Geestelijk herstel

Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat

Heb je herstel, reiniging en doorstroming nodig?

 

In het geestelijk leven is herstel, blijvende reiniging en voortdurende doorstroming nodig. Het is schadelijk voor een waterbron als er stilstaand water is. Het water raakt dan spoedig vervuild en besmet; het gaat dan stinken en wordt ondrinkbaar. Dat is niet de bedoeling van de eigenaar van deze bron.

Hier kunnen we geestelijk veel van leren. We hebben reiniging van schadelijke stoffen nodig, die ons geestelijk leven belemmeren en benauwen. Dit zijn pijnlijke zaken, die ons innerlijk verzieken. Het zijn onder meer zonden, verslavingen, pijnlijke herinneringen, emotionele beschadigingen, gevoelens van afwijzing, afgunst, angst, schuld en twijfel. Deze zaken belemmeren het geloofsleven en de doorstroming voor een gezond geestelijk leven.

Al deze negatieve gevoelens belemmeren de geestelijke liefde, de moedgevende hoop en het nederige vertrouwen in God. Daardoor kunnen we niet blijven in Jezus en in God. Daardoor komen we niet tot Gods doel in ons leven. Daardoor kunnen wij Jezus niet vrijmoedig belijden en God eren.

Binnen de reformatorische kringen wordt de nadruk gelegd op rechtvaardiging en heiliging, maar komen geestelijk herstel en heling te weinig aan de orde. Naast rechtvaardigmaking en heiligmaking is ook heelmaking nodig!

Verdere heling en reiniging zijn van groot belang

 voor geestelijke groei

Juist de verkeerde karaktertrekken, de pijnlijke herinneringen, de negatieve ervaringen en emotionele beschadigingen van vroeger gaan vaak na de eerste bekering opspelen in het geestelijk leven van gelovigen. Hiervan moeten we zo snel mogelijk worden hersteld en gereinigd.

Door gebrek aan geestelijk herstel

 ontstaat een gebrekkig geestelijk leven 

Zonder herstel en bevrijding van schadelijke invloeden uit ons oude leven komt er achteruitgang in het geestelijk leven. Het is opvallend dat het geloofsleven na de tijd van de eerste liefde bij de meeste gelovigen achteruitgaat en op een lager peil komt te staan. De toewijding en heiliging verminderen meestal in hetzelfde tempo.

In de plaats van evangelische heiligmaking komt er dan nogal eens een ongezond wettisch leven

De liefdevolle bewogenheid van Jezus voor het behoud van anderen kan dan veranderen in een negatieve kritische houding naar andersdenkende gelovigen. Men gaat dan het geestelijk leven bij zichzelf en anderen in twijfel trekken en valt zodoende in leugenachtige valstrikken van de duivelen. Satan is de aanklager van de broeders en twijfelende gelovigen kunnen door zijn invloed ook kritische beoordelaars en aanklagers worden.

Laten we ons vernederen!

Bij zulke ongezonde gelovigen kan het geestelijk leven gaan uitdrogen op de keiharde rotsen van geestelijke hoogmoed. Houd de liefde van Jezus niet tegen door hoogmoed en een kritische instelling! Laat hoogmoed je geestelijk leven niet verzieken. Verschuil je verder niet achter je zogenaamde rechtzinnigheid en een vroom leven. Geef het eerlijk toe: ik bent aan het uitdrogen en mis de ervaring van Gods liefde. Wat zie je nog in Jezus Christus? Waarom lijkt Hij zo onbereikbaar ver weg?

Wat heb je nu aan al die geestelijke ervaringen van vroeger, terwijl je nu bent uitgedroogd op die eenzame hoogte. Kom tot verootmoediging! Verneder jezelf onder de krachtige hand van God.

Er zijn beloften van herstel

voor wie zich vernederen

Laten we ons steeds weer vernederen (verootmoedigen) voor God, want dan zijn er Zijn genadige beloften van herstel. In Jak.4:8 en 10 worden we opgewekt: ‘Nader tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinig de handen zondaars, en zuiver de harten, dubbelhartigen. Vernedert u voor de Heere, en Hij zal u verhogen.’ We lezen in 1 Petr.5:5-6: ‘Wees met nederigheid bekleed, want God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade. Verneder u dan onder de krachtige hand van God, opdat Hij u op Zijn tijd verhoogt.’

Laten we onszelf hierin toetsen: zijn we wel met ootmoed bekleed? Als we willen wandelen, waardig de roeping met welke wij geroepen zijn (zie in Ef.4:1), dienen we dat te doen: ‘Met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedig­heid, verdragende elkaar in liefde (Ef.2:2).’

Zijn we met ootmoed bekleed?

