Discipelschapstraining 6 Doorstroming of twijfel?

Copyright: Jan A. Baaijens, jongerenpastoraat

Ben ik een overvloeiende bron?

Hoe worden we een overvloeiende bron van levend water? Dat heeft duidelijk te maken met de wijze waarop we geloven.

Jezus leert ons in Joh.7:38: ‘Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.’ Dit heeft te maken met het werk van de Heilige Geest (vers 39). We hebben voortdurende opwekking en doorstroming nodig. Als je door het geloof voortdurend mag drinken van het levende water, vloeit je bron vanzelf over. Jezus nodigt in Joh.7:37: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken.’ Het water dat Jezus ons geeft, wordt in ons een bron van water dat opwelt tot in het eeuwige leven (Joh.4:14). We moeten niet tevreden zijn met een dorre toestand.

Hoe kan de bron van ons geloofsleven gaan dichtslibben door het slijk van de twijfel, waardoor de doorstroming wordt belemmerd? 

Voor een goede doorstroming moet onze bron voortdurend worden aangevuld. Hierdoor wordt het vuil verwijderd en zal de bron niet dichtslibben.

We moeten ons blijven richten op de betrouwbare beloften in Gods Woord. Deze beloften loodsen ons als het ware tussendoor de gevaarlijke zandbanken in het veilige vaarwater. Daardoor kunnen we bemoedigd verder gaan. Zodoende kunnen we door stormen en gevaren heen eenmaal behouden aankomen in de hemelse thuishaven.

Inleidende gespreksronde:

1. Lees elkaar bemoedigende Bijbelteksten voor:

Laat iedereen in de Bijbelstudiegroep voor zichzelf enkele teksten uitzoeken uit de lijst ‘Bemoedigende beloften in de Bijbel’. Kijk eerst bij het overzicht ‘als je …’ wat min of meer voor jou van toepassing is. De genoemde zaken in de lijst kunnen belemmeringen zijn voor geestelijke doorstroming. Angst, verdriet, bezorgdheid en twijfel kunnen blokkades zijn in het geloofsleven.

Zoek achter het door jouw geselecteerde zinnetje welke bemoedigende teksten je wilt delen met de groep. De opgezochte teksten kunnen dan om de beurt worden voorgelezen. Als je bijvoorbeeld voor jezelf ervaart dat je te weinig vertrouwen hebt, kun je voorlezen Ps.37:3-5.

2. Waarom heb je dit vanuit je eigen geestelijk leven met de groep gedeeld? Je mag er alvast iets over zeggen.

In de loop van de Bijbelstudie kan er op worden teruggegrepen op wat er nu al is gedeeld.

Blijf samen in beweging (zoals de zeehonden)

Bij Discipelschapstraining gaat het ook over ‘ontvangen, delen en uitdelen’. We leren daarbij vrijmoedigheid. We gaan dan met elkaar meeleven. Geestelijke bewogenheid stimuleert het bidden voor elkaar. Gezamenlijk gebed in de Naam van Jezus geeft goede doorstroming. Bovendien zijn er dan de beloften van verhoring en de aanwezig van Jezus. De Heiland leert ons immers in Matth.18:19-20: ‘Verder zeg Ik u dat, als twee van u op de aarde iets, wat dan ook, eenstemmig verlangen, het hun ten deel zal vallen. Want waar twee of drie in Mijn Naam bijeengekomen zijn, daar ben Ik in hun midden.’

3. Waarom geeft gezamenlijk gebed in de Naam van Jezus een goede geestelijke doorstroming?

Weet je hoe zeehonden in het Zuidpoolgebied samen een verbinding naar het zeewater openhouden? Dat doen ze door als groepje te blijven bewegen in ijskoude water. Zodoende houden deze dieren met elkaar het wak open. Daardoor kunnen ze vis blijven vangen onder het ijs. Op deze wijze behoren gelovigen gezamenlijk in beweging te blijven om een geopende toegang te houden voor het levend water.

We dienen samen te volharden om de geopende toegang tot het hemelse heiligdom open te houden. Dit gebeurt door vrijmoedig gebed, en het gelovig gaan op de beloften van God. Daarbij moeten we elkaar aanvuren en aansporen in onderlinge samenkomsten. Zodoende komen we tot de vervulling van de beloften.

