Een geloofsgetuigenis van Cees van Beek

Copyright: Cees van Beek 

Zijn geestelijke zoektocht van 35 jaar naar redding voor zijn ziel binnen de reformatorische denkwereld

Zijn getuigenis is hieronder bewerkt voor deze website, en verrijkt met sprekende afbeeldingen. We hopen en bidden dat zijn verhaal andere geestelijke zoekers zal helpen op de weg naar het eeuwige geluk in Jezus Christus, onze Zaligmaker. 

Cees heeft uiteindelijk ontdekt: 

‘Geloof is de enige oprit van de rijksweg naar de hemel… 

waar Jezus is!’ 

Hij vertelt ons in deze inleiding over zijn bevrijdende ervaring tijdens het bidden voor zijn redding (tijdens een vakantie in Frankrijk):

Ze vroegen hem: “Als wij gebeden hebben, wil jij dan bidden?”
Cees: “Dat weet ik niet; ik ben niet gewend om hardop voor mijzelf te bidden”.

Zij baden, riepen naar de hemel en hebben gepleit voor de troon van een almachtig, alwetend en een alziend God.
Toen bad ik… ‘k vergat mijn bezwaren van een paar minuten ervoor.

Op dezelfde manier als zij, smeekte ik naar God in de hemel en bad het kortste gebed van een zondaar ooit:

‘O God, wees mij zondaar genadig’

Toen gebeurde er iets wonderlijks.
Plotseling bad ik:

‘Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp’

Zijn geestelijke zoektocht

Cees verhaalt: “Toen en daar eindigde een 35 jaar lange geestelijke zoektocht naar redding voor mijn ziel. Het begon toen ik ongeveer 21 jaar oud was. God raakte mijn ziel aan door Zijn Heilige Geest, zodat ik wist dat ik niet kon sterven zoals ik geboren was.

‘Er moest vergeving komen voor alle zonden die ik bedreven had’

Mijn schuld moest betaald worden! Ik huilde in de nachten op mijn bed vanwege mijn ongerechtigheid voor God maar vond geen zaligheid.

Leven naar de wet

Ik begon preken te lezen van oude dominees (oudvaders) en getuigenissen te lezen van kinderen van God (bekeringsgeschiedenissen). Ik ging naar hun bijeenkomsten (gezelschappen) om rust vinden voor mijn ziel, maar het hielp me niet.

‘Ik begon naar de wet te leven

 en probeerde mij aan alles te houden’

Soms had ik een periode van rust door het houden van regels, tradities en de 10 Geboden. Ik dacht dat dit werken was ‘voor de spijze die blijft tot in het eeuwige leven’. Ik snapte echter niet dat de Zoon des mensen klaar stond om mij die voor niets te geven.  Ik werd terug geworpen op mijzelf, op mijn goede werken en daden.

Netjes leven als brandweercommandant

Intussen trouwde ik, kreeg kinderen, deed mijn werk als brandweercommandant en leefde het leven zoals iedereen op deze aarde. Ik probeerde een goede vader, echtgenoot, kerkganger en brandweerman te zijn. In eigen ogen leefde ik netjes. De natuurlijke manier van leven is echter verbonden met de onzichtbare wereld van de eeuwige geestelijke leven. De verlangens in mijn diepste wezen, wilden een relatie met de levende God.

Voordat ik getrouwd was, was ik een keer een uitslaande gebouwbrand aan het blussen op de derde verdieping. Alleen met mijn ademluchtapparaat en brandslang. Mijn broer, ook een brandweerman, was in het trappenhuis van dit gebouw om de brandslang aan te voeren. En plotseling was er, in het midden van de vlammen om me heen, de gedachte in mijn hoofd dat de hel net zo’n plek was als deze poel van vuur.