Leven we wel vanuit de gezindheid van Jezus Christus, Die van Zichzelf zegt in Matth.11:29 dat Hij zachtmoedig is en nederig van hart? (zie ook Filip.2:5-11). We moeten ootmoedig wandelen met onze God (Micha 6:8).

Laat de liefde weer stromen

Ik weet uit eigen ervaring helaas maar al toe goed hoe schadelijk hoogmoed is voor je eigen geestelijk leven. Wij moeten grondig worden gereinigd van geestelijke hoogmoed! Op de rotsen van de hoogmoed vloeit de stroom van levend water niet naar ons toe. We moeten daarvoor afdalen naar het dal van ootmoed.

Waar kunnen we de stromen van zegen verwachten?

Op de lage plaatsen van nederigheid ontvangen we nieuwe verkwikking. Daar komt het herstellende water van de Heilige Geest weer over ons heen. Daar stroomt het verzoenend bloed van Jezus weer in onze schuldige ziel. Daar komen we weer tot verootmoediging door de onverdiende liefde van God. Daar komen we er weer achter dat ‘noch hoogte, nog diepte, nog enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere’ (Rom.8:39).

We lezen in 1 Joh.4:15-16: ‘Al wie belijdt dat Jezus de Zoon van God is, God blijft in Hem, en hij in God. En wij hebben de liefde die God tot ons heeft, gekend en geloofd. God is liefde en wie in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem.’

Wat belemmert een goede doorstroming?

Onzuiverheden en verkeerde geestelijke invloeden vervuilen onze bron. Als we onder het Evangelie leven zullen de kwade machten ons niet met rust laten. Zij infiltreren negatieve invloeden in onze gedachten. De boze geesten zullen proberen om het zuivere water van het Evangelie te vermengen met zondige elementen en verzwakkende leerstellingen. In de pastorale brieven van het Nieuwe Testament wordt hier volop tegen gewaarschuwd. Het gaat hierbij hoofdzakelijk over de vermenging van het Evangelie met de wet en de wereld.

Wettische en wereldse elementen zijn schadelijk

 voor de doorstroming van het zuivere Evangelie

Het gaat mis als wettische of wereldse elementen worden ingebracht in het zuivere water van het Evangelie. Dat gebeurde in de tijd van Paulus door de wettische Joden (door het Judaïsme) en de heidense invloeden. Hierdoor ontstaan ook nu nog de problemen in het geestelijk leven. In de gemeenten moeten we waken tegen wettische en wereldse godsdienst. Zwakke en beschadigde gelovigen kunnen niet tegen wettische en wereldse elementen. Zij moeten worden gekoesterd in een veilig vaarwater. Omdat de doorstroming in hun bron al zwak is, moeten er geen nieuwe belemmeringen bij komen. Paulus leert ons in Rom.14:1: ‘Aanvaard dan wie zwak is in het geloof, maar niet om over meningsverschillen te strijden.’

In Rom.14 gaat het over wettische invloeden en het veroordelen van elkaar. Daardoor ontstaan onenigheden en twisten. Zwakke en beschadigde gelovigen kunnen daar zeker niet tegen! Zij zijn hiervan meestal de grootste slachtoffers. Als je hier en daar nog onenigheid hebt, maak het dan goed van jouw kant. Als iemand iets tegen ons heeft, moeten wij proberen om het weer goed te maken met deze persoon (zie Matth.5:23-24).

Verontreinig  je eigen bron niet

en werp geen vuil in de bron

van een zwakke gelovige

Stop met het opwerpen van blokkades en het afwijzen van mensen die zich al zo afgewezen kunnen voelen.

Leef liefdevol

naar de heilzame regels van de Bergrede

Sterke gelovigen moeten de zwakheden van hen die niet sterk zijn dragen (Rom.15:1). Wij moeten eensgezind zijn in overeenstemming met Christus Jezus en elkaar aanvaarden (Rom.15:5-7)  Bestudeer het maar verder in Rom.14 en 15. Daardoor laten we de liefde van Jezus doorstromen bij onszelf en bij anderen. Deze sterke doorstroming lost het vuil op in het geestelijk leven en spoelt de belemmeringen weg.

Leer te geloven zoals de Schrift zegt!

Leer in Jezus te geloven zoals de Schrift zegt! Velen komen niet tot een geestelijke vervulling omdat ze niet geloven volgens de Bijbel. Dit kan komen door onjuiste voorlichting, door gebrek aan inzicht, of door eigenwillige godsdienst. Dit komt ook door de vermenging van wet en Evangelie. De Reformatie was nodig om dit probleem op te lossen en de mensen weer te laten geloven zoals de Schrift zegt. De zekerheid van het geloof en het staan naar geestelijke vervulling en volwassenheid zijn belangrijke spitsen geweest bij de Reformatie.

