat in Uw armen geborgenheid vindt.

***

Geeft mij Uw schild en Uw zwaard in de strijd,

maak mij tot machtige daden bereid.

Wees als een burcht, als een toren van kracht.

Wijs mij omhoog waar uw liefde mij wacht.

***

Wat baat mij rijkdom of eer van een mens:

Bij U te wonen is al wat ik wens,

Met als beloning dat ik op U lijk,

Hemelse Koning, pas dan ben ik rijk.

***

Hemelse Koning, Die het kwaad overwon.

Als ik daar kom in het licht van Uw zon,

stralend van vreugde, getooid als een bruid, 

gaat mijn verlangen  nog meer naar U uit. 

***

Het lied ‘Be Thou my vision’ is van M.E. Byrne  E.H. Hull.

De Nederlandse vertaling is van Elly Zuiderveld-Nieman.

Via de volgende link kun je het lied beluisteren:

***wtr 16f

4a. Wat betekent Jes. 55:2 voor je, waarin we lezen: ‘Waarom weegt u geld af voor wat geen brood is, en uw arbeid voor wat niet verzadigen kan?’

In het Engels: ‘for what does not satisfy.’ Denk hierbij aan het populaire lied van The Rolling Stones: ‘I can’t get no satisfaction’ (ik kan geen voldoening, tevredenheid, bevrediging vinden). Het wereldse zoeken naar geluk en succes geeft je een innerlijk gebrek, dat steeds weer wordt opgevuld met zinloosheid en leegte.

Je kunt het voor jezelf uitleggen dat je dan nutteloos tijd en moeite besteed om dingen die je hart niet kunnen bevredigen – je vindt daardoor geen vrede, rust en verzadigende vreugde voor je ziel.

wtr 17g

4b. Aan welke nutteloze zaken, die je geestelijke dorst niet kunnen lessen, besteed je teveel tijd en moeite? Waarom eigenlijk?

wtr 18h

5a. Denk samen na over Jes. 55:6-7, waar we de oproep lezen: ‘Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is, roep Hem aan terwijl Hij nabij is. Laat de goddeloze zijn weg verlaten, de man van ongerechtigheid zijn gedachten. Laat hij zich bekeren tot de HEERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen, tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig.’

wtr 20i

5b. Bekering is vanuit de grondtekst: ‘verandering van denken en doen.’

       In hoeverre heb je jezelf al tot God bekeerd in je gedachten en je daden?

5c. Wat zeggen de verzen 6 en 7 over de God, Die je tot bekering roept?

wtr 21j

***

6. Jezus is de Heiland (= Bevrijder, Redder, Heler) Het is de bedoeling dat Jezus ‘Redder en Heer’ wordt in je leven. Hij is dan Koning in je leven, Die toewijding en gehoorzaamheid eist, maar je ook beschermd, onderhoudt en liefde geeft.

Denk hierbij aan de volgende tekst uit het lied van Sela:

‘U bent de God die roept, mijn hart en leven zoekt;

Die mij gevonden heeft, het eeuwig leven geeft.

Als aan U toegewijd, mijn hart en mond belijdt:

‘Ja, Jezus is mijn Heer’, dan kniel ik voor U neer.’

6a. Is Jezus al Redder en Heer in je leven? Hoe dan wel?

***

Verlang je naar het levende water?

Verlang je naar het levende water in je hart, zoals een dorstig hert naar water verlangt? Je mag je hart open bij het beluisteren en zingen van het volgende lied:

 YouTube-video Opwekking 281

Als een hert dat verlangt naar water

Wil je ondanks twijfels en innerlijke blokkades het volgende lied biddend meezingen, in je hart of hardop? Misschien worden in het lied ook jouw diepste verlangens vertolkt. Het is ook een lied van geloof, hoop en liefde!

Zie de stroom van de liefde van Jezus

water 34x

Ben je al meegevoerd in de rivier van de liefde van God, die de diepste angst verdrijft? Laat het lied uit opwekking 674 op je inwerken, zodat je het uit de grond van je hart kunt meezingen:

Zie de stroom van Jezus’ liefde
overstelpend als een vloed.
Toen de Mensenzoon ons vrijkocht
met zijn eigen kostbaar bloed.

