Geestelijk herstel. Les 34. Geef de Heiland het roer in handen op je levensreis

Copyright artikel: Jan A. Baaijens, pastorale hulpverlening.

In dit artikel worden we gewezen op Jezus, Die de stormen in ons leven kan stillen en onze onrust kan overwinnen. Door het geloof is Hij aanwezig in je leven. Hij is dan aan boord op jouw levensschip, dat betekent dat Hij dan door de Heilige Geest aanwezig is in je geestelijk leven. Onder Zijn leiding ben je veilig in de stormen van je leven.

Het is dan ook de bedoeling dat je Hem het roer van je leven in handen geeft. Hij bepaalt dan de koers. Hij leidt je dan veilig door stormen heen naar de eeuwige thuishaven van de eeuwige rust in Zijn hemels Koninkrijk.

In het Evangelie gaan de reddingsboten uit om zoveel mogelijk mensen te redden uit hun zinkende bootjes. Sommigen levensboten zijn al vanaf de vroege kinderjaren beschadigd, anderen zijn in latere jaren gehavend door de stormen van het leven. Is je leven vol onrust, angst en zorgen. Ga dan niet alleen door het leven, want die last is voor jou te zwaar. Laat God je sterkte geven. Geef aan Hem de controle en leiding van je leven over. Door het geloof mag je dan ook je ziel aanspreken en aanmoedigen.

Het maakt niet uit hoe je toestand is of in welke moeilijkheden verkeerd, je wordt uitgenodigd om bij Jezus aan boord te komen. Laat het maar tot je komen door het volgende lied:

Kom aan boord

Je wordt opgeroepen om de hoop niet te laten varen, maar aan boord  te komen. Daar is ook een plekje voor jouw om te schuilen en te herstellen van je innerlijk pijn. Hieronder volgt het lied (tekst: Ron Schröder & Marianne Busser en muziek: Lydia Zimmer): 

voor de zieken – voor de armen

voor de mensen met verdriet

voor het kind dat blijft proberen

maar toch denkt: het lukt me niet

voor de zwerver die moet zwerven

en geen plek heeft waar hij hoort

is er altijd nog die Ene en die roept: kom maar aan boord!

 

kom aan boord

ook voor jou is er een plekje

waar je hoort

laat de hoop niet langer varen

kom aan boord

sta niet doelloos aan de kant

want er is een hart vol liefde

pak die uitgestoken hand

 

voor het meisje dat blijft denken

alles gaat bij mij steeds mis

voor de jongen die al vaker

uit de boot gevallen is

voor het kindje dat nog nooit

van trouw of liefde heeft gehoord

is er altijd nog die Ene en die roept: kom maar aan boord!

kom aan boord …(2x)

***

Hieronder kun je aanklikken op YouTube, om het lied te beluisteren:

 YouTube-video Kom aan boord met tekst

 ***

 ***

Inleidende verhalen

Overweldigende genade in de storm

Hieronder volgt het opmerkelijke, wereldwijd bekende verhaal van John Newton, de goddeloze slavenhandelaar die werd gered in de storm op zee door de ‘Amazing Grace’ van God. Hierin zie je dat God de stormen in het leven juist kan gebruiken om ons tot geloof en bekering te leiden. In de nood vluchten we dan naar onze Redder, Die ons dan met open armen in Zijn genade staat op te wachten. In de stormen wil Hij ook ons geloof beproeven en sterker laten worden.

Het komt in deze sessie naar voren in Deel 2

als het gaat over

‘Jezus, Zijn discipelen en wij in de storm’

Daarover gaan ook de opdrachten voor de gespreksgroepjes 

Het belangrijkste levensdoel is het eren van God en het vinden van Zijn genade in Jezus Christus. Daardoor kun je het eeuwige geluk vinden. Jezus verklaart ons in Johannes 17:3: ‘En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die U gezonden hebt.’ Om tot dit geweldige doel te komen gebruikt God ook beproevingen en stormen in ons leven, waarin Hij Zijn genade, macht en uitredding kan tonen . Wat vind je van de volgende stelling:

God toont Zijn macht in de natuur

en laat Zich vinden in de storm

Ik laat hieronder nu een voorbeeld van deze overweldigende genade, macht en uitredding van God zien in het leven van John Newton.

‘Amazing Grace’ voor John Newton

De Engelsman John Newton is de schrijver van het wereldwijd bekende lied Amazing Grace. Hij leefde van 1725-1807. Deze slavenhandelaar uit Londen maakte een krachtige bekering mee in de storm op zee.

Toen hij zes jaar oud was, stierf zijn moeder aan de tuberculose. Zijn vader was zeeman, die de kleine John maar heel zelden zag. Toen de jongen 11 jaar was, nam zijn vader hem mee naar het gevaarlijke leven op zee.

Zijn jeugd werd gekenmerkt door onzekerheden in het geloof en onbeheerst gedrag. John Henry Newton stond meerdere malen oog in oog stond met de dood. Zo miste hij eens de boot die hem en zijn vrienden naar een oorlogsschip moest brengen. Vanaf de oever zag hij de boot kantelen en de volledige bemanning verdrinken. Toch bleef hij daarna het geloof afwijzen en raadde hij het ook andere mensen af.

Hij kwam terecht bij de marine (The Royal Navy). Toen hij probeerde te deserteren, werd hij opgepakt en gevangen gezet. Een rijke reder zag wat in hem en kocht hem vrij. Samen met een andere, ervaren Brit ging hij op ca. 23-jarige leeftijd in de slavenhandel werken  op het schip The Greyhound. Daar zag hij de gruwelijkheden van de slavenhandel (waar hij na zijn bekering zo’n tegenstander van werd).

John was aan boord van het slavenschip een openlijke godloochenaar en spotter, die anderen van het geloof probeerde af te houden. Kapitein Gother had het er moeilijk mee. Het schip Greyhound kwam twee keer in een vreselijke storm terecht. Een mast spleet in tweeën, metershoge golven speelden met het schip. De kapitein gaf de spotter Newton de schuld van hun ongeluk en noemde hem een Jona. In deze vreselijke storm kon John niet loskomen van de woorden van zijn godvrezende moeder, van Bijbelteksten zoals Jesaja 57:21 (De goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede), maar ook Mattheüs 11:28: ’Kom tot Mij, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven.’ In deze ernstige storm dacht John Newton: ‘Dit overleef ik nooit’. En hij begon te bidden. En God was John Newton genadig.

Ondanks dat hij het geloof niet wilde aannemen, las Newton De Imitatione Christi (de navolging van Christus) van Thomas à Kempis. Hij zette dus de eerste stap in het aannemen van het geloof tijdens een hevige storm op zee. Nadat hij het dek had verlaten, sloegen de zeelui die zijn plek daar hadden ingenomen overboord. Hijzelf overleefde de storm, maar besefte, zo vertelde hij later, dat hij hulpeloos was en dat alleen God hem kon redden.

Het schip kwam toch nog veilig aan land, in het noorden van Ierland. Dat was onbegrijpelijk! Gods bewarende hand was opmerkelijk aanwezig in de hevige stormen in het leven van John Newton.

Mary was de jeugdliefde van John. Ze zag na lange periode van onzekerheid de bekende, lange gestalte uit een postkoets stappen. Maar het was een ándere John Newton, een man met een nieuw hart, die in Ierland ten slotte vrede heeft gevonden in het verzoenend bloed van Jezus Christus.

Na de grote ingrijpende verandering in zijn leven schreef John Newton het wereldberoemde lied: ‘Amazing grace, how sweet the sound that saved a wretch like me.’ Hij heeft het ervaren hoe de genade van Jezus Christus je leven verandert.

Hieronder volgen een aantal zinnen van het vertaalde lied “Amazing Grace’:

Genade zo oneindig groot, dat ik die ’t niet verdien,

het leven vond, want ik was dood en blind, maar nu kan ‘k zien.

Genade die mij heeft geleerd te vrezen voor het kwaad.

Maar ook als ik mij tot Hem keer, dat God mij nooit verlaat.

 

Want Jezus droeg mijn zondenlast en tranen aan het kruis.