Veroordeeld tot zondigen…

Tijdens mijn geestelijke reis besefte ik op enig moment dat al mijn eigengerechtigheden waren als een wegwerpelijk (bezoedeld) kleed,  en dat ikzelf niet in staat was om mijn leven te op te knappen. Ik herinner me nog dat ik tegen mijn huis aanleunde (rond het jaar 2000) en God mij door Zijn Geest kwam te openbaren, dat ik was geboren om te zondigen. Hoewel ik geprobeerd had om de zonden (en zondige gedachten) te voorkomen, met al mijn eigen kracht, toch was dit nutteloos, omdat ik de wet van God niet kon houden. Ik was dus veroordeeld tot zondigen.

Naderhand begreep ik dat in Romeinen 8 vers 7 staat: “Daarom omdat het bedenken van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet van God, want het kan ook niet”. Ik voelde mij als een goddeloze; een voortgedreven rusteloze zee die slijk en modder opwerpt zoals vermeld in Jesaja 57 vers 20 en 12.

Hulpeloosheid en angstige onrust

Een gevoel van hulpeloosheid overviel mij toen en daar. Zo begon het laatste decennium van mijn zoektocht; vol met groeiende innerlijke onrust. Altijd verslagen door satan, die mij verblinde voor de weg der zaligheid. Hij blokkeerde mijn weg naar God door leerstellige gedachten en ongeloof.

Het denken aan de dood nam toe, gestimuleerd door wat ik mee maakte in mijn werk; ik zag veel mensen gewond of dood. Daar komt nog bij dat ik zelf ook vele malen de dood in de ogen keek. Er was echter een kracht sterker dan de satan. Deze kracht belette het dat ik omkwam in een brand of ongevallen.

Jezus is de enige weg!

Toen in 2002, na het lezen van een boek over de ingewikkelde manier van zalig worden in mijn kerkgenootschap, begreep ik opeens dat Jezus de enige weg naar de verlossing was. Misschien had ik dit al vele malen en vele jaren gehoord, maar nu werd het verlicht door Gods Geest. Als gevolg daarvan heb ik, in de laatste jaren voor mijn bekering in 2007, in alle kerken in de buurt van mijn woonplaats bezocht om Jezus te zoeken. Ik kon Hem niet vinden.

De laatste maanden en weken waren bijna ondraaglijk, herinner ik me. Hopeloos, rusteloos, sterker gebonden aan boezemzonden dan ooit.

Jezus klopt op de deur van het hart

Op een zondag luisterde ik via de computer naar een preek die tijdens een jongerenbijeenkomst was gehouden. In die preek verklaarde de dominee mijn hopeloze geestelijke positie en vertelde dat Jezus op de deur van mijn hart klopte. Het raakt me zo diep dat ik in tranen uitbarstte. Hij stond daar aan de buitenkant te kloppen. Ik hoorde Zijn stem luid en duidelijk en Hij nodigde me uit om de deur te openen, maar waar was zat nu toch de knop van de deur?

‘Jezus wil in ons leven komen… voor altijd!’

Nu was ik echt zonder enige hoop, zo dichtbij en toch zo onbereikbaar. Bijna de redding… en nog steeds verloren. Innerlijk wanhopig ging ik met mijn gezin op vakantie naar Frankrijk. Enerzijds geestelijk ‘dodelijk’ vermoeid over de verloren positie van mijn dorstige ziel. Anderzijds moe gestreden tegen mijn geweten, dat steeds gevoeliger werd voor het feit dat ik als zondaar stond voor een levende God. Diep verlangend naar gerechtigheid terwijl tegelijkertijd de satan mij in de gevangenis van de duisternis vasthield.

Redding in Frankrijk

Op de vakantiepark ontmoette ik een dominee, sprak met hem over mijn zoeken en legde de positie van mijn ziel aan hem uit. Ik herinnerde mij nog de eerste woorden die ik tegen hem sprak:

‘Ik zoek Jezus, maar kan Hem niet vinden’

We spraken over de overtuigende werk van de Heilige Geest (en het verschil tussen zaligmakende en algemene overtuigingen),  en over het feit dat gevoel niet hetzelfde is als geloof (ik voelde niets).