Het blijkt wel dat reformatorische christenen

een blijvende reformatie nodig hebben.

Dit geldt ook voor evangelische gelovigen en andere christelijke stromingen

Steeds weer opnieuw moet de traditie onderworpen worden aan de waarheid van de Schrift! Als de geestelijke stromen van levend water opdrogen, hebben we weer nieuwe doorstroming en geestelijke opwekking nodig! De Levensbron moet weer met volle kracht worden geopend. Dit zal de kerkelijke en persoonlijke verzanding tegengaan.

De sterke doorstroming van de liefde van Jezus

 lost het vuil op en spoelt de belemmeringen weg

Tegen vermenging van wet en Evangelie wordt ook gewaarschuwd in Gal.3-5. Dit komt verderop in dit artikel nog terug. Het zuurdesem van het wettiscisme moet worden uitgezuiverd! Daardoor wordt de waarheid van het Evangelie vertroebeld in onze bron.

De Levensbron moet weer opengaan

Als je niet onvoorwaardelijk in Gods Woord gelooft, zul je niet tot geestelijke volwassenheid en vervulling komen. Sommigen vinden het veilig om maar bekommerd, twijfelmoedig en missend te blijven. Dit is niet de bedoeling van de Schrift. Dit is tegenstrijdig met de woorden van Jezus en de apostelen. Paulus roept juist op om je niet meer door het juk van de dienstbaarheid te laten bevangen. We lezen in Gal.5:1: ‘Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten.’ Vanuit de grondtekst staat er dat je ‘tot vrijheid bent bevrijd’.

Wettisch denken kan gelovigen weer onder het juk van de dienstbaarheid brengen 

Zwakke en beschadigde gelovigen kunnen dit zware juk zeker niet dragen. Ze hebben het al moeilijk genoeg. Door gebrek aan kennis en relativeringsvermogen zijn zwakke gelovigen vaak wel vatbaar voor wettische infiltraties. Satan is een wettische geest. Hij is de beschuldiger, de aanklager van de broeders. Hij probeert met zijn demonen juist bij zwakke gelovigen schuldgevoelens en twijfels in te blazen, opdat ze niet in de vrijheid zullen staan. Zij missen de zekerheid van het geloof en kunnen nog twijfelen aan hun positie in Jezus Christus.

Niet voor niets waarschuwt Paulus scherp tegen de wettische invloeden. De Galaten werden hierdoor in verwarring gebracht (Gal.5:10). Hij schrijft in Gal.5:7-9: ‘U liep zo goed; wie heeft u verhinderd de waarheid te blijven gehoorzamen? Deze overreding is niet afkomstig van Hem Die u roept. Een beetje zuurdeeg doorzuurt het hele deeg.’

Houd je bron zuiver!

Een beetje geestelijk vergif verziekt onze bron. Houd je bron daarom zuiver! Pas ook op voor wereldse invloeden. De sluizen naar de wereld moeten worden gesloten en bewaakt. Als we toegeven aan de verleidingen zullen deze sluizen zich steeds meer openen en gaat het van kwaad tot erger.

Het vuile water van de wereld zal ons zicht op Jezus vertroebelen. Toegelaten zonden maken scheiding tussen ons en een heilig God. Zonden onteren God en hebben Jezus aan het kruis genageld. Hoe kunnen wij dan nog in zonden leven? Door een schuldig geweten verliezen wij onze vrijmoedigheid.

Wij behoren ons dankbaar en radicaal

toe te wijden aan Jezus 

Hij heeft ons door Zijn bloed heeft gereinigd. Een gereinigde bron kan eigenlijk geen vuil verdragen. Op een wit bruiloftskleed passen ook geen vuile vlekken. Gedraag je dan als een afgezonderde bruid van Jezus! Leef heilig en rein voor God en straal dit uit naar je omgeving.

Angst en schuldgevoelens

In 1 Joh.4:18 leren we: ‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit. De vrees houdt immers straf in, en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.’ Uit deze teksten leren we dat angst- en schuldgevoelens de doorstroming van een gezond geestelijk leven belemmeren.

Angstgevoelens en schuldgevoelens

belemmeren de geestelijke doorstroming 

De twijfel wordt dan sterker, het wantrouwen komt op en de vrijmoedigheid gaat steeds meer ontbreken. De bron droogt voor ons op en we ontvangen steeds minder bemoedigingen. Ons geestelijk leven kwijnt weg.

We durven dan niet meer vrijmoedig te getuigen: ‘Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefhad’ (1 Joh.4:19). We missen dan door eigen schuld de bedoeling van het geloofsleven. We komen niet tot ons doel. Is dat de bedoeling van het bevrijdende werk van Jezus in ons?

Wanneer komen we tot het juiste doel van ons leven?