Hij houdt mij door genade vast en brengt mij veilig thuis.

Als ik daar in Zijn heerlijkheid mag stralen als de zon,

dan prijs ik Hem in eeuwigheid dat ik genade vond.

Na zijn bekering schreef Newton een aantal liederen, waarvan Amazing Grace de bekendste is. In 1780 werd hij dominee van de St. Mary Woolchurch in Londen, waar hij een gemeente leidde. Hier had had hij veel invloed op mensen, waaronder William Wilberforce (de bekende Engelse parlementariër en leider van de anti-slavernijbeweging).

Newton preekte het Evangelie van de genade van God door Jezus Christus. Hij bleef dat doen tot zijn dood, ondanks het feit dat hij blind geworden was. Geestelijk bleef het werkelijkheid bij hem: ‘Want ik was dood en blind, maar nu kan ik zien.’

Hieronder laat ik het lied volgen:

Amazing grace

 (how sweet the sound)

that saved a wretch like me!

I once was lost, but now I am found,

Was blind, but now I see. 

Je kunt de Engelse versie hier aanklikken om te beluisteren: 

YouTube-video Amazing Grace

Kun je het meezingen:

Genade groot, oneindig groot, genade van de Heer.

Hij gaf mij leven door Zijn dood,

‘k was blind, nu zie ik weer.

 

Genade bracht mij tot geloof, genade schonk Hij mij.

Genade voor geen geld te koop,

maakt mij voor eeuwig vrij.

 

In eeuwigheid zij Hem de eer, Hij overwon de dood.

Hem zij de lof, de heren Heer,

om Zijn genade groot.

***

Watchman Nee en het overwinnend Evangelie

Het tweede bewijs van de macht van God over de natuur haal ik uit de geschiedenis van Watchman Nee en de zendingsreis die hij met zijn team ondernam in 1925. Hierin zie je hoe God de natuur, zoals regen en zonneschijn, gebruikt om mensen tot geloof te brengen. Hij laat Zich daarin zien als de Almachtige, Die het bijgeloof en de afgodendienst overwint door Zijn overwinnend Evangelie.  Hieronder volgt de opmerkelijke, waargebeurde geschiedenis in het oude China van 1925:

                               

Watchman Nee (1903-1972) is wereldwijd bekend door zijn inspirerende boeken. Vanwege zijn geloof werd hij 20 jaar gevangen gehouden door de communisten. Hij stierf in gevangenschap.

In de levensbeschrijving van de bekende Chinese prediker Watchman Nee komen we een wonderlijke geschiedenis tegen. Hierin zien we duidelijk de overwinning van het Evangelie van Jezus Christus op een occulte macht. De Nederlandse levensbeschrijving luidt: Watchman Nee, de man die niet vluchtte.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Het volgende verhaal gebeurde in januari 1925. Watchman Nee (toen ca. 22 jaar oud) was toen samen met zes andere jonge evangelisten in het dorpje Mei-wa, aan een met eilanden bezaaide riviermonding. Het was daar een oord van heidense duisternis, waar het Evangelie nog niet was doorgedrongen. Ze vonden tijdelijk onderdak op de zolder van het huis van een vriendelijke drogist. Er waren lawaaierige feestelijkheden ter ere van de afgod Ta-Wang (Grote Koning) en ter gelegenheid van zijn jaarlijkse grote feestdag. In de aanloop naar deze grote feestdag waren er allerlei activiteiten, waaronder ceremoniële bezoeken, voorouderverering, dobbelen en offeranden aan de verschillende huisgoden. De mensen wilden daarom ook niet luisteren naar de boodschap van de jonge evangelisten.

Een jonge evangelist, Li Kwo-tsjing, vroeg ongeduldig op de negende dag van de feestelijkheden aan de mensen: ‘Wat is er met jullie aan de hand? Waarom geloven jullie niet?’ Er werd gezegd, dat hun eigen god, Ta-Wang, volkomen betrouwbaar was. Zijn grote feestdag zou dit jaar op de elfde plaatsvinden. Deze datum was vastgesteld door waarzeggerij. In de afgelopen 286 jaar had hun god altijd voor mooi weer gezorgd op deze dag, die hij zelf uitkoos.  Li riep toen uit in zijn jeugdige vurigheid: ‘Dan beloof ik jullie, dat onze God, Die de enige ware God is, het zal laten regenen op de elfde.’ De toehoorders namen deze uitdaging aan, door te zeggen: ‘Afgesproken, als het op de elfde regent, dan is jouw Jezus inderdaad God, dan zullen we naar Hem luisteren.’

Watchman was er niet bij en schrok toen hij het achteraf hoorde. Hij vond dat de eer van de Heere is de waagschaal was gesteld, omdat ze Hem tot iets verplicht hadden. Op de zolder, waar ze verbleven, zochten ze de Heere in grote nederigheid in gebed. Daarbij kwam het woord tot Watchman: ‘Waar is de God van Elia?’

Dit was voor hen de verzekering dat God het zou doen regenen op de elfde. We lezen in Jak. 5:17-18: ‘Elias was een mens van gelijke bewegingen als wij; en hij bad een gebed, dat het niet zou regenen; en het regende niet op de aarde in drie jaren en zes maanden. En hij wederom, en de hemel gaf regen, en de aarde bracht haar vrucht voort.’ Het was zo’n duidelijke bevestiging van de Heere, dat ze het alom bekend gingen maken, dat het op de elfde zou regenen.

Aan de voorspelling van mooi weer op de grote feestdag van Ta Wang zat iets voorspelbaars. De helft van de bevolking bestond uit vissers, die veel op zee waren. Zij konden op gemak het weer enkele dagen van te voren voorspellen.

Op de elfde sliepen ze uit. Watchman werd gewekt door de zonnestralen die door het dakvenster naar binnenschenen. Het was al zeven uur geweest. ‘Het regent niet,’ riep hij uit. Hij knielde daarna neer en bad: ‘Heer, geef ons alstublieft regen.’ Weer hoorde hij duidelijk de woorden: ‘Waar is de God van Elia?’ Toen ze na een tijdje aan de ontbijttafel zaten, was er nog geen wolkje aan de lucht. Toen hij om een zegen voor het eten vroeg, bad Watchman; ‘Het is nu tijd, het moet nu gaan regenen. We mogen de Heer er nu aan herinneren.’ Voordat ze amen gezegd hadden, hoorden ze de eerste druppels op het dak vallen. Tijdens het eten van hun rijst, regende het flink. Bij de tweede kom rijst, stelde Watchman Nee voor om de Heer opnieuw te danken en te vragen om een zwaardere regenval. Terwijl ze hun tweede kom leeg aten, plensde het van de regen. Tegen de tijd dat ze klaar waren met eten, stonden de straten al blank. Het water was toen al gestegen tot voorbij de drie treden van het trappetje naar de deur van de drogisterij.

Bij het begin van de regen hadden al enkele jongere dorpsbewoners openlijk gezegd: ‘Dat is God. Ta-Wang is geen god meer. De regen heeft hem binnen gehouden.’ De echte aanhangers probeerden de feesttocht toch nog op gang te zetten. Ze plaatsten de afgod op zijn draagstoel en kwamen met hem naar buiten. Toen begon het echter te gieten. Na enkele meters struikelden verschillende dragers en viel Ta-Wang op de grond; daarbij brak hij zijn kaak en zijn linkerarm. Zo goed en zo kwaad als het ging repareerden ze hem en gingen ze toch door met de processie. Al glijdend en struikelend werd hij nog enkele straten versleept, maar toen maakte de vloed er een einde aan. Sommige van de dorpsoudsten, van zestig tot tachtig jaar oud, waren uitgegleden en bevonden zich in grote moeilijkheden. Daarna volgde de afkondiging: ‘Vandaag is het de verkeerde dag. Het feest moet op de veertiende, om zes uur ’s avonds plaatsvinden.’

De evangelisten vroegen de Heere om regen op de veertiende, terwijl het de dagen daarvoor mooi weer zou zijn. In de drie volgende dagen gaf God hen meer dan 30 bekeerlingen in Mei-wa en omgeving.