Bevrijding op het gebed

Hij stelde voor om samen te bidden, en vroeg mij dat ook te doen als zij gebeden hadden. Ik bad vervolgens dat wonderlijke gebed dat de Heilige Geest mij aanreikte ‘als een gouden appel op een zilveren schaal’.

(Herhaling inleiding:)

Ze vroegen hem: “Als wij gebeden hebben, wil jij dan bidden?”
Cees: “Dat weet ik niet; ik ben niet gewend om hardop voor mijzelf te bidden”. Zij baden, riepen naar de hemel en hebben gepleit voor de troon van een almachtig, alwetend en een alziend God.
Toen bad ik… ‘k vergat mijn bezwaren van een paar minuten ervoor. Op dezelfde manier als zij, smeekte ik naar God in de hemel en bad het kortste gebed van een zondaar (ooit): ‘O God, wees mij zondaar genadig.’

Toen gebeurde er iets wonderlijks. Plotseling bad ik: ‘Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp.’ 

Uit genade zalig, door het geloof

Ik stond op en liep terug naar mijn vakantiehuis, voelde dat er diep in mij wat veranderd was maar kon het geen woorden geven. De volgende ochtend ging ik joggen en nam ‘automatisch’ mijn Bijbel mee (ik had dit nooit eerder gedaan).

Na een tijdje rustte ik uit tegen een rots, opende mijn Bijbel en las Efeze 2:8: “Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is een gave van God”. 

Dit was de verklaring van wat er de dag ervoor gebeurd was:

‘Ik geloofde!

Mijn hart was in volle rust

 en mijn ziel had diepe vrede ontvangen’

Augustinus heeft dat zo mooi uitgedrukt: “Onrustig is ons hart… O God, totdat het rust vindt in U!” De hel voor eeuwig gesloten en de hemel onmiddellijk geopend. Ik ontving het eeuwige leven.

O Glorie aan het Lam…. dat mij heeft geleid door Zijn Geest. De Geest van God ging nooit weg van mij, hoewel ik zoveel zondigde. Altijd deed Hij het overtuigende werk in mijn hart, en drong aan de redding en vergeving te zoeken.

Tranen en tradities kunnen niet redden

Ik huilde tranen over mijn zonden, maar tranen konden mij niet zalig maken. Ik leefde uiterlijk een fatsoenlijk leven, maar in mijn hart was het een vuilnisbelt, het bleef koud en hard. Immers, God kijkt naar het hart, toch? Dat fatsoenlijke leven kon me niet redden van het oordeel voor de witte troon; alleen gerechtigheid redt van de dood. Het houden van regels, tradities en de 10 Geboden… De werken van de wet konden mij niet rechtvaardigen voor God.

Glorie aan het Lam!

O Glorie aan het Lam …. dat mij leidde naar het zaligmakend geloof, de sleutel, de deurknop naar de verlossing. Het bloed van het Lam heeft mij gewassen van mijn zonden; zonder bloedstorting is er immer geen vergeving.  

Jezus nodig ons in Openb.3:20:

 ‘Zie, Ik sta Aan de deur en klop.

Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent,

zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken,

en hij met Mij.’

De weg naar de zaligheid echter, de ingang door de enge poort van de eeuwige leven, is het kloppen, het aanbellen of ‘de pincode intoetsen’. Als je dat doet in vertrouwen, zal de poort, zal de deur geopend worden. Zelfs als er nog een zeker ongeloof in het geloofsovergave is, wordt de poort geopend en zwaait de deur open. Jezus genas de maanzieke knaap hoewel de vader in tranen bad: ‘Ik geloof, maar kom mijn ongeloof te hulp.’

Ben je nog gebonden en gevangen?