Jezus vol liefde, U wilt ons leiden …

kom tot Uw doel met een ieder van ons! 

Reiniging en vrijheid door het zuivere Evangelie

Door het zuivere Evangelie wordt onze bron helderder en schoner dan door de invloeden van de wet. Het vuil van eigen bedoelingen en onoprechtheid worden uitgezuiverd door een goede doorstroming. We worden dan weer een echte bruisende bron van levend water. Door de stuwende kracht van het Evangelie komt er weer beweging in ons geestelijk leven. Er zijn dan weer nieuwe ervaringen van Gods aanwezigheid. De liefde van Jezus vervuld weer ons leven. Er komt meer geloofsvertrouwen en zekerheid.

De mensen moeten glashelder tot op de bodem van je hart kunnen kijken. De liefde van Jezus moet eruit weerspiegelen.

De vrijheid in Christus moet ons juist heilig en toegewijd maken. Maak geen misbruik van de vrijheid. Paulus geeft aan in Gal.5:13: ‘Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde.’ Dit is een logisch gevolg van de leiding van de Heilige Geest in ons leven. Paulus zegt verder (in Gal.5:16): ‘Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen.’  

In Jezus Christus kunnen we overwinnen

Hoe wil God Zijn kinderen hebben? Hij wil dat ze in Jezus Christus overwinnaars zullen zijn en vrijmoedig zullen leven door de opwekkende kracht van de Heilige Geest.

In Jezus Christus zijn we overwinnaars! 

Hij wil dat wij geloof en vertrouwen beoefenen. Bestudeer Rom.8 maar eens goed. Als we een gezond geestelijk leven hebben, zal er geestelijke vrede en blijdschap in ons hart zijn, omdat de Heere ons daarmee vervult. Dan zullen we overvloedig zijn in geloof, hoop en liefde, en in het prijzen en verheerlijken van God. Dan mogen we de kracht van de Heilige Geest ervaren, en kunnen we overwinnen!

Om te overwinnen tot Gods eer hebben we vanuit de hemel nodig:

goddelijke leiding, geestelijk herstel, kracht,

heiligheid, reinheid en toewij­ding.

Verlang je naar geestelijk herstel? Wil je weer overwinnen tot Gods eer? Laten we ons dan maar (weer) overgeven aan de leiding en kracht van de Heere, opdat Zijn doel in ons leven zal worden bereikt! Wij zullen dan een volkomen toegewijd christen zijn. Je mag het  lied van H. Lieberton gelovig meebidden en -zingen:

Jezus vol liefde, U wilt ons leiden,

wij prijzen U als onze Heer.

Kom met Uw kracht, o Heer,

en vul ons tot Uw eer,

kom tot Uw doel met ieder van ons.

Maak ons een volk Heer, heilig en rein,

dat U, Heer, volkomen steeds toegewijd zal zijn.

Ik wens het je met de andere christenen toe, wat Paulus schrijft in Romeinen 1­5:13:

‘De God nu van de hoop moge u vervullen met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat u over­vloedig bent in de hoop, door de kracht van de Heilige Geest.’

Zijn we een bron van levend water?

Jezus sprak tot de Samaritaanse vrouw (in Joh.4:14): ‘Maar wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven.’ (Of: ‘zal in Hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven.’) In het Grieks wordt het ‘een bron van water’ genoemd. Als we Joh.7:38-39 erbij betrek­ken, zien we dat de Heilige Geest het levend water aan de gelovigen toedient als een bron waar levend water uit opwelt.

De Heilige Geest neemt het uit Christus, Die het Leven voor de gelovigen is. Jezus leert ons van de Heilige Geest (in Joh.16:14): ‘Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen.’

Het Leven van Christus kan dus in rijke mate in ons komen, zodat wij in toenemende mate vruch­ten kunnen voortbrengen. En als er veel van Hem in ons is, zal er niet veel van onszelf, van onze eigen ’ik’ in ons zijn.

Als er veel van Jezus in ons is,

zal er weinig van onszelf in ons zijn 

Dan wordt onze oude mens ten onder gehouden, en mogen we veel geestelijke blijdschap in de Heere bezitten. De Heilige Geest moet ons er mee vervullen. En hoe meer we vervuld zijn van de Geest, des te meer zullen we tot eer van God en tot nut van onze naasten gaan leven. Dit moeten we ook leren ontvangen. Weten we wat het is om er gedurig voor open te staan en om er steeds meer naar te ver­langen?

Daarom moeten we leren geloven, zoals de Schrift zegt, en niet tevreden zijn met een dorre toestand, terwijl er een fontein van levend water voor ons is geopend in de Heere Jezus Christus.