Op de veertiende hebben ze tegen de avond nog tot de Heere gebeden, om Zijn belofte te vervullen. We lezen verder in het verslag: ‘Zijn antwoord kwam geen minuut te laat, in de vorm van plensbuien, die gepaard gingen met overstromingen, juist zoals de vorige keer. Satans macht, gemanifesteerd in deze afgod, was gebroken. Ta-Wang zou nooit meer de plaats innemen, die hij tot nu toe bekleed had.’ De zending, die verantwoordelijk was voor het gebied, nam daarna de zorg voor de nieuwe gelovigen op zich.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Betty Smit in de storm op de rivier Rio Negro

Het derde voorbeeld is genomen uit het boek over zendelinge Betty Smit in het Amazonegebied.

Betty Smit is in 1943 geboren. Ze groeide op binnen de Nederlands Hervormde Kerk. Daarna kwam zij bij het Leger des Heils. Verder kwam ze ook in aanraking met een Pinkstergemeente. 

Op 23-jarige leeftijd ging zij de zending in. Ze heeft in Brazilië gewerkt in een kindertehuis. Later wist ze zich geroepen om in het Amazonegebied het evangelie te verkondigen en de nodige hulp te verlenen.  Ze heeft ook opwekkingsdiensten geleid in Manaus, de kleurrijke havenstad in het Amazonegebied. Daardoor zijn er verschillende christelijke gemeenten ontstaan. Ze begeleide de zang met een instrument en trok veel aandachtig publiek. Velen kwamen daarbij tot geloof.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Ze heeft in haar jonge jaren het Amazonegebied over rivieren doorkruist voor haar zendingstochten naar inlanders en indianenstammen. Ze deed dit helemaal alleen, met een sterk vertrouwen op God, roeiend in een kano of kleine boot. Je ziet het op de afbeelding hieronder:

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Daar kwam ze eens in een heftige storm in de rivier de Rio Negro terecht. Je ziet op de afbeelding van de tekst hoe wonderlijk ze daar uit is gered. Ze heeft veel wonderen meegemaakt, zoals je kunt lezen in het boek van Anthony van Kampen over haar leven in die tijd. Het boek heet: ‘Betty Smit, Freelance voor God’. Ik wil het aanbevelen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Op de bladzijden 60 en 61 kun je lezen hoe er plotseling een ongekend zware temporal (storm) opstak, terwijl ze daar alleen te midden van de grote rivier bevond. De Rio Negro is daar zo breed dat de oevers nauwelijks zichtbaar zijn. Je kunt het verhaal en haar uitredding hieronder lezen. (Als je op de afbeelding aanklikt, wordt deze vergroot – met het pijltje ’terug’ linksboven kom je daarna weer op de tekst.):

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

In Nederland kreeg Betty landelijke bekendheid door een tv-uitzending. Zij haalde daarna een half miljoen gulden op voor haar werk. Met het geld kon ze zich onder meer een boot veroorloven om de indianen makkelijker te kunnen bezoeken. Een jaar later verscheen het boek Betty Smit, freelance voor God, door Anthony van Kampen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Betty trouwde in 1977 met de Braziliaanse arts Josè De Almeida Pimenta. Het echtpaar woont in Brazilië, in de omgeving van Manaus. Het werk gebeurt onder de vlag van Stichting Zending Amazones. Sinds 1985 richt het echtpaar zich op verslaafdenzorg. In 1993 werd er ook met een opvanghuis voor zwerfkinderen gestart.

Betty is met haar man in 2017 nog steeds werkzaam in het Amazonegebied onder verslaafden en hulpbehoevende met prachtige hulpverleningsprojecten. Je kunt het lezen op de website van Stichting Zending Amazone: http://www.zending-amazones.nl/nl/. Je kunt daarop inzien in het Jubileumboek over de 50 jaar zending door haar en de stichting:

Na deze inleidende verhalen gaan we naar onszelf kijken. Het eerste deel gaat over de ontwikkelingsfase die we van jongs af aan hebben meegemaakt. Hebben we stormen meegemaakt in ons leven? Hoe hebben deze ons gevormd? Zijn we in rustiger vaarwater terecht gekomen? Hebben we God gevonden in de storm? Hebben we de Heiland het roer in handen gegeven, zodat Jezus ons leven bestuurt door de Heilige Geest?

Daarna volgen toepasselijke liederen, die we kunnen beluisteren en bespreken.

In deel twee gaan we dus verder met persoonlijke lessen over ‘Jezus, Zijn discipelen en wij in de storm’. De opdrachten die daarbij horen, kunnen we in groepjes bespreken.

***

Deel 1

Hoe is jouw levensreis tot hiertoe verlopen?

Ben je het schip ingegaan of buiten de boot gevallen? Hoe ben je de levenszee opgegaan? Hebben ze je aan boord geholpen? Heb je zelf je koers uit kunnen zetten. Was het tot nu toe wel een veilige vaart en een goede koers? Misschien juist helemaal niet.

Veel mensen  hebben een moeilijke en onveilige tijd meegemaakt in hun kinderen. Zij kunnen het slachtoffer zijn geweest van emotionele verwaarlozing, dreigende golven van afwijzing, harde woorden en geweld. Ze kunnen te maken hebben gehad met verslaafde en psychisch belaste ouders, ruzies en echtscheiding. Dit kan een speelbal op de golven worden voor beschadigde emoties, onstuimige verlangens en voortstuwende verslavingen.

Te midden van deze woelige wateren  moesten ze zien vooruit te komen in een beschadigde rubberboot. Ze konden nauwelijks hun hoofd boven water houden met de knellende angstbanden. In het onrustige en onzekere water van een verstoord gezin of onwennig pleeggezin moesten ze leren roeien met de riemen die ze hadden. Daarom konden ze maar moeizaam vooruitkomen op school en later in de maatschappij.

Ze hadden weinig of geen liefdevolle en veilige voorbeelden in hun kindertijd. Met de oefenkano van de tienertijd zijn ze verschillende keren kopje onder gegaan. Het ging ook met vallen en opstaan op de surfplank van de puberteit. Ze voelden het gebrek aan bewegingsvrijheid in het te enge vaarwater waar ze moesten oefenen voor het verdere leven. Het leek wel alsof er teveel overheersende surfers in hun vaarwater waren. Tussen al die botsende belangen groeide bij hen het verlangen naar vrijheid en veiligheid.

Misschien herken je er iets van in je kinderjaren en puberteit. Misschien heb je ook wel een onstuimige jeugd gehad. Misschien ben je wel hard geworden door de botsingen en conflicten in je jonge jaren. Misschien wil je daarom de controle bewaren over je eigen leven. Misschien sta je wel stevig aan het roer van een zinkend schip dat uit de koers is geraakt. Misschien ben je wel aan lager wal geraakt.

Het geloof kan zelfs schipbreuk lijden (1 Timotheüs 1:19). Dit kan gebeuren door het toelaten van het troebele water van de dwaling en en het vuile water van de zonde. Daaruit blijkt dat het geloof niet oprecht is geweest. Er was nog een opening of lek naar de wereld, waardoor uiteindelijk het schip van het schijngeloof ten onder gaat.

Maar hopelijk is het gelukkig anders gegaan in je leven. Heb je de Heiland Jezus het roer in handen gegeven van je levensschip? Als je oprecht bent, vaar je een vaste koers. Je hebt dan geen dubbele agenda of een dubbel hart.

In Jakobus 1:8 lezen we in de Engelse Bijbel: ‘A double minded man is unstable in all his ways.’ In een andere vertaling staat er: ‘A two-souled man is unstable in all his ways.’ In Jak. 1:6-8 lezen we in het verband over iemand die twijfel: ‘Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt. Want zo iemand moet niet denken dat hij iets ontvangen zal van de Heere. Hij is een dubbelhartig man, onstandvastig in al zijn wegen.’

 Laat Jezus daarom alleen aan het roer van je levensschip staan!