4. Wat kunnen we leren van deze zeehonden in het Zuidpoolgebied?

Je kunt dit lezen in Hebr.10:19-25, 35-36. We worden aangemoedigd in de verzen 19-23: ‘Omdat wij nu, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs een nieuwe en levende weg, die Hij voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees, en omdat wij een grote Hogepriester hebben over het huis van God, laten wij naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof, nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten en ons lichaam gewassen is met rein water. Laten wij de belijdenis van de hoop onwrikbaar vasthouden, want Hij Die het beloofd heeft, is getrouw.

In de verzen 24-25 zien we dat we dit samen moeten doen, in de dringende aansporing: ‘En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Laten wij onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommige de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.’

Hebr.10:35-36 bemoedigt ons verder: ‘Werp dan uw vrijmoedigheid niet weg, die een grote beloning met zich meebrengt. Want u hebt volharding nodig, opdat u, na het volbrengen van de wil van God, de vervulling van de belofte zult verkrijgen.’

De zeehonden kunnen door volhardend te bewegen de toegang tot de zee openhouden. Ze kunnen daardoor de vissen blijven vangen, en overleven. De gelovigen moeten door samen geestelijk actief te blijven, van hun kant de geopende toegang naar het heiligdom openhouden. Dan blijft er geestelijke doorstroming. Dan ontvangen een grote beloning en de vervulling van de belofte.

5. Welke activiteiten zijn belangrijk voor doorstroming en vervulling?

6. Vergelijk twijfel met vrijmoedigheid. Noem de nadelen en de voordelen.

7. Kun je met elkaar delen waardoor je meer vrijmoedigheid kreeg.

8. In hoeverre had dat te maken met (de vervulling van) beloften?

 

‘Werp uw netten uit om te vangen’

Je ziet ook in de genoemde teksten uit Hebr.10 dat je samen met bezig zijn met de beloften van God. In het geloof ben je dan als het ware aan het vissen naar de vervulling van de beloften. Werp de netten dan wel uit naar de toezeggingen van God en op het woord van Jezus, ook al gaat het tegen je gevoel in. Je kunt dan wel eens een wonderbare visvangst meemaken. Je kunt daarover lezen in Luk.5:1-11. Petrus en zijn metgezellen hadden heel de nacht gewerkt op het meer, en niets gevangen. Jezus gaf Simon de opdracht: ‘Vaar naar het diepe gedeelte en werp uw netten uit om te vangen’ (vers 4). Simon Petrus antwoordde gelovig (in vers 5): ‘Op Uw woord zal ik het net uitwerpen’. Zij ontvingen toen een grote beloning: een grote hoeveelheid vissen.

Toen ze deze vervulling tot hun verbazing hadden ontvangen, kregen ze een nog grotere belofte van Jezus. Hij zei tegen Simon (in vers 10): ‘Van nu aan zult u mensen vangen.’ Het gevolg was een opmerkelijke overgave en toewijding aan Jezus. We lezen in Luk.5:11 van Petrus en zijn metgezellen Jakobus en Johannes: ‘En nadat zij de schepen aan land gebracht hadden, lieten zij alles achter en volgden Hem.’

9. Lees samen Lukas 5:1-11. Wat valt je hierbij op?

10. Welke toepassing voor jezelf kun je maken uit Lukas 5:1-11?

Opdrachten en beloften

De gebeurtenis in Luk.5:1-11 is een mooi voorbeeld van discipelschapstraining door Jezus. Door de vervulling van eerdere beloften kunnen we door de Heere worden gebracht naar de vervulling van nog grotere beloften. Daardoor worden we geestelijk meer volwassen. Zo zien we dat het in het geestelijk leven gaat over opdrachten en beloften. In gehoorzaamheid dienen we daarbij te gaan op Gods beloften. Dat zal ons aanmoedigen en bemoedigen.

11. Hoe kun je door ‘opdrachten en beloften’ groeien in het geloof?

Hieronder volgt een lijst van bemoedigende beloften, waar je bij deze discipelschapstraining gebruik van kunt maken. Je kunt deze lijst voor verdere Bijbelstudie ook aanvullen. Zodoende verzamel je stapstenen uit de Schrift om je weg achter Jezus aan beter begaanbaar te maken. Daarbij kun je achteraf ook zeggen met Ps.17:5: ‘Ik hield mijn schreden in Uw sporen, zodat mijn voetstappen niet zouden wankelen.’ Je doet het overeenkomstig Zijn Woord, naar Zijn geboden, met Gods belofte in je hart (zie Ps.119:9-11). Daarbij is Zijn Woord een lamp voor je voet (Ps.119:105).