We moeten niet tevreden zijn met een dorre toestand 

Laat daarom Joh.7:38 maar eens goed tot je doordringen. Christus houdt ons daarin voor: ‘Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.’ Het zal een fontein in hem wor­den, een overvloeiende bron, ook ten behoeve van onze naasten.

Zijn we al een overvloeiende bron? 

Is het ons ver­lan­gen en ons streven om zo’n bron te zijn? Als we streven naar de volmaaktheid, om voortdurend veel vruchten voort te brengen, dienen we veel van dit levend water te drinken!

Als we een natuurlijke bron van levend water in het Midden-Oosten bezien, blijkt het dat deze bron bij weinig of verkeerd gebruik ook kan dichtslibben. Een bron moet worden opengehouden door er dagelijks genoeg uit te putten (want dan blijft het water erin opwellen). Als er heel veel uit wordt geput, kan een bron zelfs wijder worden; daarbij is ook blijvende reiniging nodig.

De gaven van Christus kunnen ons in rijke mate toevloeien, maar daar horen wel de nodige geloofswerkzaamheden bij.

Put veel uit de Levensbron! 

Geloven is ontvangen wat ons wordt aangereikt. En zo moeten we veel door het geloof uit de bron van levend water putten.

 

De ware Wijnstok en de ranken

Lees Joh.15:1-17

Jezus leert ons in Joh.15:1-3: ‘Ik ben de ware Wijnstok en Mijn Vader is de Wijngaardenier. Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt. U bent  nu rein vanwege het woord dat Ik tot u gesproken heb.’

In deze gelijkenis van Jezus zitten belangrijke bijbelse principes en diepe gedachten. Hierin vinden wij het bewijs dat zonder de aansluiting met Jezus er geen geloofsleven mogelijk is. Er wordt gesproken over ranken die vrucht dragen en ranken die geen vrucht dragen in de Wijnstok. Door het Woord en de Heilige Geest komt er een levensverbinding met Jezus.

Rondom het Woord zijn in een gemeente ook christenen verzameld die geen geestelijke vrucht dragen. Zij ontvangen geen levenssappen uit de Wijnstok door het geloof, hoewel ze voor het zicht wel aan de Wijnstok zijn verbonden. Omdat deze ongelovige christenen en kerkgangers geen vrucht uit Jezus dragen, worden ze door God de vader weggenomen. In vers 6 zie je dat ze uiteindelijk worden buiten geworpen in het vuur. Dat is een uiterst trieste zaak! Zorg er daarom voor dat je geen ongelovige kerkganger blijft. Vlucht door het geloof tot Jezus om niet eeuwig om te moeten komen!

Niet door de wet

Ongelovige kerkgangers leven nog onder de wet. Ze houden zich min of meer aan de kerkelijke regels en de wet van God. Zij leven onder de dressuur, maar hebben geen levensvernieuwende verbinding met Jezus. In de reformatorische gezindte kan er in de denkwereld van christenen een vermenging van wet en Evangelie zijn. De grote Reformatie was er op gericht om deze roomse dwaling uit te bannen. Als iemand niet tot Jezus wil komen, maar wel zijn godsdienstige geweten gerust wil stellen, neemt hij nogal eens de toevlucht tot tuchtmeester of leermeester de wet.

De Joden van het Oude Testament waren onder de wet in bewaring gesteld – zij waren toen nog onder de tuchtmeester. In Galaten 3:23 lezen we verder dat ze daaronder ‘zijn besloten geweest tot op het geloof, dat geopenbaard zou worden’. Tot op Christus was de wet de tuchtmeester voor de Joden. De gelovigen kunnen getuigen dat ze door het geloof gerechtvaardigd worden (zie Gal.3:24). De wet kan niemand geestelijk levend maken (zie Gal.3:21). De wet werkt(e) als een tuchtmeester (paidagogos). We weten dat God buiten Christus een verterend vuur is. De prediking van de wet vóór of zelfs zonder de prediking van Jezus Christus is daarom verkeerd en kweekt wettische mensen, die zich gebonden voelen onder een juk van dienstbaarheid. De wet geeft geen vernieuwing van binnenuit. Door de wet komt niemand in de Wijnstok.

Alleen door Jezus

In vers 3 lezen we dat Jezus tegen Zijn discipelen zegt: ‘U bent al rein vanwege het woord dat Ik tot u gesproken heb.’ Door het woord van Jezus worden we dus geleerd, gevoed en gereinigd. Gods Woord is de waarheid, en de waarheid maakt ons vrij. Jezus zei tegen de Joden die in Hem geloofden: ‘Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen, en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken’ (Joh.8:32). Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven (Joh.14:6).

Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven

Door de waarheid word je hersteld van de leugen. Geestelijk herstel vindt plaats als je de leugens over jezelf en anderen niet meer gaat geloven, en je ervan wordt bevrijd door de Waarheid. Jezus leert ons in Joh.8:36: ‘Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.’