Je bent veilig als je onder de hoede van Jezus bent, Die de stormen kent en overwint. Ken je het oude lied ‘Scheepke onder Jezus’ hoede’? Naar deze tijd vertaald wordt daarin aangegeven, dat het schip onder de hoede van Jezus de kruisvlag hoog in top heeft. Het neemt als de ark van de verlossing mensen die in nood zijn op. Er wordt in het geloof gezongen:

‘Al staat de zee ook hol en hoog

en zweept de storm ons voort,

wij hebben ’s Vaders Zoon aan boord

En ‘t veilig strand voor oog.’

***

Leven in de branding

De jeugd bevindt zich in de branding van het leven. Het kan zelfs zijn dat je daar ook op oudere leeftijd in blijft worstelen. Je kunt dan maar met moeite uit je emotionele verwarring komen, die je steeds maar weer blijven overspoelen. Kijk maar eens wat je herkent uit de beschrijving van de emotionele onvolwassenheid vanuit de identiteitscrisis. Misschien leef je door innerlijke beschadigingen ook wel in de branding, zoals die hierna wordt beschreven bij de jonge mensen:

Jongeren hebben last van tegenstrijdige gevoelens. Ze kunnen onzeker en snel geïrriteerd zijn. Moeilijk gedrag kan bij hen worden veroorzaakt door wispelturige emoties en innerlijke verwarring. Jongeren kunnen daarbij ook gebukt gaan onder schuldgevoelens. Ze zitten in een identiteitscrises. Ze zoeken naar wie ze zijn en wat ze kunnen bereiken. Ze hebben moeite met hun emotionele en seksuele ontwikkeling.

Ze doen als het ware moeite om staande te blijven op hun wankele surfplank in de branding.  Ze worden boos als anderen zich met hen bemoeien door het geven van surf-adviezen, terwijl ze aan hun plank zitten te duwen en te sturen. Ze reageren geërgerd: ‘Laten ze zich met hun eigen zaken bemoeien! Ik kan mezelf best wel redden.’ Ze hebben het gevoel dat ze uitgelachen worden door hun onhandige stumperigheid op de wankele ontwikkelingssurfplank.  Daarbij gaan ze ruzie maken met opvoeders en ouders over de vaarroute die ze willen gaan. Ze willen hun eigen weg uitstippelen, maar steeds zitten ze maar in hun vaarwater…’

In hoeverre ben je als oudere nog steeds in deze identiteitscrisis blijven hangen? Word je nog beheerst door onzekere emoties en onbeheerste gevoelens? Door beschadigingen vanuit de kinderjaren kun je emotioneel in deze fase blijven zitten, ook al ben je bejaard geworden.

Niemand begrijpt me…

Emotioneel onvolwassen jongeren hebben het gevoel ‘dat niemand ze begrijpt’. Heb je dat ook wel eens gedacht?

Hoor zo’n onzekere jongere zich maar eens uitspreken met de volgende woorden: ‘Ik kan me gewoon niet uiten zoals ik zou willen. Als ze maar eens zouden zien dat ik veel anders ben dan dat ik overkom. Soms gaat het goed, maar dan slaat de bui ineens weer om. Soms sta ik rechtop en standvastig op mijn surfplank, en surf ik naast mijn vader, in dezelfde koers. Dan raak ik ineens de koers kwijt, en we zitten niet meer op dezelfde golflengte. Ik moet dan weer bakzeil halen om de verstandhouding wat te herstellen. En dan moet ik het weer aanhoren ‘Is het weer zover?’ Dan is het weer mis, en ga ik de mist in… weer de plank gemist. Ze begrijpen me ook niet. En dan moet ik ook wel eens ‘het grote verdriet’ uithuilen op mijn eenzame kamertje. Maar dat mag niemand merken.’

We gaan bij de opdrachten kijken hoe je het zelf hebt beleefd, en waar het je heeft gebracht. Stormen horen ook bij de trainingsfase, om te komen tot geestelijke en emotionele volwassenheid. Geloofsbeproevingen en stormen zijn ook belangrijk voor de groei van het geloof en vertrouwen in God en in het standvastig volgen van Jezus. In tijden van geestelijke strijd, moeite en beproevingen leert het geloof zich vast te klemmen aan het Woord van God. Daarin vind je houvast in de stormen in je leven.

Opdrachten Deel 1

1a. Waaraan kun je zien dat iemand emotioneel nog onvolwassen is?

1b. Wanneer ben je wel emotioneel en/of geestelijk volwassen?

1c. Hoe zie je dat bij jezelf? Wat kan er nog verbeteren? Hoe zal dit lukken?

2a. Je kunt in stormachtig water terechtkomen met je levensboot. Geef aan of je jezelf herkent in de volgende oorzaken en gevolgen waardoor dit je overkwam:

A. Ik ben met verkeerde personen meegevaren, die me op de verkeerde stroom meevoerden.

B. Ik heb mijn levensboot in mijn jeugdjaren de verkeerde richting opgestuurd.

C. Ik heb onverstandig en ongezond geëxperimenteerd in mijn jonge jaren op mijn ontwikkelingssurfplank, waardoor ik mijn geestelijk en maatschappelijk welzijn onnodig in gevaar bracht.

D. Ik zocht naar sensatie en spanning, waardoor ik mij met mijn vaartuig steeds weer naar onveilige wateren begaf, met stroomversnellingen en watervallen. Daardoor heb ik wel schade opgelopen.

E. Ik was teveel op mezelf gericht en wilde de controle over mijn levensschip bewaren, waardoor ik in moeilijke tijden geen gebruik maakte van de hulp van anderen.

F. Ik kreeg het zwaar te verduren omdat ik werd geplaagd door opdringerige boten van kwelgeesten. Daardoor werd ik in een hoek gedrukt en kwam mijn boot nogal eens vast te zitten aan de waterkant.

G. Ik ben aan lager wal geraakt omdat ik mijn schip slecht onderhield. Mijn gezondheid leed eronder en het ging stormen in mijn leven.

I. Door een laag zelfbeeld en ook wel psychische problemen heb ik onnodig veel het touw in mijn bootje gegooid, waardoor ik me zomaar liet afdrijven. Daardoor raakte ik nog meer in de problemen.

2b. Wat heb je ervan geleerd? Ben je door schade en schande wijzer geworden?

3. Heb je bepaalde problemen kunnen overwinnen en stormen doorstaan? Waardoor lukte dit.

4. Hebben de hulp van God en het geloof in Jezus je uit stormen, stress en problemen kunnen halen? Hoe dan wel?

5. In hoeverre hebben mensen je hierbij geholpen?

6a. Er zijn oorzaken waardoor je geen vaste koers naar een gelukkiger leven kunt varen. Herken je oorzaken die dit hebben verhinderd in de volgende opsomming?

A. Ik had startproblemen in mijn kinderjaren. Waardoor ik later opgang kwam.

B. Ik heb en slechte training gehad in mijn jeugdjaren, waardoor ik uit de koers raakte.

C. Ik moest roeien met de riemen die ik niet had.

D. Door slechte ervaringen heb ik teveel schade opgelopen, waardoor ik maar moeizaam vooruit kwam met mijn bootje.

E. Ik wilde zelf de controle over mijn leven bewaren.

F. Ik had weinig besef van richting, welke koers ik het beste kon varen.

G. Ik ben nogal eens tegen de stroom ingegaan.

H. Ik ben teveel in aanvaring gekomen met andere boten.

I. Ik werd als dwarsliggers ook wel aan de kant geduwd.

6b. Hoe heb je genoemde problemen kunnen overwinnen?

7a. Ben je in rustiger vaarwater terechtgekomen? Waardoor?

7b. In hoeverre ben je een vaste koers gaan varen op geestelijk, emotioneel en maatschappelijk gebied? Kun je er iets over vertellen?

7c. Welke wensen heb je nog op de genoemde gebieden? Wat zijn je toekomstplannen en vooruitzichten?

8a. Wat kan het geloof in Jezus Christus hierin voor je betekenen? En hoe heb je daarbij de hulp van God en de leiding van de Heilige Geest nodig?

8b. Hoe denk je over de leiding van God in je leven? Wie wil Hij voor je zijn, als je gelooft, en tot welk doel wil Hij je brengen? Wat denk je in dit verband van de afbeelding en tekst hieronder?