Dus luister:

– zielen die gebonden zijn in leerstellig ongeloof.
– zielen die gevangen zijn en gebonden in zonden, achter koperen deuren en stalen grendels.
– mannen en vrouwen, getrouwd of niet, die proberen de 10 Geboden te houden.
– mensen in hoge posities binnen godsdienstige organisaties, dominees of huisvrouwen vastgehouden in verborgen zonden.
– jongeren die gevangen zijn in seksuele zonden waardoor je leven van binnen corrupt is, hoewel jij je vader, moeder en de dominee gehoorzaamt.

Luister en kom! Er is hoop, er is een Verlosser, Jezus Christus!

Roep tot de HEERE om verlossing!

Als je positie is zoals beschreven in Psalm 107: “Die in duisternis en de schaduw des doods zaten, gebonden met verdrukking en ijzer; omdat zij weerspannig (in opstand) waren geweest tegen de Gods geboden, en de raad van de Allerhoogste onwaardig verworpen hadden. Waarom Hij hun hart door zwarigheid vernederd heeft; zij zijn gestruikeld, en er was geen helper.”

Roept dan tot de Heere, zoals zij dat deden: “Doch roepende tot de HEERE in hun benauwdheid die zij hadden… En God verhoorde en redde uit alle nood: “… verloste Hij hen uit hun angsten. Hij voerde hen uit de duisternis en de schaduw des doods, en brak hun banden. Laat hen voor den HEERE Zijn goedertierenheid loven, en Zijn wonderwerken voor de kinderen der mensen! Want Hij heeft de koperen deuren gebroken en de ijzeren grendelen in stukken gehouwen.”

Jezus klopt op de deur van je hart!

Jezus Gods Zoon, is altijd, dag en nacht, aan het kloppen op de deur van je hart. God de Heilige Geest is altijd, dag en nacht, bereid om uw verduisterd verstand te verlichten en je naar Jezus te leiden.

God de Vader is altijd, dag en nacht, bereid om u te rechtvaardigen op basis van de verdiensten op Golgotha, het bloed van Jezus Christus Zijn Zoon. Kom, u hoeft geen 35 te zoeken, maar als u Zijn stem gehoord heeft, laat je dan leiden. Hij heeft de prijs betaald. Dus aarzel niet en geloof!

Het is onmogelijk om jezelf op te knappen voor God; het is ook niet nodig, want Hij is op zoek naar zondaars, op zoek naar degenen die het leven niet meer in eigen handen kunnen houden.

Hij kwam niet voor rechtschapen mannen of vrouwen in zichzelf. Hij wil geen offeranden, maar Hij wil barmhartigheid bewijzen!

Genade voor een geheime zondaar

Ik was een geheime zondaar, net als u. Ik knapte mijzelf vele jaren op maar bleef dood in zonden en misdaden. Nu echter leef ik zoals John Newton dat beschreef in zijn lied:

“Genade zo oneindig groot,

dat ik die het niet verdien, het leven vond;

 want ik was dood en blind,

 maar nu kan ik zien”.

Post Scriptum:

“Ik weet dat er honderdduizenden mensen zijn, misschien wel een miljoen mensen wereldwijd in de (Nederlandse) Reformatorische kerkgenootschappen, die gebonden zijn door zonden en verblind door satan, hoewel zij uiterlijk fatsoenlijk leven.

Ik voel zoveel medelijden met hen (vanwege mijn eigen verleden), dat mijn hart huilt naar God, om neer te komen met Zijn Geest.

Dat door Zijn macht de koperen deuren zullen worden geopend, en de ijzeren grendelen aan stukken geslagen; vooral voor hen die hun godsdienstige leven in Canada leven.”

Deze bewogenheid van Cees van Beek wordt in ons land door velen gedeeld.

Daarbij moet worden opgemerkt, dat ook velen uit de reformatorische kringen door de genade van God de weg van het geloof in Jezus hebben ontdekt.

Zij hebben in Jezus de Weg, de Waarheid en het Leven gevonden!

(Zie: Joh.14:6)