Wie kan zwijgen van zijn liefde
of vergeten wat Hij deed?
Jezus’ naam zij steeds geprezen,
tot in alle eeuwigheid!

Aan het kruis werd Jezus’ offer
tot een bron die altijd blijft.
Door de sluizen van Gods goedheid
stroomde zijn barmhartigheid.

Een rivier van diepe liefde
daalde uit de hemel neer,
bracht ons vrede met de Vader,
schonk de wereld leven weer.

Het is uw volmaakte liefde,
die mijn diepste angst verdrijft.
Vol vertrouwen mag ik komen,
waar uw rechterstoel verrijst.

Want mijn rechter is mijn redder,
mijn verlosser pleit voor mij.
Hij heeft zelf mijn straf gedragen;
Jezus, mijn gerechtigheid!

Wie kan zwijgen van zijn liefde,
of vergeten wat Hij deed?
Jezus’ naam zij steeds geprezen,
tot in alle eeuwigheid!

Tekst: William Rees. Muziek: Robert Lowry.
Ned. tekst: Peter van Essen / Harold ten Cate.

water 35y

Via de volgende link kun je het lied beluisteren en meezingen:

YouTube-video Opwekking 674 – Zie de stroom van Jezus’ liefde

***

Ontmoet Jezus bij de bron

Leef als een gereinigd gelovige, 

met een ‘clean heart’

Daar verlangen wij met de woorden van David naar, in Opwekking 389: ‘Create in me a clean heart, o God.’ en ook: ‘Restore unto me the joy of Thy salvation and renew a right spirit within me.’

Een bron van heil en blijdschap

Kun je Jesaja 12:2-3 ook voor jezelf proclameren? Put nieuwe kracht en geloof uit deze bemoedigende woorden en beloften in het Woord van God:

‘Zie, God is mijn heil, ik zal vertrouwen en geen angst hebben, want mijn kracht en psalm is de HEERE HEERE, en Hij is mij tot heil geworden. U zult met vreugde water scheppen uit de bronnen van het heil.’

water 29s

Radicale reiniging en toewijding

Het vuile water van de wereld zal ons zicht op Jezus vertroebelen. Toegelaten zonden maken scheiding tussen ons en een heilig God. Zonden onteren God en hebben Jezus aan het kruis genageld. Hoe kunnen wij dan nog in zonden leven? Door een schuldig geweten verliezen wij onze vrijmoedigheid.

Wij behoren ons dankbaar en radicaal

toe te wijden aan Jezus 

Hij heeft ons door Zijn bloed heeft gereinigd. Een gereinigde bron kan eigenlijk geen vuil verdragen. Kom tot Jezus voor vergeving en reiniging!

water 31u

Laat je reinigen in de rivier van genade

De genade van God vloeit voort uit Zijn liefdevolle Vaderhart, dat overvloeit van liefde voor Zijn kinderen. De liefde van God komt wel het duidelijkst naar voren in het offer van Zijn Zoon. Het is opofferende liefde voor vuile zondaren, die zich door Hem laten reinigen. Ben je ook al door het geloof tot Hem gegaan om reiniging en herstel?

Door het offer van Jezus is er een geopende toegang gekomen tot de troon van de genade. Kom met vrijmoedigheid met een waarachtig en gereinigd hart in het geopende heiligdom (zie Hebr. 10:19-23).

Ben je geestelijk al verfrist en verzadigd door de stromen van levend water? Het kan zijn dat je meerdere malen van het levende water hebt geproefd, dat uit de rivier voor je was meegenomen. Dit moet je uitnodigen om naar de rivier zelf te gaan, waar je overvloedig kunt blijven drinken. Het wordt nog mooier als je de bronnen van deze rivier gaat ontdekken.

Kom tot een voortdurende overgave en verfrissing met het volgende lied ‘De Rivier’ van Brain Doerksen (vertaling Maarten Wassink):

Al mijn zonden, al mijn zorgen,
neem ik mee naar de rivier.
Heer, vergeef mij en genees mij.
Vader, kom, ontmoet mij hier.

Want dit water brengt nieuw leven
en verfrist mij elke dag.
‘t Is een stroom van uw genade,
waar ‘k U steeds ontmoeten mag.