Liederen over het onderwerp

Toepasselijke liederen bij deze sessie om te beluisteren via YouTube. De eerste liederen gaan over stormen in je leven: moeilijkheden, geestelijke problemen, duisternis en geloofsbeproevingen. Daarin gaat het ook over de oplossingen, hernieuwd geloof in Jezus, het vertrouwen op God, nieuwe moed en troost.

Het is goed om te beginnen met een lofprijzing naar God toe. Daarin willen we Hem eren en prijzen om Zijn macht, heerlijkheid, genade en trouw. We eren Hem vooral als we Jezus aanvaarden en proclameren als onze Redder. Hieronder volgt Opwekking 461. Het lied is van Darlene Zschech en vertaald door Mireille Schaart. Het is goed om het mee te zingen:

Mijn Jezus mijn Redder, Heer er is niemand als U.

Laat elk moment, al wat ik denk, vol zijn van Uw liefde Heer.

Mijn Schuilplaats mijn Trooster, veilige toren van kracht.

Adem en stem, al wat ik ben, brengen U voortdurend eer.

***

Juich voor de Heer heel de aarde wees blij,

zing voor de Koning en Zijn heerschappij

Bergen aanbidden de zee juicht mee

bij het horen van Uw Naam.

***

U wil ik prijzen voordat wat U schiep,

mijn leven lang loven want U heb ik lief.

Niets is zo goed als een leven heel dicht bij U.

***

Hieronder kun je het lied aanklikken en meezingen via YouTube:

Misschien ben je geestelijk ook wel een schip in de storm, zoals dit wordt gezongen in de Ichtuskerk te Urk. De vissers uit Urk weten er ook wel van meer te praten als het gaat over de stormen op zee. Hieronder volgt het lied:

‘k Ben een schip in de storm
Dat de haven niet vindt
Houdt mij vast, houdt mij vast
Spreek mij aan als uw kind

‘k Ben een vogel die vlucht
Voortgejaagd door de wind
Houdt mij vast, houdt mij vast
Spreek mij aan als uw kind

Als uw woord mij bereikt
Ik in U richting vind
Houdt mij vast, houdt mij vast
Spreek mij aan als uw kind

Dan zijn stormen gestild
Voorbij is vlucht en wind
Houdt mij vast, houdt mij vast
Spreek mij aan als uw kind

(Tekst en muziek: Pekka Simojoki. Ned. vert. Alfred C. Bronswijk.)

Hieronder kun je aanklikken op het lied:

Het tweede lied van Marcel Zimmer e.a. vind je ook in Opwekking 778, die je live via YouTube kunt beluisteren. Herken je de diepe levensvragen en ook het vertrouwen op God? Na de tekst kun je het live gezongen lied aanklikken:

Hoe lang, o Heer

Naar Psalm 13

(Tekst & Muziek: Marcel Zimmer.)

Hoe lang, o Heer, vergeet U mij, alsof U mij niet meer kent?

Hoe lang, o Heer, verbergt U zich, alsof U er niet meer bent?

De angst en de onveiligheid, de moeite en de pijn,

de vragen en onzekerheid, hoe lang zal dit nog zijn?

***

Refrein:

Maar ik vertrouw op U uw goedheid en uw liefde,

en ik juich voor U omdat U mij bevrijdt, Heer.

Ik zing voor U want U bent mijn Verlosser,

U bent goed voor mij altijd!

***

Hoe lang, o Heer, vergeet U mij, alsof U mij niet meer kent?

Hoe lang, o Heer, verbergt U zich, alsof U er niet meer bent?

Zie toch Heer, en antwoord mij, o God van het heelal.

Geef mij Heer, uw licht en kracht, dat ik niet sterven zal.

Opwekking 778:

Hoelang, o Heer, vergeet U mij nog,

hoelang, o Heer, wordt mijn denken nog verward,

en heerst verdriet in mijn moegestreden hart?

Zie mij staan en antwoordt, o God, mijn Vader,

breng licht in het duister,

dan kom ik niet ten val.

(Tekst en Muziek: Brain Doerksen e.a. Ned. Tekst: Harold ten Cate.)

YouTube-video Opwekking 778 – Hoe lang – CD39 (live video)

***

Bij deze liederen hoort het gebed om moed en kracht, zoals je dit tegenkomt in het volgende aangrijpende lied:

Geef mij kracht en geef mij moed

(Tekst: Marianne Busser & Ron Schröder. Muziek: Lydia Zimmer)

Als het nacht is in mijn leven, als het donker is en koud.

Als het lijkt of er geen hoop is, en er niemand van mij houdt.

Als het leven veel te zwaar is, en ik voel me zo alleen.

Vader, wilt U mij dan troosten, leg Uw armen om mij heen.

***

Refrein:

Neem mij in Uw vaderarmen. Laat Uw liefde mij verwarmen.

Mag het wolkendek verdwijnen, en Uw licht weer voor mij schijnen.

Wilt U altijd naast me staan. Geef mij moed om door te gaan.

***

Trouwe Vader in de hemel, wees bij mij in mijn verdriet.

Wilt U zelf mijn tranen drogen, lieve Heer, vergeet mij niet.

Als het moeilijk lijkt en zinloos, alsof niets er nog toe doet,

wilt U dan heel dicht bij mij zijn, geef mij kracht en geef mij moed.

Refrein:

Neem mij in Uw vaderarmen…. (2x)

***

Hieronder kun je op het lied aanklikken:

YouTube-video Geef mij moed en geef mij kracht

***

Het volgende lied past goed bij de vorige liederen, waarin ook pijnlijke ervaringen en innerlijke problemen worden uitgezongen. Het zijn liederen in de geestelijke stormen van een beproefd leven, waarin je het wel uit kunt schreeuwen tot God. Het zijn liederen die roepen om verhoring.

Het blijkt ook dat God er bij is voor de gelovigen, die het van Hem verwachten. God geeft bij de beproevingen ook de uitkomst. Zijn liefde laat Zijn kinderen nooit los. Blijf het daarom van God verwachten.

Jezus is erbij in de storm, zoals je ziet in het tweede deel van deze sessie. Hij stilt uiteindelijk de storm voor Zijn discipelen: volgelingen en leerlingen. Jezus is de Redder in nood. Met Hem val je niet uit de boot. Hij heeft de stormen doorstaan, en de pijn, schuld en ellende op Zich genomen en weggedragen aan het kruis. Daar is alles voor de gelovigen volbracht. Weet je ervan?

Hieronder volgt het bekende lied ‘Als het leven soms pijn doet’:

Als het leven soms pijn doet,
en de storm gaat te keer
in een tijd van moeite en verdriet.
Alsof de zon niet meer opkomt
en het altijd donker blijft
en de ochtend het daglicht nooit meer ziet.

Juist op die momenten 
als het echt niet meer gaat,
laat me merken laat me voelen
dat U werkelijk bestaat.
Dat Uw armen om mij heen zijn,
en Uw liefde mij omgeeft.
Dat ik zal zien als ik terugkijk,
dat U mij gedragen heeft.

Als ik kom met al mijn vragen,
met mijn twijfels en mijn pijn,
met mijn angst en onveiligheid,
lijkt de hemel soms van koper.
Geen gebed komt er doorheen,
en ik verstik in onzekerheid.

Heer wilt U mij helpen,
als ik moe ben of verward,
dat het geloof in mijn verstand
ook zal leven in mijn hart !

En dat Uw armen om mij heen zijn,
en uw liefde mij omgeeft.
Dat ik zal zien als ik terugkijk,
dat U mij gedragen heeft.

(Auteurs: Elisa Krijgsman/Marcel Zimmer.)

YouTube-video Als het leven soms pijn doet

Gezongen door Danielle Schaap

 ***

In Opwekking 542 wordt gezongen over de God van trouw. Hij verandert nooit. Hij is de Rots voor de gelovige, die daarin mag zingen: ‘Dwars door de storm bent U Heer, het anker; ik stel mijn hoop alleen op U.’ Het past ook goed bij Deel 2, waar het gaat over ‘Jezus, Zijn discipelen en wij in de storm’.