Let op de volgende beloften als je ze nodig hebt:

Bemoedigende beloften in de Bijbel:

Als je bang bent: Ps.91, Joz.1:9

Als je jezelf door de Heere verlaten voelt: Jes.54:4-8

Als je vermoeid en belast bent: Matth.11:28-30, Jes.40:29-31

Als je verdrietig bent: Ps.10:14, Ps.56:9-12 

Als je te weinig vertrouwen hebt: Ps.37:3-5

Als je twijfelt aan Gods hulp: Ps.9:10-11, Joh.6:37

Als je twijfelt aan Gods trouw: Hebr.10:23, 1Thess.5:24 

Als je bezorgd bent:

Ps.55:23, Matth.6:25-34, Filip.4:6-7, 1 Petr.5:7

Als je moeite hebt met geestelijke leiding: Jes.40:27-28, Rom.8:28

Als je twijfelt over Gods gedachten: Jer.11:29

Als je jezelf te zwak voelt: 2 Kor.12:9-10, Rom.8:26, Filip.4:13

Als je verzwakt bent en dreigt te bezwijken:

Hebr.12:1-14 

Als je behoefte aan geestelijke doorstroming hebt: Ps.36:9-10, Joh.4:13-14

Als je dorst naar het water des levens: Jes.55:1, Openb.21:6, Openb.22:17

Als je dorst naar geestelijke vervulling: Ps.107:8-9, Joh.6:35, Joh.7:37-38

Als je gebrek aan vrijmoedigheid hebt: Hebr.10:19-23, Hebr.10:35-36

Als je twijfelt door beproevingen: Hebr.2:17-18

Als je de vrees wilt overwinnen: 1 Joh.4:12-19, Ps.138:8

Als je twijfelt aan Gods barmhartigheid: Ps.103:1-5, Hebr.4:14-16

 Als je denkt dat de Heere boos op je is: Jes.54:9-10, Ps.103:8-13

Als jezelf schuldig voelt: 1 Joh.1:9, 1 Joh.2:1-2

Als je twijfelt aan vergeving en heling:

Jes.2:18, Jes.40:1-2, Jes.53:5-6

Als je twijfelt aan Gods liefde:

Joh.3:16, 1 Joh.4:7-11          

Je kunt de lijst ‘bemoedigende beloften in de Bijbel’ gebruiken voor een aparte persoonlijke Bijbelstudie. Zet dat voor iedere zin: Wat kun je doen… (Voorbeeld: ‘Wat kun je doen als je twijfelt door beproevingen?’)

Betrek bij de volgende opdrachten teksten uit de lijst

‘Bemoedigende beloften in de Bijbel’

Denk na over de volgende vragen:

12. Wat kan de doorstroming in ons geloofsleven belemmeren?

13. Waardoor kan onze bron vervuilen?

14. Hoe proberen de geestelijke boosheden de doorstroming te blokkeren?

15. Wat is er nog in ons wat reiniging en heling nodig heeft?

       

16. Heb je last van het slijk (of de sneeuw) van de twijfel?

Kies enkele zaken hieronder uit die voor jou gelden:

A. Het overvalt me regelmatig – B. Ik heb er veel mee te strijden – C. Gelukkig heb ik weinig last van twijfel – D. Ik twijfel nogal eens aan mezelf – E. Ik heb mijn twijfels over de weg die God met me houdt – F. Ik word in twijfel gebracht door uitleg over het geloofsleven – G. Ik ga twijfelen door innerlijke tegenstrijdigheden – H. Ik blijf twijfelen door zonden die in mijn leven blijven – I. Door tegenslagen ben ik gaan twijfelen – J. Ik twijfel aan de uitkomst van sommige beloften – K. Ik twijfel regelmatig omdat bepaalde gebeden niet worden verhoord

17. Praat samen over de keuzes die er zijn gemaakt.

      

18. Hoe word je verlost van het slijk van de twijfel?

19. Kun je vertellen hoe er na twijfel weer doorstroming kwam in jouw geloofsleven?

20. Noem onopgeloste vragen over persoonlijke twijfel.

21. Maak er gebedspunten van. Ga samen in gebed.