Refrein:
Heere Jezus, neem mijn leven,
ik leg alles voor u neer.
Leid mij steeds weer naar het water,
‘k wil U daar ontmoeten, Heer.

Kom ontvang een heel nieuw leven,
kom en stap in de rivier.
Jezus roept je, Hij verwacht je
en Hij zegt: “Ontmoet mij hier.”

(Refrein)

Leid mij steeds weer naar het water;
‘k wil U daar ontmoeten, Heer.

***

   ***

Vernieuwing en vreugde door het werk van God

7a. Samen lezen Jesaja 55:8-13.

Het Woord van God is zo krachtig dat het vrucht draagt (zie Jes. 55:10-11).

wtr 23m

Het resultaat van het werk van God in je hart is ‘geestelijke blijdschap’ en een blijvende verandering ten goede (Jes. 55:12-13).

Door het werk van God, geloof en bekering word je geestelijk vernieuwd, zoals een brandnetel of distel veranderd worden in een mirtenstruik en cipresboom.

We lezen zelfs in 2 Kor. 6:17 over deze innerlijke verandering: ‘Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.’

Radicale vernieuwing is noodzakelijk!

Hoe kan ons leven radicaal worden vernieuwd? Wat gebeurt er als er geen hartelijke verandering is, maar halfslachtigheid, onoprechtheid en een tijdelijke bekering? Dat kun je ontdekken in het volgende voorbeeldverhaal over Zefat en de oliesjeik. Je ziet daarin ook waar ondankbaarheid toe kan leiden.

Zefat en de oliesjeik

Er zijn verschillende bevolkingsgroepen in Irak. Indertijd was de elitegroep in het land aan de macht in de regering: de Soennieten. Zij hadden belangrijke hogere posten in de regering en besturing van het land. Zij bezaten genoeg geld om hun kinderen te laten studeren. Er waren lagere klassen en groeperingen, die eenvoudiger en ook wel in armoede leefden. De rijke families van de elite wilden niet aan lager wal raken of verarmen. Zij probeerden hun stand op te houden.

In dit verhaal met een diepere betekenis komen we de Soenniet Zefat tegen. Hij behoort bij een elitegroep van een hooggeplaatste familie. Zijn rijke vader heeft hem laten studeren in de plaats Bagdad. Hij hoopt dat zijn zoon een belangrijke positie zal kunnen gaan innemen na zijn studie.

Zefat komt echter in contact met verkeerde vrienden uit de onderwereld. Hij verdwijnt uit het zicht in een duistere achterbuurt en woont in bij mensen die er illegale praktijken op na houden. Er worden verdovende en stimulerende middelen gebruikt. Door het toenemende gebruik en slechte voeding raakt Zefat ziek. Uiteindelijk wordt hij zelfs blind.

Daarna knapt hij lichamelijk wat op en gaat hij bedelen om in leven te kunnen blijven.

Op een gegeven moment rijdt een oliesjeik van de hooggeplaatste bevolkingsgroep door de duistere achterbuurt. Hij ziet Zefat bedelen aan de kant van de straat. Hij laat de auto stoppen en stapt met zijn bewakers uit. Tot zijn verbazing ziet hij dat Zefat tot zijn klasse behoort, terwijl hij daar op straat ongelukkig, blind en ver beneden zijn stand verkeert. Verontwaardiging en een diep medelijden vervult het hart van deze man. Hij heeft zelf geen zoon, die hij heeft kunnen laten studeren.

Zefat vertelt hem zijn levensverhaal en bekent berouwvol zijn zonden. Hij ziet in dat hij in schande heeft geleefd en wil zich bekeren naar een beter leven. Maar helaas: hij is blind! Hoe kan dit nog ooit goed komen?

De rijke oliesjeik neem hem mee naar zijn paleis. Hij is barmhartig en wil er alles aan doen om deze jonge man weer op orde te krijgen. Hij laat zelfs bekende oogspecialisten komen, om Zefat te onderzoeken. Ze nemen hem in behandeling. En jawel, door de medische behandelingen keert het zicht weer terug in de ogen van Zefat.