Hieronder kun je op het lied met toepasselijke afbeeldingen aanklikken:

YouTube-video Opwekking 542 God van trouw

***

Het volgende bekende oude en bemoedigende lied is ‘Veilig in Jezus armen’:

  YouTube-video Nederland Zingt – Veilig in Jezus’ armen

***

Wees stil, mijn ziel, hoop op God.

Met Opwekking 695 zoeken we rust voor onze ziel bij God. Het heet ‘Still’ in het Engels. Het is van Reuben Morgan. De Nederlandse tekst is van Gert van der Vijver. Het is goed om je ziel aan te spreken, als deze onrustig is. We zien dat ook in bepaalde Psalmen, zoals de Psalmen 42 en 43. In Ps. 42:12 en 43:5 lezen we: ‘Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is mijn Verlosser en mijn God.’

Hieronder volgt het lied:

Verberg mij nu onder uw vleugels Heer.

Houd mij vast in Uw sterke hand.

***

Als de oceaan haar krachten toont,

zweef ik met U hoog boven de storm.

Vader, U bent sterker dan de vloed.

Dan word ik stil; U bent mijn God!

***

Vind rust mijn ziel in God alleen.

Ken Zijn kracht, vertrouw Hem en wees stil.

***

Hieronder kun je aanklikken op het lied:

YouTube-video Alpha-cursus 2012 – opwekking 695 – Stil 

 ***

Deel 2

Jezus, Zijn discipelen en wij in de storm

We gaan in deel 2 van het artikel kijken wat we kunnen leren van de geschiedenissen van Jezus en de discipelen op het Meer van Galilea. Hoe reageerden ze op de stormen en de tegenwind op het meer? Hoe gaan wij in het geloof om met de stormen, stress en tegenslagen in ons leven. Roeien we dan met de eigen riemen die we hebben en willen we de controle bewaren, of kunnen we de Heiland het roer in handen geven?

Kom in veilig vaarwater!

Het is best moeilijk om veilig door een heftige branding heen te komen op je surfplank. Onervaren jongeren kunnen door hun gestuntel en geëxperimenteer de volwassen surfers daar tot last zijn. Door vallen en opstaan, of schade en schande, kunnen ze juist ook sterker en wijzer worden. Daartoe behoren ze wel de hulp en middelen te aanvaarden waardoor ze echt vooruit kunnen komen in hun ontwikkeling. Denk hierbij maar eens aan een veilig en betrouwbaar kompas. Ik bedoel hierbij de Bijbel.  We lezen hierover in Psalm 119:105: ‘Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.’

Een kleine jongen, die gebukt ging onder schuldgevoelens, zei eens: ‘Ik geloof dat ik verkeerd geboren ben.’ Hij had gelijk. Door een nieuwe geboorte uit de Geest van God gaan we geloven en gaan we met ons levensschip een nieuwe koers varen. We ontvangen dat inzicht op het juiste kompas om Jezus, het Licht van de wereld te volgen. Dan komen we in veilig vaarwater op de juiste koers op weg naar onze nieuwe thuishaven.

God brengt de storm op zee tot stilte

In Psalm 107:23-31 gaat het over hen die met schepen op zee varen en handeldrijven. Toen zij in een hevige storm en nood verkeerden, riepen zij tot God om uitredding. We lezen ervan in Ps. 107:28-31: ‘Maar toen zij het in hun benauwdheid uitriepen tot de HEERE, leidde Hij hen uit hun angsten. Hij brengt de storm tot stilte, zodat de golven zwijgen. Dan zijn zij verblijd, omdat de wateren gestild zijn en Hij hen naar de haven van hun verlangen leidde. Laten zij de HEERE loven om Zijn goedertierenheid en om Zijn wonderwerken voor de mensen.’

Storm op het Meer van Galilea

Het Meer van Galilea of Gennézareth wordt ook de Zee van Tiberias genoemd. Het meer van Galilea ligt 212 meter beneden het peil van de Middellandse Zee. De lengte bedraagt 21 km en de grootste breedte 13 km, met een omtrek van 52 km. De grootste diepte bedraagt ca. 46 meter. Het meer is rijk aan vele vissoorten, waaronder: karper, poon, sardines, meerval en de Galilese kamvis.

Het water is van het mooi gelegen meer is zeer helder en in de regel kalm. In de winter kan het hier echter geweldig spoken. Bij stormachtig weer kunnen huizenhoge golven tegen de oevers slaan. In de hierna beschreven tekstgedeelte van Luk. 8:23 gaat het over valwinden, die via de ravijnen tussen de omringende bergen in heftige stormvlagen neervallen op het wateroppervlak. Vanuit Mark. 4:37 kun je opmaken dat het ging over ‘een grote storm van wind’, een wervelstorm. Er waren ook andere scheepjes meegevaren, maar het is opmerkelijk dat alleen wordt gesproken over de watergolven die het scheepjes van Jezus en Zijn discipelen overspoelden. Hun bootje liep gaandeweg geheel vol met water, waardoor zij in groot gevaar kwamen.

Demonische krachten

In de Studiebijbel wordt bij Luk. 8:23 vermeld: ‘Het is alsof door de natuurelementen heen duistere krachten een aanval uitvoeren op Jezus en de discipelen.’ Let erop dat ze ‘demonisch bezet gebied’ naderden, waar vele demonen verbleven in een bezeten man. Zij waren namelijk op weg naar de overkant, het land van de Gadarenen in het Overjordaanse, het gebied van Dekapolis, waar heidense steden lagen (Luk. 8:26). Daar was een bezetene van vele demonen, met name Legio (Legioen). Een Legioen uit het Romeinse leger bestond uit 6000 soldaten. Deze naam duidt op zeer veel boze geesten in de man. Het was een bezet, demonisch gebied bij Legio: een heel leger demonen beheerste hem.

De demonen wilden bij uitdrijving door Jezus in de voor Joden onreine varkens gaan wonen, om zodoende ook dit gebied als hun territorium te kunnen behouden. Toen dit gebeurde sloegen de varkens in dolheid op hol en stortten ze vanaf een steile helling in het meer van Galilea. Ze verdronken allemaal.

De hieronder beschreven stormen met Jezus en de discipelen waren opmerkelijk heftig, terwijl ze zo onverwacht en plotseling opkwamen. Omdat Jezus ze bestraft, kun je zeker denken aan een demonische activiteit.

In Matth. 8:24 lezen we: ‘En ziet, er ontstond een grote onstuimigheid in de zee.’ In de Griekse grondtekst staat er voor onstuimigheid ‘seismos’. De Studiebijbel verklaart hierbij dat ‘en zie’ het plotselinge van deze gebeurtenis aangeeft. Er wordt verder aangegeven: ‘Seismos is een beving, een schok, meestal een aardbeving. Maar de ‘beroering in de zee’ ging gepaard met een stormwind en werd waarschijnlijk hierdoor veroorzaakt.’

Het lijkt dus een samenspel van geweldige valwinden en een ‘seismos’ een beving, schok en/of beroering in de zee. In vers 26 lezen we dat Jezus opstond en de winden en de zee bestrafte, waarbij het volkomen stil werd. De golven en de wind kregen geen tijd om af te zwakken of uit te razen. Dat is ook weer een bovennatuurlijk wonder van Jezus.

Het met Goddelijk gezag aanspreken en bestraffen van deze natuurkrachten kan dus ook goed zien op de demonische activiteiten die het veroorzaakten. Daarvoor had Jezus ook al demonen bestraft en zelfs de hoge koorts bij de schoonmoeder van Petrus (zie Luk. 5:33-41).

Welke (geloofs)lessen kunnen we uit de geschiedenis op het Meer van Galilea halen? Hoe gaan wij om met stormen en stressmomenten in ons leven, en met geloofsbeproevingen en demonische aanvallen? Waardoor kan ons geloofsvertrouwen in Jezus en onze innerlijke rust worden versterkt? We gaan er in opdrachten samen over nadenken.