Er is geen leven en reiniging mogelijk zonder Jezus 

In Gal.3:25-26 wordt duidelijk aangegeven: ‘Maar nu het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder de tuchtmeester. Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus.’ Verlossing en vernieuwing kunnen niet worden losgemaakt van de Verlosser, Die levend maakt, hersteld en vernieuwd. Het werk voor ons en in ons moet vanuit Jezus komen. Zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen (Hebr.11:6). 

Wij moeten eerst aan Jezus verbonden zijn 

Vanaf het eerste begin komen de innerlijke veranderingen uit de Wijnstok voort. Na de overplaatsing en inenting van de rank ontvangt deze nieuwe voeding uit de Wijnstok Jezus. De levensvernieuwende en voedingrijke levenssappen zorgen ervoor dat er goede vrucht komt.

Voor blijvende vrucht moeten we door het geloof aan Jezus verbonden blijven.

Een gelovige die werkelijk in de Wijnstok is, heeft een open levensverbinding met Jezus.  Hij ligt geestelijk aan het infuus, waardoor alle geestelijke voeding en herstellende mineralen tot hem komen.

In het geloof 

lig je geestelijk aan het infuus

Het snoeien door de wet voorafgaand aan het Evangelie is levensbedreigend voor de rank. Een patiënt in het ziekenhuis moet voor de operatie eerst aan het infuus. Als hij bij de operatie veel bloed en energie verliest, heeft hij voortdurende toevoer van nieuw bloed nodig.

Wij hebben het verzoenende bloed van Jezus nodig. Door dit bloed ontvangen wij vergeving, herstel en reiniging. Pas als wij aan Jezus verbonden zijn, gaan wij geestelijk vrucht dragen. En als wij vrucht dragen worden wij gesnoeid, om meer vrucht te kunnen dragen (zie Joh.15:2).

Door het geloof

De levenssappen komen tot ons door geloofswerkzaamheden. Geloofswerkzaamheden worden in de Bijbel verwoord door bepaalde werkwoorden, zoals: komen, aannemen, volgen, zien, vertrouwen op, blijven in. ‘In Jezus blijven’ doe je dus door het geloof.

Het komt er voor ons dus op aan dat we door het ontvangende geloof zoveel mogelijk levensmineralen halen uit de Wijnstok. Er is genoeg levenwekkende stuwkracht in de Wijnstok. Bij Jezus Zijn er geen belemmeringen. De problemen kunnen slechts ontstaan bij de ranken. We moeten ons dus hoofdzakelijk bezighouden met de vraag: ‘Hoe zal Ik Hem ontvangen?’

Hoe ontvang ik blijvend de levenssappen?

De ranken groeien en worden krachtig door blijvend levenssappen van de Wijnstok te ontvangen. Gelovigen behoren aanhoudend aan het geestelijk infuus te liggen. Zwakke en beschadigde ranken ontvangen de juiste behandeling door het snoeien, zuiveren en het ontvangen van het nieuwe leven. Jezus wordt de tweede Adam genoemd. In de Engelse Bijbel wordt in 1 Kor.15:45 verklaard: ‘The First man Adam became a living being. The last Adam became a life-giving spirit.’ (in de Nederlandse vertaling: ‘Tot een levend-makende Geest’. Jezus is voor de gelovigen een onuitputtelijke Bron van levend water geworden. Door Hem kunnen wij voortdurend worden gevoed en gereinigd.

We worden getoetst op de vrucht

We worden getoetst op de vrucht die we vanuit Jezus ontvangen. We kennen deze vrucht van de Geest uit Gal.5:22, namelijk: ‘Liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.’ We lezen verder in vers 23: ‘Daartegen richt zich de wet niet.’ Wij moeten van Jezus leren dat hij zachtmoedig is en nederig van hart (Matth.11:28). De ware gelovigen worden aan deze kenmerken herkend. Zij hebben dit van Jezus ontvangen en geleerd. Zij leven daarmee onder de genade en leven vanuit het Evangelie.

We hebben blijvende reiniging nodig 

Als er geen of te weinig door­stroming van voedingssappen is bij een vruchtboom, draagt deze weinig of geen vrucht. Op den duur verdort de boom en gaat hij dood

Christus leert ons in Joh.15:1-2: ‘Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Wijngaardenier. Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, rei­nigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt’

Reiniging en vrucht dragen horen bij elkaar 

Het proces van reiniging

De Wijngaardenier zuivert en krent de vruchtdragende ranken. Zo zuivert de hemelse Vader bij de ranken alles uit wat het dragen van meer vrucht belemmert. Hij doet dit dus door het woord van Jezus (Joh.15:3). Je wordt door het Evangelie gezuiverd en gereinigd. Dit is dus niet het afsnijdende werk van de wet, maar van het Evangelie.