De oliesjeik is zó blij en hoopvol, dat hij Zefat opneemt in zijn gezin. Hij adopteert hem, en ziet hem al als een waardige opvolger in zijn winstgevende bedrijf.

Er zijn wel voorwaarden verbonden aan de voorrechten die Zefat nu mag genieten. Hij moet zich namelijk gaan gedragen als een waardige, dankbare zoon van de oliesjeik. Allerlei regels en gewoontes binnen het gezin en het bedrijf van de sjeik worden hem aangeleerd. Hij behoort zich uiteraard netjes te gedragen, vooral ook bij bezoeken van olieministers met hun vrouwen en andere hoogwaardigheidsbekleders, die regelmatig op bezoek komen bij de steenrijke oliesjeik.

Zefat moet ook weer gaan studeren, om een goede positie te kunnen verwerven. Daarbij zal hij voldoende kennis en vaardigheden opdoen, om het bedrijf te kunnen voortzetten en de eer van de familie hoog te houden. Het is duidelijk dat Zefat hier zelf ook helemaal achter moet staan. Het zal een zaak moeten zijn van zijn hart.

In het begin toont Zefat zich zeer enthousiast. Maar na verloop van tijd verflauwt hij in zijn toewijding en ijver. Hij gaat weer oud gedrag vertonen. Daarbij haalt hij ongepaste geintjes uit, zelfs in het bijzijn van belangrijke gasten aan tafel. Het komt beledigend over en is ongepast tegenover de vrouwen.

Meerdere malen wordt Zefat ernstig gewaarschuwd: hij moet zich beter aanpassen en volwassenheid tonen! Hij past zich wel wat aan, maar in het verborgen blijft hij dingen doen die niet deugen.

Zefat gaat met één van de dure auto’s van zijn adoptievader naar de hogeschool in Bagdad. Daar kan hij ‘de grote jongen’ uithangen.

Na verloop van tijd gaat hij de oude achterbuurt weer opzoeken, waar hij voorheen als blinde bedelaar heeft geleefd. Daar ontmoet hij enkele van zijn oude vrienden. Onderzoekend kijken ze naar hem. Ze vragen hem: ‘Ben jij Zefat, of ben je zijn broer?’ Zefat reageert: ‘Ik ben de echte Zefat!’ Verwondert gaan ze verder: ‘Maar je was toch blind? Hoe is dit mogelijk? En wat doe je in die dure Mercedes?’ Hij vertelt hun het hele verhaal.

Meer oude kennissen zijn er inmiddels bij gaan staan. Er wordt opgemerkt: ‘Kijk nou eens naar die Zefat, vroeger moesten we hem trakteren, omdat hij geen geld had. Hij mocht gratis bij ons wonen. En… nu hij onverdiend rijk geworden is, nu is hij zo belangrijk dat hij op ons neer ziet. Of niet soms? Wordt het geen tijd om ons eens flink te trakteren op jou succes?’

‘O natuurlijk,’ geeft Zefat aan: ‘dat was ik ook van plan.’ Laten we samen weer eens een feestje bouwen… en ik trakteer!’ Dit is het nieuwe begin geworden van de tweede afgang van Zefat. Hij wordt weer meegesleept door zijn verkeerde vrienden. Een tijdje leidt hij een dubbelleven. Maar dit kan hij niet lang volhouden. Op een bepaald moment verdwijnt hij weer uit het zicht.

Na een jaar komen we hem weer tegen aan de kant van de straat in een achterbuurt van Bagdad. Hij bedelt om in leven te kunnen blijven… en hij is weer blind!

Welke diepere les zit er in dit verhaal?

In de Bijbel worden we wel 134 keer opgeroepen om ons te bekeren van verkeerde zaken, die ons schaden. Dat is zonde! Deze overtredingen behoren wij achter ons te laten, terwijl we onze God hartelijk willen gehoorzaam. Vanwege Zijn genadig aanbod, liefde en barmhartigheid zullen wij dankbaar willen voldoen aan Zijn voorwaarden. De oliesjeik wilde Zefat een hoopvolle, goede toekomst geven.