Jezus stilt de storm op het meer

Luk. 8:22: ‘Het gebeurde op een van die dagen dat Hij met Zijn discipelen aan boord van een schip ging. En Hij zei tegen hen: Laten wij overvaren naar de overkant van het meer. En zij voeren weg. 23. Toen zij voeren, viel Hij in slaap. En er viel een stormwind neer op het meer, en hun schip liep vol water  en zij waren in nood.

24. Zij gingen naar Hem toe, wekten Hem en zeiden: Meester, Meester, wij vergaan! Toen stond Hij op en bestrafte de wind en de golven. En ze gingen liggen en er kwam stilte. 25. Hij zei tegen hen: Waar is uw geloof? Maar zij waren bevreesd en verwonderden zich, en zij zeiden tegen elkaar: Wie is Deze toch, dat Hij ook de winden en het water bevel geeft en ze Hem gehoorzaam zijn?

26. En zij voeren verder naar het land van de Gadarenen, dat tegenover Galilea ligt. 27. Toen Hij aan land gegaan was, kwam een man uit de stad Hem tegemoet, die al lange tijd door demonen bezeten was (…).’

Mark. 4:35: ‘En op die dag, toen het avond geworden was, zei Hij tegen hen: Laten wij overvaren naar de overkant. 36. En zij lieten de menigte achter en namen Hem, Die al in het schip was, mee; en er waren nog andere scheepjes bij Hem. 37. En er stak een harde stormwind op en de golven sloegen over in het schip, zodat het al volliep. 38. En Hij lag in het achterschip te slapen op een hoofdkussen; en zij wekten Hem en zeiden tegen Hem: Meester, bekommert U Zich er niet om dat wij vergaan?

39. En Hij, wakker geworden, bestrafte de wind en zei tegen de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen en er kwam een grote stilte. 40. En Hij zei tegen hen: Waarom bent u zo angstig? Hebt u dan geen geloof? 41. En zij vreesden met grote vrees en zeiden tegen elkaar: Wie is Deze toch, dat zelfs de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?’

Matth. 8:23: ‘En toen Hij aan boord van het schip gegaan was, volgden Zijn discipelen Hem. 24. En zie, er ontstond een grote onstuimigheid in de zee, zodat het schip door de golven bedekt werd; maar Hij sliep. 25.  En Zijn discipelen kwamen bij Hem, wekten Hem en zeiden: Heere, red ons, wij vergaan! 26. ‘En Hij zei tegen hen: Waarom bent u angstig, kleingelovigen?  Toen stond Hij op en bestrafte de winden en de zee, en er kwam een grote stilte. 27. De mensen verwonderden zich en zeiden: Wat voor Iemand is Dit, dat zelfs de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn?’

1. Samen lezen Luk. 8:22-26, Markus 4:35-41 en Mattheüs 8:23-27.

1a. Wat vind je opmerkelijk in deze geschiedenis over de angstige discipelen en Jezus Die de storm stilt? Welke diepere geestelijke zaken zullen hierin hebben meegespeeld? (Denk hierbij aan de plotselinge heftige storm en hoge golven, het (zwakke) geloof van de discipelen en de macht van Jezus.)

1b. Hoe kunnen demonische machten aanwezig zijn om ons geloofsvertrouwen in God en Jezus te verzwakken en ons angst aan te jagen? Herken je dat in je eigen leven?

2a. Waarom waren zelfs de ervaren vissers zo angstig op het hun bekende meer, terwijl Jezus aan boord was? (Met name Petrus, Jacobus, Johannes en Andreas waren vissers.)

2b. Waarom reageren ze zo heftig emotioneel naar Jezus toe tijdens deze storm? Zoals we lezen in Matth. 8:25: ‘En Zijn discipelen kwamen bij Hem, wekten Hem en zeiden: Heere, red ons, wij vergaan!’ In Luk. 8:24: ‘Meester, Meester, wij vergaan!’ En in Mark. 4:38: ‘zij wekten Hem en zeiden tegen Hem: Meester, bekommert U Zich er niet om dat wij vergaan?’

2c. Wat zegt dat over hun geloofsvertrouwen in de aanwezigheid van Jezus?

2d. Wat vind je van de reactie van Jezus hierop, als Hij ze aanspreekt met de woorden: ‘Waarom bent u zo angstig? Waar is uw geloof? Hebt u dan geen geloof? Waarom bent u angstig, kleingelovigen?’

2e. Waarom verwonderen ze zich daarna en vreesden de discipelen na het geweldige wonder ‘met grote vrees’?

3a. Hoe kon Jezus de wind en de zee bestraffen en de storm stillen?

3b. Wat leert deze geschiedenis ons over Jezus, Zijn aanwezigheid en macht tijdens de stormen in het leven van Zijn volgelingen en leerlingen? Wat zegt het je persoonlijk?

4a. Heb je ook wel angst, wantrouwen en kleingeloof gehad tijdens stormen in je leven? En dat, terwijl je toch al in Jezus geloofde en op God vertrouwde? Kun je eer wat van vertellen?

4b. Waardoor kan dat gebeuren bij gelovige mensen?

4c. Heb je ook geloofsbeproevingen meegemaakt? Wat kun je daarvan leren of afleren? Waarvoor kunnen deze nuttig zijn? Wat heb je er zelf van geleerd?

Wie heeft het roer in handen en bewaart de controle?

Jezus gaf de discipelen opdracht het meer van Galilea over te varen. Hij wist wat er zou gebeuren en wat Hij ze zou leren door de storm. Hij bleef de controle bewaren en kende Zijn macht over demonen en natuurgeweld. Daarom kon Hij rustig slapen in de storm. Te midden van de hevige storm en het binnenstromende water lag Hij te slapen, alsof er niets aan de hand was.  Calvijn schrijft in zijn commentaar: ‘Het lijkt alsof Jezus slaapt, maar dat is niet zo. Zijn lichaam is in rust, maar Zijn Geest waakt over ons, kijk maar: Hij laat Zich wakker maken en stilt de storm.’

Wat kan er met Jezus aan boord verkeerd gaan in je leven?

Denk je dat je met Hem zult omkomen in de storm?

De discipelen deden van alles om hun leven te redden, en alles weer onder controle te krijgen. Ze zijn in angst en paniek keihard aan het werk om te kunnen overleven. Waar is hun hun geloof en hun vertrouwen in Jezus? Vol angst maken ze Jezus wakker en zeggen: ‘bekommert het U niet dat wij vergaan?’ Ze schudden de Heer wakker en we verwijten Hem dat Hij egoïstisch is! Ze doen het uit angst en onmacht, ongeloof en wantrouwen. Dit  gebeurt nog steeds bij mensen in nood en paniek.

In de stormen van je leven kun je jezelf van God verlaten voelen, in de steek gelaten zijn. Je kunt dan terugvallen in oud gedrag, om zelf het roer in handen te gaan nemen en de controle te gaan bewaren Je had gedacht dat Jezus aan boord was en je altijd zou helpen. Je had niet gerekend op de onverwachte stormen die je niet kunt handelen.

Door teleurstelling, wantrouwen en trots kan iemand gaan proberen om het heft in eigen hand te nemen of het stuur weer over te gaan nemen, om een eigen (oude) koers te gaan varen. Je ziet dat bij verslaafden in de hulpverlening. Pas als ze grondig erkennen dat hun leven stuurloos is geworden en dat ze machteloos zijn om zichzelf te bevrijden uit hun verslaving, zijn ze geschikt om effectief geholpen te worden. Zo is het zeker ook op geestelijk gebied. Het geloof laat zich redden, leiden en dragen. (Geloven betekent: ‘laat je dragen.’) Daarom is het zo heilloos om je niet door Jezus te laten leiden en besturen. 

5. Wanneer ben je geneigd om zelf het roer weer in handen te nemen en de controle over je leven te bewaren? Heb je dat wel eens meegemaakt?

6. Heb je ook geleerd om de controle biddend over te geven aan God, en Jezus het roer van je levensschip in handen te geven? Kun je er iets over vertellen?

7. Bespreek samen het volgende lied ‘Geef de Heiland het roer in handen’.

a. Wat spreekt je aan in het lied?

b. Wat herken je bij jezelf in het lied?