Bij de eerste bekering vindt er een reiniging plaats: zonden worden ontdekt, bestreden en verwijderd. Toch is dit veelal een ruwe reiniging van duidelijk zichtbare en aanwezige, actieve zonden. Het kan zelfs zijn dat iemand eerst voorname­lijk ontdekt wordt aan één grote zonde. Van andere, soms diepingewortelde verkeerde zaken, zoals zondige gewoonten, karakterzonden, emotionele beschadigingen en pijnlijke herinneringen kan een jonge gelovige in het begin nog niet veel last hebben. Toch moet hij ook hiervan gereinigd worden. De Heere is heilig en wil ook dat Zijn kinderen heilig zijn (zie 1 Petr.1:15-16). God wil onze heiligmaking (1 Thess.4:3).

We moeten een gereinigd vat zijn, om daarin Gods gaven te ontvangen. Een vervuilde bron, die gedeeltelijk of bijna geheel is dichtgeslibd, is ongeschikt geworden voor het ontvangen van helder levend water. We hebben steeds weer opnieuw reiniging nodig, om geschikt te kunnen blijven voor gebruik (zie 2 Tim.3:20-21).

Na een ruwe reiniging

moet er een intensievere reiniging plaatsvinden 

Na een ruwe reiniging moet er een fijnere en intensievere zuivering plaatsvinden. Reiniging is bovenal het werk van de Heilige Geest, al moeten wij ons ook zelf reinigen. We moeten volgens de catechismus de Heilige Geest in ons laten werken. Als we geen afstand willen doen van bepaalde karakter- en boezemzonden, staan we de werking van de Heilige Geest hierin tegen.

Als we onze zonden belijden, brengen we ze aan het licht voor de Heere. We openen ons vervuilde hart dan voor Hem, om door Hem gereinigd en behandeld te mogen worden. Dan zijn er ook beloften van vergeving en reiniging! (1 Joh.1:8-9). ‘Jezus reinigt Zichzelf een eigen volk, ijverig in goede werken’ – daartoe is ook de zaligmakende van God verschenen (zie Tit.2:11-14).

In de smeltkroes

Als we een gezonde en volwassen gelovige willen zijn, is het nodig dat ons geloof gezuiverd wordt zoals goud in de smeltkroes (zie 1 Petr.1:7)

Het geloof wordt beproefd

zoals het goud in de smeltkroes

Petrus vergelijkt het met het goud, dat in de smeltkroes of smeltoven door de goudsmid zo wordt verhit, dat het ruwe goud wordt gezuiverd van alle onzuivere bestand­delen, zodat er uiteindelijk puur goud overblijft. De oven wordt heet gestookt voor de eerste behandeling. Het goud raakt steeds meer verhit en wordt vloei­baar. Vuil en onzuivere bestanddelen komen hierbij boven­drijven en worden door de goudsmid afge­schept. Toch is het goud na een eerste zuivering nog niet genoeg gereinigd. Daarna wordt de oven nog heter gestookt, zodat er andere onzuiverheden komen bovendrijven. En weer schept de goudsmid dit van de oppervlakte weg. Als hij daarna in het vloeibare goud kijkt, kan hij er misschien zijn gezicht al in zien weerspiegelen. Als het nog een onzuiver beeld geeft,  stookt hij de oven nog heter. En weer wordt de behandeling herhaald. Hij doet dit net zolang totdat hij zijn gezicht er helder in kan zien weerspiegelen. Hij moet er zijn beeld duidelijk in kunnen herkennen en zien. Dan is hij pas tevreden.

Dit voorbeeld is geeste­lijk goed over te zetten. We moeten het beeld van de Heere Jezus gelijkvormig worden (zie Rom.8:29). Als we zien hoe volmaakt heilig de levenswandel van de Heere Jezus op aarde was, lijken we voor ons gevoel nog maar weinig op Hem. Daarom is het steeds weer nodig dat we uit de zegenbede nabidden: ‘O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk.’

Om meer vrucht te kunnen dragen

Waartoe reinigt God de Vader (de hemelse Landman) Zijn kinderen op aarde? Dat lezen we dus in Joh.15:2, namelijk ‘opdat zij meer vrucht dragen’. Je weet misschien wel hoe een wijnstok (een druif) jaarlijks wordt gesnoeid. Soms blijft er maar weinig over van de ranken. Een jonge plant kan zelfs worden afgesnoeid tot niet ver boven de grond. En zo moet al het onze, wat vanuit onszelf iedere keer weer uitgroeit, steeds weer worden wegge­snoeid.