We lezen in Jeremia 29:11-14 wat God aanbiedt, opdraagt en belooft, namelijk: ‘Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven. 12 Dan zult u Mij  aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren. 13 U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart. 14 Ik zal door u gevonden worden, spreekt de HEERE, Ik zal een omkeer brengen in uw gevangenschap…’

Zefat werd verlost uit zijn ellende en blindheid, maar keerde uiteindelijk terug naar zijn oude, zondige leven. Zijn zonden werden hem opnieuw tot een struikelblok, waardoor hij weer in ellende verviel.

Bekering en geloof = een nieuw hart

In Ezechiël 18:30-32 roept God ons samen met Israël op: ‘Keer terug en bekeer u van al uw overtredingen, dan zal de ongerechtigheid u geen struikelblok worden. Werp al uw overtredingen, waarmee u overtreden hebt, van u af en maak u een  nieuw hart en een nieuwe geest. Waarom zou u sterven, huis van Israël? 32  Ik schep immers geen behagen in de dood van een stervende, spreekt de Heere HEERE, dus bekeer u en leef!’

God laat duidelijk weten dat Hij niet onze (zelfgekozen!) ondergang op het oog heeft, maar ons geluk. Dat bestaat in het eren van God, door Hem te gehoorzamen en te geloven in Zijn barmhartig en liefde tot ons.

Geloof je al in het onverdiende geschenk van God?

Geloof je al in Zijn Zoon, Jezus Christus?

Als je Jezus door het geloof aanvaardt als Zaligmaker en Heer in je leven, geef je aan dat je door God als Zijn kind bent geadopteerd. Geloof en oprechte bekering laten zien dat je een nieuw hart en een nieuwe geest uit genade hebt ontvangen. Dat kun je dus ook opmaken uit Ezech. 18:31: ‘Maak u een nieuw hart en een nieuwe geest’.

God geeft een nieuw hart

en de gelovige maakt zich een nieuw hart.

Ken je deze wonderlijke ervaring

van het aannemen van Jezus in je hart?

Je leest het duidelijk in Johannes 1:12-13: ‘Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn.’

We lezen in Psalm 146:8: ‘De HEERE opent de ogen van de blinden.’

De door Jezus genezen blindgeborene geeft te kennen in Joh. 9:25:

‘Één ding weet ik, dat ik blind was en nu zie.’

Weet je dat ook?

wtr 24n

Max Lucado heeft het over een ‘radicale reconstructie’ van je leven. Hij legt dat uit met de woorden van Jezus in de zaligsprekingen, in Matth. 5:3-12.

Max verklaart ons bij dit tekstgedeelte uit zijn dagboek ‘Leven uit genade’ (blz. 295):

– ‘Eerst moeten we erkennen dat we hulp nodig hebben

    (we zijn arm van geest).

– Vervolgens moeten we berouw hebben over onze zelfzuchtigheid

    (we treuren).

– We nemen het heft niet meer in eigen handen en onderwerpen alles aan God

   (we zijn zachtmoedig).

– We zijn zo dankbaar voor Zijn aanwezigheid, dat we smachten naar meer van Hem

   (we hongeren en dorsten).

– Terwijl we naar Hem toegroeien, worden we meer zoals Hij. We vergeven anderen

   (we zijn barmhartig).

– We veranderen ons perspectief

   (we zijn rein van hart).

– We houden van anderen

    (we zijn vredestichters).

– We doorstaan onrechtvaardigheid

   (we worden vervolgd).

wtr 26r

7b. Wat herken je al bij jezelf van ‘de nieuwe mens’ in je?

        In hoeverre zijn de distelkenmerken uit je leven verdwenen

        en ben je een geurige mirt en standvastige cipres geworden?

Max Lucado gaat verder over deze innerlijke vernieuwing: ‘Het is geen langzame verandering van houding. Het is een vernietiging van de oude structuur en schepping van de nieuwe. Hoe radicaler de verandering, hoe groter de vreugde. En het is iedere moeite waard, want het is de vreugde van God.’

wtr 27s

7c. Een gelovige trekt uit in blijdschap en wordt voortgeleid met vrede (Jes. 55:12).

       Wat kun je vertellen van de blijdschap en vrede die je al hebt ervaren?

Samen bidden

***

Samen meezingen in de vreugde van het heil van de HEERE.

 ***