Hieronder volgt het bekende lied van Johannes de Heer / G. Panzer.:

Geef de Heiland het roer in handen

van je aardse levensschip.

Hij zal veilig jouw doen landen,

Hij kent elke rots en klip.

Is je scheepje groot of klein,

laat de Heiland stuurman zijn.

 ***

Hoe ook stormen mogen woeden,

laat het roer stil in zijn hand;

Hij zal in het gevaar behoeden,

Hij brengt veilig je aan land.

Beef je ook van angst en pijn,

laat de Heiland stuurman zijn.

***

Blijf toch rustig Hem geloven,

richt bij het felste stormgedruis

het hart omhoog, het oog naar boven;

daar bracht Hij reeds velen thuis.

Hoe ook alles donker schijn’,

laat de Heiland stuurman zijn.

***

Veel gevaar bedreigt het leven,

maar het grootste is, als ik niet stil

alles aan Hem wil overgeven,

maar ook zelf nog sturen wil.

Daarom, Heiland, houd mij klein,

en wilt U maar mijn stuurman zijn.

***

8a. Welke zaken hebben je gehinderd in je geestelijke geloofsontwikkeling?

A. Geen vaste koers in mijn leven.

B. Doelloosheid, gebrek aan levensdoel.

C. Angst voor een onzekere toekomst.

D. Een negatief zelfbeeld, gevoelens van schaamte en verlegenheid.

E. Ankerloosheid en onstandvastigheid tijdens problemen, stress en stormen.

F. Te weinig discipline en orde in mijn leven.

G. Gebrek aan doorzettingsvermogen en wilskracht om iets te bereiken.

H. Teleurstellingen en problemen.

I. Gebrek aan geloof in Jezus en hoop op God.

8b. Waardoor kunnen deze negatieve zaken in je worden opgelost?

8c. Kun je van enkele genoemde zaken bij A t/m I vertellen hoe het bij je is verbeterd, zodat je geestelijk weer op een goede gelovige koers vaart?

 ***

Jezus loopt op de zee

Samen lezen Markus 6:45-54

Mark. 6:45: ‘En meteen dwong Hij Zijn discipelen in het schip te gaan en vooruit te varen naar de overkant, naar Bethsaïda, terwijl Hijzelf de menigte weg zou sturen. 46. En toen Hij afscheid van hen genomen had, ging Hij naar de berg om te bidden. 47. En toen het avond was geworden, was het schip midden op de zee en Hijzelf was alleen op het land. 48. En Hij zag dat zij veel moeite moesten doen om het schip vooruit te krijgen, want zij hadden de wind tegen; en omstreeks de vierde nachtwake kwam Hij, lopend op de zee, naar hen toe en wilde hun voorbijgaan. 49. En toen zij Hem zagen lopen op de zee, dachten zij dat het een spook was en schreeuwden luid, 50. want allen zagen Hem en raakten in verwarring; en meteen sprak Hij met hen en zei tegen hen: Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd.

51. En Hij klom bij hen in het schip en de wind ging liggen; en zij waren innerlijk volkomen buiten zichzelf en zij verwonderden zich, 52. want zij hadden bij het wonder van de broden niets begrepen, omdat hun hart verhard was.

53. En toen zij overgevaren waren, kwamen zij in het land Gennesaret en legden daar aan. 54. En toen zij uit het schip gegaan waren, herkende men Hem meteen.’

Jezus had Zelf Zijn discipelen gedwongen om vooruit te varen. De discipelen bleven maar roeien tegen de wind in. Jezus zag dat zij veel moeite  moesten doen om zodoende het schip vooruit te krijgen. Toen wilde Hij, lopen op de zee, hun voorbijgaan. Ze herkenden Hem niet, maar schreeuwden in angst in hun verwarde denken.

9a. Wat vind je van deze geschiedenis over het roeien tegen de wind in en het niet herkennen van Jezus in de moeilijke situatie waarin ze verkeerden?

9b. Herken je daar iets van in je eigen leven? Heb je ook geestelijk moeten roeien in eigen kracht om nog wat met moeite vooruit te kunnen komen, zonder de merkbare aanwezigheid van Jezus?

10a. Hoe heb je Jezus weer herkend in de stormen en tegenwind in je leven?

10b. Is Hij bij je aan boord gekomen, waardoor de tegenwind ging liggen en het rustig werd in je hart?

10c. Hoe kun je door Jezus de goede moed en vrede in je ziel bewaren?

Deel het met elkaar. Bemoedig de ander en kijk waar je samen voor kunt bidden.

Samen bidden

***

Afsluitende liederen:

Hieronder volgt het bekende lied ‘Welk een Vriend is onze Jezus’. Het is gezongen op de Nederland Zingt dag 2016:

YouTube-video Nederland Zingt: Welk een vriend is onze Jezus

Welk een vriend is onze Jezus,
Die in onze plaats wil staan!
Welk een voorrecht, Dat ik door Hem
altijd vrij tot God mag gaan.

Dikwijls derven wij veel vrede,
dikwijls drukt ons zonden neer,
juist omdat wij ’t al niet brengen 
in ’t gebed tot onze Heer.

Leidt de weg soms door verzoeking,
dat ons hart in ’t strijduur beeft,
gaan wij dan met al ons strijden
tot Hem, die verlossing geeft.

Kan een vriend ooit trouwer wezen
dan Hij, die ons lijden draagt?
Jezus biedt ons aan genezing;
Hij alleen is ’t, die ons schraagt.

Zijn wij zwak, belast, beladen
en terneer gedrukt door zorg.
Dierbare Heiland! onze Toevlucht!
Gij zijt onze Hulp en Borg.

Als soms vrienden ons verlaten,
gaan wij biddend tot den Heer.
In zijn armen zijn wij veilig,
Hij verlaat ons nimmermeer.

***

Joseph Scriven en zijn grote Vriend

in de stormen van zijn leven

(Welk een vriend is onze Jezus staat in Joh. De Heer, lied 150)

De maker van dit lied is Joseph Scriven. Deze Ier leefde van 1820 tot 1886. Het zat Joseph niet mee in het leven, waarin hij ook geestelijk stormen moest trotseren. Hij studeerde cum laude af aan de universiteit cum laude af, maar zijn gezondheid liet was zwak. Daardoor moest hij zijn wens om officier in het leger te worden laten varen.

En uitgerekend enkele dagen voor zijn huwelijksfeest verdronk zijn bruid, Mary. Vrienden hadden ter ere van de bruiloft een strandfeest georganiseerd, daar verdronk zij. Niemand begreep hoe het precies kon gebeuren.
Kort daarop emigreerde Joseph naar Canada. Hij wilde niet meer leven in de omgeving die hem aan Mary herinnerde. Gelukkig had hij een biddende en praktische moeder, die hem een Nieuwe Testament in zijn koffer meegaf.

Ook in Canada zat het Joseph lang niet allemaal mee. Hij vond opnieuw een vrouw en de huwelijksvoltrekking was ook reeds vastgesteld, maar kort daarvoor stierf zij aan een ernstige ziekte. Ondanks deze zware storm in zijn leven, zat Joseph niet bij de pakken neer. Hij ging zich inzetten om hulp te bieden aan andere mensen met problemen. Hij wilde een vriend voor hulpelozen en bedroefden vriend zijn. Daar heeft hij zich verder aan toegewijd.

Gebeden van zijn moeder werden ook verhoord. Joseph ging steeds meer lezen in het Woord van God en ontdekte dat Jezus Zijn Vriend, Heiland en toevlucht wilde zijn. Uit dankbaarheid en in gelovig vertrouwen maakte hij de coupletten van het wereldwijd zo bekende lied.


Toen Joseph Scriven op zijn sterfbed lag, vond een vriend die bij hem waakte, dit lied. Hij bekende daar dat hij het lied op papier had gezet om zijn moeder te berichten dat hij zijn beste Vriend gevonden had. Hij in het lied ook aangegeven dat Jezus een Vriend is wie terneergedrukt, zwak, belast, beladen is en die tot Hem gelovig de toevlucht nemen.