Deze reiniging zet dus het mes in de zaken die we zelf hebben ontwikkeld, ook op godsdienstig gebied. In de ontvangen kennis moeten onze hoogmoed en eigen inzichten worden wegge­snoeid. In onze geestelijke verlangens moeten onze eigenliefde en zelfzucht worden aangepakt. En zo hebben ook goede bedoe­lingen en geestelijke verrichtingen een snoeiproces nodig. Want iedere keer opnieuw komt onze zondige oude mens er weer tussen, om al het mooie met zonde te besmetten, te vervuilen en te verontreinigen.

Staan we er voor open om onszelf te (laten) reinigen, om meer vrucht te kunnen dragen? Is het ons hierin werkelijk te doen om Gods eer!

Christus leert ons in Joh.15:8: ‘Hierin is Mijn Vader verheer­lijkt, dat u veel vrucht draagt; en u zult Mijn discipelen zijn.’

In Joh.15 lezen we hoe we in de Wijnstok blijven en veel vrucht dragen. In Jezus blijven betekent alles van Hem te ontvangen en Hem willen blijven gehoorzamen. Als we in de Wijn­stok Jezus Christus blijven, zijn we ook in Zijn lief­de. En we blijven in Zijn liefde als we Zijn geboden bewaren. Als we in Hem blijven, verlangen we Zijn wil te doen. Wat wij dan in Zijn Naam van de Vader zullen begeren, zal ons gebeuren (Joh.15:7,16). Dan zal ook de blijdschap van Christus in ons blijven. Dit is de weg om te komen tot geestelijke vervulling en volwassenheid. Het zal ook de nodige uitwerking hebben naar andere gelovigen toe.

In Joh.15:12 houdt de Heere Jezus ons het duidelijk voor: ‘Dit is Mijn gebod: dat u elkaar lief hebt, zoals Ik u liefgehad heb.’

Veel vrucht tot eer van God

De gelovigen moeten zoveel mogelijk God verheerlijken en uit dankbaarheid goede werken (vruchten) voortbrengen voor Hem. Daartoe zijn ze ook uitverkoren (Joh.15:16). Wij dienen te streven naar ‘veel vrucht en naar blijvende vrucht tot verheerlijking van de Vader’ (Joh.15:8, 16). Veel blijvende vrucht behoort dus normaal te zijn in het geestelijk leven. De volle bron van genade in een gezonde, volwassen gelovige stro­omt in deze vervulde gelovige vanzelf over. Volgens de Heidelberger Catechismus (in antw.64) is het ‘onmo­gelijk, dat, zo wie Christus door een waarachtig geloof inge­plant is, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid.’

Jezus biedt ons Zijn vriendschap. In Joh.15:14 zegt hij tot Zijn gelovige leerlingen: ‘U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied.’ Geestelijke slaven leven nog onder de wet, maar gelovige kinderen ontvangen vriendschap van Jezus. Hij weet als echte Vriend wat wij nodig hebben. Hij leidt ons in de weg naar geestelijk herstel, blijdschap en vervulling. Zijn woorden uit Joh.15 zijn van ook voor ons van blijvend belang. Jezus geeft zelf aan in  vers 11: ‘Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u zal blijven en uw blijdschap volkomen zal worden.’

Jezus is de grote Vriend van zondaren, Die ver boven hen verheven is, maar wel laag naar ze afdaalt met Zijn reddende en helende handen. Daarom kwamen de tollenaars en zondaars tot Hem (in Luk.15:1). De farizeeën en Schriftgeleerden waren hier zeer ontevreden over en zeiden: ’Deze ontvangt de zondaars en eet met hen’ (Luk.15:2).

Als wij blijven in Zijn vriendschap en liefde, herkennen we  het volgende lied van de beproefde Joseph Scriven (1819-1886):

 ‘Welk een Vriend is onze Jezus,

Die in onze plaats wil staan.

Welk een voorrecht dat ik door Hem

altijd vrij tot God mag gaan.

Dikwijls derven wij veel vrede,

dikwijls drukt ons zonde neer,

juist omdat wij ’t al niet brengen

in ’t gebed voor onze Heer.

 

Leidt de weg soms door verzoeking,

dat ons hart in ’t strijduur beeft.

Gaan wij dan met al ons strijden

tot Hem, Die verlossing geeft.

Kan een vriend ooit trouwer wezen,

dan Hij Die ons lijden draagt?

Jezus biedt ons aan genezing,

Hij alleen is ’t Die ons schraagt.

 

Zijn wij zwak, belast, beladen

en terneer gedrukt door zorg?

Dierb’re Heiland, onze Toevlucht,

Gij zijt onze Hulp en Borg.

Als soms vrienden ons verlaten,

gaan wij biddend tot de Heer.

In Zijn armen zijn wij veilig,

Hij verlaat ons nimmermeer.’